Base description which applies to whole site

10.4 Nederlands Forensisch Instituut (NFI)

Het NFI draagt bij aan artikelonderdeel 33.2 «Het bestrijden van criminaliteit door een effectieve en doelmatig instrumentarium van opsporing en vervolging» door middel van het leveren van kwalitatief hoogstaand forensisch onderzoek ten behoeve van de partners in de strafrechtketen. De drie kernproducten daarbij zijn het uitvoeren van onderzoek op overwegend technisch, medisch-biologisch en natuurwetenschappelijk terrein, het doen van onderzoek naar nieuwe methoden en technieken en het overdragen van kennis op het gebied van forensisch en wetenschappelijk onderzoek.

Tabel 10.4.1 Staat van baten en lasten over 2015 bedragen x € 1.000

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

2015

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

(Realisatie

2014

Baten

       

Omzet moederdepartement

65.320

71.525

6.205

69.665

Omzet overige departementen

0

887

887

395

Omzet derden

8.483

7.711

– 772

5.211

Rentebaten

50

0

– 50

7

Vrijval voorzieningen

 

371

371

64

Bijzondere baten

0

436

436

0

Totaal baten

73.853

80.930

7.077

75.342

Lasten

       

Apparaatskosten

44.353

50.358

6.005

49.719

– Personele kosten

       

Waarvan eigen personeel

40.380

39.693

– 687

41.718

Waarvan externe inhuur

1.400

2.833

1.433

2.509

Waarvan overige personele kosten

0

649

649

400

 

41.780

43.175

1.395

44.627

– Materiële kosten

       

Waarvan apparaat ICT

149

4.392

4.243

2.583

Waarvan bijdrage aan SSO's

332

360

28

140

Waarvan Overige materiële kosten

2.092

2.431

339

2.369

 

2.573

7.183

4.610

5.092

Afschrijvingskosten

       

– Immateriële vaste activa

0

0

0

0

– Materiële vaste activa

4.223

3.904

– 319

4.387

 

4.223

3.904

– 319

4.387

Laboratoriumkosten

24.977

23.994

– 983

18.451

Overige lasten

       

– Dotaties aan voorzieningen

0

5.718

5.718

2.484

– Rentelasten

300

145

– 155

222

– Bijzondere lasten

0

82

82

415

 

300

5.945

5.645

3.121

Totaal lasten

73.853

84.201

10.348

75.678

Saldo baten en lasten

0

– 3.271

– 3.271

– 336

Toelichting exploitatie 2015

Saldo van baten en lasten

Het jaar 2015 is afgesloten met een negatief resultaat van ca. € 3,3 miljoen. Dit komt door enerzijds een positief resultaat uit reguliere bedrijfsuitoefening en buitengewone lasten van ca. € 6 mln.

Baten

De baten komen ca. € 7 mln hoger uit. Dit komt vooral door een hogere omzet moederdepartement van € 6 mln vanwege MH17, prijscompensatie en diverse projecten voor onder andere NCTV. De vrijval van de voorzieningen en de Bijzondere baten leverde een extra bate op van ca. € 0,8 mln.

Lasten

De personele kosten liggen met € 43.2 mln. wat boven de begroting (€ 41,8 mln). Dit komt vooral door hogere inhuur. De materiële kosten zijn hoger door hogere ICT-kosten voor onderhoud en exploitatie van zowel hardware als software.

De afschrijvingskosten vallen lager iets lager uit dan begroot door het uitstellen van uitbreidings- en vervangingsinvesteringen (o.a. inzake de Wegenverkeerswet).

Onder de Overige lasten zijn de dotaties ad € 5,6 mln aan voorzieningen verwerkt. Voor een bedrag van ca. € 5 mln. betreft dit de toevoeging aan de reorganisatievoorziening. Deze voorziening is gevormd voor de verplichtingen jegens medewerkers als gevolg van de reorganisatie ingaande 1 april 2016.

Tabel 10.4.2 Balans per 31 december 2015 (vóór resultaatbestemming) bedragen x € 1.000
 

31-12-2015

31-12-2014

Activa

   

Immateriële vaste activa

0

0

Materiële vaste activa

   

– grond en gebouwen

6

48

– installaties en inventarissen

9.749

10.921

– overige materiële vaste activa

1.848

1.552

 

11.603

12.521

Voorraden

0

14

Debiteuren

2.364

1.723

Nog te ontvangen

1.892

1.525

Liquide middelen

14.242

11.757

Totaal activa

30.101

27.540

Passiva

   

Eigen vermogen

   

– exploitatiereserve

2.751

3.087

– onverdeeld resultaat

– 3.271

– 336

 

– 520

2.751

Voorzieningen

6.729

2.477

Leningen bij het Ministerie van Financiën

10.411

11.437

Crediteuren

5.236

2.104

Nog te betalen

8.245

8.771

Totaal Passiva

30.101

27.540

Toelichting op de Balans per 31 december 2015

Van de debiteuren heeft een bedrag van ca. € 1,9 mln. betrekking op derden debiteuren buiten het rijk. Hiervoor is een voorziening getroffen van ca. € 0.3 mln.

Het eigen vermogen bestaat uit de exploitatiereserve en het onverdeelde resultaat uit het verslagjaar. Onderstaand is het verloop opgenomen van het Eigen Vermogen:

Tabel 10.4.3 Eigen vermogen

Bedragen x € 1.000

Exploitatiereserve

Onverdeeld resultaat

Totaal

Stand 01-01-2015

2.751

 

2.751

Toevoeging door moederdepartement

   

0

Storting aan moederdepartement

   

0

Onverdeeld resultaat 2015

 

– 3.271

– 3.271

Stand 31-12-2015

2.751

– 3.271

– 520

In 2015 heeft het NFI op grond van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving een stelselwijziging doorgevoerd. Het beginvermogen en de vergelijkende cijfers zijn hiervoor aangepast. Op het vermogen per 1 januari 2015 is de schuld aan verlofuren ultimo 2014 in mindering gebracht. De vergelijkende cijfers per 31 december 2014 zijn hiervoor in de balans aangepast. Het effect is hieronder weergegeven:

Tabel 10.4.4 Effect op Eigen vermogen door stelselwijziging Bedragen x € 1.000

Eigen vermogen volgens jaarrekening 2014

3.579

In afwijking van voorgaande jaren opgenomen schuld aan verlofuren

– 828

Stand 01-01-2015

2.751

Het effect op het resultaat 2014 is nihil, gebaseerd op het uitgangspunt dat de mutatie tussen de balansposten ultimo 2013 en 2014 nihil is.

Het eigen vermogen is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet berekend over de laatste drie jaar (artikel 27 lid 4 c van de Regeling agentschappen).

In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het eigen vermogen in relatie tot het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar opgenomen.

Tabel 10.4.5 Ontwikkeling van het Eigen Vermogen

Jaar

Omzet (x € 1.000)

Eigen vermogen (x € 1.000)

%

2015

80.123

– 520

– 1%

2014

75.271

2.751

4%

2013

77.014

4.047

5%

 

232.408

6.278

3%

Gemiddeld vermogen x 5%

77.469

3.873

5%

Het toegestaan maximaal vermogen bedraagt € 3.873.000. Met een negatief eigen vermogen ultimo 2015 van € 520.000 blijft het vermogen onder de grens van 5%.

Het negatief eigen vermogen wordt conform vereisten rijksbegrotingsvoorschriften bij Voorjaarsnota aangevuld uit de extra middelen die het NFI bij begrotingsbrief 2016 heeft ontvangen.

De voorzieningen zijn als volgt te specificeren:

Tabel 10.4.6 Voorzieningen Bedragen x € 1.000
 

Stand per

1-1-2015

Vrijval

Dotatie

Onttrekking

Stand per

31-12-2015

Voorziening personele verplichtingen reorganisatie

0

 

4.971

 

4.971

Voorziening vaststellingsovereenkomst en wachtgelden

1.148

– 153

462

– 353

1.104

Voorziening verlieslatend contract Fieldlab

1.329

– 218

 

– 457

654

Totaal

2.477

– 371

5.433

– 810

6.729

De voorzieningen zijn voor een bedrag van € 3.202.000 als kortlopend te beschouwen.

Het bedrag langer lopend dan 5 jaar bedraagt € 254.000.

• Voorziening personele verplichtingen reorganisatie

De voorziening personele verplichtingen reorganisatie is gevormd voor verplichtingen jegens medewerkers, die als gevolg van de (voorgenomen) reorganisatie vrijwillig dan wel verplicht Van Werk Naar Werk-kandidaat zijn of worden en geen prestaties voor het NFI meer verrichten. De verplichtingen zijn individueel per medewerker bepaald. De kosten bestaan uit doorbetalingen van salaris, stimuleringspremies, opleidingen, salarisgaranties en -suppleties en overige mobiliteitsbevorderende maatregelen. Gecontracteerde detacheringsvergoedingen worden in mindering gebracht op de verwachte kosten. De reorganisatie kan op 1 april 2016 van start gaan en dan zal ook de verplichte fase van werk naar werk ingaan.

• Voorziening wachtgeld

De voorziening vaststellingsovereenkomsten en wachtgelden betreft de toekomstig te betalen verplichtingen uit vaststellingsovereenkomsten en wachtgelden van (oud) medewerkers van het NFI.

• Voorziening verlieslatende contracten

Voor de huurkosten, de kosten van de te verwachte verhuisbewegingen en kosten van terugbrengen in de oorspronkelijke staat van het huurpand en die niet kunnen worden gedekt uit de productieopbrengsten, is een voorziening gevormd voor de resterende looptijd van het contract. In 2016 gaat het NFI het Fieldlab verlaten. Het huurcontract loopt tot en met augustus 2016. Vanaf medio 2015 is er sprake van gedeeltelijke leegstand van het Fieldlab.

Tabel 10.4.7 Kasstroomoverzicht per 31 december 2015
   

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2015 + stand depositorekeningen

8.390

11.752

3.362

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom

 

78.561

78.561

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom

 

– 72.099

– 72.099

2.

Totaal operationele kasstroom

4.223

6.462

2.239

 

Totaal investeringen (–/–)

– 4.495

– 3.183

1.312

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

236

236

3.

Totaal investeringskasstroom

– 4.495

– 2.947

1.548

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

0

0

 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossing op leningen (–/–)

– 4.069

– 3.820

249

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

4.495

2.794

– 1.701

4.

Totaal financieringskasstroom

426

– 1.026

– 1.452

5.

Rekening Courant RHB 31 december 2015 + stand depositorekeningen (= 1+2+3+4),

de maximale roodstand € 0,5 miljoen

8.544

14.241

5.697

Het verschil tussen de begroting en de realisatie voor de operationele kasstroom ontstaat door de gewijzigde presentatie van het kasstroomoverzicht. Het kasstroomoverzicht volgens de begroting is opgesteld volgens de indirecte methode, terwijl bij de realisatie is uitgegaan van de directe methode.

De operationele kasstroom is aanvullend als volgt te specificeren:

Bedragen x € 1.000

Resultaat

– 3.251

Afschrijvingen

3.904

Toevoegingen voorzieningen

5.618

Vrijval voorzieningen

– 371

Mutatie werkkapitaal

562

 

6.462

Doelmatigheid

NFI productie zaaksonderzoek

Tabel 10.4.8 Doelmatigheidsindicatoren

Afdeling

Productgroep

Instroom

Capaciteit

Uitstroom

Verschil Uitstroom en cap

Realisatie gemiddelde levertijd

Norm levertijd 2015

% op tijd

HBS

Humane biologische sporen

49.239

49.235

48.673

– 562

14

18

88%

MFO

Medisch forensisch onderzoek

4.113

4.944

4.077

– 867

22

25

85%

MSP

Micro sporen

1.405

1.455

1.402

– 53

40

40

93%

DTB

Digitale technologie

1.497

1.398

1.419

21

39

34

82%

FCO

Forensisch chemisch onderzoek

5.431

5.612

5.443

– 169

19

18

68%

FON

Frontoffice

206

261

212

– 49

36

36

99%

WISK

Wetenschap, interdisciplinair onderzoek, statistiek en kennismanagement.

21

22

20

– 2

196

n.v.t

85%

NFI

Nederlands Forensisch Instituut totaal

61.912

62.927

61.246

– 1.681

16

19

86%

Ten opzichte van de norm van 95% volgens de SLA blijft het NFI met 86% in 2015 met haar levertijd achter op de norm. Met een aandeel van 78% in de totale productie heeft Humane biologische sporen (HBS) met haar percentage van 88% grote invloed op het percentage van de leverbetrouwbaarheid.

Het percentage op tijd voor HBS bedraagt 88% met een gemiddelde levertijd van 14 dagen. De leverbetrouwbaarheid bij HBS is negatief beïnvloed door de werkzaamheden voor MH-17 en vertragend werkende uitbestedingen als gevolg hiervan.

Bij Digitale technologie en biometrie staat de leverbetrouwbaarheid onder druk door het grote aanbod van zaken en de toename van tijdverslindende complexe cryptozaken.

Bij Forensisch chemisch onderzoek wordt het percentage van 68% veroorzaakt door een instroomproblematiek op standaard drugsonderzoek begin 2015, waarop in overleg met Politie en OM handhavingsafspraken zijn getroffen en door complexere zaken dan gemiddeld (ondermijning en verzwaring drugsaanpak en meer en complexere labs en dumpingen), waardoor de werklast per zaak hoger is dan gepland.

Met het Openbaar Ministerie is continue overleg over de prioritering van de werkzaamheden.

Licence