Base description which applies to whole site

Artikel 6 Btw-compensatiefonds

Gemeenten, provincies en andere regionale openbare lichamen als bedoeld in de Wet op het Btw-compensatiefonds (BCF) hebben de mogelijkheid om een evenwichtige keuze te maken tussen in- en uitbesteding. De belasting over toegevoegde waarde (btw) speelt hierin geen rol.

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor en heeft een uitvoerende rol bij:

  • het verstrekken, verzamelen en controleren van de opgaafformulieren en het uitbetalen van de compensabele btw;

  • het beheer van het BCF.

Het BCF is opgericht om btw weg te nemen als factor in de afweging van decentrale overheden tussen uitbesteden en inbesteden (uitvoering door de eigen organisatie). Decentrale overheden kunnen betaalde btw terugvragen bij het BCF. De betaalde btw moet daarvoor aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet de btw betaald zijn over een niet-ondernemerstaak en mag er geen sprake zijn van verstrekking aan een individuele derde. Voorbeelden van taken waarvoor gemeenten en provincies btw kunnen terugvragen zijn: inzameling van huisvuil, onderhoud aan gebouwen, straatbeheer, schoonmaakactiviteiten, archivering, ingenieurswerkzaamheden en groenbeheer.

In 2024 hebben zich wat betreft de beoogde resultaten geen bijzonderheden voorgedaan en de beleidsdoelen zijn bereikt zoals voorzien.

Compensatie

De Belastingdienst heeft als taak om opgaafformulieren te verstrekken en te verzamelen en de btw over niet-ondernemersactiviteiten te compenseren.

Activiteiten 2024

Op 1 januari 2024 waren er 342 gemeenten, 12 provincies en 2 regionale openbare lichamen. Eind 2024 is bij 69,4% van de BCF-gerechtigden klantcontact geweest met het oogmerk de compliance te bevorderen of in stand te houden. Daarvoor is, in het kader van individuele klantbehandeling, een passende behandeling ingezet.

Kengetallen en indicatoren

Tabel 34 Realisatie prestatie-indicator BCF (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator

Streefwaarde 2024

Realisatie 2024

Percentage uitgevoerde fiscaal inhoudelijke uitvoerings- en toezichtactiviteit

>45%

69,4%

Bron: Belastingdienst

Het streven is om binnen één kalenderjaar minimaal één fiscaal inhoudelijke uitvoerings- en toezichtactiviteit inzake het BCF vanuit de Belastingdienst uit te voeren bij tenminste 45% van de gemeenten en provincies. De streefwaarde is met een realisatie van 69,4% gehaald.

Tabel 35 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 6 Btw-compensatiefonds (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

        

Verplichtingen

3.564.607

3.666.792

3.817.766

4.037.695

4.484.530

4.015.034

469.496

        

Uitgaven

3.564.607

3.666.792

3.817.766

4.037.695

4.484.530

4.015.034

469.496

        

Bijdragen aan medeoverheden

3.564.607

3.666.792

3.817.766

4.037.695

4.484.530

4.015.034

469.496

Bijdragen aan gemeenten

3.162.382

3.252.802

3.412.761

3.618.268

4.044.883

3.597.533

447.350

Bijdragen aan provincies

402.226

413.990

405.005

419.427

439.648

417.501

22.147

        

Ontvangsten

3.564.607

3.666.792

3.817.766

4.037.695

4.484.530

4.015.034

469.496

Verplichtingen, Uitgaven en Ontvangsten

De realisatie van 2024 is hoger dan de realisatie van 2023. Dit is onder andere te verklaren door prijsstijgingen, extra investeringen en taakmutaties (in met name Sociaal domein).

Gemeenten declareren in absolute zin meer btw bij het BCF dan provincies. Ten opzichte van de totale uitgaven van gemeenten en provincies declareren provincies relatief gezien meer bij het BCF. De provincies zijn vooral actief op het gebied van verkeer en vervoer, een uitgavencategorie die veelal voor compensatie van btw in aanmerking komt. De ontvangsten zijn gelijk aan de uitgaven omdat de terugbetaalde btw-bedragen tevens belastinginkomsten zijn.

Tabel 36 1Plafond Btw-compensatiefonds (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil (toevoeging aan het plafond)

 

2024

2024

2024

Plafond

5.184.500

4.814.798

369.702

W.v. stand MN 2024

4.814.798

4.814.798

0

W.v. overhevelingen i.v.m taakmutaties

446.067

0

446.067

W.v. accres

‒ 76.365

0

‒ 76.365

Uitgaven

4.484.530

4.015.034

469.496

W.v. Gemeenten

4.044.883

3.597.533

447.350

W.v. Provincies

439.648

417.501

22.147

Ruimte onder plafond

699.970

799.764

‒ 99.794

W.v. Gemeenten

331.996

670.802

‒ 338.806

W.v. Provincies

367.973

128.962

239.011

1

De in deze tabel opgenomen cijfers zijn onder voorbehoud en kunnen nog worden bijgesteld middels correctiebladen.

Het plafond op het BCF is gekoppeld aan de accrespercentages zoals deze volgen uit de normeringssystematiek voor het Gemeentefonds en Provinciefonds. Vanaf 2024 geldt de bbp-systematiek  waarbij het Uitgangspunt is dat de fondsen (GF en PF) meerjarig de ontwikkeling van het nominaal bruto binnenlands product volgen.

Het plafond wordt naast het accres aangepast voor taakmutaties (zoals decentralisaties) die gepaard gaan met onttrekkingen of toevoegingen aan het BCF. Als het plafond overschreden wordt, komt het verschil ten laste van het Gemeentefonds en Provinciefonds. Bij een realisatie lager dan het plafond, komt het verschil ten gunste van het Gemeentefonds en Provinciefonds. De toevoeging of uitname moet worden verdeeld over gemeenten en provincies. Er is tussen decentrale overheden en het Rijk afgesproken dit te doen op basis van de verhouding van wat de gezamenlijke gemeenten en provincies in het afgelopen jaar ook daadwerkelijk hebben ontvangen uit het BCF.

Aan de hand van de realisatiecijfers wordt in het Financieel Jaarverslag Rijk de definitieve ruimte ten opzichte van het BCF-plafond bepaald. Het verschil tussen de voorlopige afrekening die bij Miljoenennota 2024 heeft plaatsgevonden en de definitieve ruimte ten opzichte van het plafond, wordt bij de Voorjaarsnota verrekend met het Gemeentefonds en Provinciefonds.

In de volgende tabel worden de openstaande voorschotten weergegeven.

Tabel 37 Voorschotten Btw-compensatiefonds
 

2024

Saldo per 1 januari 2024

144.807.241

Bedrag nieuwe voorschotten 2024

205.883.147

Bedrag afgerekende voorschotten 2024

192.987.043

Saldo per 31 december 2024

157.703.345

Licence