Base description which applies to whole site

Artikel 11. Centraal apparaat

Op dit artikel staan alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van BZK met uitzondering van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) (zie artikel 2) en de agentschappen.

A Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 11 Centraal apparaat (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Art.nr.

Verplichtingen:

432.229

347.673

414.415

362.821

431.675

342.156

89.519

                 
 

Uitgaven:

427.268

343.635

415.748

366.513

433.319

342.156

91.163

                 

11.1

Apparaat (excl. AIVD)

427.268

343.635

415.748

366.513

433.319

342.156

91.163

 

Personele uitgaven

152.086

153.539

164.799

175.581

216.040

173.856

42.184

 

waarvan: Eigen personeel

144.994

144.658

155.327

167.527

198.271

164.255

34.016

 

waarvan: Externe inhuur

3.449

6.043

6.050

4.725

14.298

5.519

8.779

 

waarvan: Overig personeel

3.643

2.838

3.422

3.329

3.471

4.082

– 611

 

Materiële uitgaven

275.182

190.096

250.949

190.932

217.279

168.300

48.979

 

waarvan: Bijdrage SSO P-Direkt

0

67.019

65.287

0

0

0

0

 

waarvan: Bijdrage SSO's

239.016

88.476

159.330

177.366

199.074

152.965

46.109

 

waarvan: ICT

3.107

357

164

1.525

946

0

946

 

waarvan: Overig materieel

33.059

34.244

26.168

12.041

17.259

15.335

1.924

                 
 

Ontvangsten:

92.442

95.921

95.359

81.708

45.253

15.280

29.973

B Toelichting op de financiële instrumenten

Personele uitgaven

De uitgaven aan eigen personeel en externe inhuur zijn ten opzichte van de oorspronkelijke begroting toegenomen door:

  • de overkomst van het dossier digitale overheid voor bedrijven vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK);

  • de overkomst van de onderdelen ruimtelijke ordening en omgevingswet vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

  • de middelen vanuit de aanvullende post voor wederopbouw voor de projectorganisatie voor Wederopbouw van de Bovenwindse Eilanden;

  • het uitvoeren van de dienstverleningsafspraken tussen de diverse baten-lastenagentschappen van het Ministerie van BZK. De uitgaven waren hoger doordat een deel van de personele kosten uit de desaldering zijn bekostigd;

  • de kosten voor onder andere eigen personeel in het kader van dienstverlening door Doc-Direkt aan notarissen voor archiefbewerking, -beheer, opslag en digitale documenthuishouding. De uitgaven waren niet hoger dan begroot, maar een deel wordt via tarieven bekostigd;

  • loonontwikkeling eigen personeel door de afgesloten CAO en prijsontwikkeling van de uitgaven voor personele exploitatie;

  • de kosten op externe inhuur zijn hoger door de overkomst van de Omgevingswet en het onderdeel Aan de Slag (ADS) vanuit Rijkswaterstaat (RWS).

Materiële uitgaven

Bijdrage SSO's

De realisatie op de regeling bijdrage SSO’s is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting toegenomen door:

  • bijdragen van andere departementen en reallocaties vanuit onderdelen binnen het Ministerie van BZK voor het centraal opdrachtgeverschap van P-Direkt en FMH. Dit vanwege het huidige aantal individuele arbeidsrelaties bij het Rijk als gevolg van een hoger aantal werknemers. Na evaluatie van de centrale bekostiging van FMH wordt het budget verhoogd;

  • bijdragen aan SSO’s van Doc-Direkt, die samenhangen met de inkomsten gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat). De hogere uitgaven leiden ook tot hogere inkomsten, waardoor een deel van de uitgaven met de ontvangsten wordt gedekt. Dit wordt bij Voorjaarsnota verwerkt, waardoor nu de realisatie afwijkt van de begroting;

  • uitgaven voor uitvoering van de Dienstverleningsafspraken 2018 (DVA) tussen de baten-lastenagentschappen waar inkomsten tegenover staan;

  • loon- en prijsontwikkeling bij de SSO’s.

Ontvangsten

De realisatie ten opzichte van de oorspronkelijke begroting is toegenomen door:

  • inkomsten die Doc-Direkt gedurende het jaar heeft gehad van overige departementen en derden (notariaat). Deze inkomsten waren ter dekking van de personele en materiële uitgaven. De ontvangsten worden geboekt bij de Voorjaarsnota, wat leidt tot een jaarlijkse afwijking;

  • ontvangsten van de Dienstverleningsovereenkomsten (DVA) 2018 voor de standaard dienstverlening aan de baten-lastenagentschappen. Deze ontvangsten worden jaarlijks bij 1e suppletoire toegevoegd.

Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en Zelfstandige Bestuursorganen/Rechtspersonen met een wettelijke taak
       

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

 

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Totaal apparaatsuitgaven Ministerie

610.906

540.429

633.686

583.430

683.060

572.973

110.087

Kerndepartement

427.268

343.635

415.748

366.513

433.319

342.156

91.163

AIVD

183.638

196.794

217.938

216.917

249.741

230.817

18.924

               

Totaal apparaatskosten agentschappen

687.076

782.172

1.087.228

1.149.179

1.214.873

1.117.028

97.845

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

109.604

121.637

118.549

130.722

115.032

100.160

14.872

Logius

115.654

143.099

169.242

175.837

177.205

205.861

– 28.656

P-Direkt

58.703

63.187

69.970

71.324

78.522

76.247

2.275

Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

126.364

133.926

183.768

199.791

232.415

203.160

29.255

FMHaaglanden

109.392

110.509

99.781

112.968

118.422

99.447

18.975

SSC-ICT Haaglanden

155.041

197.552

215.754

211.638

226.662

203.100

23.562

Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

   

219.164

235.036

257.728

218.737

38.991

Dienst van de Huurcommissie (DHC)

12.318

12.262

11.000

11.863

8.887

10.316

– 1.429

               

Totaal apparaatskosten ZBO’s en RWT's

1.235

2.205

2.180

1.320

     

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP)

1.235

1.281

1.338

1.320

     

Bureau Architectenregister

 

794

842

       

Referendumcommissie

 

130

         
Licence