Base description which applies to whole site

3.4 Preventie en publieke gezondheid

Het belang van vaccineren is in deze tijd van corona nadrukkelijk naar voren gekomen. Vaccinaties bieden de belangrijkste en meest effectieve bescherming tegen ernstige infectieziekten. Vanwege de coronamaatregelen moesten vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma (tijdelijk) worden uitgesteld. Aan het begin van de coronapandemie liep de deelname aan de zuigelingenvaccinaties van het Rijksvaccinatieprogramma achter ten opzichte van 2019. Inmiddels lijkt deze terugloop verminderd tot ≤ 1%; de definitieve cijfers over 2020 worden medio 2021 bekend en de hoop is dat positieve trend in de vaccinatiegraad zich doorzet (Kamerstukken II 2020/21, 32793, nr. 511). Voor zowel pneumokokken- als griepvaccinatie lijkt in 2020 de opkomst hoger dan verwacht. In beginsel is het goed nieuws dat er zoveel mensen hun vaccinatie kwamen halen. We leren hiervan dat een pandemie voor enorme afwijkingen in opkomstpercentages kan zorgen en dat we hier zo goed als mogelijk rekening mee dienen te houden bij de inkoop van vaccins.

Indicator – Gezondheidsbescherming

We spannen ons in om de vaccinatiegraad te bevorderen. Uit het Vaccinatiegraadrapport 2020 blijkt dat de vaccinatiegraad is gestegen. Van de kinderen die in 2017 geboren zijn, heeft in 2020 90,8% vóór het bereiken van de tweejarige leeftijd alle vaccinaties volgens het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) ontvangen. In 2018 en 2019 was dat 90,2%. Ten opzichte van 2017 is nog wel sprake van een daling.

   

0-meting

Actuele stand

Vaccinatiegraad1

  

91,2% (2017)

90,8% (2020)

Aantal verloren gezonde levensjaren ten gevolge van voedselinfecties2

  

4.200 (2017)

4.200 (2019)

Voedselvertrouwen3

  

61% (2015)

68% (2018)

1

Betreft (in afwijking van de wijze van rapporteren in de begroting 2020) het percentage in het verslagjaar over het jaar daaraan voorafgaand, conform de wijze waarop hierover gerapporteerd wordt in de Staat van Volksgezondheid en Zorg.

2

https://www.staatvenz.nl/kerncijfers/voedselinfecties-aantal-verloren-gezonde-levensjaren

3

Bron: NVWA consumentenmonitor 2018

Consumenten moeten er op kunnen vertrouwen dat voedsel in Nederland over het algemeen veilig is. Dit wordt periodiek door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gemeten in de monitor consumentenvertrouwen: de laatste was in 2018 en de volgende staat in 2021 gepland. Tussen 2015 en 2018 is het voedselvertrouwen gestegen van 61% naar 68% (NVWA Consumentenmonitor 2018). Het afgelopen jaar is de uitvoering van het Actieplan Voedselveiligheid afgerond en is het systeem voor voedselveiligheid in Nederland op diverse van punten verstevigd (Kamerstukken II 2020/21, 26991, nr. 576). Het actieplan richtte zich op het versterken van het opdrachtgeverschap voor de NVWA, snelle afhandeling van signalen over onveilig voedsel, het verbeteren van de crisisbeheersing voedselveiligheid en het stimuleren van de private zelfregulering. Om het opdrachtgeverschap van de NVWA te versterken is er in 2020 voor de eerste keer door VWS en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) een gezamenlijke opdracht voor voedselveiligheid verleend aan de NVWA. Deze eenduidige werkwijze maakt de aansturing en relatie met de toezichthouder duidelijker. Daarnaast is in 2020 een coördinerende eenheid opgericht die opkomende voedselveiligheidsrisico’s tijdig in beeld moet brengen. Dit naar aanleiding van de aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV). Enkele acties uit het actieplan zijn nog in uitvoering, zoals de voorgenomen aanpassingen van de wetgeving voor versterken van het toezichtinstrumentarium van de NVWA. De voorbereiding van deze wetstrajecten vraagt veel afstemming. In het najaar van 2021 vindt een gezamenlijke evaluatie plaats van het actieplan voedselveiligheid en wordt de Kamer hierover geïnformeerd (Kamerstukken II 2020/21, 26991, nr. 576).

Ook leefstijl heeft grote invloed op de gezondheid van mensen. Met het Nationaal Preventieakkoord zijn stevige ambities voor 2040 afgesproken over een rookvrije generatie, een afname in overgewicht en een vermindering van problematisch alcoholgebruik. Samen met ruim 70 partijen voeren we sinds november 2018 ruim 200 acties uit om deze ambities te realiseren (Kamerstukken II 2018/19, 32793, nr. 391). De coronapandemie is in 2020 van invloed geweest op de prioriteiten van veel partijen en heeft geleid tot vertraging van sommige acties (zo zijn onderzoeken naar de naleving van de leeftijdsgrens bij de verkoop van alcohol en tabak beperkt uit te voeren als de horeca dicht is en zijn campagnes uitgesteld) (Kamerstukken II 2019/20, 32793, nr. 484). De voortgangsrapportage over 2020 wordt in het voorjaar van 2021 opgeleverd.

Het hoofddoel van het eerste deelakkoord roken is een rookvrije generatie in 2040. Er roken dan geen jongeren en zwangere vrouwen meer. Ook rookt nog maar 5% of minder van de Nederlanders van 18 jaar en ouder (Kamerstukken II 2019/20, 32793, nr. 484). Om dit te bereiken is nieuwe wetgeving in 2020 in werking getreden, zoals het uitstalverbod in supermarkten, de verplichte rookvrije schoolterreinen en een mentholverbod voor sigaretten en shag Kamerstukken II 2019/20, 32793, nr. 484)5. In oktober 2020 is de stoppen-met-rokencampagne PUUR rookvrij van start gegaan om rokers aan te zetten tot een serieuze stoppoging, net zo lang tot ze definitief gestopt zijn. Ook zijn per 1 januari 2020 stoppen-met-rokenprogramma’s door de verzekeraars vrijgesteld van het eigen risico. Het aantal stoppogingen lijkt in 2020 te zijn toegenomen. Uit onderzoek van Vektis blijkt dat in de eerste 5 maanden van 2020 bijna 20.000 mensen een poging deden om te stoppen met roken met hulp van de huisarts. Terwijl in heel 2019 dit iets meer dan 18.000 mensen waren (Vektis, 2020).

De doelstelling van het tweede deelakkoord is een afname van overgewicht. Via de Jongeren op Gezond Gewicht aanpak (JOGG) is er het afgelopen jaar gewerkt aan het gezonder maken van wijken. In het preventieakkoord is de ambitie opgenomen dat 50% van alle gemeenten in 2020 een JOGG-gemeente is. Inmiddels doen 174 gemeenten mee met de JOGG beweging en daarmee werd het doel bijna behaald. Onderzoek van het RIVM naar de invloed van de JOGG-aanpak op overgewicht bij kinderen laat zien dat er in 31 JOGG-gemeenten een daling te zien is van het BMI. In buurten waar de JOGG-aanpak al vier jaar bestaat, ligt het gemeten percentage kinderen en jongeren met overgewicht 9 procent lager dan in buurten zonder die aanpak (RIVM, 2020). Ook het plaatsen van een watertappunt in en rond de school draagt bij aan bewustwording omtrent het maken van gezonde voedingskeuzes. Ons doel was om in 2020 op 1.000 scholen een watertappunt te hebben. In 2020 zijn er 290 watertappunten gerealiseerd en 810 toegekend. De ervaring tot nu toe heeft echter geleerd dat niet 100% van de scholen die een toekenning hebben ook daadwerkelijk een watertappunt zal plaatsen. Daarom vindt er begin 2021 een extra subsidieronde plaats, zodat het doel van 1.000 watertappunten bereikt wordt (Kamerstukken II 2020/21, 32793, nr. 510).

De derde ambitie is een vermindering van problematisch alcoholgebruik. Het wetsvoorstel tot wijziging van de Drank en Horecawet is eind 2020 aangenomen door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Met dit wetsvoorstel zijn vanaf juli 2021 prijsacties van meer dan 25% en wederverstrekking aan minderjarigen verboden. Ook zijn er regels voor verkoop op afstand. Verschillende onderzoeken naar marketing, verkooppunten en prijs worden eind 2020 opgeleverd en in 2021, al dan niet met een beleidsreactie, aangeboden aan de Tweede Kamer. In 2020 zijn verschillende pr-trajecten en campagnes gestart en uitgevoerd om het bewustzijn van de schadelijkheid van alcohol en het eigen drinkgedrag te vergroten: Ik Pas, Zien Drinken Doet Drinken en Dranquilo. Daarnaast is in 2020 een e-learning ontwikkeld voor drankverstrekkers die moet helpen bij een betere naleving van de wet. Deze e-learning was in juni 2020 al door 6.000 barmedewerkers afgenomen, met name door sport- en studentenverenigingen (Kamerstukken II 2019/20, 32793, nr. 484). Tevens zijn door brancheorganisaties (horeca, supermarkten, gemeenten) pilots gestart om de naleving van de leeftijdsgrens te vergroten, deze hebben als gevolg van corona vertraging opgelopen, maar worden zodra dat kan in 2021 verder uitgevoerd en afgerond.

Het gebruik van harddrugs – met name tijdens het uitgaan – en de normalisering daarvan leidt tot grote zorgen. Het is daarom belangrijk om stevig in te zetten op het tegengaan van deze normalisering, op het voorkomen van gebruik en het voorkomen van gezondheidsschade ten gevolge van drugsgebruik. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan door het testen van drugs mogelijk te maken bij drugstestcentra, die ook tijdens de intelligente lockdown telefonisch bereikbaar zijn geweest voor extreme gevallen. Daarnaast laat VWS een aantal onderzoeken uitvoeren op het gebied van drugspreventie, bijvoorbeeld over de inzet van ervaringsdeskundigen op scholen die jongeren al vroeg kunnen vertellen over de schadelijke gevolgen van drugs (Kamerstukken II 2020/21, 24077, nr. 468). Door de coronapandemie ligt het uitgaansleven stil en zijn er geen festivals, waardoor in die setting geen drugsgebruik en drugspreventie mogelijk is (Kamerstukken II 2020/21, 24077, nr. 468). De cijfers over 2020 laten hierdoor een wisselend beeld zien: het gebruik van uitgaansdrugs (zoals ecstasy en speed) is gedaald door de coronacrisis, terwijl het gebruik van psychedelica (zoals LSD en paddo’s) juist is gestegen (Kamerstukken II, 24077, nr. 468). Bij de ontwikkeling van het Experiment gesloten coffeeshopketen is een belangrijke mijlpaal behaald, de wet om het experiment mogelijk te maken is namelijk op 1 juli 2020 in werking getreden (Kamerstukken II 2019/20, 34997, nr. 34). Op 3 december heeft de loting plaatsgevonden om de tien telers te selecteren die de gereguleerde teelt binnen het experiment mogelijk zullen maken, mits zij door de Bibob-toetsing komen (Kamerstukken II 2020/21, 24077, nr. 467)

Met het Nationaal Preventieakkoord zijn doelstellingen voor de langere termijn gesteld. Het gaat immers om gedragsveranderingen waarbij het enige tijd vergt voordat de effecten van beleid zichtbaar zijn. Het is daarom nog te vroeg om conclusies te trekken over het al dan niet behalen van de doelen en ambities in 2040. Dit komt mede omdat we met de uitvoering van het akkoord pas ruim een jaar onderweg zijn. De eerste quickscan van de mogelijke impact van het Nationaal Preventieakkoord (RIVM, 2018), onderschreef dat op alle drie de thema’s winst behaald kan worden. Dit vergt een lange adem en blijvend commitment van alle betrokken partijen. De quickscan wordt elke vier jaar herhaald, zodat duidelijk wordt in hoeverre de afspraken bijdragen aan het behalen van de ambities.

In 2020 is deels uitvoering gegeven aan het zevenpuntenplan voor de preventie en ondersteuning bij onbedoelde zwangerschappen. Vanwege de coronacrisis is het niet gelukt om alle activiteiten volledig en/of tijdig uit te voeren. Onderdelen van de campagne seksuele gezondheid en onbedoeld zwangerschap zijn vertraagd. Door de sluiting van de scholen konden niet alle projecten over relaties en seksualiteit doorgaan. Daarnaast werd de capaciteit van de GGD noodgedwongen ingezet bij de crisisbestrijding.

Indicator – Preventie

Eind 2018 is het Nationaal Preventieakkoord gesloten. Doel is om een zichtbare bijdrage te leveren aan de afname van het percentage rokers, het problematisch alcoholgebruik en mensen met overgewicht en obesitas. Het gaat om gedragsveranderingen waarbij het enige tijd vergt voordat de effecten van beleid zich materialiseren. Daarom zijn er doelstellingen voor de langere termijn gesteld. Daarnaast is in het kader van het missiegedreven topsectorenbeleid de volgende missie geformuleerd: In 2040 leven alle Nederlanders tenminste vijf jaar langer in goede gezondheid, en zijn de gezondheidsverschillen tussen de laagste en hoogste sociaal-economische groepen met 30% afgenomen.

1

  

0-meting

Actuele stand

Doelstelling

Roken (volwassenen)

  

23% (2017)

22% (2019)

< 5% (2040)

Roken (jongeren)

  

8% (2017)

8% (2019

0% (2040)

Roken (zwangere vrouwen)

  

9% (2017)

7% (2018)

0% (2040)

Overmatig drinken (volwassenen)

  

9% (2017)

9% (2019)

5% (2040)

Overgewicht (volwassenen)

  

49% (2017)

50% (2019)

< 38% (2040)

Overgewicht (jongeren)

  

14% (2017)

13% (2019)

< 9,1% (2040)

Levensverwachting in goed ervaren gezondheid bij geboorte

  

64,4 jaar (2017)

64 jaar (2019)

+ 5 jaar (2040)

Verschil in levensverwachting in goed ervaren gezondheid tussen hoge en lage SES

  

14,7 jaar (2015-2018)

‒ 30% (2040)

1

Alle indicatoren zijn opgenomen in de Staat van VenZ; de indicatoren die betrekking hebben op jongeren en zwangere vrouwen zijn ook in de VWS-monitor opgenomen.

Ook vroegtijdige opsporing van ziekten kan vaak erger voorkomen. Bij de bevolkingsonderzoeken naar kanker streven we daarom naar een goede bereikbaarheid voor deelnemers. In 2020 is de Gezondheidsraad (GR) om advies gevraagd hoe de zelfafnameset (ZAS) binnen het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker breder ingezet kan worden. Tijdens de coronacrisis daalde de deelname, vermoedelijk omdat vrouwen de huisarts meden. Het is gelukt deze daling te ondervangen door, vooruitlopend op het GR-advies, de ZAS nadrukkelijker aan te bieden. Bij het bevolkingsonderzoek borstkanker daarentegen leidt de coronacrisis, gekoppeld aan de gespannen arbeidsmarkt, tot grote vertragingen in de uitnodigingen, waardoor het uitnodigingsinterval tijdelijk maximaal drie jaar zal zijn (Kamerstukken II 2020/21, 32793, nr. 508). De monitors die in 2021 uitkomen zullen een uitgebreider inzicht geven in de gevolgen van de coronacrisis voor de bevolkingsonderzoeken (Kamerstukken II 2020/21, 32793, nr. 508).

Om gemeenten en zorgverzekeraars te stimuleren gezamenlijk werk te maken van preventie voor risicogroepen, zoals mensen met overgewicht en kwetsbare ouderen, voeren we het programma Preventie in het zorgstelsel uit. In 2020 is veel aandacht besteed aan het verder brengen van kansrijke interventies op het snijvlak van het curatieve en sociale domein. Er is in kaart gebracht wat de knelpunten voor opschaling van deze interventies zijn zoals onduidelijkheid over verantwoordelijkheid, gebrek aan (structurele) financiering en onzekerheid over effectiviteit (Kamerstukken II 2019/20, 32793, nr. 486). Vanuit het Bestuurlijk Overleg over de regionale samenwerkingsstructuur werken VWS, Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) in een werkgroep aan oplossingsrichtingen. Zo wordt op dit moment in kaart gebracht welke preventie-infrastructuur nodig is om samenwerking tussen financiers en diverse zorgverleners uit verschillende domeinen structureel te borgen. Ook wordt gewerkt aan het oplossen van knelpunten rond de implementatie van de Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI). Denk aan problemen met contracteren, declareren, accreditatie-eisen, de hoogte van het tarief, het beschikbare GLI-aanbod en onbekendheid bij patiënten en huisartsen. De doelstelling voor 2020 (zorgen dat de GLI in het hele land beschikbaar is voor iedereen die hier aanspraak op maakt) is deels gehaald. Er is meer aanbod van GLI dan in 2019 en meer mensen zijn aan een GLI begonnen, maar het oplossen van sommige knelpunten is weerbarstig en kost tijd (Kamerstukken II 2019/20, 32793, nr. 486). Om hieruit lessen te trekken heeft VWS onderzoek laten uitvoeren naar het voortraject, de resultaten hiervan volgen in 2021.

Of je nou in Nederland woont of in Caribisch Nederland, iedereen moet kunnen rekenen op de best mogelijke zorg en aandacht voor preventie. In 2020 is onder andere voor jeugdhulp een Algemene Maatregel van Bestuur Pleegzorg BES in werking getreden, zodat regels en voorwaarden voor de uitvoering van kwalitatief verantwoorde pleegzorg duidelijk zijn. Daarnaast is de uitvoering van het Caribisch Sport- en Preventieakkoord in 2020 voortvarend verder gegaan. Zo is een voetbalontwikkelingsprogramma op Bonaire gestart samen met de KNVB en de lokale voetbalbond FFB en staan er veel verbeteringen aan de sportinfrastructuur op de planning. De doelstellingen en ambities van het akkoord lopen door tot 2040. De uitvoering is pas een jaar bezig, het is daarom nog te vroeg om resultaten te kunnen melden.

Voldoende beweging en sport zijn belangrijk voor ons welbevinden en we realiseren ons des te meer dat sport ook een groot sociaal aspect heeft. In de coronacrisis is de sport- en beweegdeelname onder druk komen te staan, maar is ook het belang daarvan extra onderstreept. Sportaanbieders, gemeenten en de overheid hebben zich afgelopen jaar ingezet om de sport zoveel mogelijk open te houden. Het aantal sportaanbieders is mede hierdoor in 2020 vrijwel gelijk gebleven. Het sport- en beweeggedrag van kinderen is in september 2020 weer op hetzelfde niveau gekomen als vóór de coronacrisis in februari 2020 (77% van de kinderen tussen de 5 – 18 sport vier keer per maand of vaker in september tegenover 78% in februari), maar bij volwassenen is dit nog niet het geval. Ook blijft het beweeggedrag van specifieke doelgroepen, zoals ouderen en mensen met een beperking, een belangrijk aandachtspunt (Monitor Sport en Corona II, Mulier Instituut, 2020).

De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat afspraken uit het Nationale Sportakkoord onder druk zijn komen te staan. Toch is er duidelijke voortgang geboekt in de landelijke programma’s, en in de lokale akkoorden die in 344 van de 355 gemeenten zijn gesloten (Monitor Sportakkoord, Mulier Instituut, 2020). Uit de eerste evaluaties van het Sportakkoord blijkt dat in veel van deze gemeenten nieuwe netwerken rondom de sport zijn ontstaan, waarin ook partijen uit andere sectoren (zoals zorg, onderwijs en het bedrijfsleven) zijn aangehaakt. Op de korte termijn bewijst dit netwerk al direct zijn meerwaarde, bijvoorbeeld doordat vragen en uitdagingen rondom de coronamaatregelen sneller en constructiever kunnen worden beantwoord. Aandachtspunt voor de komende twee jaar is dat niet alle problemen in de sfeer van het Sportakkoord kunnen worden opgelost, zoals de activiteiten in het thema Positieve sportcultuur. De komende periode kijken we daarom naar de inzet van andere instrumenten.

Indicator – Sport en bewegen

Onze doelstelling is het aantal buurtsportcoaches te verhogen van 2.900 in 2016 naar 3.665 in 2021. Op 1 september 2020 was hiervan 3.468 fte (95%) gerealiseerd.6 Dat is een lichte stijging ten opzichte van 2019 (93% realisatie).

Daarnaast willen we het aandeel van de bevolking verhogen dat sport, dat voldoet aan de beweegrichtlijn, dat voldoende en goede sportfaciliteiten in de buurt heeft, en dat actief is als vrijwilliger in de sport. Het sportdeelnamecijfer groeide licht in 2019, net als de mate waarin aan de beweegrichtlijn wordt voldaan. De coronamaatregelen hebben beide cijfers echter negatief beïnvloed, dus er is nog een lange weg te gaan voordat in 2040 de beweegrichtlijn door 75% van de Nederlanders moet worden behaald.

Vrijwilligerswerk in de sport is licht gedaald richting 2018 en dit jaar trekt de coronacrisis ook een zware wissel op vrijwilligers in de sport.7 Daarom zetten we extra in op ondersteuning van vrijwilligers via NOC*NSF. Ook wordt in het programma Maatschappelijke Diensttijd gekeken hoe jongeren meer als vrijwilliger bij de sportclub kunnen worden ingezet.

   

0-meting

Actuele stand

Doelstelling

Aantal buurtsportcoaches (fte)1

  

2.900 (2016)

3.600 (2020)

3.665 (2021)

Sporten wekelijks2

  

55% (2017)

54% (2019)

Voldoet aan beweegrichtlijn

  

47% (2017)

49% (2019)

75% (2040)

Tevreden met sportfaciliteiten in de buurt3

  

86% (2016)

86% (2018)

Vrijwilligers in de sport4

  

10% (2016)

9% (2018)

1

Bron: https://www.volksgezondheidenzorg.info/sport/sportopdekaart/beleid-gemeente-wijk-en-buurt#!node-buurtsportcoaches-en-combinatiefunctionarissen-gemeente

2

https://www.staatvenz.nl/kerncijfers/sporters-wekelijks

3

https://www.staatvenz.nl/kerncijfers/sport-tevredenheid-sport-en-beweegaanbod

4

Bron:https://www.sportenbewegenincijfers.nl/kernindicatoren/vrijwilligerswerk

5

Overzicht van de in 2020 in werking getreden wetgeving omtrent rookvrije generatie: Europese regels voor tracering en veiligheidskenmerken in januari, accijnsverhoging in april, mentholverbod voor sigaretten en shag in mei, uitstalverbod in supermarkten in juli, uitbreiding rookverbod eveneens in juli, rookvrije schoolterreinen in augustus, neutrale verpakkingen sigaretten en shag in oktober en het Protocol tot uitbanning van illegale handel in tabaksproducten bij het WHO kaderverdrag inzake tabaksontmoediging is in oktober geratificeerd.

6

Monitor Brede Regeling Combinatiefuncties 2020, Mulier Instituut (2020)

Licence