Base description which applies to whole site

B. BELEIDSVERSLAG

Inleiding: 'Zicht op herstel'

De krijgsmacht is er voor de bescherming van het Koninkrijk. Een organisatie die beschikt over unieke middelen. Gevechtsvliegtuigen, helikopters, schepen en boten, wapens en voertuigen in allerlei vormen, een militaire inlichtingen- en veiligheidsdienst, maar vooral een organisatie gevormd door ruim 68.000 mensen waarvan 41.000 beroepsmilitairen die bereid zijn om als het er echt op aan komt persoonlijk risico te lopen of het hoogste offer te brengen voor het Koninkrijk der Nederlanden. Samen met de reservisten en hun civiele collega’s vormen deze militairen de defensieorganisatie.

Afgelopen jaar stond in het teken van de evacuatie uit Afghanistan en toegenomen geopolitieke spanningen. Defensie heeft in de zomer met personeel en middelen bijgedragen aan de evacuatie van personen uit Afghanistan naar Nederland. Daarnaast werden militairen en materieel ingezet in Litouwen bij de enhanced Forward Presence (eFP), in Albanië bij het blussen van bosbranden en op missies in Irak, Mali en andere landen. Het Nederlandse fregat Zr.Ms. Evertsen maakte ruim zeven maanden lang onderdeel uit van de eerste operationele inzet van de Britse Carrier Strike Group (CSG) rond vliegkampschip HMS Queen Elizabeth. Het Nederlandse fregat werd onder meer ingezet in de Zwarte Zee en de Indo-Pacifische regio. Ook stonden onze mensen in 2021 gereed voor uiteenlopende taken in het binnenland bij bijvoorbeeld de hulp tijdens de watersnood in Limburg, bij de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD), de Quick Reaction Alert (QRA) en het bewaken en beveiligen bij de Koninklijke Marechaussee. Defensie toonde aan dat ze kan worden ingezet voor vrede, veiligheid en de internationale rechtsorde, waar ook ter wereld.

Het jaar 2021 stond net als 2020 in het teken van de strijd tegen en het leven met de COVID-19 pandemie. COVID-19 had direct invloed op onze inzet. Zo bood Defensie de Nederlandse autoriteiten hulp bij de bestrijding van COVID-19. Het medisch personeel sprong bij en het militair personeel hielp met vaccineren. Niet alleen in Nederland is bijstand geleverd aan civiele autoriteiten in verband met COVID-19, maar ook in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Defensie liet zich daarmee opnieuw zien als onmisbare partner in de samenleving. De COVID-19 uitbraak heeft daarnaast invloed op de de uitvoering en processen van de organisatie. Meer informatie over de invloed van COVID-19 op de realisatie van bijvoorbeeld de investeringsplanning is te vinden in het ‘Materieelverslag’ dat is bijgevoegd bij de verantwoording over het DMF.

In 2021 werd € 300 miljoen op structurele basis vrijgemaakt voor herstel van Defensie via de motie-Hermans (Kamerstuk 35 925, nr. 13). Bovendien werd eind 2021 het Coalitieakkoord gepresenteerd waarin op structurele basis € 3 miljard wordt geïnvesteerd in Defensie. Hierdoor kan Defensie de komende jaren belangrijke stappen zetten richting herstel en modernisering van de organisatie. Het handelingsperspectief wordt door het kabinet gepresenteerd in de Defensienota, waarin het Coalitieakkoord wordt vertaald naar doelstellingen en maatregelen.

Financiële ontwikkelingen Met de presentatie van het Coalitieakkoord van het kabinet Rutte-IV zijn er structureel extra middelen aan de begroting van Defensie toegevoegd. Deze extra toegekende middelen geven Defensie de mogelijkheid verder te bouwen aan de organisatie en aan de invulling van haar kerntaken. Het begrotingsjaar 2021 valt enerzijds te bezien als een jaar waarin door ontbrekende financiële middelen noodzakelijke maatregelen zijn getroffen zoals het stilleggen van schepen en anderzijds als een jaar waarin door extra budget perspectief is op een betere balans tussen behoeften en middelen.

Het werk van Defensie ging in 2021 onverminderd door. De exploitatiebudgetten op de defensiebegroting zijn zodoende nagenoeg volgens de raming gerealiseerd. Het uitblijven van een arbeidsvoorwaardenakkoord met de bonden – en daarmee het doorschuiven van het daarvoor gereserveerde arbeidsvoorwaardenbudget – zorgt voor een onderrealisatie op de totale begroting. Voor het DMF is het beeld anders. Vertragingen in de investeringen – mede het gevolg van de COVID-19 pandemie – zorgen voor een onderrealisatie van het geraamde investeringsbudget.

COVID-19 had in 2021 duidelijke operationele en financiële gevolgen voor Defensie. Defensie heeft in 2021 in totaal € 49,3 miljoen uitgegeven aan maatregelen die zijn gerelateerd aan de pandemie. Dit budget is bij de eerste en tweede suppletoire begroting toegevoegd aan de defensiebegroting. Dit budget is onder andere ingezet voor het aanpassen van oefeningen om aan COVID-19 regels te voldoen.

De investeringsverplichtingen nemen jaar op jaar gestaag toe, de investeringsquote (de totale investeringsuitgaven afgezet tegen de totale uitgaven) toont eveneens een stijgende lijn. In 2021 was de investeringsquote 24,9% van de totale begroting en het vijfjaarsgemiddelde kwam voor het tweede jaar op rij boven de 20% uit. Daarmee voldoen we volgens de Nederlandse berekeningswijze aan de gestelde NAVO-eis van 20%. Defensie heeft in 2021 een incidentele suppletoire begroting ingediend voor zowel de defensiebegroting als voor het DMF om de hoger dan geraamde verplichtingen te verwerken op betreffende begrotingen. Zie voor een nadere toelichting hierop de bedrijfsvoeringsparagraaf.

Figuur 3 Aangegane verplichtingen en IQ:

In 2021 gaf Nederland 1,36 % bbp uit aan Defensie. Met de ontwerpbegroting 2022 zijn extra middelen ter beschikking gesteld die invloed hebben op het bbp-percentage. Daarnaast zorgt het in 2021 gepresenteerde coalitieakkoord dat het Nederlandse bbp-percentage in 2024 richting het Europees gemiddelde stijgt.

Figuur 4 Ontwikkeling gemiddeld bbp percentage 2018-2024 Europese bondgenoten:

Licence