Base description which applies to whole site

III Toelichting op de saldibalans per 31 december 2014

1 Uitgaven ten laste van de begroting (debet 2.813.122 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2014

31 december 2013

Uitgaven ten laste van de begroting

2.813.122

3.017.556

Onder deze post zijn de gerealiseerde uitgaven op de begroting van BH&OS in het jaar 2014 opgenomen. Splitsing van de uitgaven heeft plaatsgevonden op basis van de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën. Het verschil tussen de werkelijke uitgaven en de realisatie volgens de departementale jaarrekening 2014 wordt veroorzaakt door de in deze rekening gehanteerde afrondingsregels.

2 Ontvangsten ten gunste van de begroting (credit 131.844 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2014

31 december 2013

Ontvangsten ten gunste van de begroting

131.844

80.451

Onder deze post zijn de gerealiseerde ontvangsten in het jaar 2014 opgenomen. Splitsing van de ontvangsten heeft plaatsgevonden op basis van de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.

4a Rekening-courant RHB (credit 2.681.278 x EUR 1.000)

Omdat de administratie en de liquide middelenstroom voor beide begrotingen via één administratief systeem verlopen is er voor gekozen alle lopende rekeningen op te nemen op de balans van BZ en het saldo van de uitgaven met betrekking tot BH&OS achteraf middels een intern verrekenstuk tussen de RHB-rekeningen van BZ en BH&OS te verrekenen.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2014

31 december 2013

Rekening-courant RHB BH&OS

2.687.302

2.956.930

Te verrekenen tussen BZ en BH&OS

-6.024

-19.825

Totaal

2.681.278

2.937.105

Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Het verschuldigde saldo op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is in overeenstemming met de opgave van de RHB.

Door de splitsing van de balans tussen BH&OS en BZ is er een te verrekenen bedrag tussen de twee balansen noodzakelijk om evenwicht te creëren. Gedurende het jaar wordt er per maand achteraf een verrekening gemaakt tussen de RHB rekening BH&OS en BZ. Omdat dit alleen achteraf plaats kan vinden zal er per eindejaar altijd een nog te verrekenen bedrag overblijven. Het nog te verrekenen bedrag voor 2014 zal meegenomen worden in de eerste verrekening van 2015.

10 Extra-comptabele vorderingen (debet 1.320.749 x EUR 1.000)

Dit betreffen vorderingen die reeds ten laste van de begroting zijn gebracht en extra-comptabel worden bewaakt. Deze vorderingen hebben vaak een langdurig karakter. Afhankelijk van de begroting waarop het teruggevorderde bedrag betrekking heeft wordt de vordering toegewezen aan de balans van BZ of BH&OS.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2014

31 december 2013

Te ontvangen aflossingen op begrotingsleningen

198.331

222.383

Massif fonds

311.225

311.225

IDF (voorheen MOL fonds)

230.825

248.629

DGGF Fonds

64.218

0

NIO begrotingslening

149.000

172.000

Verrichte garantiebetalingen NIO

56.136

60.137

Diverse extra-comptabele vorderingen

311.014

333.641

Totaal

1.320.749

1.348.015

De extra-comptabele vorderingen met betrekking tot IDF (voorheen MOL fonds) en het Massif-programma staan uit bij de FMO en betreffen roulerende fondsen. De betaalde IDF fondsen staan per 31/12/2018 en de Massiffondsen per 31/12/2015 ter beschikking van de Minister en zijn als geconditioneerde vordering opgenomen. De asset waarde van IDF tot en met 2014 is, op basis van informatie van FMO, verlaagd tot EUR 230,8 miljoen. Het aandeel van Buitenlandse Zaken in het Massif fonds is vastgesteld op EUR 379,0 miljoen. Het totaal van de door BZ ingebrachte fondsen tot en met 31 december 2014 bedroeg echter EUR 311,2 miljoen, derhalve wordt dit bedrag opgenomen. De genoemde asset waardes zijn voorlopige cijfers zoals bekend bij het opstellen van de saldibalans, het zijn dus nog geen definitieve cijfers. Deze zullen uit de jaarrekening 2014 van het FMO blijken.

Voor het DGGF (Dutch Good Growth Fund) zijn leningen verstrekt aan RVO en PwC/TJ gericht op het midden- en kleinbedrijf voor investeringen in ontwikkelingslanden. Aan RVO is een lening verstrekt van EUR 45,8 miljoen. Aan PwC/TJ is een lening vertrekt van EUR 18,4 miljoen.

Navolgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de extra-comptabele vorderingen en de ouderdom.

Specificatie x 1.000 EUR

Totaal

2014

2013

2012

2011

en ouder

Op termijn opeisbaar aflossing begrotingsleningen

198.331

0

0

0

198.331

Op termijn opeisbaar begrotingslening

149.000

0

0

0

149.000

Op termijn opeisbaar overige vorderingen

0

0

0

0

0

Totaal op termijn opeisbare vorderingen

347.331

0

0

0

347.331

Direct opeisbaar garantiebetalingen

56.136

702

776

1.003

53.655

Direct opeisbaar overige vorderingen

32.037

3.744

14.757

44

13.492

Totaal direct opeisbare vorderingen

88.173

4.446

15.533

1.047

67.147

Geconditioneerde vorderingen

885.245

       

Totaal

1.320.749

       

Te ontvangen aflossingen op begrotingsleningen

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2014

31 december 2013

Openingsbalans

222.383

226.922

Bij: Overname Leningen EZ

0

8.273

Bij: Consolidaties

0

7.195

Af: Aflossingen

24.052

20.007

Af: Kwijtscheldingen

0

0

Eindbalans

198.331

222.383

De begrotingsleningen zijn voornamelijk met OS-landen afgesloten. In overeenstemming met de in de leningovereenkomsten vastgestelde aflossingsschema’s zal het saldo per 31 december 2014 in de volgende jaren worden afgelost. Hierbij is geen rekening gehouden met eventuele toekomstige kwijtscheldingen en nog op te nemen begrotingsleningen (consolidaties).

2015

23.636

2016

23.351

2017

24.832

2018

24.850

2019

21.948

Na 2019

79.714

Totaal

198.331

Verrichte garantiebetalingen Ned. Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2014

31 december 2013

Openingsbalans

60.137

67.261

Bij: Overmakingen aan de NIO (garanties)

702

776

Af: Ontvangsten van de NIO (garanties)

0

0

Af: Kwijtscheldingen

4.703

1.640

Af: Consolidaties

0

6.260

Eindbalans

56.136

60.137

Diverse extra-comptabele vorderingen

De post diverse extra-comptabele vorderingen bestaat uit:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2014

31 december 2013

TCX Currency Exchange Fund

54.500

54.500

IFC-GAFSP

57.498

59.052

AEF Fund

53.320

45.018

Lening PIDG

24.050

24.700

Stichting ECDPM

0

18.378

Te ontvangen rente op begrotingsleningen en garantiebetalingen (NIO)

23.677

22.673

EBRD lening

19

19

IFC GTLP Lening Handelsfinanciering

89.115

91.523

Ingevorderde voorschotten (inclusief restfondsen bij VN en Wereldbank)

8.355

13.532

Buiteninvordering gestelde vorderingen

474

1.015

Overige

6

3.231

Totaal

311.014

333.641

12 Extra-comptabele voorschotten (debet 3.923.024 x EUR 1.000)

Dit betreffen nog openstaande voorschotten, waarvan de uitgaven reeds ten laste van de begroting zijn gebracht. Afwikkeling vindt plaats op basis van ontvangen verantwoordingen. Afhankelijk van de begroting waarop het voorschot is verstrekt wordt het voorschot op de BZ of de BH&OS balans verantwoord.

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2014

31 december 2013

Voorschotten

3.923.024

4.169.329

Totaal

3.923.024

4.169.329

Ouderdomsanalyse (x 1.000 EUR)

31 december 2014

31 december 2013

Verstrekt in 2007

1.293

4.897

Verstrekt in 2008

23.982

70.620

Verstrekt in 2009

39.111

65.458

Verstrekt in 2010

43.998

115.179

Verstrekt in 2011

107.019

372.134

Verstrekt in 2012

457.494

1.267.723

Verstrekt in 2013

1.315.259

2.273.318

Verstrekt in 2014

1.934.868

0

Totaal

3.923.024

4.169.329

De opbouw van stand per ultimo 2013 naar ultimo 2014 is als volgt:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2014

31 december 2013

Openingsbalans

4.169.329

4.186.658

Bij: Verstrekte voorschotten

2.085.058

2.559.829

Af: Verantwoorde voorschotten

2.303.615

2.503.994

Af: Herwaardering naar nieuwe corporate rate

27.748

73.164

Eindbalans

3.923.024

4.169.329

13 Openstaande garantieverplichtingen (credit 2.215.415 x EUR 1.000)

Dit betreffen door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingssamenwerking (NIO) onder staatsgarantie verstrekte kapitaalmarktleningen aan ontwikkelingslanden.

Met ingang van 2008 is de garantstelling met betrekking tot de niet volgestorte aandelen bij de regionale ontwikkelingsbanken African Development Bank (AFDB), Asian Development Bank (ASDB) en Inter-American Development Bank (IDB) in de administratie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken opgenomen. Voorheen stonden deze bij het Ministerie van Financiën.

In 2002 is als gevolg van de vijfde kapitaalsuitbreiding van de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa het bedrag waarvoor Nederland garant staat toegenomen tot EUR 119,3 miljoen. De ophoging is deels een overheveling uit de reserves van de Bank.

Opbouw garantieverplichtingen:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2014

31 december 2013

Openingsbalans

2.283.574

2.414.979

Bij: Aangegane verplichtingen

-67.457

-130.629

Af: Tot betaling gekomen verplichtingen

702

776

Eindbalans

2.215.415

2.283.574

Specificatie:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2014

31 december 2013

Asian Development Bank

1.005.948

1.033.136

IDB Inter American Development Bank

240.974

247.487

African Development Bank

568.120

574.146

Raad van Europa

176.743

176.743

NIO

184.727

195.666

Garantie NIO Indonesië

38.903

56.396

Garantieverplichtingen per 31 december 2014

2.215.415

2.283.574

14 Openstaande verplichtingen (credit 6.512.308 x EUR 1.000)

Opbouw openstaande verplichtingen:

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2014

31 december 2013

Openingsbalans

6.922.384

8.260.099

Bij: Aangegane verplichtingen

2.403.046

1.679.064

Af: Tot betaling gekomen verplichtingen

2.813.122

3.016.779

Eindbalans

6.512.308

6.922.384

Conform deze toelichting worden de negatieve bijstellingen niet separaat in de toelichting op de saldibalans weergegeven. Overigens worden omvangrijke negatieve bijstellingen op de verplichtingen wel toegelicht bij de financiële toelichting van het beleidsartikel waar de negatieve bijstelling betrekking op heeft.

15 Deelnemingen (debet 65.693 x EUR 1.000)

Specificatie x 1.000 EUR

31 december 2014

31 december 2013

Asian Development bank

28.968

29.222

African Development bank

17.972

18.177

Inter-American Development Bank

10.828

11.121

Inter-American Investment Corporation

7.925

8.140

Totaal

65.693

66.660

Dit betreft het gestorte aandelenkapitaal bij de regionale ontwikkelingsbanken.

Niet uit de saldibalans blijkende verplichtingen:

  • Rente/Aflossing leningenportefeuille NIO

    De NIO financiert haar leningenportefeuille met opgenomen obligatieleningen, onderhandse leningen en «Medium Term Notes». De Staat der Nederlanden heeft zich garant gesteld voor de betaling van rente en aflossing. De nominale waarde hiervan bedroeg per 31 december 2014 EUR 113 miljoen. Daarnaast is er door gewijzigde financieringsstructuur bij de NIO in 2013 een tijdelijke garantie van EUR 30 miljoen verstrekt. Deze staat per ultimo 2014 nog open. Deze verplichtingen zijn niet in de saldibalans opgenomen aangezien de door de NIO verstrekte leningen en de toekomstige rentesubsidies reeds als garantieverplichting respectievelijk als acute verplichting zijn opgenomen.

  • Verdragsmiddelen Suriname

    Het restant van de verplichting uit hoofde van de Verdragsmiddelen Suriname Schenkingen bedraagt per 31 december 2014 EUR 0,7 miljoen (ongewijzigd ten opzichte van 31 december 2013).

Licence