Base description which applies to whole site

1. Inleiding

In ons land krijgt iedereen de zorg die nodig is. Of mensen nu een hoog of een laag inkomen hebben, jong of oud zijn. En dat blijft zo. Dankzij de inzet en inspanning van velen. De Nederlandse zorg is in vergelijking met andere welvarende landen van hoog niveau, zo tonen de Zorgbalans 2014, de European Health Consumer Index, de OESO en het Commonwealth Fund opnieuw aan.

Maar de samenleving verandert: Mensen willen zelf meer regelen. Mensen willen langer thuis wonen; het aandeel 80-jarigen is de afgelopen decennia sterk toegenomen, terwijl het aantal 80-plussers in verzorgingshuizen fors is gedaald. En mensen willen samen met hun zorgverleners bepalen welke zorg het beste bij hen past. De zorgvraag zal bovendien blijven toenemen. Chronisch zieken kunnen vaker dan voorheen gewoon blijven functioneren dankzij goede zorg en ondersteuning. De zorg moet deze ontwikkelingen opvangen en tegelijkertijd op de kosten letten.

Het kabinet heeft ook het afgelopen jaar hard gewerkt aan zijn ambitie: toegankelijke en betaalbare zorg van hoge kwaliteit voor iedereen. Ook voor toekomstige generaties. Van systemen naar mensen.

Technologie en innovatie spelen in het toekomstbestendiger maken van de zorg en het leveren van maatwerk waar het draait om wat een individuele patiënt nodigt heeft. Met de publicatie «De maatschappij verandert, verandert de zorg mee?» en de daarmee samenhangende innovatiebrief heeft het kabinet een beeld geschetst van de acties om daadwerkelijk de omslag te kunnen maken van systemen naar mensen.

Veel tijd en energie is het afgelopen jaar besteed aan de ingrijpende stelselwijzigingen van de langdurige zorg en ondersteuning en jeugdzorg. Deze hervormingen hebben tot doel de kwaliteit van zorg en ondersteuning te verbeteren, de financiële houdbaarheid te vergroten, de zelfredzaamheid van mensen te versterken en het omzien naar elkaar te stimuleren. Om dat mogelijk te maken was ook nieuwe wet- en regelgeving noodzakelijk. In 2014 zijn de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Jeugdwet aangenomen. Daarnaast is de Zvw aangepast. Zo is een samenhangend wettelijk kader vastgesteld.

De hervorming is een omvangrijke operatie, waarbij continuïteit van zorg en ondersteuning een belangrijke randvoorwaarde is. Daarom heeft het kabinet in 2014 met alle partijen afspraken gemaakt over een zorgvuldige overgang. Daarbij is veel aandacht besteed aan het goed informeren van mensen over de veranderingen.

Met steun van enkele oppositiepartijen heeft het kabinet in het voorjaar van 2014 een nieuw zorgakkoord gesloten. De voorgenomen bezuinigingen op de langdurige zorg en ondersteuning zijn daarmee verzacht. Meer mensen houden toegang tot de Wlz en meer mensen kunnen gebruik blijven maken van dagbesteding. Gemeenten kunnen met de extra middelen ook de effecten op de arbeidsmarkt verzachten.

Ook zijn extra middelen aan gemeenten beschikbaar gesteld om een soepele overgang naar het nieuwe jeugdstelsel te bewerkstelligen. Om de stelselwijziging Jeugd zorgvuldig te begeleiden is de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) per 1 april 2014 aan de slag gegaan. Aanbieders van jeugdhulp die in de problemen dreigen te komen, als gevolg van de overgang naar het nieuwe stelsel, kunnen zich bij de TAJ melden.

Zorg in de buurt, de eerstelijnszorg, wordt tegen de achtergrond van alle hervormingen steeds belangrijker en de wijkverpleegkundige heeft daarom een centrale rol gekregen, met veel vrijheid om zorg samen met mensen vorm te geven. Het afgelopen jaar heeft het kabinet dit geregeld door een nieuwe aanspraak wijkverpleging in de Zvw te introduceren. Tegelijkertijd is gewerkt aan de invoering per 1 januari 2015 van een nieuw bekostigingsmodel voor de huisarts. Dat draait om zelfzorg waar dat kan, samenwerking tussen zorgprofessionals en het belonen op basis van uitkomsten van zorgverlening.

In de medisch-specialistische zorg heeft het kabinet in 2014 opnieuw een aantal maatregelen doorgevoerd, gericht op de verbetering van zorg voor patiënten (kwaliteit en veiligheid) en uitgavenbeheersing. Zo is door de bij het hoofdlijnenakkoord betrokken partijen de kwaliteits- en doelmatigheidsagenda «Verbinden, verbeteren, borgen» opgesteld. Deze agenda bevat drie pijlers: gepast gebruik, zorg op juiste plaats en transparantie. Patiënten krijgen onder andere meer inzicht in hun zorgkosten door de vernieuwde zorgnota. Met de brief «Kwaliteit loont» is een programma ingezet waarmee, door het verbeteren van de kwaliteit, de omslag naar duurzaam betaalbare zorg wordt gemaakt.

Voor het goed functioneren van ons zorgsysteem moet de kwaliteit van alle zorgaanbieders transparant zijn. In lijn met die ambitie hebben we in 2014 het Kwaliteitsinstituut opgericht. We hebben de app «zorgcijfers.nl – Nederland gezond en wel» uitgebracht. Daar zijn de actuele cijfers over de gezondheidszorg te vinden.

De door het kabinet getroffen maatregelen en de met veldpartijen gesloten zorgakkoorden hebben bijgedragen aan het beter beheersen van de collectieve zorguitgaven en aan het afvlakken van de uitgavengroei. Voor het jaar 2014 is – ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2014 – sprake van een forse onderschrijding van de zorguitgaven van circa € 2 miljard. Al met al was 2014 een belangrijk jaar op weg naar financieel houdbare zorg. Het kabinet heeft in de ontwerpbegroting 2015 gemeld dat de zorguitgaven van 2014 op 2015 naar verwachting ongeveer gelijk blijven.

In dit beleidsverslag wordt teruggeblikt op het afgelopen jaar aan de hand van de opzet en inhoud van de beleidsagenda 2014. Sommige onderwerpen (zoals e-health) overstijgen de grenzen van curatieve en langdurige zorg, maar behouden de plek die ze in de beleidsagenda hadden. Het beleidsverslag biedt geen compleet overzicht van de behaalde doelen, maar geeft een overzicht van de meest relevante ontwikkelingen en in gang gezette en gerealiseerde beleidsmaatregelen op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De Tweede Kamer heeft daarnaast voor de Jaarverantwoording 2014 gevraagd specifiek aandacht te besteden aan fraude en de decentralisaties.

Licence