Base description which applies to whole site

13. Integratie en maatschappelijke samenhang

Artikel

Algemene doelstelling

De overheid bevordert de maatschappelijke samenhang en sociale stabiliteit door participatie en inburgering van iedereen met een migrantenachtergrond. Resultaat is dat genoemde personen, net als iedere andere burger, zelfredzaam zijn en – naar vermogen – deelnemen aan de samenleving.

Bij het integratiebeleid ligt de nadruk op de participatie van de individuele migrant, waarbij een beroep op de migrant gedaan wordt om middels de in Nederland aanwezige kansen en mogelijkheden zijn of haar capaciteiten ten volle te benutten. Ten aanzien van het maatschappelijk verkeer is het uitgangspunt dat migranten de in Nederland geldende normen en waarden erkennen.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister stimuleert met behulp van financiële instrumenten de zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving van arbeidsmigranten. Hij financiert inkomensondersteuning met een sociaal leenstelsel en een uitkeringsregeling (remigratieregeling). Hij is verantwoordelijk voor:

  • De vormgeving, het onderhoud en de werking van het participatie- en inburgeringstelsel;

  • De visie en samenhang van het integratiebeleid en de daarvoor benodigde kennis;

  • Het aanspreken van de vakdepartementen op hun verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat reguliere voorzieningen toegankelijk en effectief zijn voor alle burgers;

  • De uitvoering van de Remigratiewet, de Wet inburgering en de Wet inburgering buitenland.

Beleidsconclusies

De in 2014 met het beleid beoogde resultaten en prestaties zijn goeddeels gerealiseerd. Het betreft onder meer de invoering van het nieuwe inburgeringsexamen per 1 november 2014, en als onderdeel daarvan de introductie van een arbeidsmarktmodule; het uitvoeren van een pilot rond de participatieverklaring, waarvan de evaluatie in de 1e helft 2015 volgt; de ontwikkeling en implementatie van een kwaliteitskader moskee-internaten en het mede ter invulling van de motie Azmani – Yücel 42 – aanbieden van het voorstel van wet op de de Jeugdverblijven43 aan de Tweede Kamer, die een vorm van wettelijk toezicht introduceert op genoemde internaten.

Daarnaast is vanaf 1 juli 2014 een gewijzigde Remigratiewet van kracht, waarmee onder meer de basisvoorzieningen worden beëindigd, de doelgroep beperkt wordt en de leeftijdsgrens voor aanvragen verhoogd is. In 2014 is tevens het besluit genomen tot beïndiging van de subsidierelatie met Forum per 1 januari 2015 en is een bijdrage ter beschikking gesteld voor de afbouw hiervan, inclusief een sociaal plan. Met in het 2014 ontwikkelde Actieplan Integrale Aanpak Jihadisme zet het kabinet stevig in op het ontkrachten van radicalisering en extremisme. De Tweede Kamer is met de brief van 12 november over dit actieplan geïnformeerd 44. Met name voor het preventieve deel van het plan ligt de verantwoordelijkheid bij het Ministerie van SZW.

Uit in 2014 verschenen onderzoek (Jaarrapport integratie 2013, Participatie van Migranten op de arbeidsmarkt, SCP 2014a 45; Jaarrapport Integratie 2014, CBS 2014 46) bleek dat de economische recessie migranten aanzienlijk harder raakt dan de allochtone bevolking. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in de sneller oplopende werkloosheid. Mede naar aanleiding van de conclusie van het SCP dat tekortschietende «soft skills» en discriminatie bij werving en selectie hiervoor een verklaring vormen, zet SZW extra in op de verbetering van het traject van school naar werk en op discriminatiebestrijding. De onderzoeksbevindingen (SCP 2014a en Ervaren discriminatie in Nederland, SCP 2014b47) hebben er tevens toe geleid dat een instrument wordt ontwikkeld om arbeidsdiscriminatie bij werving en selectie te monitoren.

Uit een door Regioplan 48 uitgevoerde evaluatie blijkt dat de verhoging van het taalniveau voor de Wet Inburgering Buitenland ertoe heeft geleid dat minder kandidaten slagen voor het examen, maar dat zij die slagen op alle onderdelen (luisteren, lezen, schrijven en spreken) significant hoger scoren dan bij het examen oude stijl en dat zij hun inburgering in Nederland vaker succesvol en ook zichtbaar sneller afronden.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 13.1 Begrotingsgefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 13 (x € 1.000)

artikelonderdeel

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Begroting 2014

Verschil 2014

Verplichtingen

87.409

97.515

121.521

– 24.006

Uitgaven

238.495

95.434

94.761

121.521

– 26.760

               

Inkomensoverdrachten

0

0

40.761

35.303

5.458

Remigratieregeling

0

0

39.266

33.803

5.463

Inburgering

0

0

1.495

1.500

– 5

               

Subsidies

12.198

13.016

8.504

6.762

1.742

Forum

5.885

5.795

5.546

5.730

– 184

LOM

3.280

6.191

326

0

326

Vluchtelingenwerk

3.033

1.030

1.030

1.032

– 2

Overige subsidies

1.602

0

1.602

               

Opdrachten

10.102

16.843

12.504

23.821

– 11.317

Programma inburgering

8.523

11.037

5.721

10.127

– 4.406

Programma integratie

1.579

4.103

5.083

11.994

– 6.911

Remigratie

0

1.703

1.700

1.700

0

               

Bijdrage aan mede-overheden

166.776

0

0

0

0

Gemeenten

166.776

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

4.201

11.000

7.950

9.300

– 1.350

DUO

4.201

11.000

7.950

9.300

– 1.350

               

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

41.061

51.605

8.759

9.090

– 331

SVB

36.852

38.156

0

0

0

COA

4.209

13.449

8.759

9.090

– 331

               

Leningen

4.157

2.970

16.283

37.245

– 20.962

DUO

4.157

2.970

16.283

37.245

– 20.962

               

Ontvangsten

3.578

178.858

7.933

4.425

3.508

Het beleidsterrein Integratie en maatschappelijke samenhang was tot en met 2012 op de begroting van het Ministerie van BZK opgenomen. De uitgaven en ontvangsten 2012 zijn ontleend aan het jaarverslag 2012 van BZK.

A. Inkomensoverdrachten

Toelichting financiële instrumenten

Budgettaire ontwikkelingen

De uitgaven in het kader van de Remigratieregeling zijn in 2014 € 5,5 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. Dit is het gevolg van de per 1 juli 2014 in werking getreden wijziging van de Remigratieregeling, waardoor op termijn minder mensen een Remigratievoorziening krijgen. In 2014 heeft dit echter eerst geleid tot een stijging van het aantal te verstrekken voorzieningen aan personen die in de eerste helft van het jaar nog volgens de oude voorwaarden een aanvraag indienden.

Beleidsrelevante kerncijfers

Resultaten van het beleid op het punt van de remigratie worden uitgedrukt in het aantal remigranten met een periodieke uitkering.

Tabel 13.2 Kerncijfers Remigratie 1
 

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Begroting 2014

Verschil 2014

Aantal remigranten met een periodieke uitkering, inclusief nihil uitkeringen (x 1.000, ultimo)2

12

13

14

13

1

1

SVB, jaarverslag.

2

Nihil uitkeringen: remigrant heeft recht op remigratie-uitkering, maar na verrekening van andere, exporteerbare uitkeringsgelden wordt het bedrag op nihil vastgesteld.

B. Subsidies

Bij de subsidies is € 1,7 miljoen meer uitgegeven dan begroot. De komt doordat aan Forum een incidentele subsidie uit de post overige subsidies werd verstrekt in het verband met de afbouw van dit instituut. Aan het Landelijk Overleg Minderheden is een eveneens in verband met een afbouwtraject aanvullende subsidie verstrekt. Dit betekent dat er in 2015 minder aan subsidie zal worden uitgekeerd aan deze organisatie.

C. Opdrachten

C1. Programma Inburgering

Budgettaire ontwikkelingen

Op het programma inburgering is € 4,4 miljoen minder uitgegeven dan begroot. Dit hangt samen met vertraging in de aanbesteding van twee opdrachten in het kader van het nieuwe inburgeringsexamen. De betaling van de kosten zal daardoor pas in 2015 plaatsvinden.

Beleidsrelevante kerncijfers

De kerncijfers op het terrein van de inburgering betreffen de op dit beleidsterrein bereikte resultaten en zijn niet direct te koppelen aan de budgettaire ontwikkelingen op dit terrein. De uitgaven betreffen namelijk het ontwikkelen en beheren van het inburgeringssysteem. De kerncijfers hebben zowel betrekking op het aantal (geslaagde) inburgeraars, voorbereiding op inburgering en maatschappelijke begeleiding betreffende asielgerechtigde nieuwkomers als op het sociaal leenstelsel. Vanaf 1 januari 2013 zijn nieuwkomers zelf verantwoordelijk voor hun inburgering en de bekostiging daarvan. Voor dit laatste kunnen zij een lening aanvragen bij DUO. Asielgerechtigden kunnen aanspraak maken op een voorziening voor hun inburgering. Dat loopt eveneens via het leenstelsel. De lening behoeft dan echter – onder voorwaarden – niet terugbetaald te worden. Met name door de sterke stijging van het aantal asielmigranten komt de realisatie van het aantal door DUO verstuurde kennisgevingen, het aantal toegekende leningen en het aantal asielgerechtigden dat heeft deelgenomen aan de voorinburgering van COA een stuk hoger uit dan de raming.

Tabel 13.3 Kerncijfers Inburgering
 

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Begroting 2014

Verschil 2014

Inburgeringsplichtige nieuwkomers die een kennisgeving van DUO krijgen (x 1.000)1

2

11

19

15

4

Inburgeraars die slagen voor het inburgeringexamen of NT2-examen (x 1.000)1

23

17

13

10

3

Asielgerechtigde nieuwkomers die hebben deelgenomen aan de voorbereiding op inburgering in de opvang van de COA (x 1.000) 3

2,1

2,6

5,6

4,0

1,6

Asielgerechtigde nieuwkomers die deelnemen aan de maatschappelijke begeleiding door gemeenten (x 1.000)3

2

1,7

5,9

5,0

0,9

Aantal aan inburgeraars toegekende leningen (x 1.000)1

0,9

2,6

9,8

7,0

2,8

1

DUO, informatiesysteem Inburgering.

2

Deze regeling is in 2013 ingegaan.

3

COA, voortgangsrapportages.

C2. Programma Integratie

Budgettaire ontwikkelingen

Op het programma Integratie is € 6,9 miljoen minder uitgegeven dan begroot. Dat is met name veroorzaakt door de latere aanbesteding van een aantal (onderzoeks)opdrachten als gevolg van een langere dan voorziene voorbereidingstijd. De uitgaven die met deze opdrachten verband houden, vinden nu pas in 2015 plaats. Ook is een aantal opdrachten niet doorgegaan.

Beleidsrelevante kerncijfers

De mate van realisatie van het integratiebeleid wordt afgemeten aan de ontwikkeling van drie kerncijfers. Het streven is er daarbij op gericht dat alle bevolkingsgroepen in Nederland op genoemde indicatoren evenredig participeren.

Tabel 13.4 Kerncijfers Integratiebeleid 1
 

Realisatie

2012

Realisatie

2013

Realisatie

2014

Percentage nettoarbeidsparticipatie van de bevolking 15 tot 75 jaar2

     

Niet-westerse migranten

58

56

55

Autochtone Nederlanders

68

67

67

Verschil

– 10

– 11

– 12

       

Percentage met startkwalificatie van de niet-schoolgaande bevolking 15 tot 75 jaar2

     

Niet-westerse migranten 2e generatie

71

72

72

Autochtone Nederlanders

69

70

71

Verschil

2

2

1

       

Aantal verdachten per 1.000 van de bevolking van 12 jaar en ouder

     

Niet-westerse migranten

33

30

3

Autochtone Nederlanders

9

8

3

Verschil

– 24

– 22

3

1

CBS, kernindicatoren Integratie.

2

De cijfers voor de realisaties 2012 en 2013 zijn aangepast in verband met een wijziging van de definitie.

3

Niet bekend bij publicatie jaarverslag, cijfer komt medio 2015 beschikbaar.

C3. Remigratie

De uitgaven betreffen een bijdrage aan het Nederlands Migratie Instituut ten behoeve van de voorlichting van (mogelijke) remigranten en zijn conform het begrote bedrag.

D. Bijdrage aan agentschappen

De uitgaven aan DUO voor de organisatie van inburgeringsexamens (binnen- en buitenland), de uitvoering van taken in het kader van het leenstelsel en informatievoorziening aan inburgeraars zijn € 1,35 miljoen lager uitgekomen dan het begrote bedrag. Oorzaak hiervan is dat de geraamde uitgaven voor de ontwikkeling van de nieuwe onderdelen van het inburgeringsexamen en de organisatie in het buitenland deels zijn verschoven naar 2015.

E. Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

De uitgaven aan COA zijn een vergoeding voor de taken in het kader van de voorinburgering en de maatschappelijke begeleiding die via gemeenten wordt geboden. In 2014 is het aantal asielmigranten fors toegenomen. Dat heeft in 2014 nog niet geleid tot extra uitgaven. Die worden in 2015 en 2016 verwacht.

F. Leningen

Hoewel het aantal toegekende leningen hoger is dan de raming, is in 2014 € 21 miljoen minder uitgegeven dan begroot. Reden hiervan is dat het gemiddeld opgenomen bedrag achterblijft bij het geraamde bedrag, wat waarschijnlijk samenhangt met de driejaars periode waarbinnen het inburgeringsdiploma behaald moet zijn. Het geld kan daardoor ook in latere jaren worden opgenomen.

G. Ontvangsten

De ontvangsten komen in 2014 € 3,5 miljoen hoger uit dan begroot. Dit kan onder meer verklaard worden uit nagekomen en laatste betalingen door gemeenten als gevolg van de afrekening in het kader van het voormalig inburgeringsstelsel. Voorts zijn er niet voorziene ontvangsten van het UWV die verband houden met de remigratieregeling. Ten slotte zijn er nog laatste terugbetalingen van leningen die op grond van het inburgeringsstelsel 2007 zijn verstrekt.

42

Tweede Kamer, 33 400 XV, nr. 94.

43

Tweede Kamer, 34 053, nrs 1 – 5.

44

Tweede Kamer, 29 754, nr. 253 en 271.

45

Tweede Kamer, 32 824, nr. 51.

46

Tweede Kamer, 32 824, nr. 79.

47

Tweede Kamer, 30 950, nr. 68.

48

Tweede Kamer, 32 005, nr. 5.

Licence