Base description which applies to whole site

4.1 Beleidsartikel 1 Kennisontwikkeling

Het doel van deze pijler is het verdienvermogen van Nederland versterken door middel van investeringen in kennisontwikkeling.

Investeringen in kennisontwikkeling, oftewel menselijk kapitaal, vormen een voorbereiding op een toekomst die zich nog lastig laat voorspellen. Deze investeringen versterken het verdienvermogen via verschillende wegen. Ten eerste zal het beschikken over relevante kennis en vaardigheden de arbeidsproductiviteit in Nederland direct verhogen. Personeel dat beschikt over de juiste kennis en vaardigheden zal de kwaliteit van werk vergroten. Daarnaast is er een dynamisch effect. Menselijk kapitaal vergroot het aanpassingsvermogen van een economie. Hierdoor kan flexibel worden ingespeeld op de economie van morgen en de vaardigheden die de economie dan van ons vraagt. Dat begint bij bouwen aan ijzersterk primair, voortgezet, middelbaar en hoger onderwijs. Daar wordt een sterke en bestendige basis voor Nederland gelegd. Belangrijk is bovendien dat we ook na de schoolcarrière en collegebanken blijven leren. Scholing en omscholing tijdens de loopbaan moet veel gebruikelijker worden dan het nu is. Met een investeringsimpuls in menselijk kapitaal kan op deze terreinen een sprong worden gemaakt. Dit betreft éénmalige investeringsprojecten die bijdragen aan het verdienvermogen op de lange termijn, en dus geen reguliere of structurele uitgaven. Investeringen in menselijk kapitaal leveren tevens een bijdrage aan onze brede welvaart, bijvoorbeeld aan de dimensies gezondheid en sociale participatie. Andersom geldt hetzelfde: investeren in het verminderen van de kansenongelijkheid in het onderwijs levert een bijdrage aan de opbouw van menselijk kapitaal en de arbeidsproductiviteit.

De Minister van Economische Zaken is verantwoordelijk voor de begroting van het Nationaal Groeifonds. De Minister van Financiën en de Minister van Economische Zaken treden gezamenlijk op als fondsbeheerders van het Nationaal Groeifonds.

Naar aanleiding van het hoofdlijnenakkoord zijn de vierde en vijfde ronde van het Nationaal Groeifonds komen te vervallen. De afspraken van de projecten uit de eerste drie rondes worden nagekomen. Er zullen geen nieuwe NGF-projecten meer worden toegekend. De nadruk voor de fondsbeheerders ligt daarom op het beheer van de portefeuille van de 50 NGF-projecten.

De adviescommissie zal door het vervallen van de vierde en vijfde ronde geen advies meer uitbrengen over nieuwe projecten, maar nog wel over onder meer de eventuele omzetting van resterende voorwaardelijke toekenningen en reserveringen of significante wijzigingen binnen lopende projecten.

De adviescommissie brengt dan advies uit aan de fondsbeheerders. Na ontvangst van het advies zal door hen al dan niet worden overgegaan tot toekenning van middelen. Vervolgens vindt in de Ministerraad, naar aanleiding van het advies van de adviescommissie, besluitvorming plaats over de benodigde budgetoverhevelingen indien het reserveringen betreft. De Minister van Economische Zaken draagt er vervolgens zorg voor dat de financiële middelen vanuit het fonds via een overboeking naar de betreffende departementale begroting beschikbaar komen.

Adviezen van de adviescommissie worden openbaar gemaakt.

Van beleidsconclusies is op dit moment nog geen sprake. Er hebben drie toekenningsrondes plaatsgevonden en de looptijd van een NGF-project is dusdanig lang dat er op dit moment nog geen conclusies kunnen worden getrokken.

In 2024 is wel een evaluatieonderzoek naar de subsidieregeling van het Nationaal Groeifonds uitgevoerd. De conclusies van deze evaluatie zijn te vinden in het rapport «Evaluatieonderzoek subsidieregeling Nationaal Groeifonds» (bijlage bij Kamerstuk 36 600-L, nr. 6).

Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Verplichtingen

    

0

2.103.564

‒ 2.103.564

        

Uitgaven

    

0

434.036

‒ 434.036

        

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

    

0

434.036

‒ 434.036

NGF - project Collectief laagopgeleiden en laaggeletterden bijdrage OCW

    

0

14.215

‒ 14.215

NGF - project Nationale LLO Katalysator bijdrage OCW

    

0

112.500

‒ 112.500

NGF - project Meer Uren Werkt! bijdrage SZW

    

0

4.663

‒ 4.663

NGF - project Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting OCW

    

0

16.558

‒ 16.558

NGF - project Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) bijdrage OCW

    

0

13.800

‒ 13.800

Kennisontwikkeling onverdeeld departementale route

    

0

272.300

‒ 272.300

        

Ontvangsten

    

0

434.036

‒ 434.036

1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

Tabel 3 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Verplichtingen

    

0

2.103.564

‒ 2.103.564

waarvan garantieverplichtingen

    

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

    

0

2.103.564

‒ 2.103.564

1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

Verplichtingen

De volgende mutaties hebben plaatsgevonden op het verplichtingenbudget van € 2,1 mld:

  • het verplichtingenbudget van € 150,0 mln voor de subsidieroute is afgeboekt in het kader van het uitfaseren van het Nationaal Groeifonds;

  • de middelen voor de voorwaardelijke toekenningen voor de projecten NPuls (voorheen: Digitaliseringsimpuls Onderwijs NL (OCW, ‒ € 420,0 mln), Ontwikkelkracht (OCW, ‒ € 231,2 mln), Collectief Laagopgeleiden en Laaggeletterden (OCW; ‒ € 42,6 mln), Nationale LLO Katalysator (OCW; ‒ € 225,0 mln), Opschaling publiek private samenwerking in het beroepsonderwijs (OCW, ‒ € 57,4 mln) zijn doorgeschoven naar latere jaren;

  • De middelen voor de voorwaardelijke toekenning voor project Meer Uren Werkt! (OCW, ‒ € 30,0 mln) zijn overgeheveld naar OCW;

  • De middelen voor de voorwaardelijke toekenning voor project Impuls Open Leermateriaal (OCW, € 57,5 mln) zijn deels overgeheveld naar OCW (- € 19,5 mln) en deels doorgeschoven naar 2025 (-€ 38,0 mln);

  • De middelen voor de voorwaardelijke toekenning voor project Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting (OCW, € 275,2 mln) zijn deels overgeheveld naar OCW (-€ 124,2 mln) en deels doorgeschoven naar 2025 (-€ 151,0 mln);

  • De middelen voor de voorwaardelijke toekenning voor project Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) (OCW, € 200,0 mln) zijn deels overgeheveld naar OCW (-€ 102,3 mln) en deels doorgeschoven naar 2025 (-€ 97,7 mln);

  • € 145,8 mln aan gereserveerde middelen voor project Techkwadraat is overgeheveld naar OCW;

  • er is € 4,9 mln naar EZK overgeboekt voor extra uitvoeringskosten van RVO voor het Nationaal Groeifonds;

  • niet-gebruikte middelen van het project Leeroverzicht & Skills (€ 1,6 mln) zijn teruggeboekt naar het Nationaal Groeifonds;

  • er is € 13,8 mln aan loon- en prijsbijstelling bijgeschreven;

  • er is € 189,1 mln afgeboekt ten behoeve van de Nederlandse halfgeleidersector (microchipsector), ter bevordering van het ondernemingsklimaat en ter bevordering van het duurzaam verdienvermogen en de economische veiligheid van Nederland;

  • tot slot zijn alle resterende onverdeelde middelen op artikel 1 (€ 90,3 mln) overgeheveld naar artikel 2. Er is op artikel 1 namelijk geen sprake meer van reserveringen, waardoor onverdeelde middelen op dit artikel geen functie meer hebben. Alle onverdeelde middelen staan nu op artikel 2.

Uitgaven

De volgende mutaties hebben plaatsgevonden op het kasbudget van € 434,0 mln:

  • de middelen voor de voorwaardelijke toekenningen voor de projecten Collectief Laagopgeleiden en Laaggeletterden (OCW; ‒ € 14,2 mln), Nationale LLO Katalysator (OCW; ‒ € 112,5 mln) zijn doorgeschoven naar latere jaren;

  • de middelen voor de voorwaardelijke toekenningen voor projecten Meer Uren Werkt! (OCW, ‒ € 4,7 mln), Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting (OCW, ‒ € 16,6 mln) zijn overgeheveld naar OCW;

  • De middelen voor project Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) (OCW, ‒ € 13,8 mln) zijn deels overgeheveld naar OCW (-€ 0,7 mln) en deels doorgeschoven naar latere jaren (-€ 13,1 mln);

  • € 6,4 mln aan gereserveerde middelen voor project Techkwadraat is overgeheveld naar OCW;

  • er is € 4,9 mln naar EZK overgeboekt voor extra uitvoeringskosten van RVO voor het Nationaal Groeifonds;

  • er is € 13,8 mln aan loon- en prijsbijstelling bijgeschreven;

  • niet-gebruikte middelen van het project Leeroverzicht & Skills (€ 1,6 mln) zijn teruggeboekt naar het Nationaal Groeifonds;

  • er werd € 189,1 mln afgeboekt ten behoeve van de Nederlandse halfgeleidersector (microchipsector), ter bevordering van het ondernemingsklimaat en ter bevordering van het duurzaam verdienvermogen en de economische veiligheid van Nederland;

  • tot slot zijn alle resterende onverdeelde middelen op artikel 1 (€ 87,4 mln) overgeheveld naar artikel 2. Er is op artikel 1 namelijk geen sprake meer van reserveringen, waardoor onverdeelde middelen op dit artikel geen functie meer hebben. Alle onverdeelde middelen staan nu op artikel 2.

Licence