Base description which applies to whole site

36. Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid

Artikel 36 Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid: 2,0% van de begrotingsuitgaven

Artikel 36 Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid: 2,0% van de begrotingsuitgaven

Algemene doelstelling

Bijdragen aan een veilig en stabiel Nederland door het voorkomen en beperken van maatschappelijke ontwrichting door dreigingen te onderkennen, de weerbaarheid van burgers, bedrijfsleven en overheidsorganen te verhogen en de bescherming van vitale belangen te versterken.

  • De Minister heeft een regisserende rol op het gebied van nationale veiligheid en crisisbeheersing, terrorismebestrijding en cyber security.44 De taken worden namens de Minister uitgevoerd door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Daarnaast is bij Koninklijk Besluit vastgelegd dat de Minister van Veiligheid en Justitie doorzettingsmacht heeft wanneer het gaat om het voorkomen van terroristische misdrijven.45

  • De Minister heeft op basis van onder andere de Politiewet de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis en is daarmee verantwoordelijk voor een adequate en proportionele uitvoering van de beveiliging rondom de leden van het Koninklijk Huis en woon- en werkverblijven. Deze beveiliging, afhankelijk van de uitvoeringsafspraken per persoon en object, wordt in personele zin uitgevoerd door de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Defensie. Deze ministers hebben budget voor de beveiligingstaken op hun begroting staan, waarbij het overigens ook gaat om andere personen en objecten, onder wie leden van het kabinet en leden van de Kamers der Staten-Generaal. De Minister van BZK zorgt voor een adequate uitvoering van fysieke beveiliging van woon- en werkverblijven.

  • Vanwege veiligheidsrisico’s worden deze uitgaven niet nader toegerekend, omdat daar informatie over de beveiliging aan zou kunnen worden ontleend naar de te beveiligen objecten en personen.

  • De maatschappelijke effecten van het beleid ter bescherming van de nationale veiligheid (onder andere crisis- en cybersecuritybeleid en terrorismebestrijding) laten zich door het grote aantal activiteiten en instrumenten, de afhankelijkheid van derden bij de realisatie van de doelstellingen en met name de onvoorspelbaarheid van gebeurtenissen die de nationale veiligheid bedreigen, niet (altijd) in prestatie-indicatoren of kengetallen uitdrukken. Kwalitatieve indicatoren zijn te vinden in de voortgangsrapportages met betrekking tot contraterrorisme en -extremisme, cyber security en nationale veiligheid die jaarlijks aan de Tweede Kamer worden aangeboden46.

Rol en verantwoordelijkheid

Beleidsconclusies

Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar conform de verwachtingen zoals vermeld in de begroting. Er was geen noodzaak tot afwijkingen van het voorgenomen beleid om door effectieve samenwerking in risico- en crisisbeheersing grootschalige uitval, verstoring of aantasting van de continuïteit van de samenleving te voorkomen of te minimaliseren.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 36.1 Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Vastgestelde

Verschil

2013

2014

2015

2016

2017

Begroting

 
         

2017

 

Verplichtingen

284.113

248.370

277.987

247.478

258.157

261.993

– 3.836

                 

Programma-uitgaven

210.768

250.529

262.894

249.507

255.711

261.993

– 6.282

36.2 Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding

 

Bijdrage Agentschappen

             
 

Overige bijdragen agentschappen

 

0

0

0

0

321

– 321

 

Bijdrage ZBO/RWT's

             
 

Instituut Fysieke Veiligheid

36.565

30.978

30.635

29.925

29.374

29.510

– 136

 

Bijdrage medeoverheden

             
 

Brede Doeluitkering Rampenbestrijding

128.462

177.293

176.097

177.432

179.323

177.400

1.923

 

Overige bijdragen medeoverheden

9.529

4.993

9.992

6.501

5.874

14.737

– 8.863

 

Subsidies

             
 

Nederlands Rode Kruis

1.827

1.690

1.611

1.440

1.400

1.400

0

 

Nationaal Veiligheids Instituut

934

1.544

1.340

1.290

1.265

1.274

– 9

 

Onderwijs Veiligheidsregio's

250

0

0

0

0

0

0

 

Overige subsidies

2.905

1.548

10.290

3.338

4.908

2.906

2.002

 

Opdrachten

             
 

Project NL-Alert

3.254

5.963

6.693

4.904

5.243

5.948

– 705

 

Opdrachten NCSC

4.489

2.551

2.052

3.167

4.121

6.207

– 2.086

 

Terrorismebestrijding

2.556

2.289

481

0

0

0

0

 

Overige opdrachten

8.774

10.540

9.455

10.271

11.854

10.921

933

                 

36.3 Onderzoeksraad voor Veiligheid

 

Bijdrage ZBO/RWT's

             
 

Onderzoeksraad voor Veiligheid

11.223

11.140

14.248

11.239

12.349

11.369

980

                 

Ontvangsten

212

351

2.589

1.473

565

0

565

Verplichtingen

Toelichting op de instrumenten

Het saldo van aangegane verplichtingen wijkt af van het begrotingstotaal met name doordat in 2017 meerjarige verplichtingen zijn opgenomen die in latere jaren tot betaling komen.

36.2 Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding

Bijdragen ZBO/RWT’s

Instituut Fysieke Veiligheid (IFV)

Het IFV verricht taken op het terrein van brandweer, GHOR, rampenbestrijding en crisisbeheersing. De taken betreffen onder meer het brandweeronderwijs (opleiden, trainen en oefenen), het ontwikkelen van lesstof, de uitvoering en organisatie van examens alsmede de verwerving en het beheer van (rampenbestrijdings-)materieel. Andere taken zijn het verzamelen en beheren van relevante kennis en het doen van onderzoek. Daarnaast maakt ook USAR.NL deel uit van het IFV. De uitgaven aan het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) bedroegen € 29,4 mln.

Bijdragen aan medeoverheden

Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR)

Van het totaal aan uitgaven voor de brandweer, GHOR, rampenbestrijding en crisisbeheersing op lokaal en regionaal niveau wordt ongeveer 90% bekostigd door de gemeenten uit hun algemene uitkering van het gemeentefonds. Daarnaast ontvangen de veiligheidsregio’s van het Ministerie, op grond van het Besluit veiligheidsregio's, een Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR) in de vorm van een lumpsum als financiële tegemoetkoming voor alle taken die in de Wet veiligheidsregio’s zijn opgenomen. De bijdrage ten behoeve van de brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing bedroeg € 179,3 mln.

Overige Bijdragen

In 2016 zijn door het kabinet extra middelen beschikbaar gesteld voor de versterking van de veiligheidsketen. Een belangrijk deel van deze extra gelden wordt ingezet voor de lokale aanpak door gemeenten bij het voorkomen van extremisme en terrorisme, het verijdelen van aanslagen en de voorbereiding op mogelijk extremistisch en terroristisch geweld en de gevolgen daarvan. De middelen voor 2017 zijn met € 7,2 mln. verlaagd vanwege overboekingen en verschuivingen. Een deel van deze overgeboekte middelen (€ 5,8 mln.) zijn in 2017 ten behoeve van de lokale aanpak via het Gemeentefonds aan de gemeenten uitgekeerd.

Naast de reguliere bijdragen zijn bijzondere bijdragen toegekend voor aanvullende veiligheidsmaatregelen in het kader van het stelsel bewaken en beveiligen.

Subsidies

Nederlands Rode Kruis

Het Nederlandse Rode Kruis start levensreddende activiteiten bij rampen en conflicten door het bieden van onderdak, voedsel, drinkwater en medische voorzieningen.

De bijdrage ten behoeve van de rampenbestrijding aan het Nederlands Rode Kruis, bedroeg € 1,4 mln.

Nationaal Veiligheidsinstituut

Jaarlijks wordt een subsidie verstrekt aan het Nationaal Veiligheidsinstituut om een landelijk expositiecentrum op het terrein van veiligheid te beheren. De subsidie in 2017 bedroeg € 1,3 mln.

Overige subsidies

Onder dit instrument vallen de subsidies die worden verstrekt met het doel de aantasting van de nationale veiligheid te voorkomen en crisis beheersing te verbeteren.

De hogere uitgaven zijn het gevolg van het toekennen van subsidies in het kader van bestrijding terrorisme in plaats van bijdragen aan medeoverheden.

Opdrachten

Project NL-Alert

NL-Alert is het systeem van de overheid om rampen- en crisisinformatie per mobiele telefoon te verzenden naar mensen in de omgeving van een acute ramp of crisis.

Om het publiek te laten controleren of hun mobiele telefoon is ingesteld voor NL-Alert, zijn in 2017 twee controleberichten uitgezonden, ondersteund door een publiekscampagne. Nieuwe telefoons zijn bijna allemaal geschikt voor NL-Alert. Dit heeft, volgens een representatieve enquête verricht door Kantar Public, geresulteerd in een verdere toename van het bereik tot 69% van de bevolking van 12 jaar en ouder (10,2 mln. mensen). NL-Alert is in 2017 door de veiligheidsregio’s en de politie 68 keer operationeel ingezet.

Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC)

Het NCSC is vanuit de rol als Computer Emergency Response Team (CERT) voor Rijksoverheid en de vitale infrastructuur het centrum in Nederland waar publieke en private partijen, wetenschap en onderzoeksinstellingen operationele informatie en kennis bijeen brengen rondom cybersecurity. Zo heeft het NCSC zes factsheets met actuele kennis op het gebied van cybersecurity gepubliceerd op zijn website.

In 2017 heeft het NCSC 635 incidenten in behandeling genomen en is in september 2017 wederom het jaarlijkse Cybersecuritybeeld Nederland (CSBN) gepubliceerd. Dit zevende beeld biedt inzicht in ontwikkelingen, belangen, dreigingen en weerbaarheid op het gebied van cybersecurity. Tot slot is als belangrijke mijlpaal op 1 oktober 2017 de wet «gegevensverwerking en meldplicht cybersecurity» in werking getreden. Deze wet geeft invulling aan de randvoorwaarden voor publiek-private samenwerking binnen het Nationaal Cyber Security Centrum.

De lagere uitgaven zijn met name het gevolg van het verstrekken inkoopopdrachten verantwoord op het instrument «overige opdrachten» in plaats van het instrument «opdrachten NCSC».

Overige opdrachten

Onder dit instrument vallen de opdrachten die worden verstrekt met het doel de aantasting van de nationale veiligheid te voorkomen en crisisbeheersing te verbeteren. De vele opdrachten (klein en groot) hebben betrekking op de beleidsterreinen contra-terrorisme, cybersecurity en crisisbeheersing. Tevens zijn opdrachten verstrekt in het kader van het stelsel bewaken en beveiligen.

36.3 Onderzoekszaak voor de Veiligheid

Bijdragen ZBO/RWT’s

Onderzoekszaak voor de Veiligheid (OvV)

De OvV verricht op grond van de rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid onafhankelijk onderzoek en stelt op basis daarvan aanbevelingen op voor het structureel vergroten van de veiligheid. De OvV fungeert als onafhankelijk onderzoeksorgaan, dat op eigen gezag kan besluiten tot het doen van onderzoek naar de oorzaak van (ernstige) ongevallen en rampen of een dreiging daartoe.

De onderzoeken die zijn gedaan in 2017 zijn te vinden op www.onderzoeksraad.nl.

44

De verantwoordelijkheid van de Minister is gebaseerd op de Wet veiligheidsregio’s (verantwoordelijkheid voor het stelsel van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening in de regio (GHOR), rampenbestrijding en crisisbeheersing), de Politiewet 2012 (bewaken en beveiligen), de Luchtvaartwet (beveiliging burgerluchtvaart) en het Koninklijk Besluit van 14 december 2005 (terrorismebestrijding).

45

Besluit van 14 december 2005, houdende tijdelijke herindeling van ministeriële taken in geval van een terroristische dreiging met een urgent karakter, Stb. 2005, nr. 662.

46

Voor de meest recente versies wordt verwezen naar respectievelijk: brief integrale aanpak Jihadisme (Tweede Kamer, 29 754, nr. 307); Brief dreigingsbeeld cyber security (Tweede Kamer, 26 643, nr. 32), Voortgangsbrief Nationale Veiligheid (Tweede Kamer, 30 821, nr. 23).

Licence