Base description which applies to whole site

4.2. Ontvangsten, uitgaven en vermogens van de zorgfondsen (Zvw en Wlz)

Zorgverzekeringswet (Zvw)

De financiering van de Zvw loopt deels via verzekeraars en deels via het Zorgverzekeringsfonds (Zvf). Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de uitgaven en inkomsten van de Zvw.

Tabel 12 Uitgaven en inkomsten Zvw (bedragen x € 1 miljard)1
 

Begroting

2016

Bijstelling

2016

Jaarverslag

2016

 

a

b

c=a+b

Zorgverzekeringsfonds

     

Uitgaven

25,4

– 0,7

24,7

– Uitkering aan verzekeraars

22,4

0,0

22,4

– Rechtstreekse uitgaven Zvf

3,1

– 0,7

2,4

       

Inkomsten

25,4

0,4

25,8

– Inkomensafhankelijke bijdrage (IAB)

21,5

0,4

22,0

– Rijksbijdrage verzekerden 18-

2,5

0,0

2,5

– Rijksbijdrage HLZ

1,4

0,0

1,4

– Overige baten

0,0

– 0,1

– 0,1

       

Saldo

0,0

1,0

1,0

       

Vermogenssaldo 2015

0,0

– 1,4

– 1,4

Vermogenssaldo 2016

0,0

– 0,3

– 0,3

       

Individuele verzekeraars

     

Uitgaven

42,3

– 0,5

41,8

– Uitgaven zorg

42,8

– 1,1

41,7

– Beheerskosten/saldo

– 0,5

0,6

0,1

       

Inkomsten

42,3

– 0,5

41,8

– Uitkering van Zvf

22,4

0,0

22,4

– Nominale premie/eigen risico/eigen bijdragen

20,0

– 0,5

19,5

Bron: VWS, CPB, Zorginstituut.

1

Door afrondingsverschillen kan de som van de delen afwijken van het totaal.

De Zvw-uitgaven komen € 1,8 miljard lager uit dan geraamd in de begroting van 2016. Deze bijstelling betreft voor € 1,1 miljard de zorguitgaven van verzekeraars en voor € 0,7 miljard de rechtstreekse uitgaven van het Zvf. Omdat de nacalculatie in sterke mate is afgebouwd, leiden lagere uitgaven van verzekeraars niet automatisch tot een lagere uitkering uit het Zvf aan verzekeraars. In 2016 draagt het Zvf nog een beperkt deel van het risico. Er is van uitgegaan dat de uitkering uit het Zvf aan verzekeraars niet verandert ten opzichte van de begroting2. De inkomensafhankelijke bijdrage (in de EMU-definitie) komt € 0,4 miljard hoger uit dan de raming uit de begroting 2016. Bij de overige baten3 doet zich een tegenvaller voor van € 0,1 miljard bij het saldo van uitgaven en ontvangsten bij de wanbetalersregeling. De rijksbijdrage voor verzekerden 18- en de rijksbijdrage HLZ zijn exact uitgekomen op de raming.

Het saldo van het Zvf komt daarmee in 2016 € 1,0 miljard hoger uit dan in de begroting 2016. Het vermogenssaldo van het Zvf per ultimo 2016 komt € 0,3 miljard slechter uit dan geraamd in de begroting 2016. Dit is het gevolg van de verbetering van het saldo 2016 met € 1,0 miljard en een neerwaartse bijstelling van het vermogen per ultimo 2015 met € 1,4 miljard die resulteert uit het Zorginstituut-jaarverslag fondsen 2015. Dit lagere saldo per ultimo 2015 resulteert per saldo uit hogere uitgaven in het kader van de nacalculatie van verzekeraars over 2013, 2014 en 2015, hogere inkomsten bij de IAB 2014 en lagere rechtstreekse uitgaven in 2014 en 2015.

De zorguitgaven van individuele verzekeraars komen naar huidige inschatting € 1,1 miljard lager uit dan in de begroting 2016. Daartegenover staat dat de verzekeraars de nominale premie € 0,5 miljard lager hebben vastgesteld dan geraamd in de begroting. De bijdrage uit het Zvf komt naar huidige inschatting uit op de raming in de begroting. Het saldo van de verzekeraars komt als gevolg van de genoemde bijstellingen € 0,6 miljard hoger uit dan geraamd in de begroting.

De meeste cijfers in de kolom jaarverslag 2016 zijn afkomstig of afgeleid van het Zorginstituut. De raming van de zorguitgaven van verzekeraars is overgenomen uit de maartlevering van het Zorginstituut. Bij de meeste beschikbaarheidbijdragen is aangesloten bij NZa-cijfers. Bij de kapitaallasten en de opleidingen zijn eigen VWS-inschattingen verwerkt. Voor de inkomensafhankelijke bijdrage is een CPB-cijfer in de EMU-definitie gebruikt. De rijksbijdragen zijn overgenomen uit de maartlevering van het Zorginstituut. Dit geldt ook voor de post overige baten (rentebaten, wanbetalers, onverzekerden, verdragsgerechtigden).

Het vermogen per ultimo 2015 is overgenomen uit het Zorginstituut-jaarverslag fondsen 2015. Het vermogenssaldo van het fonds in 2015 is hiervan afgeleid. Het vermogenssaldo 2016 is bepaald door het exploitatiesaldo 2016 op te tellen bij het vermogenssaldo 2015.

Wet langdurige zorg (Wlz)

Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de uitgaven en inkomsten van het Fonds langdurige zorg (Flz).

Tabel 13 Uitgaven en inkomsten Flz (bedragen x € 1 miljard)1
 

Begroting

2016

Bijstelling

2016

Jaarverslag

2016

 

a

b

c=a+b

Uitgaven

19,9

– 0,1

19,8

– Zorgaanspraken en subsidies

19,8

– 0,1

19,7

– Beheerskosten

0,1

0,0

0,1

       

Inkomsten

19,3

0,2

19,5

– Procentuele premie

14,1

0,1

14,2

– Eigen bijdragen

1,8

0,0

1,9

– BIKK

3,4

0,0

3,4

       
       

Saldo

– 0,6

0,3

– 0,3

       

Vermogen Fonds langdurige zorg 2015

0,3

0,4

0,7

Vermogen Fonds langdurige zorg 2016

– 0,3

0,6

0,4

Bron: VWS, CPB, Zorginstituut.

1

Door afrondingsverschillen kan de som van de delen afwijken van het totaal.

De uitgaven gefinancierd via de Wlz zijn € 0,1 miljard lager uitgekomen dan verwerkt in de begroting 2016. De procentuele Wlz-premie heeft € 0,1 miljard meer opgebracht dan geraamd in de begroting 2016. De Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) en de eigen bijdragen zijn vrijwel uitgekomen op de stand in de begroting. Per saldo zijn de inkomsten van het Flz hierdoor € 0,2 miljard hoger uitgekomen dan geraamd in de begroting.

Vanwege de € 0,1 miljard lagere uitgaven en de € 0,2 miljard hogere inkomsten is het saldo van het Flz € 0,3 miljard hoger uitgekomen dan de raming (op € -0,3 miljard). Dit saldo telt mee in het EMU-saldo.

Het vermogen van het Flz is per ultimo 2015 blijkens het Zorginstituut-jaarverslag fondsen 2015 € 0,4 miljard hoger uitgekomen dan geraamd in de begroting 2016 (op € 0,7 miljard in plaats van € 0,3 miljard). Deze verbetering resulteert voor € 0,2 miljard uit lagere uitgaven en voor € 0,2 miljard uit hogere premie-inkomsten. Het vermogen van het Flz komt hierdoor naar huidige inschatting per ultimo 2016 € 0,6 miljard hoger uit dan geraamd in de begroting 2016 (op € 0,4 miljard in plaats van € -0,3 miljard).

De meeste cijfers in de kolom Jaarverslag 2016 zijn afkomstig of afgeleid van het Zorginstituut. De uitgaven, eigen bijdragen en de BIKK zijn overgenomen uit de maartrapportage van het Zorginstituut. Het vermogen van het Flz per ultimo 2015 is overgenomen uit het Jaarverslag Fondsen 2015 van het Zorginstituut. Voor de premieopbrengst 2016 is het CPB-cijfer in de EMU-definitie gebruikt.

2

In het najaar van 2017 komt hier voor het eerst zicht op met de voorlopige afrekening 2016. Voorlopige cijfers indiceren twee tegengestelde bewegingen in verband met de groter dan verwachte toename van het aantal verzekerden. De hogere uitgaven die hieruit resulteren werken opwaarts op de verevening; de hogere rekenpremie werkt neerwaarts. Per saldo wordt op dit moment geen bijstelling verwacht.

3

Dit betreft het saldo van baten en lasten voor wanbetalers, onverzekerden, gemoedsbezwaarden en rente en de premie van verdragsgerechtigden.

Licence