Base description which applies to whole site

1 Onderdeel A - Instandhouding van de netwerken van Rijkswaterstaat

Het basiskwaliteitsniveau vormt het uitgangspunt voor de instandhouding van de Rijkswaterstaat-netwerken. Instandhouding van de netwerken op het basiskwaliteitsniveau is erop gericht om de prestaties van de netwerken op peil te houden. Het zijn de prestaties – de beschikbaarheid, betrouwbaarheid, duurzaamheid en veiligheid van de infrastructuur – die de gebruikers direct ervaren. Allereerst wordt een overzicht gegeven van de geleverde prestaties op de netwerken. Vervolgens wordt de ontwikkeling van het areaal in beheer bij RWS, de gerealiseerde budgetten voor instandhouding, de ontwikkeling van de balanspost ‘saldo op ontvangen bijdragen’ (voorheen ‘nog uit te voeren werkzaamheden’) en het volume uitgesteld en achterstallig onderhoud toegelicht. Over duurzaamheidsprestaties wordt gerapporteerd via het IenW Duurzaamheidsverslag.

Prestaties

De prestaties van de infrastructuur worden gemeten en uitgedrukt in prestatie-indicatoren. In de begroting 2024 is aangegeven dat voor de netwerken in beheer van RWS de afspraken over het basiskwaliteitsniveau nog worden vertaald naar nieuwe indicatoren en streefwaarden. Dit vergt nog verdere uitwerking, daarom wordt in afwachting daarvan nog uitgegaan van de prestatieafspraken vanuit de Service Level Agreement (SLA) 2022-2023. Hierbij opgemerkt dat ook onder de SLA al gold dat de er aan de Tweede Kamer zal worden gerapporteerd hoe gescoord wordt op de prestatie-indicatoren, maar dat hierbij niet kan worden gestuurd op het behalen van de streefwaarden. Het basiskwaliteitsniveau is leidend voor het werk dat RWS moet voorbereiden.

Tabel 38 Prestatie-indicatoren RWS

Prestatie-indicator

Streefwaarde 2021-2024

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Realisatie 2024

Toelichting

Hoofdwegennet

     

1

Beschikbaarheid

      

Technische beschikbaarheid van de weg

90%

99%

98%

99%

99%

 

Files door Werk in Uitvoering als gevolg van aanleg en gepland onderhoud in:

      

Voertuigverliesuren (vanaf 2018)

10%

7%

3%

4%

7%

 

Levering verkeersgegevens:

      

– Beschikbaarheid data voor derden

90%

94%

93%

91%

91%

 

– Actualiteit data voor derden

95%

96%

100%

99%

99%

 

Veiligheid

      

– Voldoen aan norm voor verhardingen

99,7%

99,8%

99,7%

99,6%

99,4%

 

– Voldoen aan norm voor gladheidbestrijding

95%

99%

99%

99%

99%

 
       

Hoofdvaarwegennet

     

2

Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid

      

Stremmingen gepland onderhoud

0,8%

2,0%

0,9%

0,6%

0,7%

 

Stremmingen ongepland onderhoud

0,2%

1,0%

2,4%

1,2%

1,2%

 

Tijdig melden ongeplande stremmingen

97%

98%

98%

97%

98%

 

Vaargeul op orde (% oppervlakte op orde)

      

– Toegangsgeulen

99%

100%

100%

100%

100%

 

– Hoofdtransportassen

90%

92%

93%

93%

96%

 

– Hoofdvaarwegen

85%

80%

82%

84%

83%

 

– Overige vaarwegen

85%

83%

83%

95%

96%

 

Veiligheid

      

Vaarwegmarkering op orde

95%

92%

89%

94%

96%

 
       

Hoofdwatersysteem

     

3

Waterveiligheid

      

Handhaving kustlijn

90%

90%

91%

93%

94%

 

Beschikbaarheid stormvloedkeringen

100%

83%

83%

100%

83%

 

Waterhuishouding op orde in alle peilgereguleerde gebieden

100%

100%

75%

100%

100%

 

Betrouwbaarheid informatievoorziening

95%

96%

100%

99%

96%

 

Bron: RWS, 2024

1. Toelichting prestaties Hoofdwegennet:

De indicator voor het voldoen aan de norm voor verhardingen voldoet niet aan de streefwaarde. De overige indicatoren halen de streefwaarden wel.

  • Bij de indicator ‘Files door Werk in Uitvoering’ worden alleen de files meegeteld die een snelheid hebben lager dan 50 km/uur en een lengte van minstens 2 km. In 2024 was 7% van alle files het gevolg van aanleg en geplande onderhoudswerkzaamheden (werk in uitvoering). Deze score is onder de streefwaarde van 10%. De score is gestegen ten opzichte van 2023 doordat in 2024 meer productie is gedraaid. Het totale reistijdverlies is gestegen van 56 miljoen voertuigverliesuren in 2023 naar 62 miljoen voertuigverliesuren in 2024 en het aandeel files door werk in uitvoering van 2,5 miljoen naar 4,5 miljoen voertuigverliesuren.

  • Het voldoen aan de veiligheidsnormen voor verhardingen wordt gemonitord aan de hand van de schadekenmerken stroefheid en spoorvorming. In 2024 voldeed 99,4% van de wegverhardingen aan deze normen. Daarmee werd net niet aan de streefwaarde van 99,7% voldaan. Hier zijn twee redenen voor:

    • Uit onderzoek is gebleken dat bij het instellen van de nieuwe meetmethode in 2017, de norm die hierin gesteld is voor dichte deklagen te streng is. In de metingen van 2025 zal de interne norm voor alleen dichte deklagen versoepeld worden.

    • Er is sprake van uitgesteld onderhoud, waardoor verhardingen die eigenlijk al vernieuwd hadden moeten worden, nog niet zijn aangepakt. Ten gevolge hiervan zijn er normoverschrijdingen voor een steeds groter deel van het wegdek. 

2. Toelichting prestaties Hoofdvaarwegennet:

De indicatoren 'tijdig melden van stremmingen', «vaargeul op orde - Toegangsgeulen, Hoofdtransportas en Overige vaarwegen» -  en «vaarwegmarkering op orde» voldoen aan de streefwaarde. Tevens voldoet de indicator «stremmingen gepland onderhoud» aan de streefwaarde, met de kanttekening dat er momenteel in de praktijk meer onderhoud nodig is voor een optimale prestatie van de vaarwegen. Dit wordt ook gereflecteerd in de indicator 'ongeplande stremmingen', die niet aan de streefwaarde voldoet.

De overige twee indicatoren halen de streefwaarden niet:

  • «Stremmingen ongepland onderhoud» is 6 maal zo hoog als de streefwaarde en is in lijn met de scores van de afgelopen jaren. Ouderdom van de kunstwerken en het uitstellen van onderhoud en renovaties zijn oorzaken van deze score.

  • 'Vaargeul op orde voor hoofdvaarwegen'. De grootste oorzaak voor deze score is dat bij een aantal vaarwegen (op de route Amsterdam-Delfzijl) de verdieping van de vaargeul nog loopt. Deze is naar verwachting 2030 afgerond. Bij de berekening van de score wordt nu alvast geanticipeerd op de nieuwe vaarwegklasse (opwaardering CEMT-klasse). 

3. Toelichting prestaties Hoofdwatersysteem:

De indicatoren ‘handhaving kustlijn’, ‘waterhuishouding op orde in alle peilgereguleerde gebieden’ en ‘betrouwbaarheid informatievoorziening’ voldoen aan de streefwaarden. Waterhuishouding op Orde is opgebouwd uit vier indicatoren. In 2024 zijn de streefwaarden van alle vier onderliggende indicatoren gehaald.

De indicator ‘beschikbaarheid stormvloedkeringen’ voldeed niet aan de streefwaarde:

  • Van de zes stormvloedkeringen voldoet de Maeslantkering niet aan faalkanseis vanwege technische gebreken. De meest urgente zijn inmiddels verholpen, waardoor de functioneringssluiting in september 2024 succesvol verliep. De resterende gebreken zijn naar verwachting in het voorjaar van 2025 verholpen.

Omvang van het areaal

Hieronder wordt inzicht gegeven in de omvang van het areaal in beheer bij Rijkswaterstaat per verantwoording 2024.

Tabel 39 Areaal netwerken RWS
 

Eenheid

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Realisatie 2024

Toelichting

Hoofdwegennet

     

1

Rijbaanlengte

      

– Hoofdrijbaan

km

5.842

5.846

5.858

5.862

 

– Verbindingswegen en op- en afritten

km

1.794

1.612

1.612

1.623

 

Areaal asfalt

      

– Hoofdrijbaan

km2

77

77

77

78

 

– Verbindingswegen en op- en afritten

km2

15

14

14

15

 

Groen areaal

km2

184

184

188

188

 

Verkeerssignalering op rijbanen

km

2.914

2.931

2.964

3.003

 

Verkeerscentrales

stuks

6

6

6

6

 

Bediende objecten

      

– Spitsstroken

km

308

308

293

281

 

– Bruggen Beweegbaar

stuks

54

50

48

48

 

– Tunnelcomplexen

stuks

20

20

20

21

 

– Aanleginrichtingen (veren)

stuks

14

14

12

12

 

Aquaducten

stuks

17

17

17

17

 

Ecoducten

stuks

56

56

38

38

 
       

Hoofdvaarwegennet

     

2

Vaarwegen

km

7.071

7.071

7.394

7.273

 

– waarvan binnenvaart

km

3.426

3.426

3.540

3.415

 

– waarvan zeevaart

km

3.646

3.646

3.854

3.858

 

Begeleide vaarweg

km

592

592

857

858

 

Verkeersposten

stuks

12

12

12

12

 

Vuurtorens (incl. BES-eilanden)

stuks

24

24

23

23

 

Bediende objecten

      

– Schutsluiskolken

stuks

130

131

127

126

 

– Bruggen beweegbaar

stuks

113

112

107

109

 
       

Hoofdwatersysteem

     

3

Watermanagement wateroppervlak

km2

90.187

90.219

90.213

90.132

 

Kustlijn

km

293

293

293

294

 

Dammen, dijken en duinen, uiterwaarden w.o.:

      

–  Dijken, dammen en duinen, primaire waterkeringen

km

201

201

202

203

 

–  Niet primaire waterkeringen/duinen

km

623

604

604

508

 

–  Uiterwaarden in beheer Rijk

ha

5.183

5.182

5.183

5.185

 

Binnenwateren

km2

3.044

3.030

3.024

2.992

 

Bediende objecten:

      

–  Stormvloedkeringen

stuks

6

6

6

6

 

–  Spui- en uitwateringssluiskolken

stuks

86

86

86

88

 

–  Stuwcomplexen

stuks

10

10

10

10

 

–  Gemalen

stuks

20

19

21

20

 

Bron: RWS, 2024

1. Toelichting areaalgegevens Hoofdwegennet

Algemeen beeld 2021-2024:

  • De omvang van het hoofdwegennet is de afgelopen jaren toegenomen door grote verbredingsprojecten, zoals de A1 Oost (2019-2024) en grote reconstructies van wegen zoals de A7 Zuidelijke Ringweg Groningen. Daarnaast worden nieuwe wegen gefaseerd opengesteld, zoals de A16 Rotterdam (2023-2025) en de A24 Blankenburgverbinding (2022-2024). Door deze projecten is ook de lengte van de signalering toegenomen. 

  • De op- en afritten en verbindingswegen zijn de laatste jaren met name toegenomen door de nieuwe knooppunten van de Blankenburgverbinding (A24) en het vernieuwde knooppunt Julianaplein in Groningen (A28/A7). Verder zijn nieuwe aansluitingen aangelegd en bestaande aansluitingen verruimd. De afname in 2022 heeft een administratieve oorzaak: de ventwegen langs N-wegen worden niet meer meegerekend bij de verbindingswegen.

  • De lengte spitsstroken neemt af doordat bij grote verbredingen, zoals de A1 Oost (2023) en de A10 Zuidasdok (2024), de spitsstroken worden omgezet naar reguliere rijstroken. Met de openstelling van de nieuwe A24 Blankenburgverbinding (2024) zijn de aansluitende spitsstroken op de A15 weer ingericht als de oorspronkelijke vluchtstroken.

  • Het groen areaal is in 2023 toegenomen als gevolg van een herziening van de beheergrenzen in Oost-Nederland.

  • De afname van de beweegbare bruggen betreft voornamelijk bruggen die niet meer worden bediend en worden vervangen door vaste bruggen met een hogere doorvaarthoogte, zoals de drie Giessenbruggen in de A20 en de twee Kaagbruggen in de A44.

  • De afname in 2023 van zowel het aantal ecoducten als het aantal aanleginrichtingen voor de veerbindingen heeft een administratieve oorzaak, namelijk een nieuwe inventarisatie met verbeterde uniforme definities.

Specifiek 2024:

  • In 2024 hebben de eindopenstellingen plaatsgevonden van de A1 Apeldoorn - Azelo, de A7 Zuidelijke Ringweg Groningen en de A24 Blankenburgverbinding. Deze laatste zorgt voor de toename van één tunnelcomplex met twee tunnels, te weten de Hollandtunnel (landtunnel) en de Maasdeltatunnel (onder het Scheur). Deze openstellingen zorgen ook voor extra verkeerssignalering. De verbindingswegen nemen toe door de nieuwe knooppunten Vlaardingen (A20/A24) en Rozenburg (A15/A24) van de Blankenburgverbinding (A24). Ook de nieuwe parallelstructuur op de A44 ter hoogte van de aansluiting van de Rijnlandroute en het vernieuwde knooppunt Julianaplein (A28/A7) zorgen voor een toename van de verbindingswegen.

  • De lengte spitsstroken is in 2024 afgenomen doordat in het project A24 Blankenburgverbinding de spitsstroken op de A15 tussen Welplaatweg en Rozenburg centrum weer zijn ingericht als de oorspronkelijke vluchtstroken. Eén van de spitsstroken op de A10 Zuid is in het project Zuidasdok omgezet naar versmalde reguliere rijstroken.

2. Toelichting areaalgegevens Hoofdvaarwegennet

Algemeen beeld 2021-2024

  • In 2023 is er een toename doorgevoerd in het verkeersscheidingsstelsel voor de kust van Zeeland en de vaargeulen in de Waddenzee. Tevens is lengte op de Grensmaas toegenomen als gevolg van het opnemen van het deel van de Maas waar alleen recreatieverkeer is toegestaan.

  • Het aantal vuurtorens nam in 2023 af door het buiten gebruik stellen van Lichtplatform Goeree.

  • Het aantal schutsluiskolken nam geleidelijk toe, maar is in 2023 weer afgenomen. In 2021 is de Middensluis in Terneuzen buiten gebruik gesteld in verband met de vervanging door de Nieuwe Sluis in Terneuzen in 2024. In 2022 is de zeesluis bij IJmuiden in gebruik genomen. In 2023 is de Roggebotsluis gesloopt en zijn er vier schutsluizen overgedragen langs kanaal Lemmer-Delfzijl.

  • Het aantal bediende bruggen neemt geleidelijk af. De Gerrit Krolbrug is in 2021 aangevaren. In 2023 is de brug over de Roggebotsluis gesloopt, en zijn vier bruggen langs het kanaal Lemmer-Delfzijl overgedragen.

Specifiek 2024:

  • In 2024 is er een grote afname in lengte vaarweg die hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door wijzigingen van de vaarroutes op het IJsselmeer/Markermeer. Daarnaast is er een kleine toename van de lengte beheerde vaarweg op zee. Deze wordt veroorzaakt door een kleine aanpassing in de vaarwegroutes voor de kust van Zeeland.

  • In 2024 is de begeleide vaarweg in totaal 1 km toegenomen, met name door verschuivingen van de getijdegeulen in de Westerschelde.

  • In 2024 is het aantal schutsluizen door de realisatie van de zeesluis in Terneuzen met één toegenomen. Anderzijds is er een afname door de overdracht van een schutsluis aan de betreffende gemeente, en de aanpassing van de classificatie van een schutsluis naar spuisluis. Daarnaast zijn er twee beweegbare bruggen over de sluishoofden van de nieuwe zeesluis in Terneuzen gerealiseerd.

3. Toelichting areaalgegevens Hoofdwatersysteem

Algemeen beeld 2021-2024:

  • De omvang van het hoofdwatersysteem varieert. De afname in 2023 betreft vooral het Markermeer (Strandeiland en Markerwadden).

  • De lengtes van de primaire en niet-primaire keringen variëren. In 2021 zorgde een hernieuwde inventarisatie van de dijken voor een aanpassing in de realisatiecijfers.

  • De omvang van de uiterwaarden varieert. Dit komt door zowel aanleg van bijvoorbeeld nevengeulen als overdrachten en verbeterde registratie.

  • Het aantal spui- en uitwateringssluiskolken varieert. In 2021 is het aantal met één toegenomen door de aanleg van een spuisluis bij de Reevesluis. In 2023 zijn de twee Roggebotspuisluizen gesloopt en is de classificatie van twee objecten overgegaan naar spuisluis.

  • In 2023 is het aantal gemalen met twee toegenomen door een aanpassing van de classificatie van twee objecten.

Specifiek 2024:

  • In 2024 is er een grote afname geweest van de omvang van het wateroppervlak, met name door aanpassingen in de Ooster- en Westerschelde. Hier zijn de kwelders en schorren groter geworden, waardoor het wateroppervlak is afgenomen. Ook heeft er een nieuwe inventarisatie plaatsgevonden van de gehele IJssel met bijbehorende uiterwaarden. Dit heeft geresulteerd in een afname van het wateroppervlak.

  • In 2024 is een administratieve correctie doorgevoerd bij de aansluiting van de Afsluitdijk aan de Friese zijde. Dit heeft geleid tot een kleine toename in 2024.

  • In 2024 is een kleine toename gerealiseerd in de niet-primaire keringen door de verruiming van de Twentekanalen (fase 2). Daarnaast is er een grote afname van de niet-primaire duinen op de Waddeneilanden. Een deel ervan is integraal onderdeel geworden van de bestaande, erachter gelegen primaire waterkeringen. Een ander deel betreft niet-primaire duinen op de zandplaten. Die hebben formeel geen kerende functie meer, hier vindt alleen nog natuurbeheer plaats.

  • In 2024 is door twee Grensmaasprojecten het oppervlak uiterwaarden iets toegenomen. Daarnaast is in 2024 de Overnachtingshaven bij Lobith gerealiseerd wat tot een kleine afname van de uiterwaarde heeft geleid. Dit heeft netto geresulteerd in een kleine toename van het uiterwaarden oppervlak.

  • In 2024 is een gemaal overgedragen aan de betreffende gemeente. De registratie van de spuisluizen bij de Oranjesluizen is verbeterd waardoor nu alle drie de spuisluizen meetellen in plaats van voorheen één.

Budgetten exploitatie en onderhoud Hoofdwegennet, Hoofdvaarwegennet en Hoofdwatersysteem

In onderstaande tabel zijn de begrote en gerealiseerde budgetten op exploitatie en onderhoud toegelicht.

Tabel 40 Budgetten Exploitatie en Onderhoud Hoofdwegennet, Hoofdvaarwegennet en Hoofdwatersysteem (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Begroting

Verschil

 

Artikelonderdeel

2024

2024

2024

Toelichting

Hoofdwegennet

     

MF 12.01

Exploitatie

8.474

4.401

4.073

1

MF 12.02.01

Onderhoud

929.291

904.696

24.595

2

MF 12.06.02

Overige netwerkgebonden kosten

111.890

108.509

3.381

3

Totaal realisatie Exploitatie en Onderhoud Hoofdwegen

1.049.655

1.017.606

32.049

 

Hoofdvaarwegennet

     

MF 15.01

Exploitatie

12.147

9.947

2.200

4

MF 15.02.01

Onderhoud

520.155

515.281

4.874

5

MF 15.06.02

Overige netwerkgebonden kosten

34.252

33.069

1.183

6

Totaal realisatie Exploitatie en Onderhoud Hoofdvaarwegen

566.554

558.297

8.257

 

Hoofdwatersysteem

     

DF 3.01.01

Watermanagement

8.186

7.594

592

 

DF 3.02.01

Onderhoud Waterveiligheid

273.582

265.565

8.017

7

DF 3.02.02

Onderhoud Zoetwatervoorziening

32.284

21.701

10.583

8

DF 5.02.01

Overige netwerkgebonden uitgaven

68.654

67.014

1.640

9

Totaal realisatie Watermanagement en Onderhoud Hoofdwatersysteem

382.706

361.874

20.832

 

Totaal realisatie Exploitatie, Watermanagement en Onderhoud RWS

1.998.915

1.937.777

61.138

 

Toelichting

Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de verschillen tussen de begroting en de realisatie. Het betreft hier de realisatie van de agentschapsbijdrage van het moederdepartement aan RWS.

Hoofdwegennet

1. Het verschil van € 4,1 miljoen bestaat uit:

  • € 1,0 miljoen voor uitvoering van de opdracht Nationaal toegangspunt Data laad- en tankpunten.

  • € 1,1 miljoen voor de opdracht innovatiemanagement taskforce verkeersveiligheidsdata.                              

  • € 2,0 miljoen diverse mutaties < € 1 miljoen.

2. Het verschil van € 24,6 miljoen bestaat uit:

  • € 27,3 miljoen uitkering van de prijsbijstelling 2024.

  • € 5,4 miljoen voor de realisatie van een geleiderail bij het zonnepark langs de A37.                             

  • € -8,0 miljoen toevoegen van meerjarig onderhoudsbudget aan de scope van het uitvoeringsproject Tunnel A10.

  • € -0,1 miljoen diverse mutaties < € 1 miljoen.

3. Het verschil van € 3,4 miljoen bestaat uit:

  • € 3,3 miljoen uitkering van de prijsbijstelling 2024.

  • € 0,1 miljoen diverse mutaties < € 1 miljoen.

Hoofdvaarwegennet

4. Het verschil van € 2,2 miljoen bestaat uit:

  • € 1,9 miljoen voor de voortzetting van het impulsprogramma Beter Bediend.

  • € 0,3 miljoen uitkering van de Prijsbijstelling 2024.

5. Het verschil van € 4,9 miljoen bestaat uit:

  • € 16,0 miljoen voor Uitkering van de prijsbijstelling 2024.

  • € 14,4 miljoen voor Overheveling van budget uit Aanleg en Vervanging en Renovatie ten behoeve van de overdracht van zij-objecten Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl.     

  • € 5,1 miljoen ter dekking van excessieve prijsstijgingen voor Exploitatie en Onderhoud.

  • € -19,2 miljoen terugbetaling van resterend budget na afronding van de Nota Mobiliteit Achterstallig Onderhoud Vaarwegen (NoMo AOV).

  • € -13,9 miljoen opvangen van de financiële tegenvaller voor het E&O deel van de renovatie van het Julianakanaal.

  • € 2,5 miljoen diverse mutaties < € 5 miljoen.

6. Het verschil van € 1,2 miljoen bestaat uit:

  • € 1,0 miljoen voor Uitkering van de prijsbijstelling 2024.

  • € 0,2 miljoen middelen voor de opdracht Digitalisering Walstroom.

Hoofdwatersysteem

7. Verschil van € 8,0 miljoen als gevolg van uitkering van de prijsbijstelling 2024.

8. Verschil van € 10,6 miljoen bestaat uit:

  • € 11,5 miljoen bijdrage van het ministerie van Economische Zaken (EZ) aan het programma Windenergie op zee.

  • € -0,9 miljoen diverse mutaties < € 5 miljoen.

9. Verschil van € 1,6 miljoen bestaat uit:

  • € 2,0 miljoen uitkering van de prijsbijstelling 2024

  • € -0,4 miljoen diverse mutaties < € 1 miljoen.        

Budgetten Vernieuwing Hoofdwegennet, Hoofdvaarwegennet en Hoofd­ watersysteem

In onderstaande tabel zijn de begrote en gerealiseerde budgetten op vernieuwing toegelicht. Met € 328 miljoen is de productie in 2024 licht gestegen ten opzichte van 2023 (€ 315 miljoen) maar blijft deze nog wel achter bij het beschikbare bedrag in de begroting. Het op stoom brengen van de productie kost tijd. Met de portfolioaanpak en meerjarige zekerheid over beschikbaar budget en capaciteit is de verwachting dat de komende jaren de productie fors zal stijgen.

Tabel 41 Budgetten Vernieuwing Hoofdwegennet, Hoofdvaarwegennet en Hoofdwatersysteem (bedragen x € 1.000)

Artikelonderdeel

 

Realisatie

Begroting

Verschil

 
  

2024

2024

2024

Toelichting

MF 12.02.04

Vernieuwing Hoofdwegennet

218.223

309.145

‒ 90.922

1

MF 15.02.04

Vernieuwing Hoofdvaarwegennet

96.276

137.839

‒ 41.563

2

DF 3.02.03

Vernieuwing Hoofdwatersysteem

13.164

17.664

‒ 4.500

3

Totaal realisatie Vernieuwing Rijkswaterstaat

327.663

464.648

‒ 136.985

 

Toelichting

1. Hoofdwegennet

Het verschil van ‒ € 90,9 miljoen bestaat uit:

  • Reserveringen Groot Variabel Onderhoud (GVO) (- € 44,3 miljoen): opvragen van budget t.b.v. geluidschermen A10 Noord (- € 17,9 miljoen), renovatie eerste Heinenoordtunnel (- € 15,8 miljoen), Kunstwerken A44 (- € 7,6 miljoen) en overige kleine overhevelingen.

  • Reservering brandwerendheid tunnels (- € 18,1 miljoen): dit betreft een actualisatie van de programmering van het programma Brandveiligheid Tunnels. De gehele programmering schuift met 2 jaar naar achteren van 2024-2028 naar 2026-3030.

  • Toegekende prijsbijstelling 2024 (€ 8,7 miljoen).

  • GVO Renovatie (- € 23,1 miljoen): er zijn lagere uitgaven bij de Heinenoordtunnel vanwege niet optreden risico’s en later uitvoeren afrondende werkzaamheden(- € 20,5 miljoen) en Haringvlietbrug (- € 4,9 miljoen). Bij N99 Kooijbrug (- € 3,8 miljoen) duurde de herberekening en het controleren van de raming met de aannemer langer. Daar staat tegenover hogere uitgaven op de A73 realisatiefase Swalmen tunnel (€ 6,3 miljoen).

  • Een gedeeltelijk overschot bij GVO renovatie is ingezet bij DBFM A24 Blankenburgverbinding (- € 6,3 miljoen) om de betaling aan Vlaardingen te voldoen.

  • Brandwerendheid tunnels (- € 5,9 miljoen): bij de uitvoering van het herstel van de brandwerendheid 2e Coentunnel blijken de vooraf ingeschatte risico's in 2024 nagenoeg niet op te treden, de kas wordt doorgeschoven naar 2027.

  • Programma Intelligente wegkantstations (iWKS) (- € 2,0 miljoen): vertragingen door veel onzekerheden bij de start van de eerste iWKS trajecten (- € 44 miljoen) en overige kleine verschillen (- € 1,3 miljoen). Daar tegenover staan hogere uitgaven door de aanpassing van het uit te rollen programma (€ 26,8 miljoen), het doorschuiven van werk uit vorig jaar bij de projecten Barneveld-Nijkerk; Waterberg-Apeldoorn, Muiderberg en Watergraafsmeer meer voorbereidingstijd nodig was (€ 10,5 miljoen) en het later factureren van verschillende debiteuren (€ 6 miljoen).

2. Hoofdvaarwegennet

Het verschil van ‒ € 41,6 miljoen bestaat uit:

  • Lagere realisatie van - € 29,7 miljoen door vertraging in de uitvoering van o.a.; Marijkesluis (- € 5,0 miljoen), overdracht van zes zijobjecten langs de HLD aan lokale overheden (Dorkwerdersluis, Platvoetburg, Groevesluizen Noord en Zuid, Driewegsluis en Slochtersluis) (- € 6,9 miljoen), ROK herberekeningen (- € 5,4 miljoen) en een meevaller bij de Verkeerspost Nijmegen (- € 3,5 miljoen).

  • Diverse kasschuiven ‒ € 12,3 miljoen van projecten. Door actualisatie van het programma Vervanging en Renovatie projecten schuift de reservering door naar latere jaren.

  • Saldo van kleine mutaties (€ 0,6 miljoen).

3. Hoofdwatersysteem

De lagere realisatie op vernieuwing is met name het gevolg van het aanpassen van het kasritme door vertraging in planstudies en het later uitvoeren van ingenieursdiensten bij Vervanging Stuwen Maas (- € 4,5 miljoen).

Splitsing balanspost nog uit te voeren werkzaamheden

Saldo op ontvangen bijdragen

In navolging van de aanbeveling uit het rapport doorlichting agentschap Rijkswaterstaat (2021) en toezegging aan de Tweede Kamer over het gebruik en de naamgeving van de balanspost Nog Uit Te Voeren Werkzaamheden (NUTW) zijn de afspraken over het gebruik van de NUTW post opnieuw geformaliseerd. Hierbij is besloten om met ingang van 2024 de NUTW te splitsen in een post gerelateerd de bekostiging van de maatregelen ten behoeve van het basiskwaliteitsniveau (BKN) voor Exploitatie en Onderhoud en een post voor overige werkzaamheden gefinancierd vanuit EPK-BLS, respectievelijk «Saldo op ontvangen bijdragen voor exploitatie en onderhoud» en Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten».

Saldo op ontvangen bijdragen voor exploitatie en onderhoud

Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven die samenhangen met afspraken over het basiskwaliteitsniveau.

Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten

Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven in het kader van planstudies, Caribisch Nederland, werken voor en met partners, aanvullende opdrachten van het moederdepartement die niet tot BKN behoren en overige opdrachten.

Vertaling van oude naar nieuwe situatie

In de oude situatie vielen de aanvullende opdrachten van het moederdepartement die niet tot BKN behoren onder het kopje Exploitatie en Onderhoud. In de nieuwe situatie niet meer, ze vallen nu onder de Te Verlenen diensten. Omdat in de volgende twee paragrafen beide nieuwe balansposten afzonderlijk worden toegelicht, is het nodig om de eindstanden van de jaren 2022 en 2023 te vertalen van de oude naar de nieuwe situatie. Dat gebeurt in onderstaande tabel.

Tabel 42 Vertaling post NUTW RWS naar posten SOOB RWS (bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving

Bedrag x € 1 miljoen

 

Oude situatie

Schuif aanvullende opdrachten

Nieuwe situatie

 

2022

2023

2022

2023

2022

2023

Exploitatie en Onderhoud

      

1) Hoofdwatersysteem

265

304

‒ 25

‒ 15

240

289

2) Hoofdwegennet

373

399

‒ 13

‒ 11

360

388

3) Hoofdvaarwegennet

164

184

‒ 49

‒ 41

115

143

Subtotaal Exploitatie en Onderhoud

802

887

‒ 87

‒ 67

715

820

       

Overig => Te Verlenen Diensten

      

4) Hoofdwatersysteem

59

63

25

15

84

78

5) Hoofdwegennet

157

188

13

11

170

199

6) Hoofdvaarwegennet

29

34

49

41

78

75

7) Overig

63

63

  

63

63

Subtotaal Te Verlenen Diensten

308

348

87

67

395

415

       

Totaal

1.110

1.235

0

0

1.110

1.235

Balanspost Saldo op ontvangen bijdragen voor exploitatie en onderhoud

RWS is een agentschap met een baten lasten administratie. Bij de instelling van het agentschap is met het ministerie van Financiën afgesproken dat RWS geen resultaat (verlies of winst) mag behalen op de kosten die worden gemaakt voor activiteiten die door de markt worden verricht. De middelen die aan het einde van een boekjaar tekort of over zijn en samenhangen met afspraken over het basiskwaliteitsniveau, worden op de balans van RWS verantwoord onder de post Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor Exploitatie en Onderhoud (SOOB E&O).

Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze  die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar.

De balanspost SOOB E&O omvat overigens meer. Onder andere ook de mee- en tegenvallers op beheer- en  onderhoudscontracten komen in deze balanspost. Oorzaken voor mee- en tegenvallers en het eerder of later inzetten van middelen dan voorzien zijn bijvoorbeeld:

  • Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien;

  • Het moeten inpassen van maatregelen die niet waren voorzien;

  • Wijzigende marktomstandigheden, met kostprijzen die sneller stijgen dan eerder geraamd. Dit leidt tot aanbestedingstegenvallers;

  • Gebrek aan beschikbare capaciteit bij de uitvoeringsorganisatie of op  de markt.

De mutatie op deze balanspost wordt aan het eind van ieder jaar bepaald door de kosten in dat jaar van de opbrengsten af te trekken. De balanspost wordt in een volgend jaar weer aan de opbrengsten toegevoegd.

Hieronder worden de belangrijkste posten toegelicht die de opbouw van de post SOOB E&O per ultimo 2024 bepalen.

Tabel 43 Ontwikkeling post SOOB E&O RWS (bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving

Bedrag x € 1 miljoen

 
 

2022

2023

2024

Toelichting

Exploitatie en Onderhoud

    

1) Hoofdwatersysteem

240

289

265

1

2) Hoofdwegennet

360

388

186

2

3) Hoofdvaarwegennet

115

143

260

3

Totaal

715

820

711

 

Toelichting

1. Hoofdwatersysteem

Het saldo per eind 2024 is lager dan het saldo per eind 2023.

Ten opzichte van 2023 zijn de kosten gestegen. De hogere realisatie is het gevolg van intensivering op Onderhoud en Exploitatie door RWS door een combinatie van productie stijging, prijsstijgingen en het moeten opvangen van tegenvallers, en is in lijn met de afspraken over het verhogen van de productie die RWS heeft gemaakt in de instandhoudingsafspraak.

De kosten waren  in 2024 hoger dan de opbrengsten en daardoor is het saldo gedaald.

Het saldo van € 265 miljoen per eind 2024 gaat in de komende jaren gebruikt worden voor noodzakelijke onderhoudsmaatregelen ten behoeve van het basiskwaliteitsniveau.

2. Hoofdwegennet

Het saldo per eind 2024 is lager dan het saldo per eind 2023.

Dit wordt voor € 21 miljoen verklaard door de saldi voor een deel van Servicepakketten en Vastgoed waarvan in 2024 besloten is dat ze beschikbaar zijn voor E&O. Voorheen telden deze saldi mee bij de post overig/Te Verlenen Diensten.

Ten opzichte van 2023 zijn de kosten gestegen. De hogere realisatie is het gevolg van intensivering op Onderhoud en Exploitatie door RWS, door een combinatie van productie stijging, prijsstijgingen en het moeten opvangen van tegenvallers, en is in lijn met de afspraken over het verhogen van de productie die RWS heeft gemaakt in de instandhoudingsafspraak.

De opbrengsten zijn ook gestegen, als gevolg van bovengenoemde afspraken, maar minder dan de kosten. De kosten waren in 2024 hoger dan de opbrengsten en daardoor is het saldo gedaald.

Het saldo van € 186 miljoen per eind 2024 gaat in de komende jaren gebruikt worden voor noodzakelijke onderhoudsmaatregelen ten behoeve van het basiskwaliteitsniveau.

3. Hoofdvaarwegennet

Het saldo per eind 2024 is hoger dan het saldo per eind 2023.

Dit wordt voor € 27 miljoen verklaard door de saldi voor NOMO en Vastgoed waarvan in 2024 besloten is dat ze beschikbaar zijn voor E&O. Voorheen telden deze saldi mee bij de post overig/Te Verlenen Diensten.

In 2024 waren de kosten iets hoger dan de kosten in 2023. De hogere realisatie is het gevolg van intensivering op Onderhoud en Exploitatie door RWS, door een combinatie van productie stijging, prijsstijgingen en het moeten opvangen van tegenvallers, en is in lijn met de afspraken over het verhogen van de productie die RWS heeft gemaakt in de instandhoudingsafspraak.

De opbrengsten zijn echter ook gestegen, als gevolg van bovengenoemde afspraken, maar meer dan de kosten. Omdat de kosten in 2024 lager zijn dan de opbrengsten is het saldo gestegen.

Het saldo van € 260 miljoen per eind 2024 gaat in de komende jaren gebruikt worden voor noodzakelijke onderhoudsmaatregelen ten behoeve van het basiskwaliteitsniveau.

Balanspost Saldo op ontvangen bijdragen voor Te Verlenen Diensten

RWS is een agentschap met een baten lasten administratie. Bij de instelling van het agentschap is met het ministerie van Financiën afgesproken dat RWS geen resultaat (verlies of winst) mag behalen op de kosten die worden gemaakt voor activiteiten die door de markt worden verricht. De middelen die aan het einde van een boekjaar tekort of over zijn en betrekking hebben op de Te Verlenen Diensten, worden op de balans van RWS verantwoord onder de post Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor Te Verlenen Diensten (SOOB TVD).

Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze  die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar.

De balanspost SOOB TVD omvat overigens meer. Onder andere ook de mee- en tegenvallers op de contracten komen in deze balanspost. Oorzaken voor mee- en tegenvallers en het eerder of later inzetten van middelen dan voorzien zijn bijvoorbeeld:

  • Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de begroting was voorzien.

  • Wijzigende marktomstandigheden, met kostprijzen die sneller stijgen  dan eerder geraamd. Dit leidt tot aanbestedingstegenvallers;

  • Gebrek aan beschikbare capaciteit bij de uitvoeringsorganisatie of op  de markt.

De mutatie op deze balanspost wordt aan het eind van ieder jaar bepaald door de kosten in dat jaar van de opbrengsten af te trekken. De balanspost wordt in een volgend jaar weer aan de opbrengsten toegevoegd.

Hieronder worden de belangrijkste posten toegelicht die de opbouw van de post SOOB TVD per ultimo 2024 bepalen.

Tabel 44 Ontwikkeling post SOOB TVD RWS (bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving

Bedrag x € 1 miljoen

 
 

2022

2023

2024

Toelichting

Te verlenen diensten

    

4) Hoofdwatersysteem

84

78

77

1

5) Hoofdwegennet

170

199

202

2

6) Hoofdvaarwegennet

78

75

45

3

7) Overig

63

63

23

4

Totaal

395

415

347

 

Toelichting

1. Hoofdwatersysteem

Het saldo eind 2024 van € 77 miljoen is lager dan eind 2023 (78 miljoen). Van de € 77 miljoen voor Hoofdwatersysteem heeft € 26 miljoen betrekking op Kader Richtlijn Water (Verruiming vaargeul Westerschelde, natuurcompensatie Perkpolder). Dit is lager dan eind 2023, omdat de projecten voor Herstel&Inrichting zijn afgesloten en het restbudget is vrijgevallen naar E&O.

In het saldo zit € 29 miljoen op Planuitwerkingen en € 17 miljoen voor Wind op Zee. Het saldo voor Wind op Zee is hoger dan eind 2023 omdat er in 2024 meer ontvangen is van EZK dan er kosten zijn gemaakt.

2. Hoofdwegennet

Het saldo eind 2024 van € 202 miljoen is hoger dan eind 2023 (€ 199 miljoen). Van het saldo van € 202 miljoen voor Hoofdwegennet, is € 116 miljoen bestemd voor servicepakketten en € 15 miljoen voor file-aanpak . Dit is lager dan eind 2023, omdat er werkzaamheden die eerder doorgeschoven waren nu zijn uitgevoerd.

Het bevat ook een saldo van € 52 miljoen voor planuitwerkingen en van € 19 miljoen voor aanvullende opdrachten beheer en onderhoud . Dit is hoger dan eind 2023. Er zijn minder planuitwerkingen uitgevoerd dan begroot, onder mee als gevolg van de stikstofproblematiek. Bij de aanvullende opdrachten is er in 2024 budget ontvangen voor bijvoorbeeld Geleiderail zonnepark A37, waarvoor in 2024 nog geen kosten zijn gemaakt.

3. Hoofdvaarwegennet

Het saldo van € 45 miljoen op Hoofdvaarwegennet is lager dan eind 2023 (€ 75 miljoen) en dit wordt voor € 19 miljoen verklaard door het saldo van NOMO waarvan in 2024 is besloten dit ter beschikking te stellen aan Exploitatie en Onderhoud.

Het saldo van € 45 miljoen heeft voor € 15 miljoen op Planuitwerkingen en voor € 29 miljoen betrekking op aanvullende opdrachten, zoals MIVSP en Afdekken slibdepot Lateraalkanaal. De stand voor de aanvullende opdrachten is verlaagd, omdat er werkzaamheden die eerder doorgeschoven waren nu zijn uitgevoerd.

4. Overig

Het saldo op de post overig heeft betrekking projecten die Rijkswaterstaat uitvoert in Caribisch Nederland. Het saldo is lager dan eind 2023 en dit wordt voor € 31 miljoen verklaard door het saldo van Vastgoed waarvan in 2024 is besloten dit ter beschikking te stellen aan Exploitatie en Onderhoud.

Uitgesteld en achterstallig onderhoud

Bij het in stand houden van de infrastructuur, zoals beschreven bij de onderhoudsprogrammering, staat een veilig gebruik altijd voorop. Binnen dat kader wordt op basis van de technische staat bekeken wat een goed moment is voor onderhoud, renovatie of vervanging (LCC). Dit zorgt ervoor dat een deel van het onderhoud wordt uitgesteld naar latere jaren. Voor een deel gebeurt dit om werk-met-werk te combineren (ander onderhoudswerk of grotere renovatie-, vervangings- of aanlegprojecten) of de hinder voor de gebruikers te beperken. Voor een ander deel gebeurt dit omdat onvoorziene gebeurtenissen plaatsvinden en er maatregelen prioritair moeten worden ingepast die niet waren voorzien.

Het bepalen van de omvang van het uitgesteld onderhoud is geoperationaliseerd door te kijken welke onderhoudsmaatregelen per 1 januari van enig jaar op basis van het gebruikte onderhoudsregime een geadviseerd onderhoudsmoment hadden voor dat jaar. Voor het bepalen van de omvang van het achterstallig onderhoud is van de uitgestelde onderhoudsmaatregelen beoordeeld of de assets niet meer voldoen aan de geldende veiligheidsnormen en/of prestatieafspraken.

In onderstaande tabel is de totale omvang van het volume aan uitgesteld en achterstallig onderhoud per modaliteit van eind 2020 tot eind 2024 weergegeven. De oploop van het uitgestelde onderhoud van de afgelopen jaren kent diverse oorzaken. Zo spelen bijvoorbeeld wijzigende marktomstandigheden een rol, doen zich onvoorziene gebeurtenissen voor, die met hoge prioriteit moeten worden opgepakt en kan gebrek aan beschikbare capaciteit bij de uitvoeringsorganisatie of op de markt van invloed zijn.

Het uitgesteld onderhoud is in 2024 verder opgelopen. Deze stijging van het uitgesteld onderhoud is in lijn met de stijging over de jaren 2020-2023 en ook in lijn met eerdere prognoses, onder meer ook in de rapportage hierover door Rebel groep . De grootste toename aan uitgesteld onderhoud zit op de kunstwerken op zowel HWN als HVWN. De stijging van het achterstallig onderhoud op het HWN komt met name door beheersmaatregelen voor de Coenbrug. De stijging van het volume aan achterstallig onderhoud op het HVWN komt met name door afsluitingen van bruggen over de vaarweg Lemmer Delfzijl en van verschillende sluizen in de Brabantse kanalen. Op HWS zien we dat het achterstallig onderhoud iets is gedaald. Dit met name omdat beheersmaatregelen zijn getroffen bij de stuwen Roermond en Grave.

Op 17 maart 2023 (TK 29385, nr. 119) bent u geïnformeerd over het nieuwe basiskwaliteitsniveau voor de netwerken in beheer van Rijkswaterstaat. Hierbij werken we toe naar een balans in prestaties en beschikbaar budget (inclusief de coalitie akkoord middelen), rekening houdend met maakbaarheid qua capaciteit van Rijkswaterstaat, markt en grondstoffen. Om RWS te ondersteunen in het realiseren van deze opgave, wordt de sturing verder geoptimaliseerd. Een achtjarige opdracht in combinatie met verdere optimalisatie van de agentschapssturing, maakt het mogelijk om meer efficiëntievoordelen te realiseren. RWS wordt hierdoor beter in staat gesteld om kosten efficiënt over de gehele levenscyclus (LCC) voordelen te behalen, slim werk-met-werk te maken en effectievere contractvormen in de markt te zetten. Hierin moeten ook de effecten van reeds ingezette verbetermaatregelen en de in te zetten besparingen vanuit het BKN zichtbaar worden. De areaalinformatie wordt verbeterd middels het ontwikkelplan assetmanagement en via Markt in Transitie wordt er gewerkt aan effectieve contractvormen en een blijvend goede samenwerking met de markt. De maatregelen kennen een ingroeitraject. De komende periode is de verwachting dat het uitgesteld onderhoud nog zal oplopen. Ook na het definiëren van het basiskwaliteitsniveau is echter sprake van onzekerheden, is onduidelijk in welke mate de efficiency in de keten zijn doorwerking heeft, hoeverre achterstanden op de netwerken op korte termijn kunnen worden weggewerkt. Alle maatregelen worden daarom gevalideerd en gemonitord. Mochten er additionele maatregelen nodig blijken te zijn, dan zullen er keuzes moeten worden gemaakt om binnen de kaders te blijven – zowel wat betreft financiële middelen als capaciteit.

Tabel 45 Uitgesteld en achterstallig onderhoud (bedragen x € 1 miljoen)
 

2020

 

2021

 

2022

 

2023

2024

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Hoofdwegennet

544

12

649

19

905

14

893

15

1.019

20

Hoofdvaarwegen

487

9

494

3

686

7

723

30

871

75

Hoofdwatersysteem1

159

1

190

3

249

16

260

30

270

25

Totaal

1.190

22

1.333

25

1.840

37

1.876

75

2.160

120

1

Hierbij zijn de kosten voor de kustlijnzorg buiten beschouwing gelaten. Dit is gedaan omdat de opdrachtnemer de vrijheid heeft de suppleties uit te voeren binnen de door het contract bepaalde periode, met een beperkte mogelijkheid tot uitloop.

Licence