Base description which applies to whole site

9.1 Dienst Uitvoering Onderwijs

De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van onderwijsinstellingen, financiering van studenten, examens, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden. Onderdeel van DUO is de Shared Service Organisatie Noord waarbinnen het inkoopcentrum en het Overheidsdatacenter zijn ondergebracht, welke dienstverlening verricht onder meer voor het concern van het Ministerie van OCW en haar buitendiensten en andere overheidsorganen.

Tabel 67 Staat van baten en lasten van het agentschap DUO (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie t-1

Baten

    

Omzet

322.076

349.524

27.448

334.633

waarvan omzet moederdepartement

243.030

280.853

37.823

269.790

waarvan omzet overige departementen

72.623

63.695

‒ 8.928

58.663

waarvan omzet derden

6.423

4.976

‒ 1.447

6.180

Rentebaten

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

669

Bijzondere baten

0

35

35

1.708

     

Totaal baten

322.076

349.559

27.483

337.010

     

Lasten

    

Apparaatskosten

302.776

323.959

21.183

318.561

- Personele kosten

213.776

223.258

9.482

224.694

waarvan eigen personeel

173.017

178.031

5.014

167.336

waarvan inhuur externen

34.759

37.953

3.194

46.813

waarvan overige personele kosten

6.000

7.274

1.274

10.545

- Materiële kosten

89.000

100.701

11.701

93.867

waarvan apparaat ICT

22.000

27.461

5.461

22.975

waarvan bijdrage aan SSO’s

23.000

25.629

2.629

24.236

waarvan overige materiële kosten

44.000

47.611

3.611

46.656

Rentelasten

500

84

‒ 416

91

Afschrijvingskosten

17.200

21.263

4.063

15.423

- Materieel

12.000

11.887

‒ 113

10.656

waarvan apparaat ICT

11.500

11.450

‒ 50

10.353

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

500

437

‒ 63

303

- Immaterieel

5.200

9.376

4.176

4.767

Overige lasten

1.500

1.464

‒ 36

2.000

waarvan dotaties voorzieningen

1.500

1.464

‒ 36

2.000

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

0

     

Totaal lasten

321.976

346.770

24.794

336.075

     

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

100

2.789

2.689

935

Agentschapsdeel Vpb-lasten

100

84

‒ 16

50

     

Saldo van baten en lasten

0

2.705

2.705

885

Toelichting

DUO heeft een positief resultaat van € 2,7 miljoen gerealiseerd. Het positieve resultaat wordt toegevoegd aan het eigen vermogen. Onderstaand wordt dit resultaat nader toegelicht.

Baten

Omzet moederdepartement

Tabel 68 Omzet verantwoording agentschap

Omzet moederdepartement (x € 1 miljoen)

280,9

waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten

280,9

 

waarvan productgroep/dienstengroep Bekostiging

36,1

 

waarvan productgroep/dienstengroep Studiefinanciering

96,5

 

waarvan productgroep/dienstengroep Examendiensten

16,2

 

waarvan productgroep/dienstengroep Basisregister

31,2

 

waarvan productgroep/dienstengroep Informatiediensten

10,3

 

waarvan productgroep/dienstengroep Overige taken

22,9

 

waarvan productgroep/dienstengroep Opdrachten

50,3

 

waarvan productgroep/dienstengroep Examens Nederlands als tweede taal en staatsexamen voortgezet onderwijs

11,8

 

waarvan productgroep/dienstengroep Shared Service Organisatie Noord

5,6

De omzet moederdepartement is € 37,8 miljoen hoger dan de oorspronkelijke begroting. Hieronder valt de dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord (SSO-Noord) voor € 5,6 miljoen, verricht voor het moederdepartement en onder haar vallende diensten welke geen onderdeel waren van de omzet in de rijksbegroting. Daarnaast betreft het looncompensatie 2020 van € 5,5 miljoen en bijstellingen in de (basis)dienstverlening welke per saldo € 6,0 miljoen belopen, zoals de uitvoering van diverse zogenoemde overige taken (zoals digitalisering examens FACET, uitvoering eindtoets primair onderwijs, uitvoering tijdelijke regeling tegemoetkoming studenten in verband met de uitbraak COVID-19, uitvoering coulanceregeling studenten, uitvoering examens Nederlands als tweede taal en staatsexamen voortgezet onderwijs). Tevens is extra capaciteit ingezet om de telefonische bereikbaarheid voor studenten te verbeteren ten hoogte van € 3,5 miljoen. Verder is € 1,6 miljoen ingezet ter dekking van de kosten voor Categorie Management en € 2,6 miljoen voor compensatie niet gerealiseerde deregulering. Daarnaast is incidenteel nog eens € 13,0 miljoen beschikbaar gesteld voor de implementatie en uitvoering van de werkplekdienstverlening ten behoeve van het departement. Van de beschikbare middelen voor projecten is € 30,8 miljoen doorgeschoven naar 2021, mede als gevolg van het inbedden van de activiteiten doorontwikkelen BRON in de Life Cycle Management methodiek, waarbij een substantieel gedeelte van het project is geactiveerd. Daarnaast zal, als gevolg van de coronacrisis, een groot gedeelte van de voor 2020 geplande activiteiten pas in 2021 tot afronding komen. De genoemde extra omzet van € 37,8 miljoen wordt voor € 5,6 miljoen gedekt vanuit middelen die het Ministerie van OCW en de onder haar vallende diensten in haar eigen apparaatsbegroting hebben opgevoerd, € 5,5 miljoen gedekt vanuit de Voorjaarsnota 2020 en de overige € 26,7 miljoen vanuit middelen die reeds beschikbaar waren op de begroting van het Ministerie van OCW.

Omzet overige departementen

Onder de omzet overige departementen (€ 63,7 miljoen) vallen onder meer de werkzaamheden in het kader van de Inburgeringstaak (€ 33,1 miljoen), het Landelijk Register Kinderopvang (€ 6,9 miljoen), allen voor het Ministerie van SZW. En activiteiten voor de examens in het kader van de Wet Financieel Toezicht (Wft) (€ 1,9 miljoen) ten behoeve van het Ministerie van Financiën, de print en couverteerwerkzaamheden die DUO uitvoert voor het Centraal Justitieel Incasso Bureau (€ 1,4 miljoen) ten behoeve van het Ministerie van J&V. Daarnaast genereert DUO omzet vanuit de activiteiten op het gebied van inkoopdiensten en datacenter-gerelateerde activiteiten van de Shared Service Organisatie Noord voor diverse ministeries (€ 19,4 miljoen). De afnemers zijn het Ministerie van J&V (€ 6,5 miljoen), het Ministerie van EZK (€ 2,9 miljoen), het Ministerie van I&W (€ 1,3 miljoen), het Ministerie van BZK (€ 6,1 miljoen), het Ministerie van VWS (€ 2,3 miljoen) en het Ministerie van Financiën (€ 0,3 miljoen).

Tenslotte valt hieronder omzet voor detacheringen binnen de Rijksoverheid (€ 0,7 miljoen) en overige werkzaamheden voor overige ministeries (€ 0,3 miljoen).

De omzet overige ministeries daalt met € 8,9 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. Het betreft met name de werkzaamheden ten behoeve van het Ministerie van SZW in het kader van de Inburgeringstaak (€ 4,0 miljoen) en het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (€ 1,6 miljoen) welke een daling laten zien ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. Dit onder meer als gevolg van vertraging binnen de veranderopdracht Inburgering. Daarnaast is de dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord met € 3,7 miljoen gedaald ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. Hier staat een stijging van € 0,2 miljoen tegenover voor de uitgevoerde print- en couverteerwerkzaamheden die DUO uitvoert voor het Centraal Justitieel Incasso Bureau en eveneens een stijging van € 0,2 miljoen aan overige werkzaamheden voor overige ministeries.

Omzet derden

De omzet derden (€ 5,0 miljoen) betreft de ontvangen examengelden kandidaten examens Nederlands als tweede taal (NT2) en staatsexamen voortgezet onderwijs (€ 1,9 miljoen), werkzaamheden ten behoeve van het Participatiefonds (€ 0,8 miljoen), leges voor Verklaring Afgelegd Examen (€ 0,3 miljoen), vergoedingen voor detacheringen (€ 0,3 miljoen) inkoop- en housingsactiviteiten binnen de Shared Service Organisatie Noord (€ 0,9 miljoen) en overige werkzaamheden voor derden binnen het domein onderwijs voortkomend uit beleidsmaatregelen van het Ministerie van OCW en bedrijfsvoering DUO (€ 0,8 miljoen). De lagere realisatie ten opzichte van de oorspronkelijke begroting bedraagt € 1,4 miljoen. De lagere realisatie heeft grotendeels betrekking op de afbouw van de werkzaamheden voor het Participatiefonds en de afname van de examenbijdrage van kandidaten voor de staatsexamens als gevolg van de coronacrisis.

Vrijval voorziening

Er heeft in 2020 geen vrijval voorziening plaatsgevonden.

Bijzondere baten

Bijzondere baten 2020 zijn nagenoeg nihil.

Lasten

De apparaatskosten laten een stijging zien ten opzichte van de oorspronkelijke begroting van € 21,2 miljoen. De personele kosten laten een stijging zien van € 9,5 miljoen. De toename is het gevolg van de eerder genoemde additionele werkzaamheden in de basisdienstverlening, telefonische dienstverlening, uitvoering van persoonsgericht innen en de loonontwikkeling in 2020. Een deel personele inzet 2020 is geactiveerd en opgenomen onder immateriële activa in ontwikkeling. Het gaat hier om kosten gemaakt voor de ontwikkeling van het systeemlandschap die geactiveerd zijn en als afschrijvingslast in de toekomst verantwoord zullen worden. De materiële kosten laten een stijging zien van € 11,7 miljoen samenhangend met de eerder genoemde additionele werkzaamheden. Ook zijn de afschrijvingskosten toegenomen met € 4,1 miljoen als gevolg van uitbreidingsinvesteringen met name in het ICT-landschap.

Rentelasten

De rentelasten van € 0,1 miljoen hebben betrekking op de leningen afgesloten ter financiering van de immateriële vaste activa, met name «zelfontwikkelde software».

Dotaties voorzieningen

De dotatie van € 1,5 miljoen (2019: € 2,0 miljoen) zorgt dat de voorziening overeenkomt met de actuele waarde van de onderliggende lopende verplichtingen en de in 2020 aangegane verplichtingen. Het betreft hier met name verplichtingen voortvloeiend uit regelingen vallend onder Sociaal Beleid Rijk en maatwerkafspraken binnen DUO. Deze voorziening hangt samen met de gewenste mobiliteit voor de komende jaren.

Tabel 69 Balans per 31 december 2020 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

 

2020

2019

Activa

   

Vaste activa

 

108.463

79.589

Materiële vaste activa

 

26.073

25.355

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

26.073

25.355

waarvan overige materiële vaste activa

0

0

Immateriële vaste activa

 

82.390

54.234

Vlottende Activa

 

52.680

37.092

Voorraden en onderhanden projecten

659

380

Debiteuren

3.176

5.895

Overige vorderingen en overlopende activa

16.900

16.190

Liquide middelen

31.945

14.627

Totaal activa

 

161.143

116.681

    

Passiva

   

Eigen Vermogen

 

4.403

1.698

Exploitatiereserve

1.698

813

Onverdeeld resultaat

2.705

885

Voorzieningen

2.376

3.124

Langlopende schulden

52.019

34.706

Leningen bij het Ministerie van Financiën

52.019

34.706

Kortlopende schulden

102.345

77.153

Crediteuren

15.662

11.633

Belastingen en premies sociale lasten

0

0

Kortlopend deel leningen bijhet Ministerie van Financiën

10.688

6.480

Overige schulden en overlopende passiva

75.995

59.040

Totaal passiva

161.143

116.681

Toelichting

Activa

Materiële vaste activa

De boekwaarde van het materieel vast actief is in 2020 met € 0,7 miljoen toegenomen. Het investeringsniveau was in 2020 nagenoeg gelijk aan de afschrijvingslast. De afschrijvingstermijn van de materiële vaste activa bedraagt drie tot tien jaar.

Immateriële vaste activa

Onder de immateriële vaste activa zijn aangekochte softwarelicenties, activa in ontwikkeling en zelfontwikkelde software opgenomen. De boekwaarde is toegenomen met € 28,2 miljoen als gevolg van investeringen in het systeemlandschap (€ 29,4 miljoen), activa in ontwikkeling (€ 1,1 miljoen) en Software en Licenties (€ 5,6 miljoen). Daarnaast is op de totale immateriële vaste activa € 7,9 miljoen afgeschreven. De voor activering in aanmerking komende projecten zijn als activa in ontwikkeling opgenomen. Het betreft achtenvijftig projecten met een totale waarde van € 18,4 miljoen. Waardering van de materiele kosten heeft plaatsgevonden tegen werkelijke kosten. Uren externe inzet is eveneens tegen werkelijke kosten en voor de interne inzet is de handleiding overheidstarieven als basis gehanteerd. Voor de afschrijvingstermijn omtrent vervangingen wordt er uitgegaan van een gedifferentieerde levensduur (tussen de drie en tien jaar), welke in lijn ligt met de economische levensduur van de ontwikkelde applicaties.

Voorraden

Onder deze post zijn de voorraden papier en kantoorartikelen en dergelijke opgenomen.

Debiteuren

De stand debiteuren is met € 2,7 miljoen afgenomen. Onder de debiteuren zijn voor € 1,3 miljoen aan vorderingen op andere ministeries opgenomen, te weten; Ministerie van OCW (€ 0,1 miljoen), Ministerie van BZK (€ 0,7 miljoen), Ministerie van J&V (€ 0,3 miljoen), Ministerie van EZK (€ 0,2 miljoen).

Overige vorderingen en overlopende activa

Bij de post Overige vorderingen en overlopende activa zijn bedragen opgenomen, ten behoeve van softwarelicenties en onderhoudscontracten, die in 2020 vooruit zijn betaald (€ 16,4 miljoen). Daarnaast is onder deze post voor € 0,1 miljoen vooruit ontvangen middelen van het Ministerie van Financiën en van het Ministerie van SZW € 0,4 miljoen.

Liquide middelen

De stand liquide middelen is in 2020 met € 17,3 miljoen toegenomen. Dit als gevolg van de positieve operationele kasstroom van € 30,2 miljoen, de gepleegde investeringen van € 34,5 miljoen waar een lening van € 28,0 miljoen tegenover staat. Daarnaast is er € 6,4 miljoen afgelost op de lopende leningen. Zie ook de verklaring bij het kasstroomoverzicht.

Passiva

Eigen vermogen

Het eigen vermogen bedraagt 1,3% van de gemiddelde omzet in de laatste drie jaar. Het eigen vermogen DUO bedraagt na dotatie van het exploitatieresultaat 2020 € 4,4 miljoen. Het eigen vermogen bedraagt 1,3% van de gemiddelde omzet in de laatste drie jaar. Dit is onder het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar (€ 17,1 miljoen). Van het eigen vermogen is € 1,0 miljoen geoormerkt voor eventuele verliezen of innovaties binnen het SSO-Noord.

Voorzieningen

De voorzieningen bestaan uit voorziening voor wachtgeld € 0,6 miljoen en overige € 1,8 miljoen. Onder de overige voorzieningen zijn opgenomen de verplichtingen voortvloeiend uit afspraken in het kader van Sociaal Beleid Rijk en maatwerkafspraken binnen DUO. Uit de voorzieningen is € 2,2 miljoen onttrokken ten behoeve van de uitkeringen in 2020. Aan de voorziening is € 1,5 miljoen gedoteerd aan nieuwe regelingen en herijking van bestaande regelingen.

Voorzieningen

Tabel 70 Voorzieningen (bedragen x € 1.000)
 

31-12-2019

Onttrekkingen

Dotaties

Vrijval

31-12-2020

Wachtgeld

887

‒ 390

95

592

Overige

2.237

‒ 1.818

1.365

1.784

Totaal voorzieningen

3.124

‒ 2.208

1.460

2.376

Leningen bij het Ministerie van Financiën

DUO heeft in 2020 wederom gebruik gemaakt van de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën. Het betreft leningen ten behoeve van vervangingen in het systeemlandschap. Van deze leningen is € 10,7 miljoen opgenomen onder het kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën, zijnde het aflossingsgedeelte 2021.

Tabel 71 Overzicht leningen

Nummer

Hoofdsom

Looptijd (in hele jaren)

Rente %

Datum ingang

Datum afloop

Aantal aflostermijnen

Openstaande leensom

3540

2.000.000

6

0,00%

18-12-2020

18-12-2026

24

2.000.000

3539

5.000.000

4

0,00%

18-12-2020

18-12-2024

16

5.000.000

3538

21.000.000

8

0,00%

18-12-2020

18-12-2028

32

21.000.000

3361

8.310.000

4

0,00%

30-12-2019

2-1-2024

16

6.232.500

3360

13.700.000

10

0,01%

30-12-2019

31-12-2029

40

12.330.000

3167

16.800.000

10

0,57%

5-11-2018

6-11-2028

40

13.440.000

2951

6.760.000

5

0,00%

15-12-2017

15-12-2022

20

2.704.000

Totaal

73.570.000

     

62.706.500

Crediteuren

De crediteuren ultimo 2020 bestaan uit openstaande facturen bij leveranciers en nog te ontvangen facturen. Onder de crediteuren is € 0,3 miljoen aan schulden opgenomen aan het Ministerie van BZK.

Overige schulden en overlopende passiva

De balanspost Overige verplichtingen en overlopende passiva van € 76,0 miljoen bevat voor € 54,0 miljoen aan vooruit ontvangen middelen van OCW. Het betreft middelen die DUO in het boekjaar 2020 en voorgaande jaren al heeft ontvangen, maar waarvoor in het boekjaar, mede als gevolg van de coronacrisis, nog geen prestatie is verricht. Op het moment dat de prestatie is geleverd, worden de ontvangsten geboekt als baten. Het betreft hier doorlopende werkzaamheden die in 2021 zullen worden uitgevoerd. Hiervan heeft € 30,8 miljoen betrekking op diverse (doorlopende) werkzaamheden waaronder het project «Doorontwikkelen BRON», € 14,7 miljoen op werkzaamheden basisdienstverlening en € 8,5 miljoen op overige opdrachten. Daarnaast gaat het om de opgebouwde rechten aan reservering individueel keuzebudget en verlofrechten ultimo 2020 van het personeel in loondienst (€ 14,2 miljoen) en schulden met afdracht verplichtingen (€ 0,1 miljoen), overige te betalen bedragen (€ 6,8 miljoen). Tenslotte zijn onder deze post de in het verleden ontvangen investering specifieke financiële bijdragen van de ministeries verantwoord. Het betreft bijdragen die in het verleden de financiering van uitbreidingsinvesteringen mogelijk maken. De onttrekking volgt het afschrijvingspatroon van de betrokken vaste activa en komt ten gunste van de afschrijvingskosten. De ultimo stand bedraagt € 1,0 miljoen waarvan € 0,7 miljoen een looptijd heeft van langer dan één jaar.

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

De niet uit de balans blijkende verplichtingen bedragen eind 2020 circa € 160,4 miljoen (2019: € 168,0 miljoen). Het betreft vooral contracten voor automatisering (€ 19,0 miljoen), huisvesting (€ 130,6 miljoen) en € 10,8 miljoen in het kader van het Overheidsdatacenter (ODC), waarvan een deel is afgedekt middels langlopende verplichtingen richting de afnemers. De looptijden van de verplichtingen variëren van 1 tot 20 jaar. DUO heeft geen langlopende leasecontracten uitstaan per balansdatum.

Tabel 72 Kasstroomoverzicht over 2019 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2020 + stand depositorekeningen

14.194

14.626

432

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

322.076

382.993

60.917

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 303.376

‒ 352.743

‒ 49.367

2.

Totaal operationele kasstroom

18.700

30.250

11.550

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 39.500

‒ 34.693

4.807

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

241

241

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 39.500

‒ 34.452

5.048

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

 

Eenmalig storting door het moederdepartement (+)

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 6.100

‒ 6.480

‒ 380

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

27.500

28.000

500

4.

Totaal financieringskasstroom

21.400

21.520

120

5.

Rekening courant RHB 31 december 2020 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is € 0,5 miljoen.

14.794

31.944

17.150

Toelichting

De positieve operationele kasstroom (€ 30,3 miljoen) is het saldo ontvangsten moederdepartement (€ 294,9 miljoen), overige departementen (€ 42,5 miljoen) en Derden (€ 45,6 miljoen). Hier staan uitgaven tegenover aan crediteuren en personeel (€ 352,7 miljoen). De investeringen betreffen investeringen in het rekencentrum en software ten behoeve van de basisdienstverlening als ook investering in zelfontwikkelde software. Het betreft hier software voor de uitvoering van de reguliere dienstverlening binnen DUO. Voor deze investeringen is gebruik gemaakt van de leenfaciliteit. Bovenstaande ontwikkelingen verklaart de afwijking ten opzichte van de begroting.

Doelmatigheid

Basisindicatoren zijn de kostprijs en kwaliteit per product of dienst. DUO streeft er naar haar dienstverlening continu te verbeteren. De klanttevredenheid van het digitale kanaal is één van de al bestaande indicatoren die dit zichtbaar maken. DUO bevindt zich in een transitie van een organisatie met een complex systeemlandschap gebaseerd op ad hoc financiering, naar een wendbare ICT-gedreven organisatie waarin onderhoud, modernisering en vervanging structureel gefinancierd worden via Life Cycle Management (LCM). Met de invoering van deze LCM-systematiek gaat DUO van grote eenmalige projectinvesteringen naar structurele investeringen die over langere tijd afgeschreven worden. Dit is zichtbaar gemaakt door de post «vervangingskosten», zijnde de niet activeerbare ontwikkelkosten van de vervangingen en de post «immateriële vaste activa» welke de omvang van het ICT-landschap weerspiegelt.

DUO wil doelmatig zijn in het gebruik van ICT-systemen, door te sturen op een stabilisering en uiteindelijke daling van de omvang van haar ICT-landschap. Dit wil DUO bereiken door «slim» te moderniseren/ vervangen en daarmee te komen tot een onder architectuur ontwikkeld modern, simpel en kleiner ICT-landschap. Ook wil DUO sturen op de stabilisering van de kosten van onderhoud. Onder onderhoud wordt verstaan datgene wat nodig is voor instandhouding van de geautomatiseerde uitvoeringsprocessen. DUO wil dit gaan bereiken door (verouderde) systemen tijdig te moderniseren dan wel vervangen. Daarnaast heeft DUO een indicator opgenomen voor het aantonen van doelmatigheid bij overhead.

Tabel 73 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2020

Omschrijving Generiek Deel

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2017

2018

2019

2020

2020

Generiek Deel

     

Omzet per productgroep (pxq)

     

Omzet Bekostiging Instellingen

36,0

39,0

35,0

36,1

34,7

Omzet Studiefinanciering

91,0

108,0

92,0

96,5

95,5

Omzet Examendiensten1

23,0

25,0

24,0

16,2

13,2

Omzet Basisregister

28,0

30,0

35,0

31,2

24,1

Omzet Informatiediensten

6,0

6,0

7,0

10,3

6,0

Totaal basiscontract excl. LCM

184,0

207,0

193,0

190,3

173,5

      

Vervangingskosten

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

14,9

14,0

Kosten met betrekking tot onderhoud en beheer

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

30,9

29,4

Immateriële vaste activa (x1 mln.)

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

46,1

64,5

      

Overheadkosten t.o.v. de totale kosten (%)

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

23%

20%

      

FTE

     

FTE-ARAR

2.014,0

2.217,0

2.331,0

2.459,1

2.614,0

FTE-Extern

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

397,4

252,0

      

Tarieven/uur

     

ICT gerelateerd

104,0

112,0

114,0

115,0

114,0

Overige uren

74,0

76,5

77,5

78,5

77,5

      

Saldo van baten en lasten (%)

98,0

100,0

100,0

100,8

100,0

      

Kwaliteitsindicatoren2

     

Klantcontact digitaal

6

6

7

7,3

6,5

Klantcontact traditioneel

7

7

8

7,4

7,0

1

met ingang van 2020 is abstraheerd voor het onderdeel kostprijsmodel examens.

2

met ingang van 2020 wordt gerapporteerd met één decimaal

Toelichting

Omzet/kostprijs per product: DUO aggregeert haar werkzaamheden in de going concern (basiscontract) naar vijf producten, te weten Bekostiging, Studiefinanciering, Examens, Registers en Informatiediensten. Streven voor de komende jaren is een verbeterde dienstverlening zichtbaar in de klanttevredenheid bij optimale inzet van middelen. De realisatie 2020 ligt € 16,8 miljoen hoger dan begroot. Dit met name als gevolg van loon- en prijsontwikkeling, extra inzet op telefonische bereikbaarheid en meerkosten als gevolg van de coronacrisis waardoor het werkplekconcept moest worden aangepast.

Vervangingskosten: De effecten van Life Cycle Management zijn inzichtelijk gemaakt door de niet activeerbare ontwikkelkosten van de vervangingen (vervangingskosten) van de immateriële vaste activa (IMVA) op te nemen.

Immateriële vaste activa en kosten met betrekking tot onderhoud en beheer: De omvang van het ICT-landschap wordt weerspiegeld in de balanspost immateriële vaste activa. Hierin is alle zelf ontwikkelde software opgenomen. Deze post zal de eerste jaren een stijging laten zien en vanaf 2027, los van nieuwe taken, een vlakke lijn waarbij de autonome groei van het systeemlandschap is ondervangen en deze post zal stabiliseren rond de € 161,0 miljoen exclusief uitbreidingsinvesteringen als gevolg van nieuw beleid of afwaardering van bestaande systemen. Ook moet deze post worden gezien in relatie tot de indicator kosten met betrekking tot onderhoud en beheer. Door het tijdig en slim vervangen van het systeemlandschap streeft DUO (daar waar, volgens onderzoek Gartner 2018, normaliter sprake is van een autonome groei van circa zes procent) naar een gelijkblijvend onderhoud en beheer.

Overheadkosten t.o.v. de totale kosten (%): De indicator drukt de overhead uit als percentage van de totale kosten.

FTE totaal: De bezetting van ARAR is gestegen ten opzichte van 2019. Er is vormgegeven aan de invulling taakstelling waarbij vrijgekomen personeel zoveel mogelijk is ingezet op nieuwe taken. Er heeft in 2020 een forse instroom van personeel plaatsgevonden als gevolg van het verambtelijken van extern automatiseringspersoneel.

Projecttarief per uur: Het projecttarief (ICT gerelateerd) is € 115,00 per uur en met € 1,00 gestegen ten opzichte van 2019.

Meerwerktarief per uur: Het meerwerktarief is € 78,50 per uur en met € 1,00 gestegen ten opzichte van 2019.

Saldo baten en lasten: DUO begroot met een exploitatiesaldo van nul. Het positieve saldo van baten en lasten 2020 van € 2,7 miljoen bedraagt 0,8% van de baten.

Met het Ministerie van OCW is een set met indicatoren afgesproken, te weten: Klanttevredenheid klantcontact digitaal en Klanttevredenheid klantcontact traditioneel. 

Klanttevredenheid klantcontact digitaal: Over 2020 heeft deze indicator een score van 7,3 op een schaal van 0 tot 10. Over 2019 bedroeg de score 7 op een schaal van 0 tot 10.

Klanttevredenheid klantcontact traditioneel: Over 2020 heeft deze indicator, ondanks de coronacrisis, een score van 7,4 op een schaal van 0 tot 10. Over 2019 bedroeg de score 8 op een schaal van 0 tot 10.

Licence