Base description which applies to whole site

5.2 Ontvangsten, uitgaven en vermogens van de zorgfondsen (Zvw, Wlz en AWBZ)

Zorgverzekeringswet (Zvw)

De financiering van de Zvw loopt deels via het Zorgverzekeringsfonds (Zvf) en deels via de zorgverzekeraars. Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de uitgaven en inkomsten van de Zvw.

Tabel 17 Uitgaven en inkomsten Zvw (bedragen x € 1 miljard)1
 

NvW ontwerpbegroting

Mutatie

Jaarverslag

 

2022

2022

2022

 

a

b

c=a+b

Zorgverzekeringsfonds

   

Uitgaven

30,1

‒ 0,5

29,6

- Uitkering aan verzekeraars

27,3

‒ 0,6

26,7

- Rechtstreekse uitgaven Zvf

2,8

0,1

2,9

    

Inkomsten

29,9

1,0

30,9

- Inkomensafhankelijke bijdrage (IAB)

27,1

1,0

28,1

- Rijksbijdrage verzekerden 18-

2,8

0,0

2,8

- Overige baten

‒ 0,1

0,0

0,0

    

Saldo

‒ 0,2

1,5

1,3

Vermogenssaldo Zvf ultimo 2021

0,3

‒ 0,8

‒ 0,5

Vermogenssaldo Zvf ultimo 2022

0,1

0,8

0,9

    

Individuele verzekeraars

   

Uitgaven

52,2

‒ 0,7

51,5

- Uitgaven voor zorg

51,7

‒ 0,6

51,1

- Beheerskosten/saldo

0,5

‒ 0,1

0,4

    

Inkomsten

52,2

‒ 0,7

51,5

- Uitkering van Zvf

27,3

‒ 0,6

26,7

- Nominale premie/eigen risico

24,9

‒ 0,1

24,8

1 Door afrondingsverschillen kan de som van de delen afwijken van het totaal. De meeste cijfers in de kolom jaarverslag 2022 zijn afkomstig of afgeleid van Zorginstituut-cijfers. De raming van de zorguitgaven van zorgverzekeraars is vrijwel volledig gebaseerd op de maartlevering van Zorginstituut Nederland. Dit geldt ook voor de rijksbijdragen en de post overige baten (rentebaten, wanbetalers, onverzekerden, verdragsgerechtigden). Het vermogen per ultimo 2021 is gebaseerd op het jaarverslag 2021 van het Zvf van Zorginstituut Nederland. Voor de IAB is het CPB-cijfer in de EMU-definitie gebruikt. Het vermogenssaldo 2022 is bepaald door het exploitatiesaldo 2022 op te tellen bij het vermogenssaldo 2021.

Bron: VWS, CPB, Zorginstituut Nederland en NZa.

Zorgverzekeringsfonds

De uitgaven van het Zvf bestaan uit de uitkering aan verzekeraars (de vereve­ningsbijdrage) en de rechtstreekse uitgaven. Vanwege onzekerheden rondom het vereveningsmodel 2022, die het gevolg zijn van COVID-19 en de bekostigingswijziging in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ), zijn maatregelen getroffen zoals macronacalculatie van 70% voor het somatische en eigen risicomodel en een bandbreedteregeling voor de GGZ65. Door de lagere zorguitgaven in 2022 leidt de macronacalculatie tot lagere uitgaven vanuit het fonds. Door de lagere zorguitgaven in 2022 leidt de macronacalculatie tot lagere uitgaven vanuit het fonds. De voor de macronacalculatie relevante uitgaven (somatisch) vallen € 0,9 miljard lager uit dan in de NvW ontwerpbegroting en de opbrengst van het verplicht eigen risico komt € 0,1 miljard lager uit. De uitkering vanuit het fonds aan verzekeraars valt na 70% macronacalculatie daarom € 0,6 miljard lager uit dan begroot.

De uitkering aan verzekeraars (vereveningsbijdrage) en de uitgaven voor zorg door verzekeraars zijn voor € 0,3 miljard opwaarts vertekend door een boekhoudkundige overstap van kasbasis naar transactiebasis bij de grensoverschrijdende zorg66. Deze kas/transactie-hobbel heeft geen gevolgen voor de hoeveelheid grensoverschrijdende zorg die geleverd wordt. Daarom is in de NvW ontwerpbegroting en in bovenstaande tabel gecorrigeerd door beide bedragen met € 0,3 miljard te verlagen67.

De ontvangsten van het Zvf bestaan uit de Inkomensafhankelijke bijdrage (IAB), de rijksbijdrage verzekerden 18- en de overige baten van het fonds68. De ontvangsten uit de IAB worden € 1,0 miljard hoger ingeschat dan in de NvW ontwerpbegroting 2022. Dit wordt veroorzaakt doordat de grondslag waarover de IAB wordt geheven (met name de loonsom bij bedrijven), groter is uitgevallen dan eerder verwacht. Verder hebben sommige werkgevers als reactie op de coronacrisis gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot uitstel van betaling van belastingen en premies. In de huidige raming van de ontvangsten wordt er rekening mee gehouden dat een deel van de uitgestelde afdrachten door werkgevers toch nog zal worden ontvangen. De rijksbijdrage voor verzekerden 18- is onveranderd, zoals vastgesteld in de NvW ontwerpbegroting 2022. De raming van de overige baten zijn naar aanleiding van realisaties iets opwaarts bijgesteld.

De € 1,0 miljard hogere verwachte inkomsten van het fonds en de € 0,5 miljard lagere uitgaven leiden tot een verbetering van het exploitatiesaldo van € 1,5 miljard. Bij de begroting werd uitgegaan van een negatief exploitatiesaldo over 2022 van € 0,2 miljard. De meevallers voor het fonds leiden tot een positief exploitatiesaldo over 2022 van € 1,3 miljard.

Het vermogenssaldo eind 2021 is € 0,5 miljard negatief. Dit vermogenssaldo is de resultante van het gerapporteerde fondstekort eind 2021 in het fondsjaarverslag van Zorginstituut van € 1,2 miljard en de gehanteerde vermogensnorm van € 0,7 miljard voor 2021. Gegeven het positieve exploitatiesaldo over 2022 komt het vermogenssaldo eind 2022 uit op € 0,9 miljard.

Individuele verzekeraars

De zorguitgaven van verzekeraars komen naar verwachting € 0,7 miljard lager uit dan bij de begroting verwacht. Dit wordt voor € 0,6 miljard verklaard door lagere uitgaven voor zorg door verzekeraars en voor € 0,1 miljard lagere beheerskosten/saldo. Deze laatste post is berekend als het verschil tussen de inkomsten voor verzekeraars en de uitgaven aan zorg door verzekeraars.

De inkomsten voor verzekeraars zijn € 0,7 miljard lager dan in de begroting verwacht. Dit komt door een lagere uitkering vanuit het zorgverzekeringsfonds, zoals hierboven toegelicht, en lagere verwachte opbrengsten uit de nominale premie en het eigen risico. De totale nominale premieopbrengst valt iets lager uit doordat de zorgverzekeraars hun premie lager vast hebben gesteld dan in de begroting werd verwacht (zie tabel 16). Daartegenover staat dat het aantal verzekerden over 2022 iets hoger is dan bij de begroting werd verwacht. De opbrengst van het eigen risico, rekening houdend met de hierboven beschreven macronacalculatie van 70%, valt ook iets lager uit dan bij de begroting verwacht. Per saldo leidt dit tot € 0,1 miljard lagere opbrengsten voor verzekeraars uit de nominale premie en het eigen risico.

Wet langdurige zorg (Wlz)

Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van de uitgaven en inkomsten van het Fonds langdurige zorg (Flz).

Tabel 18 Uitgaven en inkomsten Wlz (bedragen x € 1 miljard)1
 

NvW ontwerpbegroting

Bijstelling

Jaarverslag

 

2022

2022

2022

 

a

b

c=a+b

Uitgaven

30,4

0,1

30,5

- Zorgaanspraken en subsidies

30,1

0,1

30,2

- Beheerskosten

0,3

0,0

0,3

    

Inkomsten

30,4

0,9

31,3

- Procentuele premie

14,8

1,1

16,0

- Eigen bijdragen

2,1

0,0

2,1

- BIKK

4,2

0,0

4,2

- Rijksbijdrage Wlz

9,3

‒ 0,4

9,0

    

Saldo

0,0

0,8

0,8

    

Vermogen Fonds langdurige zorg ultimo 2021

0,0

‒ 1,0

‒ 0,9

Vermogen Fonds langdurige zorg ultimo 2022

0,0

‒ 0,1

‒ 0,1

1 Door afrondingsverschillen kan de som van de delen afwijken van het totaal. Het vermogen van het Flz ultimo 2021 is overgenomen uit het Financieel Jaarverslag Flz 2021 van Zorginstituut Nederland. Voor de gerealiseerde premieopbrengst 2022 is de opbrengst in de EMU-definitie in het CEP 2023 overgenomen van het CPB. Uitgavencijfers en eigen bijdragen komen overeen met de realisatiecijfers van NZa en Zorginstituut Nederland, zoals toegelicht in paragraaf 3.2 van het jaarverslag. Realisatiecijfers voor de rijksbijdrage BIKK en rijksbijdrage Wlz zijn overgenomen uit de kwartaalrapportage over het 4e kwartaal 2022 van Zorginstituut Nederland.

Bron: VWS, CPB, Zorginstituut Nederland en NZa.

Uitgaven

De uitgaven van het Flz voor de Wlz zijn € 0,1 miljard hoger uitgekomen dan in de NvW ontwerpbegroting 2022. Het uitgavenniveau heeft zich sinds de NvW ontwerpbegroting 2022 stabiel ontwikkeld.

Inkomsten

De procentuele Wlz-premie heeft € 1,1 miljard meer opgebracht dan geraamd. De opbrengst van de eigen bijdragen en de rijksbijdrage BIKK zijn vrijwel op hetzelfde niveau uitgekomen als in de NvW ontwerpbegroting 2022. De rijksbijdrage Wlz is € 0,4 miljard lager vastgesteld dan in de NvW ontwerpbegroting 2022, met als belangrijkste oorzaak de meevaller in de premieopbrengsten die in de loop van het jaar duidelijk werd.

Exploitatiesaldo en fondsvermogen

Het stabiele uitgavenniveau in het afgelopen jaar leidt, samen met de hogere inkomsten, naar verwachting tot een positief exploitatiesaldo van € 0,8 miljard in het fonds over 2022. Uit het Financieel jaarverslag Flz over 2021 blijkt echter dat het fondsvermogen ultimo 2021 ongeveer € 1,0 miljard negatief bedroeg, terwijl in de begroting 2022 nog werd verwacht dat het fondsvermogen ultimo 2021 op nul zou uitkomen. De oorzaak van dit fondstekort ligt grotendeels in opwaarts bijgestelde uitgavenrealisaties over 2020 en 2021 waar geen extra inkomsten tegenover stonden. Het positieve resultaat van het fonds in 2022 compenseert daarmee voor het negatieve fondsvermogen uit 2021. Het vermogen van het Flz ultimo 2022 wordt op grond van deze cijfers geraamd op € 0,1 miljard negatief.

66

Zie de toelichting op pagina 193 van de ontwerpbegroting 2022 (Kamerstukken II, 35 925 XVI, nr. 2).

67

In tabel 5 op pagina11 van de NvW ontwerpbegroting 2022 (Kamerstukken II, 35 925 XVI, nr. 10) is op dezelfde wijze gecorrigeerd. De correctie is toegepast op de regels [1] uitkering aan verzekeraars en [2] de uitgaven voor zorg.

68

Dit betreft het saldo van baten en lasten voor wanbetalers, onverzekerden, gemoedsbezwaarden en rente en de premie van verdragsgerechtigden.

Licence