Base description which applies to whole site

Dienst van de Huurcommissie

Inleiding

De Huurcommissie is een landelijk functionerend zelfstandig bestuursorgaan (ZBO). Dit ZBO wordt ondersteund door de Dienst van de Huurcommissie (DHC), die de status van baten-lastenagentschap heeft. Jaarlijks verstrekt de directie Woningmarkt (onderdeel van DG Bestuur en Wonen bij het Ministerie van BZK) een opdracht aan DHC voor de uitvoering van de huurgeschilbeslechtings- en overige werkzaamheden. In 2017 is deze opdracht verstrekt op basis van voorschot en afrekening.

Staat van baten en lasten van de baten-lastenagentschap DHC 2017 (bedragen x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

(4)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2016

Baten

       

Omzet moederdepartement

8.326

12.255

3.929

10.935

Omzet overige departementen

0

0

0

0

Omzet derden

4.910

623

– 4.287

748

Rentebaten

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

3

3

1.375

Bijzondere baten

0

2.302

2.302

1.499

Totaal baten

13.236

15.183

1.947

14.557

         

Lasten

       

Apparaatskosten

12.248

11.863

– 385

11.000

– Personele kosten

6.529

7.412

883

5.796

Waarvan eigen personeel

5.859

6.550

691

4.879

Waarvan externe inhuur

670

603

– 67

800

Waarvan overige personele kosten

0

259

259

117

– Materiële kosten

5.719

4.451

– 1.268

5.204

Waarvan apparaat ICT

2.823

2.334

– 489

2.698

Waarvan bijdrage aan SSO's

0

0

0

0

Waarvan overige materiele kosten

2.896

2.117

– 779

2.506

Rentelasten

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

988

494

– 494

941

– Materieel

24

102

78

26

Waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

– Immaterieel

964

392

– 572

915

Overige lasten

0

2.708

2.708

1.798

– Dotaties voorzieningen

0

18

18

5

– Bijzondere lasten

0

2.690

2.690

1.793

Totaal lasten

13.236

15.065

1.829

13.739

Saldo van baten en lasten

0

118

118

818

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De voornaamste bate van DHC bestaat uit de vergoeding van de opdrachtgevende beleidsdirectie Woningmarkt (Wm). De opdracht voor 2017 is aangegaan op basis van voorschot en afrekening. De verwachting was dat in 2017 een wetsvoorstel zou worden ingediend bij de Tweede Kamer waarmee de financieringsstructuur van de Huurcommissie zou worden aangepast. Naast een bijdrage van de opdrachtgever zou ook een bijdrage door de verhuurders aan de werkzaamheden van de Huurcommissie worden voorgelegd. Door het controversieel verklaren van dit wetsvoorstel door de Tweede Kamer, in verband met de demissionaire status van het kabinet, is de verhuurdersbijdrage niet tot uitvoering gekomen. In de loop van 2017 heeft de opdrachtgever de financiering van de totale opdracht 2017 (€ 14,5 mln.) voor zijn rekening genomen

De totale productie was lager dan vermeld in de begroting, zoals blijkt uit de volgende tabel:

Productie (aantallen)

Soort zaak

Begroting 2017

Offerte/opdracht 2017 (1)

Realisatie 2017 (2)

Verschil (3=2–1)

Huurprijsgeschillen

5.800

4.650

4.203

– 447

Servicekostengeschillen

2.700

3.000

2.525

– 475

Huurverhogingsgeschillen op grond van punten

690

400

502

102

Huurverhogingsgeschillen op grond van inkomen

 

1.200

709

– 491

WOHV-geschillen1

10

10

6

– 4

Totaal

9.200

9.260

7.945

– 1.315

1

Geschillen op grond van de Wet op het overleg huurders verhuurder

De lagere totale productie hangt samen met een lagere instroom dan verwacht: indien minder verzoeken tot geschilbeslechting worden ontvangen, zijn er ook minder verzoeken af te wikkelen. Dit deed zich nagenoeg voor alle huurprijsgeschillen voor, zoals blijkt uit de volgende tabel:

Instroom (aantallen)

Soort zaak

Offerte/opdracht 2017 (1)

Realisatie 2017 (2)

Verschil (2 – 1)

Huurprijsgeschillen

4.955

4.186

– 769

Servicekostengeschillen

2.525

2.265

– 260

Huurverhogingsgeschillen op grond van punten

505

466

– 39

Huurverhogingsgeschillen op grond van inkomen

1.485

667

– 818

WOHV-geschillen

10

4

– 6

Totaal

9.480

7.588

– 1.892

Omzet derden

De omzet derden is lager dan bij de ontwerpbegroting geraamd is. Dit komt, zoals hiervoor is aangegeven, door het controversieel verklaren van het wetsvoorstel dat een verhuurdersbijdrage zou inhouden. Het bedrag dat nu gerealiseerd is betreft legesgelden.

Vrijval voorzieningen

De voorziening leges kon verlaagd worden gelet op de verwachte kosten in de periode 2018 en latere jaren.

Bijzondere baten

Ten behoeve van een aantal specifieke werkzaamheden, opgenomen in de offerte van de Huurcommissie, heeft het moederdepartement in 2017 bijdragen toegezegd en bij wijze van voorschot betaald.

Lasten

Apparaatskosten: personele kosten

Personele kosten die zijn gemaakt voor specifieke werkzaamheden, niet behorend tot de kostprijzen, zijn bij de bijzondere lasten verantwoord. In de kosten voor eigen personeel zijn kosten opgenomen (€ 1,0 mln.) voor werknemers die eind 2017 een overeenkomst met de Huurcommissie zijn aangegaan en gebruik maken van de stimuleringspremie bij ontslag op eigen verzoek.

Externe medewerkers zijn ingeschakeld in de reguliere processen van geschilbeslechting opdat vaste medewerkers daarvan vrijgesteld konden worden en ingezet konden worden in de nieuwe processen van Brede Intake en Bemiddelen.

De overige personele kosten waren in de oorspronkelijke begroting opgenomen in de overige materiële kosten. Deze kosten worden nu apart vermeld.

Apparaatskosten: materiële kosten

De materiële kosten waren in 2017 lager dan aanvankelijk begroot door een scherper inkoopbeleid.

Bijzondere lasten

Dit betreft de transitiekosten 2017, zoals opgenomen in de offerte 2017 en waarvoor opdracht is verkregen. Ook de waardevermindering van onderhanden werk is onder deze post verantwoord.

Saldo van baten en lasten

Over 2017 heeft de Huurcommissie een positief exploitatieresultaat behaald (ruim € 0,1 mln). De materiële lasten vielen lager uit dan begroot. De stijging van de bijzondere lasten werd grotendeels gecompenseerd door de hiervoor ontvangen vergoeding die is verantwoord in de bijzondere baten.

Balans per 31 december 2017 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2017

Balans 2016

Activa

   

Immateriële vaste activa

0

392

Materiële vaste activa

163

55

– Grond en gebouwen

0

34

– Installaties en inventarissen

163

21

– Overige materiële vaste activa

0

0

Vlottende activa

4.228

6.413

– Voorraden en onderhanden projecten

1.191

1.674

– Debiteuren

278

415

– Overige vorderingen en overlopende activa

57

0

– Liquide middelen

2.702

4.324

Totaal activa

4.391

6.860

     

Passiva

   

Eigen Vermogen

817

1.553

– Exploitatiereserve

699

735

– Onverdeeld resultaat

118

818

Voorzieningen

252

421

Langlopende schulden

   

– Leningen bij het MvF

0

0

Kortlopende schulden

3.322

4.886

– Crediteuren

1.416

210

– Overige verplichtingen en overlopende passiva

1.906

4.676

Totaal passiva

4.391

6.860

Toelichting

Activa

Immateriële vaste activa

De immateriële activa bestaan uit aangeschafte software en het Themis bedrijfssoftwarepakket dat in opdracht van de Huurcommissie door derden in 2010 is ontwikkeld en in januari 2011 in gebruik is genomen. Aan het einde van 2017 is Themis buiten gebruik gesteld en geheel afgeschreven.

Materiële vaste activa

De materiële activa bestaan uit inventaris, hardware, installaties en verbouwingen die in de afgelopen jaren zijn gedaan aan het kantoor Den Haag en de DHC-ruimte in het Havengebouw te Amsterdam. DHC huurt zijn kantoorruimten, deze panden staan daarom niet op de balans als activa.

Het grootste deel van de activa is begin deze eeuw aangeschaft waardoor de restwaarde beperkt is. Veel activa worden nog gebruikt terwijl ze inmiddels afgeschreven zijn. In 2017 zijn voor € 0,2 mln. nieuwe laptops en iPhones aangeschaft.

Voorraden en onderhanden projecten

Dit betreft het onderhanden werk.Ultimo 2017 was de waarde van de voorraad onderhanden werk (in bewerking genomen aanvragen) lager dan aan het begin van het jaar. In de begroting was met deze afname geen rekening gehouden. De mutatie is het verschil tussen de waarde van de voorraad per 1-1-2017 en 31-12-2017.

Debiteuren

Deze post heeft in de eerste plaats betrekking op nog te ontvangen leges van huurders en verhuurders die een verzoek tot behandeling van een huurgeschil hebben ingediend en van huurders en verhuurders die (geheel of gedeeltelijk) in het ongelijk zijn gesteld en als niet-indiener deze leges niet als voorschot hadden betaald en derhalve veroordeeld zijn tot het betalen van leges; beide categorieën vallen onder de post «legesdebiteuren». In de tweede plaats zijn er debiteuren in verband met detacheringen van DHC-medewerkers bij andere BZK onderdelen.

Passiva

Eigen vermogen

Het eigen vermogen wordt gevormd door enerzijds de exploitatiereserve en anderzijds het onverdeeld resultaat over 2017. De exploitatiereserve is in 2017 gemuteerd door verwerking van het onverdeeld resultaat 2016 en het afdragen van het eigen vermogen surplus over 2016. Na toevoeging van het onverdeeld resultaat 2017 bedraagt het eigen vermogen € 0,8 mln. In de Regeling Agentschappen 2013 is aangegeven dat er de mogelijkheid is voor de dienst om een exploitatiereserve op te bouwen. De maximale exploitatiereserve bedraagt 5% van de gemiddelde omzet van de afgelopen drie jaren. Het maximale eigen vermogen in 2017 bedraagt € 0,7 mln. Het verschil tussen het vermogen per 31-12-2017 en het maximaal toegestane eigen vermogen bedraagt € 0,1 mln. Voor de eerstvolgende suppletoire begrotingswet wordt het surplus aan eigen vermogen afgeroomd

Voorzieningen

De voorzieningen die op de balans staan, betreffen kosten in verband met de reorganisaties in 2009 en 2012 en onzekere legesontvangsten. De voorziening dubieuze legesdebiteuren is toegevoegd aan de debiteuren.

Bestemming (bedragen x € 1.000)

Stand per 1-1-2017

Onttrekking

Vrijval

Dotatie

Overgeboekt naar debiteuren

Saldo per 31-12-2017

Reorganisatie 2009:

           

• Herplaatsers

134

36

0

4

 

102

Reorganisatie 2012:

           

• Herplaatsers

147

31

0

11

 

127

• Maatwerkafspraken

113

93

0

3

 

23

Voorziening dubieuze legesdebiteuren

27

10

3

0

14

0

Totaal

421

170

3

18

14

252

Crediteuren

Dit betreft in 2017 ontvangen maar per ultimo 2017 nog niet betaalde facturen voor gemaakte kosten die betrekking hebben op 2017.

Crediteuren (bedragen x € 1.000)

31-12-2017

31-12-2016

Crediteuren moederdepartement

943

0

Crediteuren overige departementen

16

0

Crediteuren derden

457

210

Totaal

1.416

210

Overige verplichtingen en overlopende passiva

Deze post bestaat uit nog te ontvangen facturen, legesvoorschotten en verplichtingen jegens het personeel en bevat alleen maar schulden aan derden.

Kasstroomoverzicht over 2017 (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2017

1.172

4.324

3.152

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

14.200

15.746

– 1.546

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

– 14.200

– 16.304

– 2.104

2.

Totaal operationele kasstroom

0

– 558

– 558

 

Totaal investeringen (-/-)

– 988

– 210

778

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 988

– 210

778

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

– 854

– 854

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

988

0

– 988

4.

Totaal financieringskasstroom

988

– 854

– 1.842

5.

Rekening courant RHB 31 december 2017 (=1+2+3+4)

1.172

2.702

1.530

 

(maximale roodstand € 0,5 mln.)

     

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De operationele ontvangsten zijn hoger dan begroot doordat in 2017 extra budget is verkregen voor voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot nieuwe wetgeving en de reorganisatie van de Huurcommissie. De operationele uitgaven zijn als gevolg hiervan ook hoger dan oorspronkelijk begroot.

In 2017 is voor € 0,2 mln. geïnvesteerd in laptops en iPhones en is daarmee onder de verwachte investeringen gebleven. Het surplus aan eigen vermogen 2016 is afgedragen aan het moederdepartement. Er is geen gebruik gemaakt van de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2017 DHC

Omschrijving generiek deel

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2014

2015

2016

2017

2017

% Huurprijsgeschillen afgerond binnen 4 maanden

63%

77%

66%

64%

90%

% Servicekostengeschillen afgerond binnen 5 maanden

70%

72%

63%

47%

90%

% Huurverhogingsgeschillen afgerond binnen 4 maanden

96%

88%

92%

90%

90%

% WOVH-geschillen afgerond binnen 4 maanden

35%

25%

0%

50%

90%

           

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

66

70

67

63

69

           

Saldo van baten en lasten (%)

– 7%

0%

6%

1%

0%

Toelichting

Doorlooptijden

De Huurcommissie heeft zich ook in 2017 ingezet om een zo groot mogelijk aantal zaken af te handelen binnen de daarvoor gestelde norm (de zogeheten doorlooptijd). Bij de verschillende typen geschillen daalde het percentage zaken dat werd afgehandeld binnen de daarvoor geldende norm. Deze daling werd veroorzaakt door de inzet van capaciteit op twee verandertrajecten, te weten het wisselen van ICT-zaaksysteem en het opleiden van medewerkers ten behoeve van de nieuwe dienstverlening «Brede Intake en Bemiddeling». Daarnaast nam ook de voorgenomen reorganisatie van de Huurcommissie de nodige capaciteit in beslag. Door de verschillende verschuivingen in capaciteit zijn er, ondanks extra inhuur, (negatieve) gevolgen voor de doorlooptijd van de productie ontstaan.

Personeel

Het aantal medewerkers in vaste dienst (uitgedrukt in fte) en de ontwikkeling daarvan in de loop der jaren.

Licence