Base description which applies to whole site

8.2 Saldibalans Ministerie van Financiën IXB

Tabel 62 Saldibalans per 31 december 2020 van het Ministerie van Financiën (IX) (bedragen x € 1.000)1

Activa

    

Passiva

   
  

31-12-2020

31-12-2019

   

31-12-2020

31-12-2019

Intra-comptabele posten

        

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

8.519.778

9.434.461

 

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

151.367.516

163.660.325

         

3)

Liquide middelen

59.191

74.607

     

4)

Rekening-courant RHB

143.063.036

154.426.686

     
         

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

514.025

489.426

 

5a)

Begrotingsreserves

514.025

489.426

         

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

8.341

4.851

 

7)

Schulden buiten begrotingsverband

282.830

280.280

         
         

Subtotaal intra-comptabel

 

152.164.371

164.430.031

 

Subtotaal intra-comptabel

 

152.164.371

164.430.031

         

Extra-comptabele posten

        

9)

Openstaande rechten

42.112.474

27.787.713

 

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

42.112.474

27.787.713

         

10)

Vorderingen

3.988.376

4.040.407

 

10a)

Tegenrekening vorderingen

3.988.376

4.040.407

         

11a)

Tegenrekening schulden

0

0

 

11)

Schulden

0

0

         

12)

Voorschotten

217.606

305.339

 

12a)

Tegenrekening voorschotten

217.606

305.339

         

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

219.168.695

166.318.138

 

13)

Garantie-verplichtingen

219.168.695

166.318.138

         

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

5.119.659

3.061.556

 

14)

Andere verplichtingen

5.119.659

3.061.556

         

15)

Deelnemingen

38.878.642

38.333.577

 

15a)

Tegenrekening deelnemingen

38.878.642

38.333.577

Subtotaal extra-comptabel

 

309.485.452

239.846.730

 

Subtotaal extra-comptabel

 

309.485.452

239.846.730

Overall Totaal

 

461.649.823

404.276.761

 

Overall Totaal

 

461.649.823

404.276.761

1

Vanwege afrondingsverschillen zijn kleine afwijkingen zichtbaar tussen de saldibalans en de verantwoordingsstaat.

Algemene toelichting

Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders vermeld. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen kan het voorkomen dat totaaltellingen niet aansluiten bij de som der delen.

1. Uitgaven ten laste van de begroting

Deze post bevat de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsuitgaven 2020. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

2. Ontvangsten ten gunste van de begroting

Deze post betreft de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsontvangsten 2020. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

3. Liquide middelen

De liquide middelen bestaan uit de saldi op bankrekeningen en de bij kasbeheerders aanwezige kasgelden.

4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Het bedrag is per 31 december 2020 in overeenstemming met de opgave van de Rijkshoofdboekhouding.

5. en 5a. Begrotingsreserves

In de praktijk worden dit ook wel interne begrotingsreserves oftewel risicovoorzieningen genoemd. Een begrotingsreserve is een meerjarige budgettaire voorziening die op een afzonderlijke rekening-courant wordt aangehouden. Het gaat om een interne budgettaire voorziening of reserve binnen de Rijksbegroting. De reserve blijft meerjarig beschikbaar voor het doen van uitgaven in latere jaren. Voor elke begrotingsreserve wordt in de administratie van de Rijkshoofdboekhouding een afzonderlijke rekening-courant aangehouden.

Tabel 63 Begrotingsreserves (bedragen x € 1 mln.)

Naam Begrotingsreserve

Saldo 1-1-2020

Toevoegingen 2020

Onttrekkingen 2020

Saldo 31-12-2020

Verwijzing naar begrotings-artikel

Garantie BES

3,0

1,0

0

4,0

2

Garantie TenneT

44,8

3,2

48,0

0

3

Ekv

440,7

82,0

14,2

508,5

5

NHT

0,9

0,6

0

1,5

2

Totaal

489,4

86,8

62,2

514,0

 

Garantie BES

In 2017 heeft de Staat een garantie voor het DGS voor de BES-eilanden ingesteld. Jaarlijks wordt voor deze garantie € 1 mln. toegevoegd aan de begrotingsreserve.

Garantie TenneT

In 2010 heeft TenneT de overname van het transportnet van E.ON (Transpower) definitief afgerond. Om deze overname te financieren heeft de Staat een garantie van € 300 mln. aan de Stichting Beheer Doelgelden afgegeven. De premie die voortvloeit uit de garantie wordt jaarlijks in de per 1 januari 2010 opgerichte begrotingsreserve afgestort. De garantie is met ingang van 25 februari beëindigd, de begrotingsreserve is daarom vrijgevallen ten gunste van artikel 3 op de Financiën begroting.

Ekv

In overeenstemming met het garantiekader voor risicoregelingen is er een risicovoorziening voor de Exportkredietverzekering opgericht. Deze risicovoorziening werkt als een buffer om meerjarig grote budgettaire schommelingen in de uitgaven binnen het uitgavenplafond van de begroting van het ministerie van Financiën op te kunnen vangen. De opgehaalde, kostendekkende, premies in enig jaar vloeien in deze reserve en schades op afgesloten dossiers en uitvoeringskosten vloeien uit de reserve.

NHT

De Staat heft een jaarlijkse premie (€ 625.000 over 2020) over het afgegeven garantiebedrag van € 50 mln. Deze middelen worden gestort in een per 1 juni 2018 opgerichte begrotingsreserve.

6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Onder de vorderingen buiten begrotingsverband zijn posten opgenomen, die nog met derden moeten worden verrekend.

7. Schulden buiten begrotingsverband

Onder de schulden buiten begrotingsverband zijn de posten opgenomen, die nog aan derden moeten worden betaald. De stand ultimo 2020 van € 283 mln. heeft grotendeels betrekking op in december 2020 ontvangen provinciale opcenten die nog verrekend moeten worden met de provincies en de consignatiekas.

9. Openstaande rechten

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 64 Openstaande rechten (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2020

Ultimo 2019

Belastingvorderingen

41.942.884

27.638.842

Vorderingen DRZ

83.763

84.842

Btw-compensatiefonds

9.017

4.686

Overige

76.810

59.343

Totaal

42.112.474

27.787.713

Belastingvorderingen

De belangrijkste posten van de ultimo 2020 openstaande belastingvorderingen zijn in onderstaande tabel opgenomen. De stand van de openstaande belastingvorderingen is in 2020 toegenomen met € 14,3 mld. Deze stijging wordt met name veroorzaakt door het verruimde uitstel van betaling in het kader van het corona-steun- en herstelpakket van de Rijksoverheid. De belangrijkste posten van de ultimo 2020 openstaande belastingvorderingen zijn in onderstaande tabel opgenomen.

Tabel 65 Belastingvorderingen uitgesplitst naar belastingsoort (bedragen € x 1 mld.)
 

Ultimo 2020

Ultimo 2019

Vpb

13,4

10,2

Inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen

6,2

5,6

Omzetbelasting

7,3

3,6

Loonbelasting/premies volksverzekeringen

8,1

2,0

Erf- en schenkbelasting

0,7

0,8

Douanerechten

0,6

0,6

Overig

5,6

4,8

Totaal

41,9

27,6

Het volgende overzicht geeft aan in welk jaar de nog openstaande belastingvorderingen zijn ontstaan.

Figuur 8 - Ouderdom van de Belastingvorderingen (verdeling in procenten)

Van het totale te vorderen bedrag zal uiteindelijk een aanzienlijk gedeelte niet inbaar zijn. Bij 90% van de openstaande belastingvorderingen is de uiterste betaaldatum verstreken. Van deze achterstandsposten is 34% aan te merken als betwist, bijvoorbeeld omdat een bezwaarschrift is ingediend. Ook van de niet-betwiste rechten met een betalingsachterstand zal een gedeelte niet of moeilijk inbaar zijn, bijvoorbeeld als gevolg van faillissementen.

De Belastingdienst stelt vorderingen, die niet meer verhaald kunnen worden op de belastingplichtige, buiten invordering. Er worden dan geen invorderingsmaatregelen meer genomen. Een buiten invordering gestelde vordering blijft nog wel invorderbaar (tot het moment van verjaring). Als alsnog betaald wordt of verrekend kan worden, wordt dit bedrag afgeboekt op de vordering. In 2020 bedroeg het nettobedrag aan buiten invordering gestelde vorderingen (incl. alsnog gerealiseerde afboekingen) € 1,0 mld. Van een gedeelte van de openstaande vorderingen is het recht om in te vorderen formeel verjaard. Volgens de huidige inzichten zal om die reden een bedrag van ca. € 0,5 mld. in 2021 alsnog buiten invordering gesteld worden.

Tabel 66 Verloop van de belastingvorderingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2020

Ultimo 2019

Ultimo vorig jaar

27.638.842

23.135.902

Rechten Belastingdienst Caribisch Nederland (BCN) vorig jaar

‒ 49.724

‒ 38.831

Ontstane rechten

107.315.041

87.804.726

Vervallen rechten

‒ 93.019.104

‒ 83.312.680

Rechten BCN dit jaar

57.829

49.724

Totaal

41.942.884

27.638.842

Tabel 67 Opeisbaarheid van de belastingvorderingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2020

Ultimo 2019

Reguliere belastingvorderingen

38.141.643

23.866.152

Rechten BCN

57.829

49.724

Conserverende aanslagen Inkomstenbelasting/Premies volksverzekeringen (IB/PVV)

3.721.105

3.694.073

Conserverende aanslagen Erf- en schenkbelasting

22.307

28.894

Totaal

41.942.884

27.638.842

Dit betreft het nominale bedrag van de in de debiteurenadministraties van de Belastingdienst geregistreerde openstaande invorderingsopdrachten, gecorrigeerd voor de betalingen die ultimo 2020 waren ontvangen maar nog niet waren verwerkt in de debiteurenadministraties.

Van de € 41,9 mld. is € 3,7 mld. niet direct invorderbaar.

Vorderingen DRZ

De vorderingen (rechten) van € 83,8 mln. ultimo 2020 hebben betrekking op de periode tot en met 2026. De vorderingen van DRZ bestaan voor 99,3% uit verkopen van militair strategische roerende zaken. In 2020 is door DRZ € 19,6 mln. aan betalingen ontvangen voor militair strategische goederen van Defensie.

De ouderdom (jaar van herkomst) van de vorderingen DRZ is als volgt:

Tabel 68 Ouderdom van de vorderingen DRZ (bedragen x € 1.000)

Ontstaan vóór 2017

60.604

Ontstaan in 2017

0

Ontstaan in 2018

0

Ontstaan in 2019

6.800

Ontstaan in 2020

16.359

Totaal

83.763

Overige

Financiën heeft nog een vordering van ruim € 76,8 mln. openstaan op dividenden staatsdeelnemingen. Het gaat hier met name om nog terug te ontvangen dividendbelasting over 2020.

10. Vorderingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 69 Vorderingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2020

Ultimo 2019

Niet gerelateerd aan de kredietcrisis

  

Geconsolideerde vorderingen exportkredietverzekering

311.455

326.160

Overige vorderingen exportkredietverzekering

460.887

450.976

Overige

59.610

64.891

Subtotaal

831.952

842.027

Ontstaan als gevolg van de kredietcrisis

  

Lening Griekenland

3.156.424

3.198.380

Subtotaal

3.156.424

3.198.380

Totaal

3.988.376

4.040.407

Geconsolideerde vorderingen exportkredietverzekering

Verreweg het grootste deel van de geconsolideerde vorderingen (excl. consolidatierente) van € 0,31 mld. is opgenomen in consolidatie-overeenkomsten in het kader van de Club van Parijs. Vorderingen begrepen in consolidatie-overeenkomsten zijn door landen erkende schulden waar een betalingsregeling voor geldt en kunnen derhalve worden beschouwd als recuperabel.

Lening Griekenland

In 2010 had Griekenland als eerste land van de eurozone problemen om zichzelf te blijven financieren op de markt. Als gevolg daarvan is besloten de lidstaten van de eurozone samen met het IMF tot het verlenen van financiële steun door het verstrekken van bilaterale leningen. Deze zogenaamde Greek Loan Facility (GLF) bestond oorspronkelijk uit € 80 mld. aan bilaterale leningen van de landen van de eurozone en € 30 mld. van het IMF. In juli 2011 is besloten om de nog niet uitgekeerde leningen uit de GLF over te hevelen naar het EFSF. Vanuit de bilaterale leningen in het GLF is € 52,9 mld. uitgekeerd aan Griekenland. Sinds 2012 zijn geen nieuwe leningen meer verstrekt aan Griekenland. Het Nederlandse aandeel in de GLF is in totaal € 3,2 mld. van de € 52,9 mld. In 2020 is Griekenland gestart met het terugbetalen van deze leningen en heeft volgens schema € 41,9 mln. aan Nederland terugbetaald.

Niet uit de balans blijkende vordering

Tot de voorwaardelijke vorderingen kan het saldo van de Maintenance Of Value posities (MOV) worden gerekend (betreft internationale instellingen). Het betreft een statutaire verplichting voor de aandeelhouders om onder bepaalde voorwaarden de waarde van hun originele ingelegde kapitaalinleg in nationale valuta constant te houden. De stand van de MOV-posities bedroeg € 58,0 mln. Het saldo van de MOV-posities kan afhankelijk van wisselkoersfluctuaties een vordering dan wel een verplichting voorstellen. Door de aandeelhouders van de internationale instellingen is echter besloten dat er geen uitkering van de MOV-verplichtingen zal plaatsvinden. Zodoende zullen er geen financiële transacties op basis van de MOV plaatsvinden, tenzij de aandeelhouders besluiten deze bevriezing op te heffen.

Onderdeel van afspraken van de Eurogroep is dat de inkomsten van de ECB en de nationale centrale banken op de Griekse staatsobligaties worden doorgegeven aan Griekenland. Dit betreffen de inkomsten uit de SMP-portefeuille en de ANFA-portefeuille. Het ESM heeft een speciale rekening waarop lidstaten de inkomsten kunnen overmaken. Nederland heeft in juli 2014 aan het ESM de SMP-inkomsten over 2014 (€ 112 mln.) overgemaakt. Omdat de uitbetaling aan Griekenland vanuit het ESM destijds zijn opgeschort, staan deze nog op deze speciale rekening. Medio 2018 is besloten om conditioneel aan het honoreren van de afspraken de inkomsten in de toekomst weer uit te keren. De Eurogroep heeft daartoe in juni aan de Eurozone-lidstaten verzocht het betalen van de inkomsten van na 2014 aan de speciale ESM rekening te hervatten. Daartoe heeft Nederland eind 2018 de volgende betaling à € 103,3 mln. overgemaakt. In december 2018 is binnen de Eurozone een nieuw schema afgesproken, met als gevolg dat in 2020 € 33,0 mln. is overgemaakt.

Ouderdomsoverzicht van de vorderingen

De ouderdom van de vorderingen exclusief de geconsolideerde en overige vorderingen exportkredietverzekeringen, is als volgt:

Tabel 70 Ouderdom van de vorderingen (bedragen x € 1.000)

Ontstaan vóór 2017

3.211.619

Ontstaan in 2017

144

Ontstaan in 2018

926

Ontstaan in 2019

147

Ontstaan in 2020

3.198

Totaal

3.216.034

Opeisbaarheid van de vorderingen

Het volgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de vorderingen.

Tabel 71 Opeisbaarheid van de vorderingen (bedragen x € 1.000)

Opeisbaarheid

Bedrag

Direct opeisbare vorderingen

18.616

Op termijn opeisbare vorderingen

3.947.260

Geconditioneerde vorderingen

22.500

Totaal

3.988.376

11. Schulden

Onder schulden zijn posten opgenomen die zijn voortgekomen uit ontvangsten ten gunste van de begroting. De begroting IXB van het ministerie van Financiën heeft geen schulden.

12. Voorschotten

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 72 Voorschotten (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2020

Ultimo 2019

Personeel en Materieel

‒ 61.746

29.529

Btw-compensatiefonds

146.281

151.075

Overige

133.071

124.735

Totaal

217.606

305.339

Personeel en Materieel

Deze post betreft diverse voorschotten aan personeel. Daarnaast hebben deze voorschotten betrekking op betalingen aan diverse crediteuren waarvan de goederen/diensten nog geleverd dienen te worden.

De in 2020 betaalde en ontvangen bedragen in het kader van de herverzekering leverancierskredieten hebben een voorlopig karakter. De bedragen worden vanaf 2021 definitief vastgesteld na ontvangst van de verklaring van de externe accountant. Deze vaststelling betreft zowel de uitgaven als de ontvangsten. Daarom is het saldo van de in 2020 betaalde en ontvangen bedragen als voorschot opgenomen. Omdat in 2020 meer is ontvangen dan betaald, leidt dit tot een negatief voorschotbedrag van per saldo € 93,7 mln.

Btw-compensatiefonds

Dit zijn voorschotten die betrekking hebben op bijdragen aan gemeenten en regionale openbare lichamen.

Overige voorschotten

Voor € 133 mln. betreft het ambtshalve voorschotten uitbetaald op de evenredige bijdrage verdeling. Deze voorschotten zijn uitbetaald aan burgers bij wie meer dan het maximum aan inkomensafhankelijke bijdrage in het kader van de zorgverzekeringswet is ingehouden. Het gehele bedrag is ontstaan in 2020.

Het volgende overzicht geeft inzicht in de ouderdom van de voorschotten, waarvan de uitgaven reeds in het jaar van verstrekking ten laste van de begroting zijn gebracht. Tevens is aangeven welk deel in 2020 tot afrekening is gekomen.

Tabel 73 Verloop en ouderdom van de voorschotten (bedragen x € 1.000)
 

Saldo 01-01-2020

Verstrekt 2020

Afgerekend 2020

Saldo 31-12-2020

vóór 2017

1.900

 

0

1.900

2017

1.375

 

0

1.375

2018

637

 

0

637

2019

301.427

 

291.171

10.256

2020

0

223.541

20.103

203.438

Totaal

305.339

223.541

311.274

217.606

13. Garantieverplichting

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 74 Garantieverplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Saldo

Aangegaan in 2020

Vrijgevallen garanties in 2020 (garanties die aflopen zonder dat tot een uitbetaling is gekomen)

Betalingen in 2020

Negatieve bijstelling in 2020

Saldo

1-1-2020

(=inclusief positieve bijstellingen)

(van in eerdere begrotingsjaren aangegane garantie-verplichtingen)

31-12-2020

Deelnemingen

60.469.186

1.900.425

0

0

‒ 1.200.394

61.169.217

DNB-IMF

43.832.908

0

0

0

‒ 680.531

43.152.377

Ontwikkelings-banken/NWB

16.636.278

1.900.425

0

0

‒ 519.863

18.016.840

       

Kernongevallen (WAKO)

9.768.901

0

0

0

0

9.768.901

      

0

Verzekeringen:

16.402.595

19.830.777

0

‒ 49.519

‒ 5.369.610

30.814.243

Exportkrediet-verzekering

16.402.595

7.830.777

0

‒ 21.639

‒ 5.369.610

18.842.123

Garantie Herverzekering leverancierskredieten

0

12.000.000

0

‒ 27.880

0

11.972.120

       

Stabiliteits-mechanisme EFSM

2.940.000

0

0

0

‒ 168.418

2.771.582

Stabiliteits-mechanisme EFSF

34.154.159

0

0

0

0

34.154.159

Garantiestelling KLM

0

2.160.000

0

0

0

2.160.000

Garantie ESM

35.429.900

0

0

0

‒ 6.200

35.423.700

Garantie SRF

4.163.500

0

0

0

0

4.163.500

Garantie NGEU

0

27.401.109

0

0

0

27.401.109

Overige

2.989.897

8.659.283

‒ 300.000

‒ 1.209

‒ 5.687

11.342.284

Totaal

166.318.138

59.951.594

‒ 300.000

‒ 50.728

‒ 6.750.309

219.168.695

Bovenstaande tabel bevat interne garanties met betrekking tot schatkistbankieren door de AFM en alle externe garantieverplichtingen uit hoofdstuk 3.4 Overzicht risicoregelingen, met uitzondering van de overeenkomst met FMO, aangezien de garantieverplichting FMO in theorie ongelimiteerd is. De toelichting voor de bovenstaande garantieverplichtingen is opgenomen in hoofdstuk 3.4 Overzicht risicoregelingen, Toelichting per risicoregeling.

Niet in de balans opgenomen garantieverplichting

De garantie aan het FMO betreft een instandhoudingsverplichting en is in theorie onbeperkt. De letterlijke tekst van de overeenkomst is leidend voor de interpretatie.

14. Andere verplichtingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 75 Andere verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Saldo

Aangegaan in 2020

Vrijgevallen in 2020 (verplichtingen die aflopen zonder dat tot een uitbetaling is gekomen)

Betalingen in 2020

Negatieve bijstelling in 2020

Saldo

1-1-2020

(=inclusief positieve bijstellingen)

(van in eerdere begrotingsjaren aangegane verplichtingen)

31-12-2020

Vordering SRH

1.765.426

1.659

0

0

0

1.767.085

Deelnemingen ontwikkelingsbanken

585.533

901.439

0

‒ 181.651

0

1.305.321

Tegemoetkoming Toeslag gedupeerde ouders

0

457.102

0

0

0

457.102

Overige

710.597

9.488.727

0

‒ 8.308.348

‒ 300.825

1.590.151

Totaal

3.061.556

10.848.927

0

‒ 8.489.999

‒ 300.825

5.119.659

Vordering SRH

De vordering SRH bestaat uit een vordering van € 1,598 mld. n.a.v. de afsplitsing van SNS Bank van de holding SNS Reaal in 2015, een bedrag van € 161 mln. dat SRH in 2017 aan de Staat heeft overgeheveld, en geaccumuleerde rente over dit bedrag. In 2020 is de vordering per saldo verhoogd met € 1,66 mln. rente.

Deelnemingen ontwikkelingsbanken

Per 31 december 2020 zijn er nog een aantal openstaande betalingsverplichtingen aan de Wereldbank (voor de onderdelen IBRD, IFC en IDA).

Overige

De aangegane verplichtingen betreffen met name de lening aan KLM en ICT opdrachten en overige opdrachten van de Belastingdienst.

Niet in de balans opgenomen andere verplichtingen

VPB

De per 1 januari 2016 ingevoerde belastingplicht van overheidsondernemingen heeft voor het Ministerie van Financiën tot gevolg dat over een deel van het resultaat over 2016 vennootschapsbelasting, zijnde € 245, is betaald. Vanwege uitstel is dit bedrag in 2017 betaald. Als gevolg van de voorlopige aanslag in 2016 is voor het fiscale jaar 2017 in 2017 een voorlopige aanslag opgelegd en betaald van € 261.943. Voor het fiscale jaar 2018 is als gevolg van de voorlopige aanslag in 2016 ook een voorlopige aanslag opgelegd en in 2018 betaald van € 127.276. Naar aanleiding van de ingediende aangifte is dit bedrag uiteindelijk bijgesteld tot nihil. Ten aanzien van het fiscale jaar 2019 is over het behaalde resultaat, € 3.022 vennootschapsbelasting verschuldigd. Voor wat betreft de fiscale positie van het jaar 2020 kan nog geen definitieve inschatting worden gemaakt van de omvang van de fiscale Vpb-positie, aangezien het aangifteproces nog loopt. Naar verwachting betreft het geen substantiële verplichting.

Schadeloosstelling SRH

Sinds enkele jaren loopt een rechtszaak over het vaststellen van de schadeloosstelling n.a.v. de onteigening van effecten en vermogensbestanddelen van SNS Reaal N.V. en SNS Bank N.V. door de Staat. De uitspraak van de Ondernemingskamer stond oorspronkelijk gepland in 2020. Op 11 februari 2021 heeft de Ondernemingskamer uitspraak gedaan. Ik heb u op 22 februari 2021 over de uitspraak en de daarna lopende cassatieperiode van drie maanden geïnformeerd128. In het geval een procespartij in cassatie gaat, wordt de vaststelling en uitbetaling van de schadeloosstelling uitgesteld tot een definitieve uitspraak van de Hoge Raad. In voorgenoemde brief heb ik u tevens geïnformeerd over de direct in 2021 te vergoeden proceskosten van partijen en kosten van de deskundigen. In 2020 hebben zich derhalve geen verplichtingen of uitgaven voorgedaan.

15. Deelnemingen

De post deelnemingen bestaat uit de aandelen in Nederlandse ondernemingen en de aandelen in internationale instellingen. De deelnemingen zijn als volgt gewaardeerd:

  • Nederlandse ondernemingen: op basis van de historische aanschafwaarde. Voor TenneT, DNB en N.V. Luchthaven Schiphol zijn de historische aanschafwaarden onbekend. Deze zijn opgenomen tegen de nominale waarde.

  • Internationale instellingen: op basis van het reeds gestorte kapitaal, waarde per 31 december 2020, aangevuld met de nieuwe kapitaalstortingen in 2020 op basis van de wisselkoers op het moment van betaling. Voor het restant dat niet als deelneming is opgenomen, is een garantieverplichting verstrekt (callable capital), die onder saldibalanspost 13 is opgenomen.

De deelnemingen kunnen als volgt gespecificeerd worden. In de tweede kolom van het overzicht is het deelnemingspercentage ultimo 2020 vermeld.

Tabel 76 Deelnemingen (bedragen x € 1.000)
 

Aandeel in %

Ultimo 2020

Ultimo 2019

Nederlandse ondernemingen

   

Nederlandse Gasunie N.V.

100

10.067.312

10.067.312

NS N.V.

100

1.012.265

1.012.265

TenneT B.V.

100

1.890.000

1.890.000

Air France KLM

14

744.396

744.396

DNB

100

500.000

500.000

BNG

50

69.613

69.613

N.V. Luchthaven Schiphol

69,8

58.937

58.937

Havenbedrijf Rotterdam

29,2

462.667

462.667

Nederlandse Loterij B.V.

99

78.273

78.273

InvestNL

100

50.000

50.000

Overige

div.

73.209

73.209

Subtotaal Nederlandse ondernemingen exclusief de financiële instellingen

 

15.006.672

15.006.672

Gerelateerd aan kredietcrisis

   

ABN AMRO GROUP N.V.

56,3

12.186.590

12.186.590

SRH N.V.

100

2.200.000

2.200.000

Volksbank Holding B.V. (Volksbank)

100

2.700.000

2.700.000

Subtotaal Nederlandse ondernemingen inclusief de financiële instellingen

 

32.093.262

32.093.262

Internationale instellingen

   

IBRD

1,92

345.965

302.208

EFSF

5,7

1.625

1.6251

ESM

5,67

4.563.050

4.571.600

EIB

5,21

1.155.143

969.040

EBRD

2,5

155.250

155.250

IFC

2,19

389.830

49.965

MIGA

3,82

6.397

6.988

AIIB

1,07

168.120

183.639

Subtotaal

 

6.785.380

6.240.315

Totaal

 

38.878.642

38.333.577

1

In het jaarverslag 2019 is per abuis een onjuist bedrag opgenomen.

Wereldbank (IBRD, IFC, MIGA)

Er is een kapitaalverhoging geweest in 2020 van de onderdelen IBRD en IFC. Bovendien is het ingelegde kapitaal door Nederland in IFC naast de eigen bijdrage ook opgehoogd met reserves van de Wereldbank. Deze reserves zijn ingehouden winsten van IFC over de jaren. Om deze redenen is de waardering van de totale deelneming Wereldbank verhoogd ondanks de appreciatie van de euro ten opzichte van de dollar.

ESM

Het totale bedrag aan aandelenkapitaal voor het European Stability Mechanism (ESM) staat vast. In 2020 liep de kortingsperiode van Malta af. Dit betekent dat andere lidstaten een deel van het ingelegde kapitaal terugkrijgen. Dit bedrag was voor Nederland € 0,8 mln. Daarbovenop loopt de kortingsperiode van Slowakije in 2021 af, maar heeft het ESM het ingelegde kapitaal al in 2020 aan Nederland overgemaakt. Dit bedrag was € 7,8 mln. Gebaseerd op de verdeelsleutel van het ESM is de Nederlandse deelneming met € 8,6 mln. afgenomen.

EIB

Om de EIB voldoende gekapitaliseerd te houden na het vertrek van het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de EU, wordt het Britse kapitaal vervangen door garanties van de overige EU-lidstaten. Het verlies van het aandeel van het VK in het ingelegde kapitaal (paid-in capital) wordt volledig aangevuld via een omzetting van de bestaande reserves van de EIB. Het ingelegd kapitaal namens Nederland neemt hierdoor met € 186,1 mln. toe tot € 1,2 mld., gefinancierd uit de omzetting van reserves van de EIB en vereist daarmee geen additionele Nederlandse middelen.

AIIB

In 2015 heeft Nederland besloten deel te nemen aan de oprichting van de AIIB. In 2019 is er voor de laatste keer circa € 40 mln. aan aandelen gekocht. De aangekochte aandelen representeren per 31 december 2019 een deelneming van € 183,6 mln. Daarmee is nu de totale toegezegde Nederlandse kapitaalstorting en deelname voltooid. Door de appreciatie van de euro ten opzichte van de dollar is het uitstaande bedrag licht gedaald. Het aandeel in procenten is gelijk gebleven.

Licence