Base description which applies to whole site

37. Vreemdelingenzaken

Artikel 37 Vreemdelingen: 11,7% van de begrotingsuitgaven

Artikel 37 Vreemdelingen: 11,7% van de begrotingsuitgaven

Algemene doelstelling

Een op maatschappelijk verantwoorde wijze en in overeenstemming met internationale verplichtingen gereglementeerde en beheerste toelating tot, verblijf in en vertrek uit Nederland van vreemdelingen, alsmede verkrijging van het Nederlanderschap of de intrekking daarvan.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister ontwikkelt en geeft uitvoering aan het vreemdelingenbeleid en het beleid op grond van de rijkswet op het Nederlanderschap. Hij heeft daarbij:

  • een uitvoerende rol ten aanzien van de opvang van asielzoekers, de afwikkeling van toelatingsprocedures in Nederland en de terugkeer van vreemdelingen uit Nederland;

  • verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Vreemdelingenwet en de Rijkswet op het Nederlanderschap door het geheel aan overheidsorganisaties dat zich (primair) met het vreemdelingen- en nationaliteitsbeleid bezighoudt;

  • verantwoordelijkheid voor de uitvoeringsorganisaties Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), het zelfstandig bestuursorgaan Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en voor de centra van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) waar de vreemdelingenbewaring en de grensdetentie ten uitvoer wordt gelegd;

  • een gezagsrelatie met de Koninklijke Marechaussee en de Nationale Politie voor wat betreft het vreemdelingentoezicht.

GEAS

Beleidsconclusies

De onderhandelingen over een Europees In- en Uitreissysteem (EES) zijn inmiddels afgerond. Daarmee is de basis gelegd voor verdere technologische ontwikkeling aan de grens. Dit systeem heeft als doel bestrijding van illegale immigratie en het verhogen van de veiligheid binnen de Europese Unie. Door een elektronische registratie van onderdanen van derde landen bij de in- en uitreis, wordt automatisch de toegestane verblijfstermijn berekend en wordt het stempelen van reisdocumenten overbodig. De onderhandelingen over een Europees Reis Authorisatie Systeem (ETIAS) zijn in 2017 eveneens ineen vergevorderd stadium beland. Het ETIAS zal informatie verzamelen en toetsen van alle niet-visumplichtige reizigers die van plan zijn naar de Europese Unie te reizen. Met dit systeem kunnen personen die mogelijk illegaal het Schengengebied willen binnenkomen of een veiligheidsrisico vormen, vóór hun aankomst aan de grens worden geïdentificeerd en kan de veiligheid van de buitengrenzen fors worden versterkt.

Grenzen

Het toegangsbeleid is in 2017 versterkt door bewaking van de buitengrenzen via een effectief en efficiënt grenstoezicht. In 2017 is een belangrijke impuls gegeven aan de grensbewakingscapaciteit van de KMar. Er zijn middelen vrijgemaakt, oplopend tot structureel € 43 mln., die ervoor moeten zorgen dat KMar op termijn weer volledig «Schengenconform» kan gaan werken. Ten behoeve van de ondersteuning van de KMar aan de grens heeft in 2017 bijstand plaatsgevonden vanuit de Landmacht, DJI en de Nationale Politie. Verder is op Schiphol het aantal automatische grenspassagepoorten (No-Q) uitgebreid van 36 (2015) naar 78 stuks (2017). No-Q’s voeren geautomatiseerd alle controles in alle databases uit. Door de inzet van No-Q kunnen meer personencontroles tegelijkertijd worden uitgevoerd wat bijdraagt aan een efficiënte inzet van KMar. Bovenstaande activiteiten hebben bijgedragen aan het tegengaan van migratiecriminaliteit en illegale migratie.

In het kader van het sporenbeleid is er in vroeg stadium onderscheid gemaakt tussen kansrijke en kansarme aanvragen. Asielaanvragen waarvoor op grond van de Dublinverordening een ander Europees land verantwoordelijk is zijn in een apart snel spoor afgedaan. Dat geldt ook voor asielaanvragen van personen uit veilige landen van herkomst. Dit maakt het mogelijk om, in geval van een afwijzing, een spoedig vertrek van de vreemdeling uit Nederland te realiseren. Tegelijk heeft de IND ingezet op het verder terugbrengen van de werkvoorraden die door de eerdere hoge instroom zijn ontstaan. Zo is de voorraad aan te behandelen nareisverzoeken gedaald van ruim 20.000 tot circa 6.500. Terugdringen van de voorraad en daarmee verkorten van de wachttijden heeft als doel ook kansrijke asielzoekers snel duidelijkheid te geven. Vergunninghouders kunnen hierdoor eerder starten met integratie en het vinden van werk. Het nieuwe regeerakkoord geeft hieraan een verdere impuls. De planvorming om op basis van deze uitgangspunten te komen tot een flexibele asielketen is kort na het uitkomen van het regeerakkoord gestart. De uitwerking van het plan voor een flexibele asielketen vindt in goed overleg met lokale overheden en het maatschappelijk middenveld plaats en is een uitwerking van de lessons learned gedurende de hoge instroom.

Tabel 37.1 Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Vastgestelde

Verschil

2013

2014

2015

2016

2017

Begroting

 
         

2017

 

Verplichtingen

173.932

1.142.847

1.922.710

1.664.931

1.513.581

1.632.841

– 119.260

                 

Programma-uitgaven

751.429

1.136.888

1.763.195

1.686.919

1.526.383

1.632.841

– 106.458

37.2 Toegang, toelating en opvang vreemdelingen

 

Bijdragen Agentschappen

             
 

Immigratie- en Naturalisatiedienst

312.131

323.621

389.717

371.020

365.759

350.241

15.518

 

Bijdragen ZBO/RWT's

             
 

Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA)

388.752

740.909

1.267.861

1.124.049

964.901

1.086.639

– 121.738

 

Nidos-opvang

 

24.738

43.302

134.561

135.649

133.649

2.000

 

Bijdragen medeoverheden

             
 

Overige bijdragen medeoverheden

0

0

0

7

0

0

0

 

Subsidies

             
 

Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) e.a.

5.272

6.260

10.718

11.577

10.017

10.263

– 246

 

Overige subsidies

605

458

2.466

1.595

938

1.661

– 723

 

Opdrachten

             
 

Biometrie

1.188

400

0

0

0

0

0

 

Vernieuwing Grensmanagement

4.041

3.626

0

0

0

0

0

 

Keteninformatisering

13.100

12.009

19.220

13.814

6.041

6.213

– 172

 

Versterking vreemdelingenketen

495

592

7.377

4.052

6.356

6.832

– 476

                 

37.3 Terugkeer

 

Bijdragen Agentschappen

             
 

DJI (DVenO)

7.700

6.910

6.385

7.880

9.921

8.424

1.497

 

Subsidies

             
 

REAN-regeling

6.600

8.833

9.089

10.346

4.843

8.902

– 4.059

 

Overige subsidies

0

0

0

0

2.221

0

2.221

 

Opdrachten

             
 

Vreemdelingen vertrek

11.545

8.532

7.060

8.018

19.737

20.017

– 280

                 

Ontvangsten

27.466

1.369

70.537

485.135

308.945

306.400

2.545

Asielreserve en ODA

De begrotingsreserve Asiel is in 2010 gecreëerd toen het asieldossier niet langer meer als generaal is aangemerkt. De Tweede Kamer is hierover in de Begroting 2011 geinformeerd47. De asielreserve is bedoeld om fluctuaties in de lastig voorspelbare uitgaven voor (de instroom van) asielzoekers op te vangen.

Naar aanleiding van de aanbevelingen uit het rapport Begrotingsreserves van de Algemene Rekenkamer (2016) geeft onderstaande tabel inzicht in de stand, de toevoegingen en de onttrekkingen van de asielreserve.

Tabel 37.2 Overzicht verloop begrotingsreserve Asiel in 2017 (x € 1 mln.)

Stand per 1/1/2017

Toevoegingen 2017

Onttrekkingen 2017

Stand per 31-12-2017

335,9

127,5

334,4

129,0

Toelichting

In 2017 zijn onttrekkingen gedaan als gevolg van de hogere verwachte asielinstroom bij voorjaarsnota 2016 (€ 334,4 mln.). Dit betrof onttrekkingen ten behoeve van Nidos (€ 161 mln.), IND (€ 110,8 mln.), DT&V (15,7 mln.), Vluchtelingenwerk (€ 1 mln.), Rechtsbijstand (€ 13,7 mln.), politie (€ 16 mln.) en Raad voor de rechtspraak (€ 16,2 mln.).

Bij najaarsnota 2016 is een onttrekking gedaan (€ 173,5 mln.) om de terugbetaling ODA als gevolg van de lager dan de verwachte asielinstroom te kunnen betalen. Deze laatste onttrekking is in 2017 wordt en 2018 gecompenseerd met stortingen in de asielreserve. In 2017 betrof dit € 85 mln. Daarnaast is een storting gedaan, zoals opgenomen in de tweede suppletoire begroting 2017 van € 42,5 mln., Dit is verdeeld over de bijdrage van COA € 11,5 mln., IND € 15,5 mln., Nidos € 2 mln. en Terugkeer € 10 mln. en Versterken vreemdelingenketen (3,5 mln.). Het saldo van de asielreserve eind 2017 is € 129 mln.

Kengetallen vreemdelingenketen

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste kengetallen voor de vreemdelingenketen.

Tabel 37.3 Kengetallen vreemdelingenketen

Vreemdelingenketen (aantallen)

Realisatie

Prognose

 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2017

Asiel

               

Asielinstroom1

14.630

13.360

17.190

29.890

58.800

33.670

35.030

42.000

Overige instroom2

10.330

9.150

13.260

18.050

23.200

15.700

2.580

2.300

Opvang COA

               

Instroom in de opvang

13.760

13.300

16.470

29.820

60.430

35.920

39.190

42.000

Uitstroom uit de opvang

18.640

14.800

15.490

20.280

36.930

55.580

46.090

50.000

Gemiddelde bezetting in de opvang

18.720

14.400

14.700

19.590

30.280

37.160

23.150

46.000

Toegang en Toelating IND

               

Machtiging tot voorlopig verblijf (MVV)

49.720

46.600

6.580

14.040

24.100

31.680

7.590

26.000

Verblijfsvergunning regulier (VVR)

58.930

58.520

25.530

22.260

31.340

35.700

40.460

32.000

Toelating en verblijf (TEV)

– 

– 

39.820

35.840

41.870

49.740

51.410

41.000

Visa

2.420

1.480

1.760

1.190

1.010

3.830

3.000

3.200

Aantal naturalisatie verzoeken

26.300

28.890

24.230

24.820

25.540

23.190

23.360

26.600

Streefwaarden Terugkeer (ketenbreed)

               

Zelfstandig vertrek (%)

20%

20%

23%

26%

28%

26%

14%

20%

Gedwongen vertrek (%)

32%

29%

31%

28%

27%

27%

29%

30%

Zelfstandig vertrek zonder toezicht (%)

48%

50%

46%

47%

45%

47%

58%

50%

Bronnen: INDIS/INDiGO, Maandrapportage COA, Meerjarenraming Vreemdelingenketen en VenJ/KMI+.

1

Tot de asielinstroom behoren de eerste asielaanvragen, relocatie en hervestiging, 2e en opvolgende asielaanvragen en inreis van nareizigers.

2

Dit betreft zij-instroom.

Toelichting

Het totaal aantal geregistreerde asielaanvragen (inclusief nareis) is lager uitgevallen dan medio 2016 voor 2017 werd verwacht. Dit verschil wordt voornamelijk verklaard uit de lagere spontane asielinstroom en voor een beperkter deel omdat in het kader van relocatie en hervestiging lagere aantallen zijn afgesproken dan medio 2016 bekend was.

Wat betreft de opvang bestond op het moment van opstellen van de begroting de verwachting dat de startbezetting in de opvang (1 januari 2017) hoog zou zijn, als gevolg van de toen nog verwachte hoge instroom van 58.000 in 2016. Gelet op de in- en uitstroomverwachtingen voor 2017 van respectievelijk 42.000 en 50.000, zou de gemiddelde bezetting in de opvang over heel 2017 naar verwachting 46.000 zijn. De verwachte hoge instroom heeft zich in 2016 echter niet voorgedaan, waardoor de bezetting in de opvang begin 2017 circa 26.900 bedroeg. In de loop van 2017 is de bezetting geleidelijk verder gedaald. Bij regulier is vooral de instroom aan Machtiging tot Voorlopig Verblijf (MVV) nareisverzoeken lager dan begin/medio 2016 was geraamd. Tijdens en net na de hoge asielinstroom was nog lastig te voorzien tot hoeveel inwilligingen op asielverzoeken dit zou leiden en vervolgens tot hoeveel verzoeken om gezinshereniging (MVV-nareis). Al vrij snel zijn tussentijdse ramingen (sterk) neerwaarts bijgesteld.

Toelatingsprocedures van MVV-plichtige vreemdelingen worden behandeld in de procedure Toegang en Verblijf (TEV), de toelatingsprocedures van niet MVV-plichtige vreemdelingen worden behandeld in de Verblijfsvergunning Regulierprocedure (VVR). Voor beide procedures geldt dat de instroom hoger is dan medio 2016 geraamd. De inspanningen om migranten die Nederland nodig heeft – met name studie-, arbeids- en kennismigranten – door middel van snelle en doeltreffende procedures toe te laten, in combinatie met de aantrekkende economie zijn hier de oorzaken van.

37.2 Toegang, toelating en opvang vreemdelingen

Bijdragen agentschappen

Immigratie- en Naturalisatiedienst

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is verantwoordelijk voor de uitvoering van het vreemdelingenbeleid en het beleid ten aanzien van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Dat houdt in dat de IND alle aanvragen beoordeelt van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of Nederlander willen worden. Het kan gaan om vluchtelingen die niet veilig zijn in eigen land, maar ook om mensen die in Nederland willen werken en wonen of zich willen laten naturaliseren tot Nederlander.

De bekostiging van de IND vindt plaats door de bijdrage van het moederdepartement en opbrengsten derden. De bijdrage van het moederdepartement is gebaseerd op de vastgestelde kostprijzen (P), de instroomaantallen (Q) en een lumpsumbekostiging voor de materiële kosten (ICT, huisvesting e.d.) en de kosten voor de staf. De opbrengsten derden bestaan uit leges die vreemdelingen betalen voor het behandelen van aanvragen voor verblijfsvergunning regulier of verzoeken tot naturalisatie en voor een kleiner gedeelte uit opbrengsten uit onderverhuur en bijdragen uit Europese subsidies. In tabel 37.4. wordt zichtbaar hoe het budget is verdeeld over de verschillende productgroepen.

Tabel 37.4 Bekostiging IND (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

 

Begroting

Verschil

Productgroep

       

Asiel

101.783

29%

 

117.690

31%

– 15.907

Regulier

117.929

34%

 

118.433

34%

– 504

Naturalisatie

9.600

3%

 

7.896

2%

1.703

Ketenondersteuning

4.981

1%

 

3.948

1%

1.033

Lumpsum

160.206

46%

 

141.067

43%

19.139

Overig

3.299

1%

 

7.896

2%

– 4.597

             

Bekostiging

           

Totale bekostiging

397.797

114%

 

396.930

114%

867

Bijdragen derden

– 47.860

– 14%

 

– 47.373

– 14%

– 487

Bijdrage VenJ

349.937

100%

 

349.241

100%

696

Bron: opdrachtbrieven van VenJ aan IND.

Voor verdere onderbouwing van de uitgaven wordt verwezen naar de agentschapsparagraaf.

Verder is een bedrag van € 15,5 mln. toegevoegd aan de asielreserve.

De lagere uitgaven bij asiel hangen grotendeels samen met een lagere spontane (niet-gereguleerde) asielinstroom dan medio 2016 voor kalenderjaar 2017 werd verwacht (een realisatie van 35.030 ten opzichte van een raming van 42.000; zie tabel 37.3).

Naast niet-gereguleerde instroom was sprake van gereguleerde instroom (hervestiging), mede als gevolg van de afspraken die in maart 2016 zijn gemaakt tussen de EU en Turkije. De afspraken liepen in 2017 af. In 2017 zijn nieuwe afspraken gemaakt voor het vervolg.

De lumpsumkosten zijn herijkt voor de bijstelling van de tarieven van Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Daarnaast is de loonbijstelling ontvangen. Verder wordt het hogere aandeel aan lumpsumkosten verklaard uit incidentele kosten die verband houden met de verhuizing van het hoofdkantoor naar de Rijnstraat.

Tabel 37.5 Kengetallen IND doorlooptijden

Vreemdelingenzaken waarop binnen de termijn is besloten

Realisatie

Streefwaarde

 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2017

Asiel

88%

88%

85%

93%

96%

91%

86%

90%

Regulier

87%

89%

87%

91%

91%

89%

82%

95%

Naturalisatie

87%

91%

70%

86%

96%

95%

93%

95%

Bronnen: begroting VenJ en realisatiecijfers IND.

Toelichting

De gemiddelde doorlooptijd asiel producten is 86%. De norm wordt niet gerealiseerd doordat o.a. de voorraden Asiel Beslis en Nareis worden weggewerkt. Door de verhoogde instroom, van voorgaande jaren, zijn voorraden ontstaan. Het wegwerken van de voorraden heeft een negatief effect op de gemiddelde doorlooptijd.

De gemiddelde doorlooptijd van de reguliere producten is lager dan de norm van 95%. Grotendeels komt dit door het wegwerken van de voorraden MVV nareis, 8 EVRM, bezwaar Nareis en bezwaar 8EVRM. Het wegwerken van deze voorraden heeft prioriteit.

De tijdigheid naturalisatie is niet gerealiseerd doordat instroompieken zijn opgevangen met interne capaciteit naturalisatie, een deel van de capaciteit was ingezet voor overige beslistaken.

Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s

Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA)

Het COA wordt voornamelijk op PxQ-basis (prijs maal de gemiddelde bezetting) gefinancierd. Bij de vastgestelde begroting 2017 was nog geen rekening gehouden met de lagere instroom en daarmee met de lagere bezetting. In totaal is aan COA een bedrag van € 562,7 mln toegekend voor bezetting in COA. De lagere bezetting bracht wel kosten van leegstand (€ 142 mln) en het sluiten van locaties (krimpkosten van € 120 mln) met zich mee. Totaal is € 121,7 mln. minder bijgedragen dan in de vastgestelde begroting 2017.

Behalve de bijdrage aan het COA zijn op dit artikelonderdeel ook de bijdragen die gemeenten ontvangen voor de uitvoering van het Faciliteitenbesluit Opvangcentra Asielzoekers verantwoord (circa € 5 mln.). De totale bijdrage over 2017 aan het COA bedroeg € 868,401 mln.

Tabel 37.6 Prestatie-indicator Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (gemiddelde verblijfsduur in maanden)
 

Realisatie

Prognose

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2017

Gemiddelde opvangduur vergunninghouders na vergunningverlening

5

3,7

4,7

4,6

4,7

4,1

3,5

Gemiddelde verblijfsduur opvang op basis van uitstroom

14

13

9,8

8,1

8,1

7,4

12

Toelichting

De gemiddelde opvangduur van vergunninghouders na vergunningverlening bedroeg in 2017 4,1 maanden. Hoewel dit boven de streefwaarde van 3,5 maanden lag, was het een daling ten opzichte van voorgaande jaren. De overschrijding wordt voornamelijk veroorzaakt door de grote aantallen vergunninghouders die moesten uitstromen. In de eerste helft van het jaar was de huisvestingstaakstelling ook niet gerealiseerd door gemeenten. Tevens heeft de toestroom van nareizigers er voor gezorgd dat referenten soms langer in de opvang moeten verblijven voordat uitstroom naar een passende gemeentewoning kan plaatsvinden.

In 2017 kwam de huisvesting van vergunninghouders door gemeenten goed op gang, met name de huisvesting van gezinnen. Een groot deel van de vergunninghouders heeft gezinshereniging aangevraagd. Deze vergunninghouders worden gehuisvest in de gemeenten zodra hun nareizende familieleden in Nederland zijn aangekomen. In 2017 hebben de gemeenten voldaan aan hun taakstelling voor de huisvesting van asielzoekers.

De gemiddelde opvangduur van de asielzoekers die niet in aanmerking komen voor een vergunning is gedaald. Dit is het gevolg van de invoering van het sporenbeleid in 2016 waardoor minder kansrijke aanvragen met voorrang worden afgehandeld.

Stichting Nidos

Stichting Nidos is in het Burgerlijk Wetboek aangewezen voor de tijdelijke voogdij over alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Daarnaast is Nidos aangewezen voor het uitvoeren van de kinderbeschermingsmaatregel ondertoezichtstelling wanneer het om kinderen uit vluchtelingengezinnen gaat. Ook verzorgt Nidos de voogdij voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen vanaf het moment dat zij zich in Nederland melden.

Op basis van het Subsidiebesluit rechtspersonen voor voogdij en gezinsvoogdij vreemdelingen 2015 zorgt Nidos voor opvang in pleeggezinnen of wanneer het om vergunninghouders gaat in kleinschalige opvang. De bijdrage aan Nidos bestaat uit verzorgingskosten en uit begeleidingskosten. Deze bijdrage wordt op basis van jaarplannen verstrekt en is voor wat betreft de begeleidingskosten direct gerelateerd aan het aantal pupillen onder Nidos begeleiding. De jaarlijkse instroom van AMV’s alsook de uitstroom naar gemeenten is van invloed op het aantal pupillen onder Nidos begeleiding.

De totale bijdrage aan Stichting Nidos bedraagt over 2017 € 133,6 mln. Het restant, € 2 mln., is toegevoegd aan de asielreserve.

Subsidies

Vluchtelingenwerk Nederland

Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) zet zich op basis van Universele verklaring voor de Rechten van de Mens in voor de bescherming en het behartigen van de belangen van vluchtelingen en asielzoekers. VWN heeft een bij wet vastgelegde taak ten aanzien van voorlichting aan asielzoekers direct na aankomst in Nederland. VWN geeft naast voorlichting over de asielprocedure ook ondersteuning in alle fasen in de asielprocedure en ondersteuning bij gezinshereniging en bij terugkeer. De inzet van VWN is gericht op het verbeteren van de kwaliteit en snelheid van de asielprocedure (proces toelating), het verbeteren van de verblijfsomstandigheden in de opvang (proces opvang) en een beter begrip door de asielzoeker van de asielprocedure (proces toelating en proces terugkeer). De subsidie aan VWN wordt op basis van (kalender)jaarplannen verstrekt en is gerelateerd aan de instroom van asielzoekers, aan de bezetting bij het COA en de werkvoorraad bij de IND.

De totale subsidie aan VWN bedroeg over 2017 € 10,01 mln.

Opdrachten

Keteniformatisering

In 2017 zijn vanuit dit budget de beheerkosten van de centrale voorzieningen gefinancierd, die gebruikt worden voor digitale informatie-uitwisseling binnen de Vreemdelingenketen. Ook de (beperkte) doorontwikkeling en vernieuwing van de voorzieningen zijn hiermee bekostigd. Zo is in 2017 een vernieuwing van de biometrievoorziening gerealiseerd, als onderdeel van een VenJ-brede biometrievoorziening. Een deel van het budget is in 2017 gebruikt om de ketenpartners te ondersteunen bij de aansluiting op de in 2016 gerealiseerde nieuwe voorzieningen.

Versterking vreemdelingenketen

In 2017 zijn vanuit dit budget diverse (kleinere) opdrachten gefinancierd met als doel verbeteringen in de vreemdelingenketen te bewerkstelligen.

37.3 Terugkeer

Bijdragen aan agentschappen

DJI/Dienst Vervoer en Ondersteuning

De DT&V schakelt de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) in voor het vervoer van vreemdelingen.

Subsidies

REAN-regeling

De DT&V en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) werken met elkaar samen op het gebied van zelfstandige terugkeer. De realisatie is lager dan verwacht doordat er in 2017 minder vreemdelingen aanspraak konden maken op deze voorziening.

Overige subsidies

Het Ministerie subsidieert samen met het Ministerie van Buitenlandse Zaken, maatschappelijke organisaties die personen bijstaan in het terugkeerproces. DT&V beheert deze subsidieregelingen.

Opdrachten

Vreemdelingen vertrek

De DT&V bevordert het daadwerkelijke vertrek van vreemdelingen die niet in Nederland mogen verblijven. Dit doet de DT&V door middel van het voeren van de regie over het vertrekproces van individuele vreemdelingen. De werkzaamheden omvatten onder meer het voeren van gesprekken met vreemdelingen, het faciliteren van het verkrijgen van reisdocumenten, het geven van voorlichting en het voorbereiden van het daadwerkelijke vertrek. Door het onderhouden van contacten met autoriteiten van landen van herkomst en de diplomatieke vertegenwoordigingen in Nederland en België bevordert de DT&V de samenwerking op het terrein van terugkeer met deze landen. Ook verricht de DT&V werkzaamheden in het kader van Europese samenwerking op het gebied van terugkeer.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn licht hoger dan verwacht. Oorzaak is de afrekening van een aantal subsidies uit 2016.

Licence