Base description which applies to whole site

2. Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning

A. Algemene doelstelling

Het verrichten van uitgaven die functioneel met het koningschap samenhangen krachtens artikel 3 van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH).

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Koning.

C. Beleidsconclusies

Niet van toepassing.

D. Budgettaire gevolgen

Functionele uitgaven van de Koning (bedragen x € 1.000)
         

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Verplichtingen

26.833

27.554

27.744

28.289

28.913

28.287

626

Uitgaven

26.833

27.554

27.744

28.289

28.913

28.287

626

Ontvangsten

65

0

25

30

8

0

8

Ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting is er een verschil bij de uitgaven en de ontvangsten. De hogere realisatie is met name het gevolg van de Rijksbreed uitgekeerde de loon- en prijsbijstelling. Op het moment dat rekening gehouden wordt met de suppletoire begrotingsmutaties dan sluit de realisatie aan op het geautoriseerd budget en is er sprake van volledige uitputting. De hogere ontvangsten zijn het gevolg van de eindafrekening over 2017. In de eerste suppletoire begroting van de Koning 2018 (Kamerstukken II 2017–2018 34 960 I, nr. 1) zijn de mutaties uitgebreid toegelicht.

E. Toelichting

Dit begrotingsartikel bevat de functionele uitgaven die te relateren zijn aan de uitoefening van het koningschap. De kosten worden op declaratiebasis door de Dienst van het Koninklijk Huis namens de Koning ingediend bij de Minister-President en ten laste van deze begroting betaald. Het begrotingsartikel bestaat uit een personele en een materiële component en overige specifieke uitgaven, betreffende de uitgaven voor de inzet van luchtvaartuigen en de uitgaven voor de reis- en verblijfkosten die samenhangen met bezoeken aan het Caribische deel van het Koninkrijk. De uitputting van dit begrotingsartikel vindt plaats via de verstrekking van voorschotten aan de Dienst van het Koninklijk Huis.

De primaire taak van de Dienst van het Koninklijk Huis is de ondersteuning van Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima en Prinses Beatrix en overige leden van het Koninklijk Huis bij hun dagelijkse werkzaamheden. De Dienst van het Koninklijk Huis bestaat uit het Civiele Huis en het Militaire Huis. De diverse hofdepartementen van het Civiele Huis kennen ieder hun eigen discipline. Dit betreft onder meer administratie en financiën, huishoudelijke diensten, onderhoud en beheer van ter beschikking gestelde paleizen, vervoer, ICT en tevens beleidsinhoudelijke en praktische ondersteuning. Leden van het Militaire Huis ondersteunen de coördinatie en de uitvoering van evenementen en diverse veiligheidsaspecten rondom het Koninklijk Huis. Voor de Dienst van het Koninklijk Huis werken ongeveer 300 medewerkers (252 fte).

Onderstaande tabel maakt het verloop van de verschillende onderdelen binnen dit begrotingsartikel inzichtelijk. De realisatie betreft de gegevens zoals deze door de Dienst van het Koninklijk Huis zijn verantwoord in de eindafrekening over 2018. Om een volledig inzicht te geven in de uitputting worden deze gegevens afgezet tegen het geautoriseerde budget inclusief de suppletoire begrotingsmutaties. Zoals in de leeswijzer is gemeld, betreffen deze bedragen niet de begrotingsbelasting van de begroting van de Koning in 2018.

Functionele uitgaven van de Koning (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie (1)

Geautoriseerde budget (2)

Verschil (1)–(2)

Personeel Dienst van het Koninklijk Huis

18.336

18.661

– 325

Materieel Dienst van het Koninklijk Huis

9.304

9.035

269

Materiële uitgaven faunabeheer

299

303

– 4

Uitgaven voor luchtvaartuigen

833

834

– 1

Bezoeken aan het Caribische deel van het Koninkrijk

141

80

61

Totaal

28.913

28.913

0

De functionele kosten over 2018 laten een volledige uitputting zien.

Per onderdeel van de functionele uitgaven wordt een nadere toelichting gegeven.

Personeel Dienst van het Koninklijk Huis

Deze personeelskosten hebben betrekking op 252 fte. Dit is exclusief de personeelsleden die worden betaald uit de B-component. De kosten voor actief personeel betreffen de personeelsinzet ten behoeve van o.a. het departement van de Hofmaarschalk, Koninklijke Verzamelingen, het Koninklijk Staldepartement (chauffeurs/monteurs, koetsiers en onderhoudspersoneel), het Algemeen Secretariaat en overige diensten en de personeelsinzet voor de facilitaire functies voor de in de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis aangewezen paleizen. De onderuitputting op de personele uitgaven is te verklaren door vacatureruimte gedurende het jaar.

Materieel Dienst van het Koninklijk Huis

De materiële kosten hebben betrekking op de instandhouding van het rijtuigenpark (auto’s, paarden en rijtuigen) en de gebruikskosten voor de in de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis aangewezen paleizen (inclusief de verwarming en verlichting). Daarnaast bevatten zij de kosten voor ICT, accountantscontrole, advisering, beveiligingsvoorzieningen en de kosten van facilitaire aard. Hieronder vallen ook dotaties aan bestemmingsreserves voor langetermijninvesteringen. Ten slotte worden binnen de materiële kosten ook de kosten verantwoord die betrekking hebben op het departement Faunabeheer. Dit bevat een tegemoetkoming in de infrastructuurkosten van Kroondomein Het Loo. De hogere materiële kosten zijn het gevolg van extra facilitaire kosten en de structurele toename van kosten voor automatisering en informatiebeveiliging.

Ook in de zomer van 2018 heeft de Koning wederom Paleis Noordeinde en de Koninklijke Stallen opengesteld voor het publiek. De hiermee gemoeide personele en materiële kosten zijn binnen de begroting opgevangen.

Uitgaven voor luchtvaartuigen

De uitgaven voor luchtvaartuigen (met uitzondering van staatsbezoeken en werkbezoeken aan het Caribische deel van het Koninkrijk) betreffen de uitgaven voor vliegkosten van het Koninklijk Huis. Het betreft zowel de uitgaven voor de inzet van het tijdelijk ingehuurde regeringsvliegtuig en andere luchtvaartuigen in het beheer bij het Rijk als civiele inhuur. Op grond van het Besluit van de Minister-President, de Minister van Algemene Zaken, de Minister van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Defensie, van 20 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/304193, tot wijziging van het Besluit gebruik van het regeringsvliegtuig en luchtvaartuigen van de krijgsmacht in verband met de troonswisseling en de aanpassing van de franchise voor het Koninklijk Huis (Stcrt. 2014, nr. 188), kunnen de zogenaamde uitkeringsgerechtigde leden van het Koninklijk Huis gebruikmaken van het regeringsvliegtuig.1 Indien het regeringsvliegtuig niet beschikbaar is of niet aan de gebruikseisen voldoet, kan een beroep worden gedaan op luchtvaartuigen in beheer van het Ministerie van Defensie. Indien zowel het regeringsvliegtuig als de luchtvaartuigen van Defensie niet beschikbaar zijn, draagt de vluchtcoördinator zorg voor civiele inhuur.2 Doordat het tijdelijk ingehuurde regeringsvliegtuig niet het gehele jaar beschikbaar was, moest er meer gebruik worden gemaakt van de inhuur van civiele luchtvaartuigen.

Uitgaven voor luchtvaartuigen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie (1)

vastgestelde begroting (2)

Verschil (1)–(2)

Inzet regeringsvliegtuig

279

393

– 114

Inhuur Gulfstream KLu

78

66

12

Inhuur civiele helikopters

13

25

– 12

Inhuur civiele luchtvaartuigen

463

350

113

Totaal

833

834

– 1

Bezoeken aan het Caribische deel van het Koninkrijk

De uitgaven die samenhangen met bezoeken aan het Caribische deel van het Koninkrijk in de vorm van reis- en verblijfkosten (inclusief de vliegkosten) vormen ook een deel van de uitgaven die binnen dit begrotingsartikel worden verantwoord. Dit in navolging van de brief van de Minister-President over de nieuwe opzet van begroting I van de Rijksbegroting (Kamerstukken II 2008–2009 31 700 I, nr. 5), gebaseerd op de aanbevelingen van de Stuurgroep herziening stelsel kosten Koninklijk Huis.

1

Indien een lid van het Koninklijk Huis namens de Koning een (representatieve) verplichting uitvoert waartoe vervoerskosten moeten worden gemaakt, worden de kosten van dat vervoer gedragen door de Staat respectievelijk wordt door de Staat voor vervoer gezorgd.

2

Dit betreft de inhuur van commerciële luchtvaartuigen. Ook kan gebruik worden gemaakt van reguliere lijnvluchten.

Licence