Base description which applies to whole site

3.5 Shared Service Centrum-ICT Haaglanden

Inleiding

2015 is het eerste jaar waarin SSC-ICT een geconsolideerde jaarverslag van de vestigingen Den Haag en Zoetermeer presenteert.

Op voorspraak van het programma Compacte Rijksdienst heeft het kabinet besloten om te komen tot een Shared Service Center ICT Den Haag onder het Ministerie van BZK. Doel daarvan is de realisatie van één ICT-infrastructuur en één ICT-dienstverlener voor de ICT-werkplekken in de Haagse beleidskernen en daaraan nauw verbonden uitvoeringsorganisaties.

Als uitvloeisel hiervan is het eigenaarschap van het Gemeenschappelijk Dienstencentrum ICT (GDI) per 1 januari 2014 overgaan van het Ministerie van Veiligheid en Justitie naar Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Per 1 januari 2015 is GDI als SSC-ICT vestiging Zoetermeer samengevoegd met SSC-ICT vestiging Den Haag en is de agentschapstatus van GDI opgeheven. In 2015 heeft SSC-ICT vestiging Zoetermeer nog een eigen administratie gevoerd. Met betrekking tot de vergelijkende cijfers 2014 geldt dat deze gebaseerd zijn op de geconsolideerde jaarrekeningen van beide vestigingen. In de ontwerpbegroting 2015 is hierop geanticipeerd door een geconsolideerde begroting op te nemen.

Per 1 januari 2016 is er sprake van één administratie en één nieuw kostprijsmodel waarmee de integratie van de financiële administratie van de vestigingen Den Haag en Zoetermeer tot uitvoering is gekomen.

Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap SSC-ICT

x € 1.000
   

Oorspron kelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2015

Verschil realisatie versus begroting

Realisatie 2014

Baten

       

Omzet moederdepartement

28.000

44.494

16.494

27.773

Omzet overige departementen

150.000

174.021

24.021

155.461

Omzet derden

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

2.979

2.979

2.748

Rentebaten

0

1

1

0

Vrijval uit voorzieningen

0

0

0

7

Totaal baten

178.000

221.495

43.495

185.989

           

Laten

       

Apparaatskosten

149.000

197.552

48.552

155.040

*

Personele kosten

85.000

105.795

20.795

83.008

 

– waarvan eigen personeel

51.000

48.225

– 2.775

42.021

 

– waarvan externe inhuur

34.000

57.570

23.570

40.987

*

Materiële kosten

64.000

91.757

27.757

72.032

 

– waarvan ICT

53.000

61.829

8.829

59.740

 

– waarvan SSO's

5.000

14.410

9.410

6.206

Afschrijvingskosten

28.000

25.601

– 2.399

20.780

*

Materieel

28.000

25.601

– 2.399

20.780

*

Immaterieel

0

0

0

0

Overige lasten

1.000

3.047

2.047

11.113

 

– waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

7.795

 

– waarvan Bijzondere lasten

0

2.879

2.879

3.142

Totaal lasten

178.000

226.200

48.200

186.933

Saldo van baten en lasten

0

– 4.705

– 4.705

– 944

Toelichting

Resultaat

Het financieel resultaat over 2015 laat een verlies zien van € 4,705 mln. Dit resultaat kan toegeschreven worden aan een aantal incidentele tegenvallers, zoals het Project Migratie Infrastructuur (PMI), waarbij een deel van de kosten uit eigen middelen van het SSC-ICT wordt gefinancierd, de aanloopverliezen bij het Overheidsdatacenter (ODC) in Rijswijk (deze kosten waren geen onderdeel van het kostprijsmodel en zijn daarmee niet in de tarieven verdisconteerd) en de afschrijving op een aantal debiteuren bij SSC-ICT.

Baten

De generieke dienstverlening is verricht voor alle Ministeries. De gemeenschappelijke en specifieke dienstverlening is verricht voor de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Financiën, Infrastructuur en Milieu, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid Welzijn en Sport, Veiligheid en Justitie, Buitenlandse Zaken, Algemene Zaken alsmede voor de Kanselarij der Nederlandse Orden.

De totale omzet is € 40,515 mln. hoger dan begroot. Dit is te relateren aan de overname van de ICT-dienstverlening van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (ca € 30 mln.) en een toename van het volume van de door de Ministeries aan SSC-ICT verstrekte maatwerkopdrachten.

De bijzondere baten betreffen nagekomen baten die betrekking hebben op vorig boekjaar waarmee in het jaarverslag 2014 geen rekening is gehouden.

Het bedrag ad. € 2,979 mln. bestaat uit:

  • Correctie debiteuren € 0,849 mln.

  • Vrijval nog te betalen kosten uit voorgaande boekjaren € 1,667 mln.

  • Vrijval reservering verloftegoed Zoetermeer € 0,058 mln.

  • Vrijval reservering innovatiebudget 2014 € 0,180 mln.

  • Saldo overige kleinere posten € 0,225 mln.

Lasten

Personele kosten

De personele kosten zijn € 20,795 mln. hoger dan begroot.

De € 2,775 mln. lagere kosten van het eigen personeel is het gevolg van een lagere bezetting.

De € 23,570 mln. hogere kosten van de inhuur laten zich met name verklaren door de toevoeging van Zoetermeer. Door het terughoudend beleid t.a.v. het werven van personeel in het verleden, in een tijd waarin de capaciteitsvraag juist fors toenam, was extra inhuur van externen noodzakelijk. Daarnaast zijn bij de overname van de ICT-dienstverlening van Buitenlandse Zaken in 2015 ook de lopende inhuurcontracten overgenomen. Medio 2015 is SSC-ICT gestart met een meerjarig wervingstraject om door het aantrekken van eigen personeel en verambtelijking de inzet van externen te verminderen. Omdat in 2015 niet door alle interne medewerkers werd tijdgeschreven is geen betrouwbaar verhoudingscijfer intern/extern te berekenen.

Materiële kosten

De ten opzichte van de begroting hogere materiële kosten zijn de resultante van meer materiële uitgaven vanwege de uitbreiding van de dienstverlening met het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het hogere volume van de door de Ministeries aan SCC-ICT verstrekte specifieke opdrachten.

Afschrijvingen

De afschrijvingskosten zijn lager dan begroot doordat het tempo van (vervangings)investeringen is achtergebleven bij de investeringsplanning. De planning is gebaseerd op de economische vervangingsdata, de werkelijke vervanging kan beïnvloed worden door bv toename van het aantal incidenten (kan tot vervroegde vervanging leiden), migratietrajecten (kan tot uitstel van kleinere vervangingshoeveelheden leiden) en afbouw c.q. opbouw van ICT-diensten aan opdrachtgevers.

Overige lasten

  • Rentelasten: deze zijn fors lager door de veel lagere rentepercentages voor opgenomen leningen in 2015 dan begroot en het wegvallen van de rente op roodstand van de rekening courant. Het verschil over 2013 en 2014 is aan de Ministeries teruggeven. Hiermee was in het resultaat 2014 al rekening gehouden.

  • De bijzondere lasten ad. € 2,879 mln. bestaan uit:

  • Dotatie voorzieningen debiteuren: € 1,230 mln.

    Resultaat buiten gebruikstelling activa € 0,403 mln.

    Nagekomen lasten m.b.t. voorgaande boekjaren € 1,200 mln.

    Overige kleinere posten € 0,046 mln.

    De bijzondere lasten betreffen lasten die betrekking hebben op de schikking in het kader van de afwikkeling van een faillissement van een leverancier in 2012 en diverse overige lasten die betrekking hebben op voorgaande boekjaren waarmee in het jaarverslag 2014 geen rekening is gehouden.

Balans per 31 december 2015

x € 1.000
   

Balans 2015

Balans 2014

Activa

   

Immateriële vaste activa

0

0

Materiële vaste activa

54.585

44.587

*

Grond en gebouwen

0

0

*

Installaties en inventarissen

2.598

2.829

*

Overige materiële vaste activa

51.987

41.758

Voorraden

2

3

Debiteuren

16.125

9.174

Nog te ontvangen bedragen

17.690

22.344

Liquide middelen

34.741

38.122

Totaal activa

123.413

114.230

       

Passiva

   

Eigen vermogen

2.785

7.490

*

Exploitatiereserve

7.490

8.434

*

Onverdeeld resultaat

– 4.705

– 944

Voorzieningen

5.500

7.795

Leningen bij het Ministerie van Financiën

39.305

29.710

Crediteuren

5.586

11.010

Nog te betalen bedragen

70.237

58.225

Totaal Passiva

123.413

114.230

Toelichting

Activa

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de historische aanschafprijs, verminderd met afschrijvingen en bijzondere waardeveranderingen. In 2015 is voor € 36,002 mln. geïnvesteerd, waarvan € 32,330 mln. in hard- en software, € 3,580 mln. ten behoeve van het nieuwe Project Migratie Infrastructuur en € 0,0092 inventaris.

Afschrijvingen op materiële vaste activa zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur, rekening houdend met eventuele restwaarde. Deze afschrijving vindt lineair plaats. Na afschrijvingen resteert per 31 december een boekwaarde van € 54,585 mln. Over de investeringen in het ODC wordt met ingang van 2015 afgeschreven.

Debiteuren

De post Debiteuren betreft de gefactureerde, nog te ontvangen bedragen voor verrichte diensten en leveringen. Facturen ouder dan 1 jaar worden voor 100% en facturen tussen 6 maanden en 1 jaar worden voor 50% als vermoedelijk oninbaar aangemerkt; derhalve is er een bedrag voor oninbaarheid in aftrek gebracht.

De post Debiteuren heeft voor € 2,08 mln. betrekking op het moederdepartement, voor € 13,88 mln. op andere departementen en voor € 2,26 mln. op agentschappen.

De toename komt met name uit de vestiging Zoetermeer, hier zijn in januari 2016 (met factuurdatum 31-12-2015, noodzakelijk ten behoeve van de afwikkeling in Leonardo) veel facturen 2015 voor nacalculatieprojecten opgesteld en verstuurd.

Nog te ontvangen

De post Nog te ontvangen bestaat uit nog te factureren opbrengsten voor geleverde dienstverlening (onderhanden werk) en nog te verrekenen vooruitbetaalde kosten (basis-plus diensten). De afname van m.n. de post «Overige vorderingen» is het gevolg van de afwikkeling van vorderingen van vóór 2015 en een mindere toename per 31-12-2015 a.g.v. het beter op orde zijn van de administratie.

Liquide middelen

Alle tegoeden van SSC-ICT worden aangehouden bij de Rijkshoofdboekhouding (RHB). Het saldo per 31 december bedraagt € 34,741 mln.

Eigen Vermogen

Onder het eigen vermogen is het onverdeelde resultaat 2015 opgenomen. Het eigen vermogen is vermindert met het negatieve resultaat over 2015 van € 4,705 mln. en valt binnen de norm van 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen 3 jaren.

Leningen

De post Leningen bestaat uit de leningen ter financiering van de materiële vaste activa.

Van het saldo per ultimo 2015 van € 64,810 mln. is de aflossingsverplichting 2016 ad € 25,505 mln. opgenomen onder de post nog te betalen.

Voorzieningen

Ten laste van het resultaat 2014 is een voorziening getroffen voor de in 2015 geplande migratie van de huidige datacenters naar het nieuwe ODC voor de Haagse beleidskernen en nauw verwante uitvoeringsorganisaties. Voor deze migratie kan SSC-ICT geen beroep doen op externe fondsen. De voorziening heeft eind 2015 een omvang van € 5,500 mln. De onttrekking aan de voorziening van € 2,295 mln. betreft de in 2015 ongedekte migratie- en projectkosten naar het nieuwe ODC.

Crediteuren

De facturen die zijn opgenomen onder de post Crediteuren per ultimo 2015 zijn vrijwel geheel begin 2016 betaald.

Nog te betalen

Onder de post nog te betalen zijn de vooruit ontvangen bedragen, de aflossingsverplichting 2016 van de lening bij het Ministerie van Financiën, de nog te ontvangen facturen 2014 en 2015 en de schuld aan het personeel vanwege opgebouwde rechten vakantiegeld, eindejaarsuitkering en verlof opgenomen.

Kasstroomoverzicht over 2015
     

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie versus begroting

           

1.

Rekening-courant RHB per 1 januari

 

17.673

38.122

20.449

           

2.

Operationele kasstroom

 

8.065

18.049

9.984

           
 

Investeringen

–/–

– 30.000

– 36.002

– 6.002

 

Boekwaarde desinvesteringen

+/+

0

403

403

           

3.

Totaal investeringskasstroom

 

– 30.000

– 35.599

– 5.599

           
 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement

–/–

0

0

0

 

Eenmalige storting door moederdepartement

+/+

0

0

0

 

Aflossing leningen

–/–

– 28.000

– 20.931

7.069

 

Beroep op leenfaciliteit

+/+

30.000

35.100

5.100

           

4.

Totaal financieringskasstroom

 

2.000

14.169

12.169

5.

Rekening-courant RHB per 31 december

 

– 2.262

34.741

37.003

Toelichting

De boekwaarde van de desinvesteringen betreft de bij het afstoten van de materiële vaste activa administratieve restwaarde.

De aflossingen op de leenfaciliteit zijn lager dan begroot doordat het beroep op de leenfaciliteit in eerdere jaren lager was dan bij het opstellen van de begroting 2015 werd ingeschat.

Het beroep op de leenfaciliteit is in overeenstemming met de investeringen. Het beroep op de leenfaciliteit is hoger dan begroot dit is het gevolg van uitbreiding van dienstverlening aan opdrachtgevers.

De stand van de rekening-courant bij de RHB is de uitkomst van het positieve resultaat over 2013 en 2014 uit gewone bedrijfsuitoefening en het saldo van de opgebouwde vorderingen- en schuldenpositie.

Overzicht doelmatigheidindicatoren per 31 december 2015

Doelmatigheid

SSC-ICT ondersteunt de Compacte Rijksdienst met generieke en gemeenschappelijk ICT oplossingen. Door de inzet van moderne ICT hulpmiddelen wordt de doelmatigheid van de Rijksdienst vergroot. En met de bundeling van ICT taken binnen SSC-ICT wordt de in de projecten 4 en 7 van het Uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst beoogde efficiencyslag gemaakt.

De eigenaar heeft met SSC-ICT tot en met 2016 een jaarlijkse efficiencytaakstelling afgesproken van – 1,5%. SSC-ICT verlaagt hiertoe jaarlijks haar tarieven met 1,5% en heeft daarnaast voorstellen gedaan waarmee haar afnemers aanvullend 10% op hun ICT uitgaven kunnen besparen. Voor voormalig GDI was voor 2015 een taakstelling van 5% afgesproken. Dit is in de tarieven van de vestiging Zoetermeer verwerkt.

Aanvullend op de taakstellende tariefverlaging vergelijkt SSC-ICT haar prestaties via benchmark onderzoek periodiek met marktpartijen en enkele grote uitvoeringsorganisaties binnen de overheid.

Om de tariefdaling te realiseren wordt voortgegaan met het integreren en harmoniseren van de Ministeries overgekomen systeemlandschappen.

   

Oorspronkelijke begroting

Realisatie 2015

Realisatie 2014

Omschrijving Generiek Deel

     
 

Taakstellende tariefverlaging

1,5%

3,0%

1,5%

 

Verbetering kostprijzen infrastructuur componenten

1,0%

3,0%

1,0%

 

Verbetering kostprijzen werkplekcomponenten

1,0%

3,0%

1,0%

 

Kostprijs voor beheertaken (werkplektarief, exclusief datacenter)

1.822

1.935

1.850

 

Totale omzet per product of dienst

178.000

218.515

183.234

 

generiek (infrastructuur, rijksportaal en samenwerk functionaliteit, ODC DH km2)

14.000

14.046

14.030

 

gemeenschappelijk (basis kantoorautomatisering + hosting

108.000

118.904

108.378

 

specifiek (plusdiensten en maatwerk)

56.000

85.565

60.826

   

Oorspronkelijke begroting

Realisatie 2015

Realisatie 2014

 

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

658,0

650,0

626,0

 

Aantal externe fte’s in % van de totale fte’s

40%

NB

44%

         
 

Saldo van baten en lasten (%)

0,0%

– 2,1%

0,0%

 

Verschil benchmarkvergelijking

2%

Nvt

2%

 

Klanttevredenheid (KTO)

7

7

7

 

Medewerkertevredenheid (MTO)

7

7

7

Omschrijving Specifiek Deel – ICT Diensten

     
 

Beschikbaarheid (betrouwbaarheid) basisfunctionaliteit

98%

100%

98%

 

Geleverd binnen gestelde termijn

90%

85%

90%

 

Incidenten hersteld binnen afgesproken tijd

90%

91%

90%

 

beantwoorden helpdeskvragen binnen afgesproken tijd

95%

85%

95%

 

direct beantwoorden helpdeskvragen

80%

67%

80%

Toelichting

De taakstelling op de tarieven van vestiging Den Haag ad. – 1,5% in 2015 en – 5% op de tarieven van de vestiging Zoetermeer is volledig doorgevoerd op de tarieven 2015. Door de verschillende percentages is het geconsolideerde resultaat een benaderd gemiddelde percentage.

De totale omzet is € 40,516 mln. hoger dan begroot. Dit is de resultante van de volgende ontwikkelingen:

  • De omzet generieke dienstverlening is stabiel gebleven.

  • Bij de gemeenschappelijk omzet wordt de stijging m.n. veroorzaakt door de overdracht van de ICT-Dienstverlening van het Ministerie van Buitenlandse Zaken naar SSC-ICT.

  • De specifieke omzet is gestegen door een hoger volume in door de Ministeries verstrekte maatwerkopdrachten.

De kengetallen inzake de kwaliteit van de dienstverlening hebben gedurende het jaar niet geheel voldaan aan de afgesproken norm.

Licence