Base description which applies to whole site

12. DE SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 2018 VAN KONINKRIJKSRELATIES (IV)

(bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2018

31-12-2017

 

Passiva

31-12-2018

31-12-2017

 

Intra-comptabele posten

             

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

625.079

359.001

 

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

53.814

59.059

                 

3)

Liquide middelen

94.024

64.966

         
                 

4)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

0

0

 

4a)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

666.261

369.328

                 

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

0

 

5a)

Begrotingsreserves

0

0

                 

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

1.620

5.144

 

7)

Schulden buiten begrotingsverband

648

724

                 

8)

Kas-transverschillen

0

0

         
                 
 

Subtotaal intra-comptabel

720.723

429.111

   

Subtotaal intra-comptabel

720.723

429.111

 

Extra-comptabele posten

             

9)

Openstaande rechten

0

0

 

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

0

                 

10)

Vorderingen

1.244.528

1.218.667

 

10a)

Tegenrekening vorderingen

1.244.528

1.218.667

                 

11a)

Tegenrekening schulden

0

2.584

 

11)

Schulden

0

2.584

                 

12)

Voorschotten

347.328

221.112

 

12a)

Tegenrekening voorschotten

347.328

221.112

                 

13a)

Tegenrekening garantie-verplichtingen

2.106

2.727

 

13)

Garantieverplichtingen

2.106

2.727

                 

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

323.903

513.777

 

14)

Andere verplichtingen

323.903

513.777

                 

15)

Deelnemingen

0

0

 

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

0

                 
 

Subtotaal extra-comptabel

1.917.865

1.958.867

   

Subtotaal extra-comptabel

1.917.865

1.958.867

                 
 

Overall Totaal

2.638.588

2.387.978

   

Overall Totaal

2.638.588

2.387.978

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2018 HIV

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2018 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het bedrag is als volgt opgebouwd:

 

(Bedragen in €)

a) Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten1

3.147.750

b) College Financieel Toezicht

170.223

c) Rijksdienst Caribisch Nederland

11.963.319

d) Bank lopende inschrijving

78.742.513

Totaal

94.023.805

1

Deze post wordt bepaald door een storting op de Maduro Curiel’s Bank N.V. voor betalingen in de komende perioden voor deze kasbeheerder.

Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement. De rekening-courant FIN/RHB CFT Bonaire, Saba en Sint Eustatius zijn in 2018 opgeheven. De saldi zijn gestort op de rekening-courant RHB. De volgende rekening-courantverhoudingen zijn opgenomen in de balans:

 

(Bedragen in €)

a) Rekening-courant FIN/RHB

654.321.826

e) Rekening-courant FIN/RHB Bevoorschotting BES/RCN

11.938.520

Totaal

666.260.346

Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

 

(Bedragen in €)

a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten

887.725

b) Intra-comptabele voorschotten

434.025

c) Overige vorderingen

297.598

Totaal

1.619.348

Ad a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten

De vorderingen van de Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten, College Financieel Toezicht en de Rijksdienst Caribisch Nederland het CFT bestaan uit diverse vorderingen op ministeries en derden.

Ad b) Intra-comptabele voorschotten

Het saldo heeft betrekking op voorschotten salaris, verhuis- en studiekosten verstrekt aan uitgezonden personeel. De posten worden verrekend met het te betalen salaris.

Ad c) Overige vorderingen

Het saldo betreft een intercompany verhouding met begrotingshoofdstuk VII.

Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband

Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

 

(Bedragen in €)

a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten

647.537

Totaal

647.537

Ad a) Schulden Kasbeheerders Rijksdienst

De schulden van de Vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de RCN bestaan voornamelijk uit nog te betalen pensioenpremies en diverse af te dragen belastingen.

Ad 10. Vorderingen

Ad 10a. Tegenrekening vorderingen

Het saldo per 31 december 2018 kan als volgt worden gespecificeerd:

Artikel

Omschrijving

(Bedragen in €)

Artikel 1

Ontv. waarborgfunctie

336.183

Artikel 4

Ontv. bev.soc.econ. Structuur

10.689

Artikel 5

Ontv. Schuldsan.lop.inschr.len.

1.205.553.058

Artikel 6

Apparaat

47.772

Artikel 8

Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden

38.579.462

Totaal

 

1.244.527.164

Naar ontstaansjaar
       

(Bedragen in €)

Ontstaansjaar

Stand per 1/1

Opgeboekt

Afgeboekt

Stand per 31/12

2014

1.007.880.656

 

– 4.376.184

1.003.504.472

2015

138.028.666

 

– 3.755.631

134.273.035

2016

29.701.525

 

0

29.701.525

2017

43.055.976

 

– 4.965.050

38.090.925

2018

 

130.965.612

– 92.008.405

38.957.207

Totaal

1.218.666.823

130.965.612

– 105.105.270

1.244.527.164

Naar de mate van opeisbaarheid van de vorderingen
 

(Bedragen in €)

 

Direct opeisbaar

Op termijn opeisbaar

Totaalbedrag

a) Algemeen

394.643

0

394.643

b) Leningen; artikel 5 en 8

0

1.244.132.521

1.244.132.521

Totaal

394.643

1.244.132.521

1.244.527.164

Toelichting:

Artikel 1: waarborgfunctie

Dit betreft vorderingen voor waarborgsommen voor huur van appartementen en aansluitingen voor water en elektra (€ 0,1 mln.) van uitgezonden personeel. Daarnaast gaat het om facturen uit 2017 en 2018 die namens andere departementen bij BZK geboekt zijn, maar door derden betaald moeten worden. In 2019 wordt dit afgehandeld (€ 0,2 mln.).

Artikel 5: Schuldsanering lopende inschrijvingen / leningen
 

Gehanteerde koersen1

Valuta

Euro

a) Lening OBNA

in €

 

1.340.105

b) Maatregel Tussenbalans

in €

 

4.598.142

c) Water- en Energiebedrijf (akte 263-JZ/1995)

AFL 0,47

10.604.148

4.983.950

d) Leningen lopende inschrijving Curaçao

in €

 

978.385.848

e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten

in €

 

216.245.013

Totaal

   

1.205.553.058

1

De begrotingskoers in de kolom gehanteerde koersen is 0,47.

Ad a) Lening OBNA

De Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) heeft in 2001 een aanvullende lening ontvangen ten behoeve van de financiering van een krediettranche inzake de ontwikkelingssamenwerking tussen Nederland en de Nederlandse Antillen. De lening heeft een looptijd van 30 jaar en eindigt op 31 december 2030. Het rentepercentage bedraagt 2,5% en is de eerste acht jaar vrij van aflossing en rente geweest.

Ad b) Maatregel Tussenbalans

In het kader van de maatregel Tussenbalans zijn gedurende de periode 1991 tot en met 1995 diverse begrotingsleningen verstrekt aan Aruba ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar, waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%. In 2025 zullen de laatste aflossingen plaatsvinden.

Ad c) Water- en Energiebedrijf Aruba (akte 263-JZ/1995)

Het betreft een begrotingslening ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is in 2009 verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. Deze leningsovereenkomst is opgesteld in Arubaanse valuta ad AFL 28 mln. (€ 10,9 mln.). Inmiddels is er op deze lening een bedrag van € 5,9 mln. afgelost. De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026 waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%.

Ad d) Leningen lopende inschrijving Curaçao

Op 15 oktober 2010 heeft de Nederlandse Staat vijf leningen verstrekt aan het land Curaçao. De maximale looptijd van de langstlopende lening is 30 jaar.

Op 16 september 2013 heeft de Nederlandse Staat een lening van ANG 60 mln. verstrekt aan het land Curaçao. Deze lening heeft een looptijd van 30 jaar.

Op 2 juni 2014 heeft de Nederlandse Staat een lening van ANG 250 mln. verstrekt aan het land Curaçao. Deze lening heeft een looptijd van 30 jaar.

Op 20 februari 2015 heeft de Nederlandse Staat een lening van ANG 267,1 mln. verstrekt aan het land Curaçao. Deze lening heeft een looptijd van 30 jaar.

Op 31 december 2015 heeft de Nederlandse Staat een lening van ANG 35 mln. verstrekt aan het land Curaçao. Deze lening heeft een looptijd van 30 jaar.

Op 6 juni 2016 heeft de Nederlandse Staat een lening van ANG 60 mln. verstrekt aan het land Curaçao. Deze lening heeft een looptijd van 30 jaar.

Op 30 november 2017 heeft de Nederlandse Staat een lening van ANG 60 mln.) verstrekt aan het land Curaçao. Deze lening heeft een looptijd van 30 jaar.

De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op Hoofdstuk IV.

Ad e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten

Op 21 oktober 2010 heeft de Nederlandse Staat een vijftal leningen verstrekt aan het land Sint Maarten. De maximale looptijd van de langstlopende lening is 30 jaar.

Op 12 oktober 2011 heeft de Nederlandse Staat een volgende lening verstrekt. De maximale looptijd van deze lening was 5 jaar. Op 12 oktober 2016 is deze lening (ten bedrage van ANG 26 mln.) op verzoek van Sint Maarten met 5 jaar verlengd. De looptijd is 7 jaar met een aflossing in 5 jaarlijkse termijnen startende op 12 oktober 2019. De rente is 0,5% (incl. boeterente).

Op 2 juni 2014 heeft de Nederlandse Staat drie leningen aan Sint Maarten verstrekt voor een bedrag van ANG 150 mln. Aan Sint Maarten is op 21 november 2014 eveneens een lening verstrekt van ANG 30,2 mln. De maximale looptijd van deze leningen is 30 jaar.

Op 25 augustus 2017 heeft de Nederlandse Staat een lening aan Sint Maarten verstrekt voor een bedrag van ANG 21,7 mln. Deze lening heeft een looptijd van 15 jaar.

Artikel 8: Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden

In het kader van de wederopbouw heeft de Nederlandse Staat in 2018 twee leningen verstrekt als liquiditeitssteun voor Sint Maarten. De eerste is op 16 februari 2018 verstrekt voor een bedrag van ANG 50 mln. Deze renteloze lening heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossingen van ANG 2 mln. vanaf januari 2023. De tweede is op 27 september 2018 verstrekt voor een bedrag van ANG 32,6 mln. Deze renteloze lening heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossing van ANG 1,304 mln. vanaf januari 2023.

De meeste leningen worden afgesloten volgens het principe dat de gehele lening bij einddatum wordt afgelost. Sint Maarten heeft echter bij één lening aangegeven jaarlijks af te lossen. De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op Hoofdstuk IV.

Ad 12. Voorschotten

ad. 12a. Tegenrekening voorschotten

De verschuiving in de jaarlagen is een correctie op tabel ontstaansjaren in de eindstanden jaarrekening 2017.

Ontstaansjaar

Stand 31.12.2017

correctie jaarlaag

Gecorr. stand 01.01.2018

2014

93.518.218,00

1.600.000

95.118.218

2015

8.721.796

– 1.600.000

7.121.796

2016

49.239.709

 

49.239.709

2017

69.631.621

0

69.631.621

Totaal

221.111.344

0

221.111.344

De saldi van de per 31 december 2018 openstaande voorschotten en van de in 2018 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:

       

(Bedragen in €)

Ontstaansjaar

Gecorr. stand 01.01.2018

verstrekt 2018

afgerekend 2018

stand 31-12-2018

2014

95.118.218

 

94.582.514

535.704

2015

7.121.796

 

1.072.200

6.049.596

2016

49.239.709

 

41.751.465

7.488.244

2017

69.631.621

 

53.980.825

15.650.796

2018

0

322.265.025

4.662.190

317.602.835

Totaal

221.111.344

322.265.025

196.049.194

347.327.175

De saldi van der per 31 december 2018 openstaande voorschotten worden hieronder per artikel gespecificeerd:

Artikel

Omschrijving artikel

Bedragen in €

1

Waarborgfunctie

21.937.814

4

Bevorderen soc. econ. struct.

40.260.408

8

Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden

285.128.953

 

Totaal openstaande voorschotten

347.327.175

Toelichting:

Artikel 1: Waarborgfunctie

De openstaande voorschotten op dit artikel betreffen voornamelijk de voorschotten verstrekt aan het Korps Landelijke Politiediensten ten behoeve van de inzet van het Recherche samenwerkingsteam (€ 18,9 mln.). De voorschotten worden in 2019 en volgende jaren afgewikkeld na ontvangst van de in de Rijksministerraad goedgekeurde jaarrekening, jaarverslag en verklaring van de externe accountant.

Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur

Een deel van de openstaande voorschotten heeft betrekking op de bijdrage aan de openbare lichamen in het kader van regeling bijzonder uitkering integrale middelen BES (€ 21,1 mln.). Het betreft diverse projecten o.a. op het gebied van sociaal-maatschappelijk werk en sociaal-economische ontwikkeling en het bevorderen van kinderopvang. De vaststelling vindt plaats op basis van de Jaarverslagen van de openbare lichamen over het laatste jaar van uitvoering. Daarnaast staat er nog een klein deel van de verstrekte voorschotten aan de stichting Fondo Desaroyo Aruba (FDA) open (€ 4,4 mln.). In 2019 wordt deze volledig verantwoord. Ook staan er nog voorschotten open (€ 3,1 mln.) aan de stichting fonds voor sociale ontwikkeling en economische bedrijvigheid o.a. voor de bijdrage aan het riool van Bonaire. Ook staat er nog een voorschot (€ 1,9 mln.) open als onderdeel van een bijdragen aan het Openbaar Lichaam van Bonaire voor bevorderen goed bestuur en kinderrechten in Bonaire die in 2020 worden afgerekend.

Artikel 8: Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Dit betreft grotendeels een deel van de 1e tranche (€ 112 mln.) en de 2e tranche (€ 150 mln.) aan het Trustfonds van de Wereldbank ten behoeve van de wederopbouw van Sint-Maarten.

Ad 13. Garantieverplichtingen

Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen

De stand van de Garantieverplichtingen is al volgt opgebouwd:

 

(Bedragen in €)

 

Verplichtingen per 1/1

2.726.200

 

Aangegane garantieverplichtingen in 2018 incl. neg. bijstellingen

0

+/+

 

2.726.200

 
     

Tot betaling gekomen in 2018

0

 

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

620.226

–/–

 

2.105.974

 

Toelichting:

1. Garantie Atradius

De garantieverplichting (€ 0,2 mln.) op de leningen die door Atradius verstrekt zijn, hebben betrekking op een overeenkomst van het Rijk voor het garant staan van Nederland voor de aflossing en rente van deze leningen door het Land Aruba. Tot op heden is er geen beroep gedaan op deze garantstelling. Aruba betaalt consequent en de garantie loopt contractueel in 2019 af.

2. Bankgarantie Europese Commissie ten behoeve van Bonaire

Alleen de garantie (€ 1,9 mln.) ten behoeve van de voorschotten verstrekt door de Europese Commissie voor het Bonaire riolerings- en waterzuiveringsprogramma staat nog open. Deze garantie is in 2017 verlengd tot 30 juni 2019.

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

De stand van de openstaande verplichtingen BiBBV is al volgt opgebouwd:

 

(Bedragen in €)

 

Verplichtingen per 1/1

513.037.435

 

Aangegane verplichtingen in 2018 incl. neg. bijstellingen

447.433.665

+/+

 

960.471.100

 
     

Tot betaling gekomen in 2018

625.078.903

 

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

12.975.961

–/–

 

322.416.236

 

Toelichting:

De toelichting op de aangegane verplichtingen heeft betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan 10% en of meer dan € 0,1 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31-12-2018.

Artikel 1: Waarborgfunctie

De verplichtingenstand voor de bijdrage aan de Nationale Politie is totaal met € 11,8 mln. naar beneden bijgesteld om in overeenstemming te komen met de hoogte van de jaarlijkse bijdrage conform het jaarverslag RST 2017. Daarnaast is bij afronding van het Duradero-project de verplichting van € 0,3 mln. naar beneden bijgesteld en heeft de eindafrekening voor het bekostigen van het Voorzieningenstelsel Buitenlandtoelagen Rechtelijke Ambtenaren (VBRA) voor het jaar 2015 plaatsgevonden wat een bijstelling van € 0,2 mln. heeft opgeleverd.

Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur

De bijdrage aan het RVB voor het jaar 2018 viel lager uit waardoor de verplichting met € 0,4 mln. naar beneden is bijgesteld.

Artikel 6: Apparaat

Met betrekking tot administratieve verlaging verrekenverplichting zijn de verplichtingen op het apparaat van Vertegenwoordiging van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten met € 0,1 mln. verlaagd.

De stand van de openstaande verplichtingen BuBBV is al volgt opgebouwd:

 

(Bedragen in €)

 

Verplichtingen per 1/1

739.013

 

Aangegane verplichtingen in 2018 incl. neg. bijstellingen

747.269

+/+

 

1.486.282

 
     

Tot betaling gekomen in 2018

0

 
 

1.486.282

 
 

(Bedragen in €)

 

Recapitulatie balanspost

   

Verplichtingen binnen begrotingsverband

322.416.236

 

Verplichtingen buiten begrotingsverband

1.486.282

+/+

 

323.902.518

 

Niet uit de balans blijkende verplichting

Op 16 april 2018 is tussen de Staat der Nederlanden en de Wereldbank een Administration Agreement gesloten voor de oprichting van een Trustfonds bij de Wereldbank ten behoeve van de wederopbouw activiteiten op Sint Maarten als gevolg van orkaan Irma. Nederland stelt maximaal € 470 mln. beschikbaar voor dit Trustfonds, waarbij de Wereldbank als onafhankelijk expert Sint Maarten begeleidt bij het opstellen van het integraal herstelplan (National Recovery and Resilience Plan, NRRP).Het bedrag van € 470 mln. is een maximale (politieke) toezegging en komt in delen ter beschikking (zie ook kamerbrief, kenmerk 2018–0000182402). Dit wordt in een tripartite samenwerking vormgegeven tussen Sint Maarten, de Wereldbank en Nederland, die ieder een vertegenwoordiger in de stuurgroep hebben. Deelbetalingen worden toegekend, nadat de stuurgroep voorstellen van programma’s en projecten in het kader van NRRP heeft beoordeeld en goedgekeurd.

In 2018 hebben twee (deel)betalingen plaatsgevonden, te weten € 112 mln. en € 150 mln. die beide als voorschot in de voorschotadministratie zijn opgenomen. Daarnaast is na advies van het Cft besloten liquiditeitssteun te verstrekken aan Sint Maarten in de vorm van een overbruggingskrediet ter grootte van € 15,7 mln. (incl. wisselkoerseffect) welke ook ten laste is gegaan van de maximaal ter beschikking gestelde middelen van € 470 mln. Het resterende deel, te weten € 192,3 mln., is als niet uit de balans blijkende verplichting opgenomen.

Licence