Base description which applies to whole site

1. Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 1e pijler (GLB): Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)

De ontvangen EU-steun voor het GLB pijler 1 bedraagt in 2014 € 853 mln voor directe inkomenssteun en markt- en prijsmaatregelen. De steun voor markt- en prijsmaatregelen fluctueert afhankelijk van de marktomstandigheden. Ten aanzien van het GLB is EZ verantwoordelijk voor een recht- en doelmatige uitvoering van het op EU-niveau vastgestelde beleid binnen Nederland. De uitvoering van het GLB is aan stringente Europese voorwaarden gebonden die met name de rechtmatigheid van de uitvoering moeten waarborgen. Nederland beschikt vanaf 16 oktober 2013 over één erkend betaalorgaan voor de uitvoering van het GLB (RVO). De Auditdienst Rijk (ADR) is belast met de controle van de door het betaalorgaan ingediende rekeningen bij de Europese landbouwfondsen.

Het Gemeenschappelijk landbouwbeleid pijler 1 maatregelen is onder te verdelen in:

  • a. Bedrijfstoeslag;

  • b. Artikel 68 maatregelen;

  • c. Markt- en prijsbeleid;

  • d. Melkquotering.

a. Bedrijfstoeslag

De betalingen die in 2015 zijn gedaan vielen nog onder het oude GLB-regime. Het betroffen voor een belangrijk deel de directe betalingen in de vorm van bedrijfstoeslagen. Aan de berekening van deze bedrijfstoeslagen lag het «historisch model» ten grondslag. Dit betekent dat de toeslag is berekend op basis van de subsidies die de ondernemer tussen – voor de meeste producten – 2000 en 2002 ontving.

Om de bedrijfstoeslag te ontvangen moet worden voldaan aan een flink aantal wettelijke voorschriften. De verbinding van de bedrijfstoeslag aan deze wettelijke voorschriften wordt «cross-compliance» genoemd. Voor de bedrijfstoeslagen over 2015 is € 756 mln gedeclareerd bij de Europese Commissie.

b. Artikel 68 maatregelen

Op basis van artikel 68 mag Nederland een deel van de nationale enveloppe voor inkomenssteun herbestemmen voor het stimuleren van bijvoorbeeld milieuvriendelijke landbouw, kwaliteitslandbouw en risicoverzekeringen.

In 2011 is besloten het bestaande pakket artikel 68 maatregelen te continueren en in aanvraagjaren 2012 en 2013 (begrotingsjaren 2013 en 2014) verder uit te bouwen.

In onderstaande tabel1 is een overzicht gegeven van de lopende artikel 68 maatregelen in begrotingsjaar 2015.

Tabel 1. Overzicht van de artikel 68 maatregelen in begrotingsjaar 2015 gedane uitgaven

Maatregel (in mln. euro)

Begroting 2015

Realisatie 2015

 

EU-deel

Nationale cofinanciering

 

Nationale cofinanciering

Vaarvergoeding

1,10

 

0,58

 

Dierenwelzijn

9,50

 

8,06

 

Investeringsregeling voor precielandbouw en duurzame bewaarplaatsen

12,30

 

8,97

 

Brede weersverzekering

6,50

2,2

4,17

1,43

Instandhouding van vezelgewassen

0,93

 

0,88

 

Investeringen in mestbewerkingsinstallaties

5,00

 

1,58

 
 

35,33

2,2

24,2

1,43

c. Markt- en prijsbeleid

Het markt- en prijsbeleid is afgebouwd met als doel de landbouw marktgerichter te maken. In 2015 bedroeg de reguliere steun in het kader van de Gemeenschappelijke Marktordening Groente en Fruit € 45,3 mln. Dit is € 6 mln hoger dan in 2014 (€ 39 mln). In 2015 is in het kader van de tijdelijke bijzondere steunmaatregelen in reactie op het Russische invoerverbod aan de sectoren groente en fruit, zuivel en varkensvlees extra steun ter hoogte van € 3,8 mln toegekend. Voor afzetbevordering is € 4,2 mln uitgegeven, het betreft hier uitgaven in het kader van schoolfruit & melk- en promotieprogramma’s.

d. Melkquotering

Sinds het quotumjaar 2009/2010 is het melkquotum ieder jaar met 1% verruimd. Voor het laatste quotumjaar 2014/2015 heeft geen verruiming plaatsgevonden. Per 1 april 2015 is de melkquotering beëindigd. In 2015 is de superheffing van het productiejaar 2013/14 betaald, deze bedroeg € 132 mln. De vroegtijdige productie-uitbreiding volgt op de uitbreidingsinvesteringen die zowel de melkveehouderij als de zuivelindustrie hebben gedaan met het oog op de beëindiging van de melkquotering per 2015.

Licence