Base description which applies to whole site

Bijlage 3: Inhuur externen

Tabel 128 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hoofdstukken IV en VII) verslagjaar 2020 (bedragen x € 1.000)

Programma- en apparaatskosten

 

1. Interim-management

16.525

2. Organisatie- en Formatieadvies

1.359

3. Beleidsadvies

22.842

4. Communicatieadvisering

5.815

Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4)

46.541

5. Juridisch Advies

4.341

6. Advisering opdrachtgevers automatisering

102.228

7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie

7.285

(Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7)

113.854

8. Uitzendkrachten (formatie & piek)

69.537

Ondersteuning bedrijfsvoering

69.537

  

Totaal uitgaven inhuur externen

229.932

Algemene toelichting op de tabel

Bovenstaand overzicht geeft een beeld van de uitgaven voor inkoop van adviseurs en tijdelijk personeel conform de rijksbrede definitie in de Rijksbegrotingsvoorschriften (conform model 3.60). De agentschappen die zijn opgenomen in dit overzicht betreffen RvIG, DHC, RVB, UBR, FMHaaglanden, P-Direkt, SSC-ICT en Logius. De agentschappen verantwoorden de externe inhuur op basis van kosten. De inhuur voor beleidsgevoelige diensten betreft 20,2%. Het merendeel wordt ingehuurd voor (beleids)ondersteuning (49,5%) en ondersteuning bedrijfsvoering (30,2%).

Toelichting op het inhuurpercentage 2020

Het gerealiseerde percentage externe inhuur van het kerndepartement is gemiddeld 17,1%. De agentschappen komen uit op een inhuurpercentage van gemiddeld 22,5%. Het gerealiseerde percentage externe inhuur voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) als totaal komt in 2020 uit op gemiddeld 20,9% (t.o.v. in 2019 17,8%).

Tabel 129 Sturingspercentage 2020 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Heel BZK

Kern

Agentschappen

Uitgaven ambtelijk personeel

871.941

274.790

597.151

Uitgaven externe inhuur

229.932

56.620

173.312

Totaal personele uitgaven

1.101.873

331.410

770.463

    

Percentage inhuur 2020

20,9%

17,1%

22,5%

Toelichting bij het kerndepartement

Bij het Ministerie van BZK realiseert het kerndepartement 17,1% voor inhuur van externen. Dit is een stijging t.o.v. 2019. De stijging is afkomstig van de Directie Ruimtelijke Ordening (RO), het programma DG Omgevingswet, de Nationaal Coördinator Groningen en de Directoraat-Generaal Overheidsorganisatie en directie Digitale overheid. Deze worden hieronder toegelicht.

Directie RO

De kosten voor externe inhuur bij de directie RO zijn in 2020 hoger dan vorige jaren omdat in 2020 de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) overgegaan is van het programma Omgevingswet naar de directie RO. Voor het tot stand komen van de NOVI is geen vaste formatie beschikbaar maar wordt gebruik gemaakt van externe inhuur.

Programma DG Omgevingswet

Vanwege het tijdelijke en inhoudelijk ingewikkelde karakter van de werkzaamheden rondom de Omgevingswet en om de continuïteit van de ontwikkeling en voortgang van onder andere het ICT-uitvoeringsproject Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) te waarborgen, is er relatief veel gebruik gemaakt van externe inhuur. Pas na de afronding van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2022 zullen de kosten voor externe inhuur afnemen.

NCG

Vanwege de complexe overgang van de uitvoeringstaken Groningen van NAM naar BZK, het inhoudelijk ingewikkelde karakter van de werkzaamheden en om de continuïteit te waarborgen, is er gebruik gemaakt van externe inhuur. Er wordt gewerkt aan plannen om de externe inhuur af te bouwen. De verwachting is dat de externe inhuur in 2021 al lager zal zijn dan in 2020.

DGOO/directie Digitale overheid

De uitdagingen voor de directie Digitale Overheid zijn groot. In 2020 is door de coronapandemie het belang van deze ambities onderstreept. Steeds meer burgers en bedrijven moeten op een volwaardige wijze aan de digitale overheid kunnen meedoen, waarbij hun grondrechten en publieke waarden worden beschermd. Door onderbezetting, het tegelijkertijd wegwerken van werkvoorraden als inzet op het programmatisch en projectmatig begeleiden van innovaties waarbij specifieke kennis en ervaring niet altijd in huis is om te voldoen aan eerdergenoemde ambities, is er in 2020 sprake van een relatief hoog inhuurpercentage.

Toelichting bij de agentschappen

Bij de agentschappen van het Ministerie van BZK is 22,5% voor inhuur van externen gerealiseerd, een stijging t.o.v. 2019 (20,5%). Bij de agentschappen vindt inhuur veelal plaats ten behoeve van en in opdracht van andere departementen. Voor dergelijke externe opdrachten geldt dat uit doelmatigheidsoverwegingen gebruik gemaakt wordt van inhuur van externen vanwege het tijdelijke karakter van de opdrachten en/of de gevraagde specifieke kennis en expertise. Om deze redenen werken de agentschappen met een flexibele schil in de personele opbouw. Bij de volgende agentschappen van het Ministerie van BZK is meer dan 10% externe inhuur noodzakelijk geweest.

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

RvIG heeft in 2020 een inhuurpercentage van 20,9%. De externe inhuur is t.o.v. 2019 gedaald. Het percentage externe inhuur voor (tijdelijke) projecten bedroeg 10,0% (2019: 26,2%). Het percentage externe inhuur m.b.t. reguliere werkzaamheden is gedaald naar 10,9% (2019: 15,2%).

Dienst van de Huurcommissie (DHC)

DHC heeft in 2020 een inhuurpercentage van 31,4%. De Dienst van de Huurcommissie heeft relatief veel inhuur. De reden hiervoor is dat er extra extern personeel is aangetrokken om de achterstanden in de werkvoorraden weg te werken en ook voor de piekbelastingen in de werkzaamheden worden externe medewerkers ingezet. In 2020 zijn relatief veel medewerkers in vaste dienst gekomen en dit heeft invloed op het percentage externe inhuur dat over 2020 lager is dan in 2019 (37,6%).

Logius

Logius heeft in 2020 een inhuurpercentage van 54,1%. Logius biedt publieke dienstverleners een samenhangende digitale infrastructuur die hen in staat stelt met burgers en bedrijven en onderling, 7x24, betrouwbaar, snel, groen en gemakkelijk elektronisch zaken te doen. Bij Logius vindt inhuur voornamelijk plaats ten behoeve van werkzaamheden voor afnemers, zoals andere uitvoeringsorganisaties en ministeries. Voor sommige opdrachten geldt dat uit doelmatigheidsoverwegingen gebruik wordt gemaakt van externe inhuur vanwege het vaak tijdelijke karakter van deze opdrachten of omdat de gevraagde specifieke kennis en expertise niet altijd in huis is. De combinatie van arbeidsmarktproblematiek (schaarste van ICT-personeel), reorganisatie (nieuwe functies die snel ingevuld moesten worden) en politiek-bestuurlijke urgenties (nieuwe werkzaamheden) heeft gemaakt dat bij Logius het inhuurpercentage relatief hoog is.

Shared Service Center-ICT (SSC-ICT)

SSC ICT heeft in 2020 een inhuurpercentage van 31,4%. SSC-ICT heeft vanwege tijdelijke werkzaamheden en de behoefte aan specifieke expertise, elk jaar een aanzienlijk aantal externe krachten. In 2020 is voor € 39,8 mln. ingehuurd. Dit is hoger dan in 2019 maar dat wordt voornamelijk veroorzaakt door de expertise die voor de transitie van cruciaal belang is.

P-Direkt

P-Direkt heeft in 2020 een inhuurpercentage van 20,2%. P-Direkt is bezig met de realisatie van een rijksbrede planningstools voor de uitvoeringsorganisaties. Ten tijde van de projectfase waarin de tool wordt gebouwd en geïmplementeerd wordt daarbij, naast zoveel mogelijk ambtelijke detachering vanuit de departementen, gebruik gemaakt van externe expertise (+/- € 1,9 mln. op jaarbasis). Ook de samenwerking met UBR-P in het kader van de Mobiliteits websites Rijk vergt veel inzet van externen op de verbetering en doorontwikkeling (+/- € 1,6 mln. op jaarbasis). Tot slot is meer inhuur benodigd geweest voor de het call-center van P-Direkt ivm de gebruikersondersteuning ten aanzien van de nieuwe rechtspositie Rijksambtenaren en de nieuwe CAO (o.a. Individueel Keuze Budget) en voor het wegwerken van achterstanden i.v.m. de coronaperiode (+/- € 1 mln. op jaarbasis). Dat verklaart de stijging ten opzichte van een normale inhuur op beheer.

Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

UBR heeft in 2020 een inhuurpercentage van 18,7%. De overschrijding van de inhuurkosten is voornamelijk veroorzaakt bij KOOP (Kennis- en exploitatiecentrum Officiële OverheidsPublicatie). Dit kan geheel worden verklaard door meer werk voor de Bekendmakingswet, PLOOI (Platform Open Overheidsinformatie), Omgevingswet en door vertraagde werkzaamheden in 2019 die in 2020 zijn uitgevoerd. Daarnaast is de werving van gekwalificeerde ICT-ers via resultaatgerichte opdrachten voor ontwikkelopdrachten in de markt zeer uitdagend. De betreffende leveranciers geven voorkeur aan reguliere externe inhuuropdrachten boven resultaatgerichte opdrachten. Ook bij Personeel en HIS zijn de inhuurkosten hoger dan begroot, maar aangezien deze inhuur met name vraag-gestuurd is, staat hier ook hogere omzet tegenover.

Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

RVB heeft in 2020 een inhuurpercentage van 14,1%. Het Rijksvastgoedbedrijf is een uitvoeringsdienst van het Rijk en is een vraaggestuurde dienst, waarbij veelal specifieke en specialistische kennis nodig is. De inhuur externen bestaat voor het grootste deel uit inhuur ten behoeve van het primair proces (bv. projectmanagers van bouwprojecten). Gebleken is dat het Rijksvastgoedbedrijf op bepaalde terreinen géén of onvoldoende genoemde specialistische kennis in huis heeft en dat dit per project wordt ingehuurd. De externe inhuur is verantwoord op basis van kosten.

Rapportage overschrijding maximumuurtarief externe inhuur buiten raamwerkovereenkomsten

In onderstaande tabel wordt weergegeven en toegelicht in hoeveel gevallen in 2020 door het Ministerie van BZK buiten de mantelcontracten om externe krachten zijn ingehuurd (in Nederland) boven het voor de organisaties van het Rijk afgesproken maximumuurtarief van € 225 (exclusief BTW).

Tabel 130 Inhuur externen buiten raamovereenkomsten

Omschrijving

2020

Aantal overschrijdingen maximumuurtarief

2

Er zijn in 2020 twee overschrijdingen van het uurtarief buiten raamovereenkomst geweest, beiden bij SSC-ICT. Een ad interim manager ten behoeve van de verdere opbouw en eenwording SSC-ICT. Tevens is een transitie manager aangetrokken waarvoor dusdanig specifieke eisen werden gesteld dat voor deze manager is gekozen.

Licence