Base description which applies to whole site

9 Jaarverantwoording van het baten-lastenagentschap Paresto per 31 december 2020

Tabel 26 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap Paresto 2020 (bedragen x € 1.000)1
 

Vastgestelde begroting (1)2

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie t-1 (4)

Baten

    

- Omzet

69.027

26.695

‒ 42.332

38.175

waarvan omzet moederdepartement

52.652

15.564

‒ 37.088

20.466

waarvan omzet overige departementen

480

249

‒ 231

406

waarvan omzet derden

15.895

10.882

‒ 5.013

17.303

Rentebaten

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

900

31.529

30.629

31.083

Totaal baten

69.927

58.224

‒ 11.703

69.258

     

Lasten

    

Apparaatskosten

69.862

58.391

‒ 11.471

70.894

- Personele kosten

46.203

41.032

‒ 5.171

44.449

waarvan eigen personeel

40.281

38.447

‒ 1.834

37.047

waarvan inhuur externen

5.100

2.277

‒ 2.823

6.900

waarvan overige personele kosten

822

308

‒ 514

502

- Materiële kosten

23.659

17.359

‒ 6.299

26.445

waarvan apparaat ICT

0

395

395

695

waarvan bijdrage aan SSO's

0

0

0

0

waarvan overige materiële kosten

750

613

‒ 137

1.015

Rentelasten

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

66

82

16

78

- Materieel

66

82

16

78

waarvan apparaat ICT

10

3

‒ 7

3

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

56

79

23

75

- Immaterieel

0

0

0

0

Overige lasten

0

131

131

55

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

131

131

55

Totaal lasten

69.927

58.604

‒ 11.323

71.027

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

‒ 380

‒ 380

‒ 1.769

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

‒ 380

‒ 380

‒ 1.769

1

Door afrondingsverschillen kan er een verschil ontstaan in de optelling.

2

Stand inclusief amendementen, moties, NvW en ISB

In 2020 is conform de RBV besloten dat de bijdrage van het moederdepartement om het agentschap te ondersteunen als gevolg van het maximeren van tarieven als bijzondere baat te verantwoorden. Daarom is de werkgeversbijdrage, welke toe te rekenen is aan het moederdepartement, als bijzondere baat verantwoord. Om te kunnen vergelijken met het voorgaande jaar is de realisatie van 2019 ook conform deze regelgeving gepresenteerd.

Toelichting op de staat van baten en lasten

De totale baten bestaan uit omzet en bijzondere baten. De omzet is onder te verdelen in een drietal categorieën: moederdepartement, overige departementen en derden en bedraagt € 26,7 miljoen. De bijzondere baten bestaan voor € 30,0 miljoen uit de werkgeversbijdrage die door het moederdepartement wordt verstrekt.

Omzet moederdepartement

Tabel 27 Omzet moederdepartement (bedragen in miljoenen euro's)

Omzet moederdepartement

15,6

Waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten

15,6

Waarvan overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement

0

Omzet bedrijfsvoering (verkopen) Dit betreft in het boekjaar de door Paresto in rekening gebrachte opbrengst verkopen voor verrichte leveranties en diensten.

Tabel 28 Omzet verkopen naar productgroep (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2020

Realisatie 2020

Omzet regulier

27.469

18.447

Omzet niet regulier

9.142

7.252

Omzet werkgeversbijdrage

979

995

Totaal omzet verkopen

37.590

26.695

De omzet bedrijfsvoering is onder te verdelen in de volgende productgroepen:

  • De omzet regulier betreft onder andere de verkopen in de bedrijfsrestaurants en kantines op locaties;

  • De omzet niet-regulier is omzet van onder andere evenementen, vergaderingen, diners en recepties die op locaties worden gehouden;

  • De omzet werkgeversbijdrage heeft betrekking op de factuur van het Koninklijk Huis en de bijdrage ten behoeve van het Militair Revalidatiecentrum.

Zowel de reguliere als niet-reguliere omzet is lager dan begroot. Door de COVID-19-crisis was er sprake van verplicht thuiswerken, zijn evenementen niet doorgegaan en hebben minder oefeningen plaatsgevonden.

Werkgeversbijdrage

De werkgeversbijdrage betreft de vergoeding die Paresto ontvangt voor de personele en materiële inzet op de locaties. Deze is hoger dan begroot door loonbijstellingen vanwege het arbeidsvoorwaardenakkoord uit 2019. De effecten van dit arbeidsvoorwaardenakkoord zijn niet in de begroting opgenomen, omdat het akkoord is bereikt na het opstellen van de begroting. De werkgeversbijdrage is verantwoord onder de bijzondere baten als gevolg van een aanpassing in de RBV.

Rentebaten

In 2020 is er vanwege een lage rentestand geen deposito uitgezet en tevens geen rente ontvangen op de lopende rekening courant met het Ministerie van Financiën.

Bijzondere baten

Als gevolg van een aanpassing van de RBV 2021 is de werkgeversbijdrage van het moederdepartement verantwoord als bijzondere baat. De overige bijzondere baten betreffen voornamelijk de producentenbonussen conform de contractuele afspraken en de suppletie van de belastingdienst over 2017. De bijzondere baten zijn niet afhankelijk van de omzet van betreffende jaar. Daardoor is het mogelijk dat de bijzondere baten hoger zijn dan begroot, terwijl de totale omzet lager is.

Tabel 29 Personele kosten (bedragen in miljoenen euro's)

Personele kosten

    
 

Vastgestelde begroting

Realisatie

 

Vte'n

Prijs per Vte

Vte'n

Prijs per Vte

Militair personeel

55

€ 62.207

67

€ 62.666

Burgerpersoneel

692

€ 54.422

630

€ 54.823

     

Inhuur en uitzendkrachten

69

€ 74.375

29

€ 79.520

Totaal/Gemiddeld

816

€ 56.623

726

€ 56.521

Personele kosten

Door Paresto is fors op de personele en inhuurkosten gestuurd na uitbraak van het COVID-19 virus. Inhuur vond enkel plaats na goedkeuring van de directie, tijdelijke contracten zijn niet standaard verlengd en vacatureruimte werd niet standaard gevuld. Dit verklaart waarom zowel het eigen personeel als inhuurpersoneel lager uitvalt dan begroot. De gemiddelde loonsom van vast personeel en inhuur is hoger dan begroot vanwege het arbeidsvoorwaardenakkoord. Daarnaast is door COVID-19 minder direct personeel ingehuurd, maar liep de inhuur van indirect personeel grotendeels door. Indirect personeel is veelal duurder dan direct personeel, waardoor de gemiddelde loonsom per VTE hoger is dan begroot.

Materiële kosten

De post materiële kosten bestaat voornamelijk uit ingrediëntskosten (€ 16,4 miljoen).

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten op het totaal van activa bedragen € 82.000.

Bijzondere lasten

De bijzondere lasten hebben betrekking op facturen van leveranciers/lasten van voorgaand boekjaar.

ResultaatbestemmingHet resultaat over 2020 bedraagt -/- € 0,380 miljoen. Het resultaat wordt conform de vigerende regelgeving verrekend met het eigen vermogen.

Tabel 30 Balans per 31 december 2020 (bedragen x € 1.000)1
 

Balans 31-12-2020

Balans 31-12-2019

Activa

  

Vaste activa

  

Materiële vaste activa

281

282

waarvan grond en gebouwen

waarvan installaties en inventarissen

24

36

waarvan projecten in uitvoering

waarvan overige materiële vaste activa

257

246

Immateriële vaste activa

Vlottende activa

  

Voorraden en onderhanden projecten

482

582

Debiteuren

1.188

3.698

Overige vorderingen en overlopende activa

1.908

3.705

Liquide middelen

12.799

5.720

Totaal activa:

16.658

13.987

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

  

Exploitatiereserve

4.139

1.557

Onverdeeld resultaat

‒ 380

‒ 1.769

Voorzieningen

Langlopende schulden

Leningen bij het Ministerie van Financiën

Kortlopende schulden

Crediteuren

5.351

6.608

Belastingen en premies sociale lasten

61

68

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

Overige schulden en overlopende passiva

7.488

7.523

Totaal passiva

16.658

13.987

1

Door afrondingsverschillen kan er een verschil ontstaan in de optelling.

Toelichting op de balans

Vaste activa

Materiële vaste activa

In 2020 is er voor € 80.000 geïnvesteerd en voor € 82.000 afgeschreven.

Voorraden

De op de balans opgenomen voorraden betreffen de voorraden op de locaties van Paresto.

Debiteuren

De debiteuren bestaan voornamelijk uit vorderingen op het moederdepartement (€ 1,0 miljoen) en derden (€ 0,2 miljoen). De stand debiteuren is gedaald ten opzichte van 2019. Eind 2019 was er een achterstand met factureren. Dit had als gevolg dat de facturen niet zijn betaald, de post debiteuren hoger uitviel en de liquide middelen hierdoor lager uitvielen. Het effect hiervan was circa € 2,3 miljoen. Deze achterstand is in 2020 weggewerkt, waardoor het saldo is gedaald naar € 1,2 miljoen. Bij de post ‘debiteuren’ wordt rekening gehouden met het vermoedelijk oninbare deel. Dit bedrag is bepaald op € 0,2 miljoen.

Overige vorderingen en overlopende activa

Deze post is nader te specificeren in nog te ontvangen van het moederdepartement (€ 1,2 miljoen) en derden (€ 0,7 miljoen).

Vanwege COVID-19 hebben eindejaarsactiviteiten niet plaatsgevonden, wat een deel van de afname in de overige vorderingen en overlopende activa verklaart. Daarnaast heeft de professionaliseringsslag op de financiële administratie ervoor gezorgd dat de achterstanden grotendeels zijn weggewerkt.

Liquide middelen

De post liquide middelen omvat vooral de gelden in rekening-courant bij het Ministerie van Financiën (€ 12,8 miljoen). De toename van liquide middelen wordt veroorzaakt door een afname in de post debiteuren en een kapitaalstorting van het moederdepartement.

Passiva

Eigen vermogen

In 2020 heeft er een kapitaalstorting van € 4,1 miljoen door het moederdepartement plaatsgevonden. Daarnaast heeft er een aanzuivering van het negatief eigen vermogen van € 0,2 miljoen plaatsgevonden. De grens voor het eigen vermogen 2020 is € 2,6 miljoen (maximaal 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen 3 jaar). In 2021 zal er € 1,1 miljoen euro afgedragen worden aan het moederdepartement. Op basis van de nieuwe regelgeving omtrent de omzetverantwoording valt het maximale eigen vermogen lager uit dan verwacht.

Leningen

Alle door Paresto opgenomen gelden bij het Ministerie van Financiën (leningen) zijn volledig afgelost.

Crediteuren

Het crediteurensaldo bestaat uit schulden op het moederdepartement (€ 4,9 miljoen) en derden (€ 0,5 miljoen). Dit is een daling van € 1,3 miljoen ten opzichte van 2019. De daling wordt veroorzaakt door COVID-19. Er is door een lagere omzet minder afgenomen bij leveranciers, wat leidt tot een lagere crediteurenstand.

Belastingen en premies sociale lasten

De belastingen en premies sociale lasten hebben betrekking op de BTW-aangifte van december.

Overige schulden en overlopende passiva

Het saldo overige verplichtingen en overlopende passiva bestaat voornamelijk uit moederdepartement (€ 4,1 miljoen) en derden (€ 3,4 miljoen). De overige schulden bestaan met name uit de salarissen van december.

De vakantieverplichtingen aan het personeel bestaan uit € 2,1 miljoen te betalen aan vakantiedagen en € 1,1 miljoen te betalen aan vakantiegelden.

Tabel 31 Kasstroomoverzicht over 2020 (bedragen x € 1.000)1
 

(1) Vastgestelde begroting2

(2) Realisatie

(3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Rekening-courant RHB 1 januari 2020 + stand depositorekeningen

12.997

5.690

‒ 7.307

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

69.927

62.637

‒ 7.290

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 69.927

‒ 59.822

10.105

Totaal operationele kasstroom

0

2.815

2.816

Totaal investeringen (-/-)

0

‒ 80

‒ 80

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

‒ 80

Totaal investeringskasstroom

0

‒ 80

‒ 80

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

4.352

4352

Aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

Totaal financieringskasstroom

0

4.352

4.352

Rekening-courant RHB 31 december 2020 + stand depositorekeningen  (=1+2+3+4), de maximale roodstand is 0,5 miljoen €.

12.997

12.775

‒ 221

1

Door afrondingsverschillen kan er een verschil ontstaan in de optelling.

2

Stand inclusief amendementen, moties, NvW en ISB

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode.

Kasstroom uit operationele activiteiten

De kasstroom uit operationele activiteiten bestaat uit de kasstroom bedrijfsactiviteiten, de mutatie in het werkkapitaal en de ontvangen dan wel betaalde interest. De ontvangsten operationele kasstroom is lager dan begroot. Het verplicht thuiswerken en het niet doorgaan van evenementen en minder oefeningen door de COVID-19-crisis is hier de oorzaak van. Als gevolg van de lagere omzet zijn er ook minder uitgaven gedaan.

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

In 2020 is er voor de aanschaf van kleding € 80.000 geïnvesteerd en is voor € 82.000 afgeschreven.

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

In 2020 is er geen beroep gedaan op de leenfaciliteit. In 2020 heeft er een kapitaalstorting van € 4,1 miljoen door het moederdepartement plaatsgevonden. Daarnaast heeft er een aanzuivering van het negatief eigen vermogen van € 0,2 miljoen plaatsgevonden.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2020

De omzet bij Paresto bestaat uit verkopen van ingekochte producten. Er is geen sprake van productie en hierdoor dus geen kostprijs per product. De gekozen indeling in een specifiek deel en een generiek deel vloeit voort uit de aard van de dienstverlening door Paresto. Gestuurd wordt op de brutomarge van de locaties. Hiermee samenhangende indicatoren zijn daarom als specifiek benoemd.

Tabel 32 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2020
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2017

2018

2019

2020

2020

Totaal omzet verkopen (x € 1.000)

33.927

34.650

37.378

26.695

37.254

VTE-totaal (excl. externe inhuur)

746

767

805

726

816

- waarvan in eigen dienst

656

659

695

697

747

- waarvan inhuur

90

108

110

29

69

Saldo van baten en lasten (%)

‒ 1,1%

‒ 2,2%

‒ 2,6%

‒ 0,7%

0,0%

Specifiek deel

     

Aantal locaties

76

76

76

76

76

Productiviteit per medewerker (omzet per Vte)

45.479

45.177

46.433

35.400

45.656

% Ziekteverzuim

7,8%

8,5%

7,3%

8,0%

8,0%

% Bruto marge locaties

37,7%

34,8%

32,5%

35,5%

37,5%

Het overgrote deel van de kosten van Paresto (ruim 90 procent) bestaat uit personeels- en ingrediëntkosten. De doelmatigheid komt met name tot uitdrukking in twee belangrijke graadmeters, de productiviteit per medewerker en het percentage brutomarge (totale omzet verminderd met inkoopkosten ten opzichte van de totale omzet).

Na maart 2020 zijn veel oefeningen en evenementen niet doorgegaan door COVID-19. Ook is het gastenaantal afgenomen door het thuiswerken. Beide hebben tot gevolg dat de omzet lager is uitgevallen. Door flink te sturen op de inzet van personeel, zijn met name de inhuurkosten fors lager uitgevallen. Dit resulteert in een omzet per VTE van € 35.400. Het ziekteverzuim laat ondanks COVID-19 slechts een lichte stijging zien. De prijsaanpassing die in 2020 is doorgevoerd, zorgt ten opzichte van voorgaande jaren voor een hogere brutomarge.

Licence