Base description which applies to whole site

8. Saldibalans

Tabel 101 Saldibalans per 31 december 2020 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2020

 

31-12-2019

 

Passiva

31-12-2020

 

31-12-2019

        

Intra-comptabele posten

        

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

59.902.396

 

39.075.588

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

1.802.820

 

1.896.175

3)

Liquide middelen

0

 

0

     

4)

Rekening-courant RHB1

0

 

0

4a)

Rekening-courant RHB

58.181.168

 

37.227.921

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

 

0

5a)

Begrotingsreserves

0

 

0

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

84.546

 

51.747

7)

Schulden buiten begrotingsverband

2.954

 

3.239

8)

Kas-transverschillen

0

 

0

     

Subtotaal intra-comptabel

59.986.942

 

39.127.335

Subtotaal intra-comptabel

59.986.942

 

39.127.335

          

Extra-comptabele posten

        

9)

Openstaande rechten

0

 

0

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

0

10)

Vorderingen

906.080

 

1.017.202

10a)

Tegenrekening vorderingen

906.080

 

1.017.202

11a)

Tegenrekening schulden

0

 

0

11)

Schulden

0

 

0

12)

Voorschotten

33.186.808

 

15.386.195

12a)

Tegenrekening voorschotten

33.186.808

 

15.386.195

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

 

0

13)

Garantieverplichtingen

0

 

0

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

329.613

 

357.635

14)

Andere verplichtingen

329.613

 

357.635

15)

Deelnemingen

0

 

0

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

 

0

Subtotaal extra-comptabel

34.422.501

 

16.761.032

Subtotaal extra-comptabel

34.422.501

 

16.761.032

          

Totaal

94.409.443

 

55.888.367

Totaal

94.409.443

 

55.888.367

1

Rijkshoofdboekhouding

Toelichting bij de saldibalans

Het intracomptabele deel van de saldibalans (financiële posten 1 t/m 8) bevat het resultaat van de financiële transacties in de departementale administratie die een directe relatie hebben met de kasstromen. Deze kasstromen worden via de rekening-courant met het Ministerie van Financiën bijgehouden.

Het extracomptabele deel bevat het saldo van de overige rekeningen die met tegenrekeningen in evenwicht worden gehouden.

De cijfers in de saldibalans zijn vermeld in duizendtallen en afgerond naar boven. Hierdoor kunnen bij het subtotaal en het totaal afrondingsverschillen optreden.

Ad 1 en 2 Uitgaven ten laste en ontvangsten ten gunste van de begroting

Onder de posten uitgaven en ontvangsten zijn de per saldo gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen.

De bedragen komen overeen met de bedragen uit de verantwoordingsstaat. Door een andere afrondingssystematiek is er een verschil met de verantwoordingsstaat waar per artikel naar boven wordt afgerond.

Ad 3 Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo van de banken en de contante gelden. Het Ministerie van SZW heeft geen contante gelden en geen saldo op haar bankrekeningen.

Ad 4 en 4a Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Deze post geeft per saldo de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Het bedrag per 31 december 2020 is in overeenstemming met de opgave van de Rijkshoofdboekhouding.

Ad 5 en 5a Begrotingsreserves

Een begrotingsreserve is een geoormerkte meerjarige budgettaire voorziening die op een afzonderlijke rekening-courant bij het Ministerie van Financiën wordt aangehouden. Het Ministerie van SZW heeft geen begrotingsreserves.

Ad 6 Vorderingen buiten begrotingsverband

Deze post betreft het saldo van de uitgaven waarvan verrekening met derden nog zal plaatsvinden. Een uitgavensaldo op 31 december zal nog van derden ontvangen moeten worden (is dus een saldo van openstaande vorderingen).

Tabel 102 Vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)
     

Openstaand ultimo 2020

Europese gelden

    

81.082

RSO doorbelasting

    

3.420

Omzetbelasting

    

23

Diversen

    

21

Totaal vorderingen buiten begrotingsverband

    

84.546

Ad 7 Schulden buiten begrotingsverband

Deze post betreft het saldo van de ontvangsten waarvan verrekening met derden nog zal plaatsvinden. Een ontvangstensaldo op 31 december zal nog aan derden afgedragen moeten (is dus een saldo van openstaande schulden).

Tabel 103 Schulden buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)
     

Openstaand ultimo 2020

Frictiekosten RWI

    

1.482

Europese gelden

    

1.390

In beslag genomen gelden

    

12

Derdenrekeningen

    

24

Omzetbelasting (Vorderingen)

    

42

Diversen

    

4

Totaal schulden buiten begrotingsverband

    

2.954

Ad 8 Kas-transverschillen

Op deze post worden bedragen opgenomen die zijn verantwoord in de uitgaven en ontvangsten, maar nog niet daadwerkelijk per kas zijn uitgegeven en ontvangen. Het Ministerie van SZW heeft geen kas-transverschillen.

Ad 9 en 9a Openstaande rechten

Rechten ontstaan doordat op grond van wettelijke regelingen, in de toekomst aanspraak bestaat op gelden van derden (bijvoorbeeld belastingen, college- en schoolgelden) of doordat het recht bestaat om bankbeslagen, cryptomunten, aandelen en andere geldelijke zaken te gelde te maken. Beiden doen zich bij het Ministerie van SZW niet voor.

Ad 10 en 10a Vorderingen

Onder de post vorderingen wordt het totaalbedrag van de saldi opgenomen van de betreffende rekening(en) uit de administratie. Het totaalsaldo betreft de per 31 december openstaande vorderingen.

Tabel 104 Vorderingen totaal (bedragen x € 1.000)
 

Ministerie

UVB

Inspectie SZW

S&I

RSO

Openstaandultimo 2020

Vorderingen

582.920

12.903

35.522

272.612

2.123

906.080

Tabel 105 Vorderingen naar opeisbaarheid (bedragen x € 1.000)
 

Ministerie

UVB

Inspectie SZW

S&I

RSO

Openstaandultimo 2020

Direct opeisbaar

582.920

12.903

35.522

1.036

2.123

634.504

Op termijn opeisbaar

0

0

0

0

0

0

Geconditioneerde vorderingen

0

0

0

271.576

0

271.576

Totaal

582.920

12.903

35.522

272.612

2.123

906.080

Van de opeisbare vorderingen (niet de geconditoneerde vorderingen) worden de onderstaand specificaties gegeven naar ouderdom.

Tabel 106 Opeisbare vorderingen naar ouderdom (exclusief toeslagen) (bedragen x 1.000)

Insteljaar

Ministerieexclusief toeslagen

UVB

Inspectie SZW

S&I

RSO

Openstaandultimo 2020

t/m 2017

747

12.746

19.978

330

0

33.802

2018

31

11

2.834

144

0

3.020

2019

127

35

5.550

195

117

6.024

2020

988

110

7.160

366

2.006

10.630

Totaal

1.893

12.903

35.522

1.036

2.123

53.476

Tabel 107 Opeisbare vorderingen naar ouderdom (toeslagen) (bedragen x 1.000)

Toeslagjaar

Openstaand1 januari 2020

Bijstelling

Ingesteldevorderingen

Ontvangsten

Afboekingen

Openstaandultimo 2020

t/m 2017

449.862

0

18.567

85.473

34.547

348.409

2018

88.294

0

115.931

115.064

4.492

84.669

2019

65.631

0

177.153

154.176

4.436

84.171

2020

0

0

143.035

77.394

1.862

63.779

Totaal

603.787

0

454.685

432.107

45.337

581.028

Deze toeslagen hebben betrekking op kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget.

Onderstaand wordt per onderdeel een toelichting gegeven.

Ministerie

Van de openstaande vorderingen is een bedrag van ruim € 1 miljoen toe te wijzen aan niet-bestuurlijke boetes. De door de Inspectie SZW opgelegde openstaande bestuurlijke boetes in 2006 of eerdere jaren tellen op tot een openstaand saldo € 0,7 miljoen. Dit betekent een afname van ruim € 0,7 miljoen ten opzichte van vorig jaar. De inning van de bestuurlijke boetes die na 2006 zijn opgelegd wordt door het CJIB verricht (zie onder Inspectie SZW).

Kwijtschelding vorderingen kinderopvangtoeslag

Begin 2021 deelde de staatssecretaris van Financiën – T&D dat zij nader ingaat op de plannen om gedupeerden in de toeslagenaffaire met een schone lei te laten beginnen. De toeslag- en belastingschulden van de gedupeerde ouders en eventuele partner worden kwijtscholden. Deze kwijtschelding raakt de post vorderingen in de saldibalans ultimo 2020 niet, omdat de toezegging begin 2021 is gedaan.

Per 18 januari 2021 waren circa 18.600 ouders in beeld die mogelijk direct gedupeerd zijn, met openstaande terugvorderingen kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget van in totaal bijna € 180 miljoen. Dit is exclusief de vorderingen bij eventuele partners. Het aantal ouders dat in aanmerking komt en de totale openstaande vorderingen die het betreft staan nog niet definitief vast. Inmiddels is een proces van besluitvorming en uitwerking in gang gezet om kwijtschelding verder vorm te geven. Indien de openstaande vorderingen uiteindelijk zijn kwijtgescholden, zal dit ook in de post vorderingen in de saldibalans worden verwerkt.

UVB

Alle openstaande vorderingen bij UVB hebben betrekking op subsidies, inclusief de vorderingen uit hoofde van Europese gelden.

Inspectie SZW

Deze vorderingen bestaan uit de door de Inspectie SZW opgelegde boetes vanaf 2007.

S&I

DUO voert de administratie uit voor de directie Samenleving en Integratie ten behoeve van de Wet Inburgering. Het openstaande bedrag van € 272,6 miljoen bestaat voor € 271,6 miljoen uit leningen en € 1,0 miljoen uit openstaande aflossingstermijnen. De vorderingen bij DUO betreffen de openstaande aflossingstermijnen die aan de leningen onttrokken zijn.

Rijksschoonmaakorganisatie (RSO)

Vanaf 2016 valt de RSO onder budgettaire verantwoordelijkheid van SZW. De administratie is uitbesteed aan de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR). De RSO is verantwoordelijk voor de schoonmaak van de Rijkspanden van de aangesloten departementen. Het totaalbedrag van de openstaande vorderingen ad € 2,1 miljoen bestaat uit in rekening gebrachte bedragen voor verrichte schoonmaakwerkzaamheden.

Ad 11 en 11a Schulden

Onder de post Schulden wordt het totaalbedrag van de saldi opgenomen van de betreffende grootboekrekening(en) uit de administratie. Het totaalsaldo betreft de per 31 december openstaande schulden. Het Ministerie van SZW heeft geen schulden.

Ad 12 en 12a Voorschotten

Voorschotten zijn bedragen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op later definitief vast te stellen of af te rekenen bedragen. Onder de post Voorschotten wordt het totaalbedrag van de saldi opgenomen van de betreffende (grootboek)rekeningen uit de administratie. Het totaalsaldo betreft de per 31 december openstaande voorschotten.

Tabel 108 Voorschotten incl. UVB (bedragen x € 1.000)
   

Ministerie

UVB

Openstaand ultimo 2020

Voorschotten

  

33.017.313

169.495

33.186.808

Ministerie

In de onderstaande specificaties worden de openstaande voorschotten van het Ministerie verantwoord naar ouderdom en artikel. Hiervan is een totaalbedrag van € 7.191,6 miljoen toe te wijzen aan voorschotten toeslagregelingen. De uitgaven die hiermee samenhangen zijn verantwoord onder de post uitgaven van artikel 7 en 10. In totaal gaat het om respectievelijk KOT ad € 4.330,6 miljoen en WKB € 2.861,0 miljoen.

Tabel 109 Voorschotten naar ouderdom (exclusief toeslagen, exclusief UVB) (bedragen x € 1.000)

Ontstaansjaar

 

Saldo 1-1-2020

Verstrekt

Afgerekend

Openstaand ultimo 2020

t/m 2017

 

55.261

0

13.464

41.797

2018

 

56.085

0

32.234

23.851

2019

 

8.651.158

0

8.603.753

47.405

2020

 

0

25.716.012

3.383

25.712.629

Totaal

 

8.762.504

25.716.012

8.652.834

25.825.682

De openstaande voorschotten (exclusief toeslagen en exclusief UVB) waren ultimo 2019 € 8,8 miljard. Ultimo 2020 zijn de openstaande voorschotten € 25,8 miljard. De toename in 2020 wordt voornamelijk veroorzaakt door de voorschotten die verstrekt zijn in verband met de coronacrisis ter ondersteuning van ondernemers en ZZP-ers via respectievelijk de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) met € 13,2 miljard aan voorschot en de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) met € 3,2 miljard aan voorschot.

Tabel 110 Voorschotten naar ouderdom (toeslagen) (bedragen x € 1.000)

Toeslagjaar

 

Saldo 1-1-2020

Verstrekt

Afgerekend

Openstaand ultimo 2020

t/m 2016

 

80.518

0

58.759

21.759

2017

 

958.608

0

834.635

123.973

2018

 

4.993.737

36.481

4.129.145

901.073

2019

 

496.004

5.141.995

0

5.638.000

2020

 

0

506.827

0

506.827

Totaal

 

6.528.869

5.685.304

5.022.540

7.191.632

De voorschotten van het toeslagjaar 2021 betreffen de eerste maandelijkse voorschottermijn, die in december 2020 is uitbetaald.

Tabel 111 Voorschotten naar artikel (bedragen x € 1.000)

Art

Omschrijving

    

Openstaand ultimo 2020

1

Arbeidsmarkt

    

13.213.913

2

Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

    

4.151.672

3

Arbeidsongeschiktheid

    

0

4

Jonggehandicapten

    

3.430.300

5

Werkloosheid

    

125.986

6

Ziekte en zwangerschap

    

9.974

7

Kinderopvang

    

4.646.173

8

Oudedagsvoorziening

    

1.904

9

Nabestaanden

    

0

10

Tegemoetkoming ouders

    

6.520.705

11

Uitvoering

    

573.600

12

Rijksbijdragen

    

237.400

13

Integratie en maatschappelijke samenhang

    

96.059

96

Apparaatsuitgaven kerndepartement

    

2.040

98

Algemeen

    

7.587

99

Nominaal en onvoorzien

    

0

Totaal

     

33.017.313

Tabel 112 Voorschotten UVB (bedragen x € 1.000)
   

ESF/EGF/EUSF

Subsidies departement

Totaal 2020

Saldo 1 januari

  

83.587

11.237

94.824

Verstrekt

  

84.161

11.974

96.135

Subtotaal

  

167.748

23.211

190.959

Afgerekend

  

11.590

9.874

21.464

Saldo 31 december

  

156.158

13.337

169.495

Tabel 113 Voorschotten UVB naar ouderdom (bedragen x € 1.000)

Ontstaansjaar

 

Saldo 1-1

Verstrekt

Afgerekend

Openstaand

  

2020

  

ultimo 2020

t/m 2017

 

13.660

0

5.074

8.586

2018

 

41.581

0

12.496

29.085

2019

 

39.583

0

2.028

37.555

2020

 

0

96.135

1.866

94.269

Totaal

 

94.824

96.135

21.464

169.495

Ad 13 en 13a Garantieverplichtingen

Garantieverplichtingen zijn voorwaardelijke financiële verplichtingen van de overheid om aan een private partij buiten de «sector overheid», die pas tot uitbetaling komt als zich bij de wederpartij een bepaalde omstandigheid (realisatie van een risico) voordoet. Garantieverplichtingen worden administratief volledig verwerkt als verplichting. Dit zijn dus voorwaardelijke financiële verplichtingen. In het algemeen leiden garantieverplichtingen niet of slechts voor een bepaald (meestal klein) percentage tot betaling. Het Ministerie van SZW heeft geen garantieverplichtingen.

Ad 14 en 14a Andere verplichtingen

Met andere verplichtingen worden alle verplichtingen exclusief de garantieverplichtingen, bedoeld. Het gaat om onvoorwaardelijke financiële verplichtingen die op een later moment tot betaling (kasuitgaven) leiden.

Tabel 114 Opbouw andere verplichtingen (bedragen x € 1.000)
   

Ministerie

UVB

Totaal 2020

Saldo 1 januari

  

136.641

220.994

357.635

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar inclusief negatieve bijstellingen

  

59.969.260

6.132

59.975.392

Subtotaal (A)

  

60.105.901

227.126

60.333.027

Tot betaling gekomen in het verslagjaar

  

59.902.396

101.017

60.003.413

Subtotaal (B)

  

59.902.396

101.017

60.003.413

Saldo 31 december (A - B)

  

203.504

126.109

329.613

Tabel 115 Andere verplichtingen UVB (bedragen x € 1.000)
 

ESF 2

EGF

EFMB

EUSF

Totaal 2020

Saldo 1 januari

7.827

1.145

1.502

210.521

220.994

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar inclusief negatieve bijstellingen

‒ 5.624

0

0

11.756

6.132

Subtotaal (A)

2.203

1.145

1.502

222.277

227.126

Tot betaling gekomen in verslagjaar

2.203

350

593

97.871

101.017

Subtotaal (B)

2.203

350

593

97.871

101.017

Saldo 31 december (A - B)

0

795

909

124.406

126.109

Tabel 116 Andere verplichtingen Ministerie naar artikel (bedragen x € 1.000)

Art

Omschrijving

 

Openstaand 1 januari 2020

Correctie beginstand 1 januari 2020

Aangegaan 2020 (incl. negatieve bijstelling)

Betaald 2020

Openstaand ultimo 2020

1

Arbeidsmarkt

 

13.745

13.938

14.053.825

14.014.041

67.467

2

Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

 

48.115

0

10.474.111

10.478.337

43.889

3

Arbeidsongeschiktheid

 

0

0

689

689

0

4

Jonggehandicapten

 

0

0

3.430.368

3.430.368

0

5

Werkloosheid

 

4.518

0

129.951

131.300

3.169

6

Ziekte en zwangerschap

 

242

0

13.107

13.350

0

7

Kinderopvang

 

7.124

0

3.913.026

3.912.441

7.709

8

Oudedagsvoorziening

 

0

0

24.903

24.903

0

9

Nabestaanden

 

0

0

1.171

1.171

0

10

Tegemoetkoming ouders

 

0

0

6.553.287

6.553.287

0

11

Uitvoering

 

114

0

589.862

589.976

0

12

Rijksbijdragen

 

0

0

20.184.826

20.162.856

21.970

13

Integratie en maatschappelijke samenhang

 

16.183

0

179.789

181.996

13.976

96

Apparaatsuitgaven kerndepartement

 

16.448

16

403.751

387.486

32.729

98

Algemeen

 

30.151

‒ 13.938

16.577

20.194

12.597

99

Nominaal en onvoorzien

 

0

0

0

0

0

Totaal

  

136.641

16

59.969.243

59.902.396

203.504

Toelichting correcties beginstand per 1 januari 2020.

  • Er heeft een verschuiving plaats gevonden van uitgaven artikel 98

    naar artikel 1 van € 13.938. Deze post hoort bij openstaande verplichtingen van de Inspectie waarvan de beleidsuitgaven sinds de begroting 2020 in plaats van op artikel 98 op artikel 1 worden verantwoord.

  • De beginstand van arikel 96 is niet juist en moet worden verhoogd met € 16. Dit verschil is ontstaan vanwege een correctie die in januari 2020 per abuis is verwerkt in boekjaar 2019 in plaats van boekjaar 2020.

In 2020 hebben geen omvangrijke negatieve bijstellingen plaatsgevonden op een eerder aangegane verplichting. Hierbij hanteren we een ondergrens van € 25 miljoen. Op het apparaatsartikel zijn er geen omvangrijke bijstellingen geweest (uitgaande van een grens van 10% met een minimum van € 1 miljoen).

Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen

Met ingang van 2012 is de bekostiging van de Rijksgefinancierde wetten en regelingen, waarvan de uitvoering is opgedragen aan de SVB en UWV, gewijzigd van kasbasis naar transactiebasis. Om budgettaire redenen is er voor gekozen de per 1 januari 2012 door SZW op transactiebasis nog verschuldigde bedragen niet aan de SVB en UWV uit te betalen. Deze permanente schulden bedragen ultimo 2020 € 848,3 miljoen aan de SVB en € 162,6 miljoen aan UWV. Deze schulden worden niet eerder door SZW voldaan dan dat het desbetreffende fonds, wet of regeling is opgeheven c.q. beëindigd. Daarnaast is er in dit verband sprake van een permanente vordering op de SVB ter grootte van € 1,3 miljoen. De genoemde bedragen hebben in 2020 geen wijzigingen ondergaan.

Verplichting WKB

Gebleken is dat de automatische toekenning van de WKB door de Belastingdienst in het verleden niet altijd goed is verlopen. De actie om dit te herstellen is door de Belastingdienst in 2019 gestart. Het grootste deel van de herstelactie is in 2020 afgerond. De Belastingdienst heeft van een aantal groepen huishoudens nog onvoldoende gegevens om tot uitkering over te gaan. Afronding van de herstelactie wordt op basis van deze informatie in 2022 verwacht. Voor het herstellen is geen feitelijke verplichting aangegaan.

Ad 15 en 15a Deelnemingen

Onder de post Deelnemingen worden alle deelnemingen inclusief deelnemingspercentage opgenomen, zoals in een Besloten of Naamloze Vennootschap, internationale instellingen of C.V. Het Ministerie van SZW heeft geen deelnemingen.

Licence