Activa | 31-12-2024 | 31-12-2023 | Passiva | 31-12-2024 | 31-12-2023 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Intra-comptabele posten | Intra-comptabele posten | ||||||
1) | Uitgaven ten laste van de begroting | 9.709.359 | 8.367.397 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 9.520.868 | 8.503.379 |
1a) | Nadelig saldo begrotingsfonds voorgaand jaar | 0 | 0 | 2a) | Batig saldo begrotingsfonds voorgaand jaar | 427.221 | 291.239 |
3) | Liquide middelen | 0 | 0 | ||||
4) | Rekening-courant RHB (Rijkshoofdboekhouding) | 220.476 | 426.998 | 4a) | Rekening-courant RHB | 0 | 0 |
5) | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 0 | 0 | 5a) | Begrotingsreserves | 0 | 0 |
6) | Vorderingen buiten begrotingsverband | 18.254 | 223 | 7) | Schulden buiten begrotingsverband | 0 | 0 |
8) | Kas-transverschillen | 0 | 0 | ||||
Subtotaal intra-comptabel | 9.948.089 | 8.794.618 | Subtotaal intra-comptabel | 9.948.089 | 8.794.618 | ||
Extra-comptabele posten | |||||||
9) | Openstaande rechten | 0 | 0 | 9a) | Tegenrekening openstaande rechten | 0 | 0 |
10) | Vorderingen | 30.719 | 48.682 | 10a) | Tegenrekening vorderingen | 30.719 | 48.682 |
11a) | Tegenrekening schulden | 0 | 0 | 11) | Schulden | 0 | 0 |
12) | Voorschotten | 6.319.109 | 4.946.530 | 12a) | Tegenrekening voorschotten | 6.319.109 | 4.946.530 |
13a) | Tegenrekening garantieverplichtingen | 162.605 | 162.605 | 13) | Garantieverplichtingen | 162.605 | 162.605 |
14a) | Tegenrekening andere verplichtingen | 24.914.687 | 24.215.047 | 14) | Andere verplichtingen | 24.914.687 | 24.215.047 |
15) | Deelnemingen | 1.714.477 | 1.714.477 | 15a) | Tegenrekening deelnemingen | 1.714.477 | 1.714.477 |
Subtotaal extra-comptabel | 33.141.597 | 31.087.341 | Subtotaal extra comptabel | 33.141.597 | 31.087.341 | ||
Totaal | 43.089.686 | 39.881.959 | Totaal | 43.089.686 | 39.881.959 |
Toelichting samenstelling saldibalans
Als een minister meer dan één begroting beheert, in dit geval Infrastructuur en Waterstaat (XII), het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds, wordt per begroting een saldibalans opgesteld. Voor de begroting van Hoofdstuk XII, het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds worden geen gescheiden administraties gevoerd waardoor posten die niet zonder meer toewijsbaar zijn aan een bepaalde begroting, zijn opgenomen in de saldibalans van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII).
Wat betreft de toelichtingen zijn de volgende uitgangspunten toegepast. Een post, welke in verhouding tot de totale omvang van de balansregel een grote omvang heeft of de grens van € 25 miljoen overschrijdt, is tekstueel toegelicht.
Alle bedragen in de Saldibalans zijn, conform de regelgeving, naar boven afgerond. Als gevolg hiervan kunnen kleine verschillen ontstaan met de overige tabellen waarbij de reguliere afrondingsregels zijn gebruikt.
4) Rekening-courantverhouding Rijkshoofdboekhouding
Deze balansregel geeft de financiële verhouding met de Rijksschatkist weer.
6) Vordering buiten begrotingsverband
Onder de vorderingen buiten begrotingsverband zijn posten opgenomen, die nog met derden moeten worden verrekend.
Vordering op HXII | 18.254 |
---|---|
Totaal | 18.254 |
Toelichting
De niet uitgegeven middelen voor vrachtwagenheffing van IenW HXII zijn naar het mobiliteitsfonds overgeboekt waarna deze in 2025 weer terugvloeien naar HXII.
10 en 10a) Vorderingen en Tegenrekening vorderingen
De Extra-comptabele vorderingen zijn vorderingen die voortvloeien uit uitgaven ten laste van de begroting.
Direct opeisbaar | 3.747 |
---|---|
Op termijn opeisbaar | 26.972 |
Geconditioneerd | 0 |
Totaal | 30.719 |
Artikel 12 Hoofdwegennet | 28.910 |
---|---|
Artikel 13 Spoorwegen | 880 |
Artikel 15 Hoofdvaarwegennet | 854 |
Overig | 75 |
Totaal | 30.719 |
Toelichting
Artikel 12 Hoofdwegennet
De vorderingen betreffen met name € 26,4 miljoen voor de afrekening van de Bestuurlijke Uitvoeringsovereenkomst A9 Gaasperdammerweg met de gemeente Amsterdam. Dit gaat om de aanleg en het onderhoud van de Gaasperdammertunnel op de A9. Verder betreffen het o.a. afrekeningen van de voorschotten die in het kader van de Regeling specifieke uitkering stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2022 aan diverse gemeenten verstrekt. Op grond van de ingediende verantwoordingen en de verzoeken tot vaststelling van de uitkering, bleek een deel van de voorschotten te moeten worden terugbetaald, Hierover zijn met de betreffende gemeenten afspraken gemaakt. De vorderingen zijn als direct opeisbaar opgenomen. Onder de op termijn opeisbare vorderingen is opgenomen een vordering op de provincie Zuid-Holland. De provincie Zuid-Holland draagt voor maximaal € 2,5 miljoen bij aan de korte termijn maatregelen A15 Riderkerk-Gorinchem, hiervan is in 2021 € 2 mln. betaald, zodat er nog een vordering van maximaal € 0,5 miljoen openstaat. Deze is als op termijn opeisbaar opgenomen.
12 en 12a) Voorschotten en Tegenrekening voorschotten
Voorschotten zijn bedragen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op later definitief vast te stellen of af te rekenen bedragen.
Tot en met 2022 | 1.197.963 |
---|---|
2023 | 636.427 |
2024 | 4.484.719 |
Totaal | 6.319.109 |
Artikel 12 Hoofdwegennet | 951.635 |
---|---|
Artikel 13 Spoorwegen | 3.342.030 |
Artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur | 1.530.856 |
Artikel 15 Hoofdvaarwegennet | 31.160 |
Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer | 463.428 |
Totaal | 6.319.109 |
Toelichting
Artikel 12 Hoofdwegennet
Voor de aanleg van Rijnlandroute is er € 512,6 miljoen aan voorschotten verstrekt aan de provincie Zuid-Holland. De betreft de aanleg van drie deelprojecten: N434/A44/A4, N206 ir. G. Tjalmaweg en N206 Europaweg. Verder is aan de provincie Noord-Brabant voor de specifieke uitkering inzake het uitvoeren van de realisatie van het wegproject N65 Vught-Haaren van hm 3.3 (viaduct Taalstraat) tot hm 11.0 een voorschot verstrekt van € 98,7 miljoen.In het kader van specifieke uitkering bermmaatregelen van N-wegen, die niet in beheer zijn bij het Rijk, zijn voorschotten aan provincies verstrekt voor € 10,5 miljoen. Voor de specifieke uitkering regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen ten behoeve van het stimuleren van het nemen of versnellen van kosteneffectieve en risico gestuurde verkeersveiligheidsmaatregelen op het onderliggend wegennet zijn aan gemeenten, provincies, waterschappen, VRA en MRDH voorschotten verstrekt voor € 162,9 miljoen. Voor de specifieke uitkering stimuleringsregeling slim, veilig, doelmatig en duurzaam gebruik van mobiliteitsinfrastructuur 2023-2027 zijn aan diverse provincies, gemeenten en Vervoerregio Amsterdam voorschotten verstrekt voor € 52,5 miljoen. Aan RDW en aan CJIB zijn voorschotten verstrekt voor respectievelijk € 86 en € 9,5 miljoen voor tijdelijke tolheffing en vrachtwagenheffing. Tenslotte zijn aan RVO voorschotten verstrekt van € 11,8 miljoen voor uitvoering project Digitale Infrastructuur voor Toekomstbestendige Mobiliteit (DITM), project Vrachtwagenheffing en Regeling Stimulering Schoon en Emissieloos Bouwen voor Medeoverheden.
De afrekeningen van deze voorschotten worden in 2025 ‒ 2027 verwacht.
Artikel 13 Spoorwegen
ProRail ontvangt jaarlijks subsidie voor Exploitatie, onderhoud en vernieuwingen (EOV). Daarom staat voor EOV een bedrag van € 2.524,7 miljoen open. Hiermee geeft ProRail invulling aan het uitvoeren van zijn beheertaken. Bij ProRail zijn diverse aanlegprojecten voor personen- en goederenvervoer, zoals opgenomen in het MIRT-projectenboek, gefinancierd. In dit kader staat nog een bedrag van € 332,47 miljoen aan voorschotten open. Verder staan bij Bureau Sanering Verkeerlawaai voor de saneringen bij spoor voor saneringsprojecten voor circa € 26,3 miljoen aan voorschotten open. Naar verwachting worden deze voorschotten vanaf 2025 tot en met 2028 afgewikkeld.
Het openstaand voorschot op de betalingen aan ProRail € 235,1 betreffen de opdrachten, met name het maatregelenpakket HSL. Uiterlijk 1 mei 2025 wordt de verantwoording met assuranceverklaring ontvangen. Daarna kan afrekening plaatsvinden en kan het voorschot worden afgeboekt.
Voor de regeling in het kader van spoorse doorsnijdingen staat voor € 120,8 miljoen aan voorschotten open. Gemeenten geven aan in de SISA-verantwoording wanneer de subsidie kan worden vastgesteld tevens dient de gemeente een inhoudelijke verantwoording aan te leveren. Deze dient door ProRail goedgekeurd te worden. Verder staan voorschotten open van diverse gemeenten en provincie Limburg in het kader van de tijdelijke regeling specifieke uitkering Landelijk Verbeterprogramma Overwegen, specfieke uitkering spooremplacement Leeuwarden en specifieke uitkering Verkenningsstudie verbetermaatregelen centrumzijde station Nijmegen voor een bedrag van € 53,6 miljoen. Tot slot staat bij gemeente Ede voor Spoorzone Ede-Oost voor € 43,4 miljoen aan voorschotten open. Naar verwachting worden deze voorschotten in 2025-2028 afgewikkeld.
Artikel 14 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma's
Voor het uitvoeren van decentrale projecten voor regio specifieke oplossingen ter verbetering van de bereikbaarheid conform het RSP-convenant Rijk-Regio, zijn aan het samenwerkingsverband Noord-Nederland voorschotten verstrekt waarvan voor € 52,4 miljoen nog openstaat. Ten behoeve van de uitvoering van de regeling ‘specifieke uitkering woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur’ en «tijdelijke regeling specifieke uitkering mobiliteitspakketten ten behoeve van woningbouw» zijn aan diverse gemeenten voorschotten verstrekt voor een bedrag van € 1.407,8 miljoen. Ook is er € 70,4 miljoen aan voorschotten verstrekt aan de provincie Zuid-Holland voor het project Hoogwaardig Openbaar Vervoer Zuid-Holland Noord. Dit project heeft als doel om de bereikbaarheid van het noorden van de provincie Zuid-Holland te verbeteren door de bestaande verbindingen te verbeteren. Naar verwachting worden deze voorschotten in periode 2024 ‒ 2036 afgewikkeld.
Artikel 15 Hoofdvaarwegennet
Ten behoeve van de vervanging van de Noordzeebrug op de vaarweg Lemmer-Delfzijl zijn er voorschotten verstrekt aan de provincie Groningen van € 12,4 miljoen. In het kader van Topsektor Logistiek zijn aan Stichting Connekt voorschotten verstrekt van € 2,5 miljoen. Het betreft hier de kosten voor de door Stichting Connekt, namens het ministerie aangegane verplichtingen. Een voorschot van € 10,4 miljoen is aan de provincie Noord-Holland verstrekt in het kader van activiteiten voor het beter bevaarbaar maken van een deel van de Zaan inzake vernieuwing van de Wilhelminasluis en de Zaanbrug. De provincie geeft in de SISA-verantwoording aan wanneer de subsidie kan worden vastgesteld.
Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer
In het kader van het Programma Hoofdfrequent Spoor is aan ProRail circa € 262,5 miljoen aan voorschotten verstrekt. Ook aan ProRail zijn voorschotten verstrekt van circa € 116,8 miljoen voor het verrichten van planstudies en voorbereidende realisatiewerkzaamheden inzake European Rail Traffic Management System (ERTMS). Tevens zijn aan diverse provincies voorschotten verstrekt van € 69,4 miljoen ten behoeve van tijdelijke regeling specieke uitkering ERTMS regionaal personen vervoer per trein 2020-2031. Aan RVO zijn voorschotten verstrekt van € 14,6 miljoen voor uitvoering subsidieregeling ERTMS 2021-2025.
Stand per 1 januari 2024 | 4.946.530 | |
---|---|---|
In 2024 vastgelegde voorschotten | 4.628.873 | |
In 2024 afgerekende voorschotten | ‒ 3.256.294 | |
Verdeeld naar jaar van betalen: | ||
‒ 2022 en verder | ‒ 214.839 | |
‒ 2023 | ‒ 3.002.116 | |
‒ 2024 | ‒ 39.339 | |
Openstaand per 31 december 2024 | 6.319.109 |
13 en 13a) Garantieverplichtingen en Tegenrekening garantieverplichtingen
Dit zijn verplichtingen waarvan betaling op een later moment afhankelijk is van een bepaalde omstandigheid (een bepaald risico of een bepaalde onzekere gebeurtenis) bij de partij die de garantie ontvangt. Dit zijn dus voorwaardelijke financiële verplichtingen.
Stand per 1 januari 2024 | 162.605 |
---|---|
Verstrekt in 2024 | 0 |
Afname risico 2024 | 0 |
Openstaand per 31 december 2024 | 162.605 |
14 en 14a) Andere verplichtingen en Tegenrekening andere verplichtingen
De post Andere verplichtingen vormt een saldo van de verplichtingen per 1 januari van het begrotingsjaar, de aangegane verplichtingen, hierop verrichte betalingen en negatieve bijstellingen van in eerdere begrotingsjaren aangegane verplichtingen.
Stand per 1 januari 2024 | 24.215.048 |
---|---|
Aangegaan in 2024 | 10.647.778 |
Tot betaling gekomen in 2024 | ‒ 9.709.359 |
Negatieve bijstellingen voorgaande jaren | ‒ 238.780 |
Openstaand per 31 december 2024 | 24.914.687 |
Negatieve bijstellingen
Er is in 2024 één omvangrijke negatieve bijstellingen van eerder aangegane verplichtingen geweest die toelichting behoeven. Hierbij is een grens gehanteerd van € 25,0 miljoen.
– Programma Fietsparkeren (- € 36,5 miljoen) Dit betreft een overboeking naar een ander artikel. Een deel van de scope van het Programma Fietsparkeren bij Amsterdam CS is overgeheveld naar het PHS project Anmsterdam CS waarbinnen de werkzaamheden efficiënter kunnen worden uitgevoerd.
Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen
Inventarisatie van bestuurlijke afspraken voor zover al niet deel uitmakend van de juridische verplichtingen, zoals opgenomen in de financiële administratie (met name gesloten bestuursovereenkomsten of convenanten met decentrale overheden) heeft plaatsgevonden.
Ultimo 2024 is geen sprake van dergelijke bestuurlijke afspraken.
15 en 15a) Deelnemingen en Tegenrekening deelnemingen
Deze balansregel geeft de deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen weer.
Railinfratrust B.V. | 1.714.477 |
---|---|
Totaal per 31 december 2024 | 1.714.477 |
Toelichting
Het aandelenbezit in Railinfratrust B.V. bestaat uit 44 aandelen met een nominale waarde van elk € 450,00. Het deelnemingspercentage bedraagt 100 %. In 2024 hebben er geen wijzigingen plaatsgevonden.