Base description which applies to whole site

Bijlage 7: Focusonderwerp 2022, beroep op art. 2.27, tweede lid, CW

Tabel 126 Focusonderwerp 2022 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)

Nr

Begrotingsstuk

Onderwerp

Beroep art. 2.27, tweede lid, CW (ja/nee)

Verplichtingen aangegaan voor autorisatie EK (ja/nee)

Uitgaven voor autorisatie EK (ja/nee)

Indieningsdatum

Aangenomen door EK (datum)

1

NvW op OW 2022, Kamerstukken II 2021/22, 35 925 VII, nr. 50

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022

Nee

Nee

Nee

10-11-2021

21-12-2021

2

ISB1, Kamerstukken II 2021/22, 36 018, nr. 1

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het jaar 2022 (Incidentele suppletoire begroting inzake Groningen en SUVIS)

Ja1

Ja2

Ja3

28-1-2022

24-5-2022

3

1e Sup, Kamerstukken II 2021/22, 36 120 VII, nr. 1

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Ja

Ja

Ja

25-5-2022

12-7-2022

4

NvW op 1e sup, Kamerstukken II 2021/2022, 36 120 VII, nr 5.

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

ja4

Ja5

Ja6

28-6-2022

12-7-2022

5

ISB2, Kamerstukken II 2021/22, 36 177 VII, nr 1.

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het jaar 2022 (Tweede incidentele suppletoire begroting inzake personele inzet voor crisisopvang)

Ja

Ja

Ja

26-7-2022

14-2-2023

6

ISB3, Kamerstukken II 2021/22, 36 183 VII, nr 1.

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie vanBinnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het jaar2022 (derde incidentele suppletoire begroting inzakehuisvestingspakket migratiecrisis)

Ja

Ja

Ja

30-8-2022

7-2-2023

1

Beroep art. 2.27, tweede lid, CW is enkel van toepassing op Art. 4

2

Verplichtingen aangegaan voor autorisatie EK is enkel van toepassing op Art. 4

3

Uitgaven voor autorisatie EK is enkel van toepassing op Art. 4

4

Beroep art. 2.27, tweede lid, CW is enkel van toepassing op Art. 3

5

Verplichtingen aangegaan voor autorisatie EK is enkel van toepassing op Art. 3 en Art. 5

6

Uitgaven voor autorisatie EK is enkel van toepassing op Art. 3

Toelichting

In de verantwoording over 2022 is het focusonderwerp de terugkeer naar een regulier en voorspelbaar begrotingsproces. Er wordt ingegaan op de volgende aspecten:

  • De gemaakte afwegingen bij het indienen van spoedeisende begrotingsvoorstellen;

  • de gemaakte afwegingen bij het modaliteiten die daarvoor bestaan en

  • de gemaakte afwegingen bij een beroep op de artikelen 2.25, tweede lid en 2.27, tweede lid van de Comptabiliteitswet. Indien hier geen beroep op is gedaan wordt dit niet verder toegelicht bij een Nota van Wijziging.

1. Nota van Wijziging op Ontwerp Wet 2022, Kamerstukken II 2021/22, 35 925 VII nr. 50

Art. 1 Openbaar bestuur en democratie

Naar aanleiding van het rapport «Ongekend onrecht» van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag heeft het Kabinet structureel € 150 mln. beschikbaar gesteld voor de versterking van de directe dienstverlening aan inwoners door gemeenten. Deze middelen worden voor een groot deel via het gemeentefonds uitgekeerd aan de gemeenten. Voor 2022 is € 10 mln. beschikbaar gesteld op artikel 1. Openbaar bestuur en democratie om een infrastructuur via het Samenwerkingsplatform Sociaal domein in te richten met als doel een interbestuurlijke samenwerking om gemeenten te ondersteunen met de opgaven in het brede sociaal domein. In deze structuur wordt op initiatief van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Rijk samengewerkt.

Art. 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Het demissionaire kabinet heeft in de Miljoenennota ruim € 1,3 mrd. in de periode 2022–2024 beschikbaar gesteld voor de verduurzaming van woningen en gebouwen (Kamerstukken II 2021/22, 35 925, nr. 2).:

  • Voor het Nationaal Isolatie Programma is in totaal € 514 mln. in de periode 2022–2024 beschikbaar gesteld. Hiervan is € 316,9 mln. toegevoegd aan de begroting van het ministerie van BZK.

  • Voor de periode 2022–2024 is een totaal van € 525 mln. beschikbaar gesteld voor de versnelde aanpak van maatschappelijk vastgoed. Hiervan is € 399,7 mln. aan de begroting van het ministerie van BZK toegevoegd. Het doel van deze aanpak is om uitvoering te geven aan het Urgenda-vonnis en om de klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 te realiseren.

  • Er is € 288 mln. beschikbaar gesteld voor de toepassing van hybride warmtepompen.

Het kabinet heeft op 15 oktober 2021 de Tweede Kamer geïnformeerd over maatregelen voor de tegemoetkoming van de gestegen energiekosten voor huishoudens (Kamerstukken II 2021/2022, 29 023, nr. 272). Eén van de voorstellen betreft een uitkering van € 150 mln. aan gemeenten om kwetsbare huishoudens met een hoge energierekening en/of een slechte energetische staat van hun woning te ondersteunen. Hiervan is € 1 mln. expliciet gereserveerd voor uitvoeringskosten op landelijk niveau.

Art. 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Naar aanleiding van het rapport ‘Ongekend onrecht’ heeft het kabinet snel middelen beschikbaar gesteld de aanbevelingen uit het rapport op te volgen, dit vanwege de politieke en maatschappelijke wensen. Door een Nota van Wijziging op 10 november 2021 in te dienen was het kabinet in staat hiermee in 2022 meteen aan de slag te gaan.

Art. 10 Groningen versterken en perspectief

Van de Aanvullende Post wordt € 145,8 mln. voor het jaar 2022 overgeboekt naar de begroting van het ministerie van BZK (samenvoeging tranches 2022 en 2023), hetgeen resulteert in een totaal van € 220,8 mln. bestemt voor Subsidies Verduurzaming en Verbetering Groningen.

Voor alle mutaties van de Nota van Wijziging geldt dat de kamerbehandeling van de ontwerpbegroting nog niet had plaats gevonden. Om deze reden is gekozen voor een Nota van Wijziging op de ontwerpbegroting 2022.

2. 1e Incidentele Suppletoire Begroting 2022, Kamerstukken II 2021/22, 36 018 nr. 1

Art. 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

De regeling Specifieke Uitkering Ventilatie in Scholen (SUVIS) is gericht op het op orde krijgen van het binnenklimaat in schoolgebouwen in het primair en voortgezet onderwijs in verband met de uitbraak van Covid-19. In 2021 was circa € 183,5 mln. beschikbaar, waarvan circa € 125,6 mln. in 2021 is besteed. Het resterende budget is overgeheveld van 2021 naar 2022 zodat de middelen beschikbaar blijven voor scholen om aanvragen bij RVO in te dienen voor de ventilatiesubsidie. De tweede tranche van de SUVIS-regeling zou oorspronkelijk sluiten op 31 januari 2022, maar is met drie maanden verlengd tot en met 30 april 2022.

Dit betrof een mutatie op de begrotingsstand 2022 en de kamerbehandeling van de ontwerp begroting 2022 had al plaats gevonden en de eerste suppletoire begroting 2022 was nog te ver weg. Om deze reden is er gekozen voor een Incidentele suppletoire begroting.

Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien verlenging van de Specifieke Uitkering Ventilatie in Scholen (SUVIS) die in de 1e incidentele suppletoire begroting (ISB) 2022 is opgenomen in het belang van het Rijk was, gezien de urgentie bij het oplossen van ventilaiteproblemen bij scholen, waarbij niet gewacht kon worden tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, heeft het kabinet de uitvoering van de maatregel eerder gestart. Hiermee is gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.

Art. 10 Groningen versterken en perspectief

Over de additionele middelen voor de subsidieregeling is de Tweede Kamer geïnformeerd door de staatssecretaris Mijnbouw in de Kamerbrief «Benutting budget woningverbeteringssubsidie» (referentie 2022D01022). De verhoging is gedekt uit bestaande (risico)reserveringen voor Groningen op de aanvullende post van het ministerie van Financiën. Via een overboeking naar de begroting van het ministerie van BZK is dit budgettair in deze 1e ISB verwerkt. Op dit onderdeel is geen beroep gedaan op lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. De reden is dat het hier gaat om bestaande subsidieregeling die vanuit de aanvullende post bij het ministerie van Financiën via de 1e ISB 2022 is opgehoogd.

3. 1e suppletoire begroting 2022, Kamerstukken II 2021/22, 36 120 VII nr. 1

Aangezien dit een regulier begrotingsstuk is wordt enkel ingegaan op het onderdeel waarbij een beroep is gedaan op lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.

Art. 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Vanwege spoedeisende maatregelen is op 28 januari 2022 de ISB van het ministerie van BZK naar de Tweede Kamer verzonden (Kamerstukken II 2021/22, 36018, nr. 1). Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd.

Omdat het kabinet zo snel mogelijk zo veel mogelijk kwetsbare huishoudens wil helpen vanwege ontstane problematiek als gevolg van de gestegen energieprijzen, achtte de regering het wenselijk en in het belang van het Rijk om vooruitlopend op formele autorisatie door beide Kamers uitvoering te geven aan het besluit tot het verstrekken van € 150 mln. aanvullende middelen ten behoeve van de bestrijding van energiearmoede en € 68,5 mln. aan gemeenten ten behoeve van intensiveren van de bestaande lokale isolatieaanpak en daarmee huishoudens te ondersteunen om op korte termijn energiebesparende maatregelen te kunnen treffen. Om deze reden is er besloten om een beroep te doen op lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.

Over de beleidsmatige inhoud en het beroep op artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 zijn de Staten-Generaal geïnformeerd via de Kamerbrief «bestrijding van energiearmoede via gemeenten» (referentie 2022D21430). Met het voorgaande is gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

4. Nota van Wijziging op 1e suppletoire begroting 2022, Kamerstukken II 2021/2022, 36 120 VII nr. 5

Art. 3 Woningmarkt

Voor het programma Werk aan de Uitvoering (WaU) heeft het kabinet in het Coalitieakkoord middelen gereserveerd. Deze mutatie heeft betrekking op de WaU voor de Huurcommissie. Om de middelen zo snel mogelijk bij de Huurcommissie te krijgen voor de uitvoering van het programma is er voor gekozen om dit toe te voegen aan de nota van wijziging. Tevens betrof dit een mutatie ten behoeve van de extra middelen (€ 24,6 mln.) die in het Coalitieakkoord zijn gereserveerd om bij te dragen aan de kosten die gemeenten maken voor de implementatie en uitvoering van de Wet kwaliteitsborging bouw (Wkb). Deze middelen stonden tijdelijk op de begroting van het ministerie van BZK en niet bij het Gemeentefonds. Deze middelen zijn middels deze Nota van Wijziging gecorrigeerd van artikel 3. naar het gemeentefonds (B).

Verder betrof dit een mutatie ten behoeve van de huisvestingsproblematiek van Oekraïense ontheemden en voor andere aandachtsgroepen. Zo is € 100 mln. van de middelen voor de Woningbouwimpuls, die op de Aanvullende Post bij het ministerie van Financiën in 2026 staan, naar de begroting van het ministerie van BZK in 2022 overgeboekt. Tevens zijn er generale middelen toegevoegd (€ 4 mln.) aan de begroting van het ministerie van BZK voor 2022 voor de uitvoering van de Taskforce. Gezien van huisvestigingsproblematiek van Oekraïense ontheemden is gekozen om deze middelen aan de begroting van het ministerie van BZK toe te voegen middels een nota van wijziging. Omdat het kabinet zo snel mogelijk de huisvestingsproblematiek voor Oekraïners en de andere aandachtsgroepen wil oplossen achtte het kabinet het wenselijk en in het belang van het Rijk om – vooruitlopend op formele autorisatie door beide Kamers – uitvoering te geven aan het besluit tot het verstrekken van de middelen. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.

Tot slot zijn in de eerste suppletoire begroting 2022 middelen overgeboekt vanaf de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën voor flexpools (ad. € 40 mln.). De middelen zullen aan medeoverheden worden verstrekt in de vorm van een specifieke uitkering (SPUK). Hiermee zorgt het Rijk voor flexibele capaciteit die regionaal ingezet kunnen worden, voorwaardelijk voor het versnellen van woningbouw en herstructurering. Ten behoeve van de huisvestingsproblematiek is de Kamerbrief «in verband met de acute opvang- en huisvestingsproblematiek» (referentie 2022D27498) op 23 juni 2022 verzonden naar de Staten-Generaal. In deze brief is voor deze middelen een beroep gedaan op artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

Art. 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

In het Coalitieakkoord heeft het kabinet middelen (€ 24,6 mln.) in 2022 gereserveerd om bij te dragen aan de kosten die gemeenten maken voor de implementatie en uitvoering van de Wet kwaliteitsborging bouw (Wkb). Hiervan is € 5 mln. overgeheveld vanaf artikel 3 naar het gemeentefonds (B). De overige middelen van € 19,6 mln. zijn overgeheveld vanaf artikel 4 naar het gemeentefonds. Daarnaast is er voor de jaren 2023–2026 jaarlijks € 10 mln. beschikbaar.

Art. 5 Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Dit betrof de uitvoeringskosten voor gemeenten van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging bouw, die voor 2022 reeds waren toegezegd in het coalitieakkoord Rutte IV. Deze middelen zijn bij de 1e suppletoire begroting 2022 overgekomen van de aanvullende post bij het Ministerie van Financiën. Via deze Nota van Wijziging worden deze middelen overgeboekt naar het gemeentenfonds (B).

Voor het programma WaU heeft het kabinet in het Coalitieakkoord middelen gereserveerd. Er worden middelen toegevoegd aan de begroting van het ministerie van BZK (€ 6,5 mln. voor 2022 en € 3,6 mln. voor 2023) als bijdrage aan het Kadaster voor de uitvoering van het programma Werk aan Uitvoering waarmee een 3D informatiebasis kan worden gelegd voor datagedreven volkshuisvesting- en ruimtelijke ordeningsbeleid.

Art. 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Het kabinet heeft in het coalitieakkoord 2021-2025 vastgelegd dat het wil werken aan een overheid die betrouwbaar, dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig is. Het programma Werk aan Uitvoering (WaU) wordt daartoe voortgezet. Voor dienstverlening, WaU en ICT is met het coalitieakkoord voor de komende tien jaar € 600 mln. gereserveerd (met aanloop in 2022: € 200 mln.) en structureel € 133 mln. In de Ministerraad van 29 april 2022 is een departementale verdeling van deze middelen vastgesteld. Een deel van de gelden is gereserveerd voor gezamenlijke voorstellen voor ketens, WaU sporen en het Programma. Door een Nota van Wijziging op 28 juni in te dienen was het kabinet in staat aan de slag te gaan.

Art. 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Voor het programma Werk aan Uitvoering (WaU) heeft het kabinet in het Coalitieakkoord middelen gereserveerd. Er worden middelen toegevoegd aan de BZK begroting voor het handelingsperspectief «Versnelling digitale agenda» met als primaire focus, het ontwikkelen en aantrekken van ICT- en data-expertise, zoals opgenomen in rapport Kwantificering Werk aan Uitvoering (Kamerstukken II 2020/21, 29362, nr. 292).

Art. 11 Centraal apparaat

In het Coalitieakkoord heeft het kabinet middelen gereserveerd voor de uitvoering van het programma Werk aan Uitvoering (WaU). Voor 2022 wordt € 0,1 mln. toegevoegd in het kader van het wetsvoorstel Maatwerk in de Algemene wet bestuursrecht. Aan de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB) wordt vanuit hetzelfde programma € 0,3 mln. beschikbaar gesteld voor 2022 waarmee de TloKB de stap kan maken naar een verdere digitalisering van het klantportaal en het versterken van de communicatiefunctie.

Voor alle mutaties van de Nota van Wijziging geldt dat de kamerbehandeling op de 1e suppleoitre begroting nog niet had plaats gevonden. Om deze reden is er gekozen voor een Nota van Wijziging op de eerste suppletoire begroting 2022.

5. 2e Incidentele Suppletoire Begroting 2022, Kamerstukken II 2021/22, 36 117 VII nr 1.

Art. 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

In het voorjaar 2022 is de doorstroom en opvang van asielzoekers hevig onder druk komen te staan. Het kabinet heeft daarom - vanwege de ernst van de situatie – aanleiding gezien om op 17 juni 2022 de nationale crisisstructuur te activeren met het doel om snel extra opvangcapaciteit te kunnen bereiken. Vanwege de urgentie van het vraagstuk en het tijdig leveren van capaciteit aan de veiligheidsregio’s, acht het kabinet het wenselijk om – vooruitlopend op formele autorisatie door beide Kamers – uitvoering te geven aan het besluit tot het verstrekken van maximaal € 33,1 mln. euro aanvullende middelen ten behoeve van de personele inzet voor de crisisopvang van asielzoekers.

Dit betrof een mutatie op de begrotingsstand 2022 en de kamerbehandeling van de eerste suppletoire begroting 2022 had al plaats gevonden en de tweede suppletoire begroting 2022 was nog te ver weg. Om deze reden is er gekozen voor een Incidentele suppletoire begroting.

De extra personele inzet in de crisisopvang is in het belang van het Rijk, en kan niet wachten op formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal. Dit komt door de urgentie van het vraagstuk en het belang van tijdig leveren van capaciteit aan de veiligheidsregio’s. Het kabinet heeft op 1 juli 2022 afgesproken dat de middelen hiervoor middels een verdeelsleutel worden opgehaald bij alle departementen. De bijdragen zijn verwerkt bij de 2e suppletoire begroting 2022. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.

Bij de tweede suppletoire begroting 2022 is aangekondigd dat een groot deel van deze middelen in 2022 niet tot besteding komt en daarom schuift dit deel voor de personele inzet crisisopvang door naar 2023. Dit komt neer op € 30,5 mln. Om de middelen in 2023 meteen beschikbaar te hebben, zijn deze middelen middels nota van wijziging in 2022 toegevoegd aan de begroting 2023.

6. 3e Incidentele Suppletoire Begroting 2022, Kamerstukken II 2021/22, 36 183 VII nr 1.

Art. 3 Woningmarkt

Dit is een wijziging van de begrotingsstaat in het kader van het huisvestingspakket migratiecrisis. Deze mutaties hebben betrekking op de generale middelen die beschikbaar zijn gekomen voor onder meer de herplaatsingsgarantie, de overlooplocaties als ook middelen voor het Rijksvastgoed om 2.000 flexwoningen aan te schaffen. Gezien de maatschappelijke impact van de migratiecrisis wil het kabinet zo spoedig mogelijk starten met de uitvoering van het maatregelenpakket waarbij onder andere sneller extra flexwoningen gerealiseerd moet worden om de asielopvang op zo kort mogelijke termijn te ontlasten.

Dit betrof een mutatie op de begrotingsstand 2022 en de kamerbehandeling van de eerste suppletoire begroting 2022 had al plaats gevonden en de tweede suppletoire begroting 2022 was nog te ver weg. Om deze reden is er gekozen voor een Incidentele suppletoire begroting.

Vanwege het spoedeisende karakter kon er niet worden gewacht tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, waardoor het kabinet de uitvoering van de maatregel eerder heeft gestart. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.

Bij de tweede suppletoire begroting 2022 is aangekondigd dat een deel van deze middelen in 2022 niet tot besteding komt vanwege nadere uitwerking van de beleidsinstrumenten, daarom schuift dit door naar 2023. Dit komt neer op € 20,0 mln. voor financiële herplaatsingsgarantie en € 96,0 mln. voor de fysieke overlooplocaties. Om de middelen in 2023 beschikbaar te hebben zal bij 1e suppletoire begroting 2023 de toegevoeging aan begroting 2023 worden geregeld.

Licence