Base description which applies to whole site

Bijlage 4 - Focusonderwerp 2021 - Bekostigingssystemen uitvoeringsorganisaties

Naar aanleiding van het verzoek van de Tweede Kamer om in het Financieel Jaarverslag Rijk 2021 aandacht te besteden aan de bekostigingssystemen van uitvoeringsorganisaties is hiertoe bijgevoegde informatie eenmalig in de verantwoording van IenW opgenomen.

Op aanwijzing van de minister van Financiën is sprake een limitatieve lijst van organisaties waarop het focusonderwerp van toepassing is. Met deze lijst aan organisaties wordt aangesloten op de door BZK opgenomen organisaties in de Kamerbrief19 (TK 31 490 / 296) waarop het focusonderwerp is geïnspireerd.

Specifiek voor IenW gaat het om het CBR, de RDW, LVNL, ACNL, ProRail en RWS. Voor deze uitvoeringsorganisaties zijn de financiële effecten als gevolg van de coronacrisis in lijn met de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften voor het jaar 2020 in beeld gebracht op basis van de volgende twee categorieën:

  • 1. Financiële lasten van de coronacrisis door de (mede) afhankelijkheid van inkomsten van derden, P*Q-financiering en/of leges;

  • 2. Onvoorziene extra kosten en te nemen coronamaatregelen.

Tabel 132 Overzicht uitvoeringsorganisaties (bedragen x € 1 miljoen)

Organisatie

Categorie

Type Organisatie

Jaar

Minder inkomsten

Extra kosten

Toelichting

CBR

1

ZBO/RWT

2020

25,8

3,1

1

RDW

1

ZBO/RWT

2020

6,9

 

2

LVNL

1

ZBO/RWT

2020

111

 

3

ACNL

1

ZBO

2020

0,6

 

4

ProRail

1

Beleidsdeelneming

2020

24

 

5

RWS

2

Agentschap

2020

 

54,3

6

Toelichting

  • 1. De dienstverlening van het CBR lag in 2020 zo’n 12 weken stil vanwege de coronapandemie. De totale inkomsten van het CBR uit reguliere activiteiten zijn in 2020 € 25,8 miljoen euro lager dan begroot. Tevens zijn vanwege noodzakelijke beschermingsmaatregelen tegen het coronavirus € 3,1 miljoen extra kosten gemaakt. Het CBR heeft gebruik gemaakt van de regeling Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid (NOW 1) en heeft een loonkostensubsidie ontvangen van € 11,8 miljoen over de periode maart t/m mei 2020. Daarnaast heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een storting van € 18,8 miljoen gedaan ter compensatie van de impact van corona op de omzet. Om de liquiditeit van het CBR te garanderen is het rekening-courantkrediet opgehoogd met € 27 miljoen.

  • 2. Als gevolg van COVID-19 zijn de inkomsten op het gebied van typegoedkeuringen (€ 2,1 miljoen) en afgifte rijbewijzen (€ 4,8 miljoen) lager dan in 2019. Ook zijn de kosten in 2020 bij het RDW lager uitgevallen met name door lagere vervoerskosten en een daling van de opleidingskosten. Uiteindelijk hebben het coronavirus en de daarbij behorende maatregelen een beperkte impact gehad op de omzet en is het kostenniveau lager uitgekomen.

  • 3. Inkomsten van LVNL bestaan voor 73% uit heffingen betaald door gebruikers voor gemaakte vluchten. Door de afname van vliegverkeer zijn de bedrijfsopbrengsten in 2020 € 111 miljoen lager dan begroot. Deze forse daling van de opbrengsten heeft uiteindelijk geresulteerd in een negatief resultaat van € -107 miljoen dat ten laste is gebracht van het eigen vermogen. Daarmee is het eigen vermogen van LVNL eind 2020 gedaald naar € -36,4 miljoen. De LVNL heeft in 2020 mitigerende maatregelen getroffen om de impact van de coronacrisis op te vangen. Enerzijds door het treffen van kostenbesparende maatregelen (€ 16,2 miljoen) en anderzijds door het ontvangen van een bijdrage uit de NOW-regeling van € 14 miljoen. Zonder deze maatregelen was het negatieve resultaat € 30,2 miljoen hoger geweest. Om de liquiditeit van de LVNL te garanderen is het rekening-courantkrediet opgehoogd met € 275 miljoen.

  • 4. Als gevolg van COVID-19 zijn de inkomsten uit de slot fee sterk terug gelopen met € -0,6 miljoen. Kosten zijn bespaard teneinde het verlies zo klein mogelijk te houden. In 2020 betrof het resultaat van ACNL € -0,1 miljoen. Er is een kredietfaciliteit bij het Ministerie van Financiën afgesloten in het kader van schatkistbankieren teneinde de liquiditeit van ACNL te waarborgen. De begroting voor het boekjaar 2021-2022 is gericht op een bescheiden opbouw van een egalisatiereserve om een negatief eigen vermogen te vermijden. Daarbij zijn kostenbesparingen in de begroting van het boekjaar 2021-2022 doorgevoerd en is de slofee verhoogd.

  • 5. Voor ProRail is het grootste effect van COVID-19 financieel gezien zichtbaar in de daling van de ontvangsten gebruiksvergoeding. ProRail ontvangt van de vervoerders ween gebruiksvergoeding voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur. De gebruiksvergoeding is onder andere gebaseerd op het gewicht van de treinen die vervoerders inzetten, het aantal kilometers dat gereden wordt en het aantal stations dat een trein aandoet. Uitgangspunt bij de gebruiksvergoeding is dat enkel kosten in rekening worden gebracht die volgen uit het gebruik van het spoor. Gezien het feit dat op verschillende momenten in 2020 de dienstregeling naar beneden is bijgesteld heeft dit ook effect gehad op het gebruik van de spoorweginfrastructuur en daarmee eveneens op de ontvangsten gebruiksvergoeding. Over 2020 is de omzet gebruiksvergoeding ten opzichte 2019 gedaald met € 24 miljoen. Ondanks de COVID-19 maatregelen hebben de activiteiten van ProRail doorgang kunnen vinden en is het spoor onderhouden, vervangen en vernieuwd. De financiering van de activiteiten voor 2020 zijn in 2019 middels een subsidiebeschikking verstrekt, de ontwikkelingen van COVID-19 hebben hier geen effect op gehad. ProRail heeft gedurende 2020 geen gebruik gemaakt van steunmaatregelen zoals Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW). COVID-19 heeft voor ProRail niet geleid tot het identificeren van waarderingsvraagstukken.

  • 6. De COVID-19 crisis en de daarbij genomen maatregelen hebben gevolgen gehad voor RWS en de onder haar verantwoordelijkheid opgedragen werkzaamheden in de grond-, weg- en waterbouw en de installatiebranche. In 2021 is een bedrag van € 54,3 miljoen door de Minister van Financiën toegevoegd aan de begroting van IenW.

Tabel 133 Specificatie aanvullende kosten RWS (bedragen x € 1.000)
 

Tranche 1

Tranche 2

Tranche 3

Totaal

HWN

16.301

4.695

7.000

27.996

HVWN

5.804

2.625

9.353

17.782

HWS

395

332

7.230

7.957

KE

0

543

0

543

Totaal

22.500

8.195

23.583

54.278

19

d.d. 2 februari 2021, Inventarisatie naar de problemen die de uitvoeringsorganisaties bij het Rijk ervaren als gevolg van de coronacrisis op het gebied van dienstverlening, wendbaarheid en continuïteit

Licence