Base description which applies to whole site

3.1 Inleiding

Het jaar 2014 stond in het teken van de succesvolle parlementaire behandeling van een groot aantal voorstellen uit het regeerakkoord van het kabinet Rutte/Asscher. Met de wetstrajecten rond de Participatiewet, de Wet werk en zekerheid en de Wet hervorming kindregelingen heeft het kabinet inhoud en vorm gegeven aan de langjarige hervormingsagenda voor de sociale zekerheid en arbeidsmarkt. De desbetreffende regelingen zijn met de stappen die in 2014 zijn gezet nu meer gericht op een terugkeer naar de arbeidsmarkt. Daarnaast is de wetgeving eenvoudiger en eenduidiger gemaakt. Wetgeving dient altijd te worden gevolgd door een succesvolle implementatie van deze nieuwe regelingen door de betrokken uitvoerders, zoals de gemeenten en de ZBO’s. Het ministerie zal hier de komende tijd veel aandacht aan geven. Verder stuurt het kabinet niet alleen met wetgeving, maar ook met andere instrumenten. De cofinanciering van de sectorplannen, met als doel een beter functionerende arbeidsmarkt, is een goed voorbeeld van de inzet van een ander beleidsinstrument dan wetgeving. Ook wordt de ontwikkeling van beleid op het terrein van de pensioenen momenteel vormgegeven door onder andere de Pensioendialoog.

Het Ministerie van SZW heeft in 2014 ook aanvullende maatregelen uitgewerkt uit het overeengekomen aanvullende beleidspakket 2013. Dit aanvullende pakket was nodig als reactie op de verslechterde economische omstandigheden. Het pakket betrof mede het voorstel tot een huishoudentoeslag. Dit voorstel kon echter om juridische- en uitvoeringstechnische redenen geen doorgang vinden. De noodzakelijke bijstellingen in de overheidsuitgaven zijn overigens gehandhaafd door een alternatieve invulling.

In paragraaf 3.2 wordt eerst ingegaan op de belangrijkste wetstrajecten in de sociale zekerheid en arbeidsmarkt voortkomend uit het regeerakkoord van het kabinet Rutte/Asscher en het begrotingsakkoord 2014. Ook wordt ingegaan op het beleid voor de arbeidsmarkt en de pensioenen en de wijze waarop in Nederland de aanbevelingen van de Europese Commissie zijn opgevolgd. Vervolgens wordt in paragraaf 3.3 de economische ontwikkeling aan de hand van enkele kerncijfers aangegeven. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt tussen de raming bij de opstelling van de begroting en de realisaties. In paragraaf 3.4 en 3.5 wordt aandacht besteed aan twee thema’s uit de Verantwoordingsbrief 2014, namelijk fraude en decentralisaties op het terrein van de sociale zekerheid. De beleidsprioriteiten worden afgesloten met tabellen over de voortgang van beleidsdoorlichtingen (paragraaf 3.6) en over garanties en achterborgstellingen (paragraaf 3.7).

Licence