Base description which applies to whole site

3.1 Beleidsverslag

Twintigvierentwintig was allerminst een rustig jaar. Denk aan Oekraïne en Gaza. Internationale spanningen, demografische ontwikkelingen, klimaatrampen en cyberaanvallen vroegen onze aandacht. We maakten ons zorgen over scherpe tegenstellingen tussen groepen in onze samenleving en uitingen van boosheid, ontevredenheid en angst. Onze democratische rechtsstaat stond onder druk en asiel en migratie domineerden de politieke agenda. En, niet in de laatste plaats, Kabinet-Rutte IV was gevallen en het Kabinet Schoof trad aan. We sloten een Hoofdlijnenakkoord (HLA) en werkten dat verder uit naar een regeerprogramma. Naast het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) ontstond het ministerie van Asiel en Migratie (AenM), dat voor grip op migratie werkte aan het omvangrijkste pakket ooit.

Tegen deze achtergrond beschrijven we hier - in dit unieke jaarverslag, want van twee ministeries - wat we dit jaar hebben bereikt en, als dat zo is, waarom de resultaten anders zijn dan voorzien. Dit doen we voor alle voornemens uit onze Beleidsagenda van 2024. In de paragrafen 3.1.1 tot en met 3.1.5 beschrijven we de resultaten van JenV. Paragraaf 3.1.6 beschrijft de resultaten van AenM.

Justitie en Veiligheid

3.1.1   Sterke rechtsstaat

Een versterkte justitiële keten

Met het nieuwe Wetboek van Strafvordering zorgen we ervoor dat de strafrechtspleging goed kan inspelen op moderne criminaliteit. We werken aan meerdere grote wetsvoorstellen, die samen het nieuwe wetboek vormen. De schriftelijke behandeling in de Tweede Kamer (TK) van het eerste wetsvoorstel (eerste vaststellingswet) is in 2024 afgerond. Een tweede wetsvoorstel (tweede vaststellingswet) dienden we in oktober in. Een derde wetsvoorstel is in formele consultatie gegeven aan de ketenorganisaties (eerste aanvullingswet). Ook werkten we aan concept maatregelen van bestuur op basis van het nieuwe wetboek. Over de Innovatiewet Strafvordering - ook een wetsvoorstel binnen dit wetgevingsproject - publiceerde het WODC in september een evaluatie. In december dienden we de beleidsreactie hierop in bij beide Kamers.

Voor de organisaties in de strafrechtketen betekent het nieuwe wetboek dat zij hun informatievoorziening moeten aanpassen, de werkprocessen moeten herzien en professionals moeten opleiden. In 2024 stelden zij implementatieplannen op voor het moment dat het nieuwe wetboek in werking treedt (1 april 2029).

Samen met onze ketenpartners werkten we aan de implementatie van de wet seksuele misdrijven. Deze trad op 1 juli 2024 in werking. Doordat beleid en uitvoering goed samenwerkten waren de organisaties op dat moment hiervoor klaar. De eerste ervaringen met de wet zijn positief.

Een sterke digitale rechtsstaat

Voor het opbouwen en behouden van een sterke digitale rechtsstaat zijn Europese en geopolitieke ontwikkelingen heel belangrijk. De Europese regelgeving heeft als doel de rechtsstelsels van de EU-lidstaten sneller te digitaliseren, de toegang tot het recht te verbeteren, de interne markt te versterken en Europa klaar te maken voor het digitale tijdperk. In 2024 werden verschillende EU-verordeningen van kracht. Vooral de e-Justice Verordening, de AI Verordening en wijziging van de eIDAS Verordening zorgden voor verplichtingen voor organisaties in het JenV-domein. Met een actieve inbreng in de onderhandelingen zorgde Nederland voor heldere regels en heldere aansluiting met bestaande regels en nationale IT-systemen. Voor het invoeren hiervan maakten we middelen vrij en startten we implementatieprojecten. En door actieve inbreng bij de AVG-procedureverordening droegen we bij aan het verbeteren van het toezicht.

Tegen de achtergrond van nieuwe technologieën en digitale ontwikkelingen spraken we juridische (taak)organisaties over de mate waarin het juridisch kader nog past, en of het nodig is aanvullend te reguleren of bestaande normen te verhelderen. Rechts- en gegevensbescherming namen we hierin mee als twee belangrijke pijlers van onze democratische rechtsstaat.

Betere toegang tot het recht

‘Toegang tot het recht’ houdt in dat mensen toegang hebben tot 1) informatie, 2) advies en ondersteuning (o.a. rechtshulp en -bijstand) en 3) de mogelijkheid van een beslissing door een neutrale instantie. Het waarborgen en versterken van die toegang versterkt het rechtssysteem en draagt bij aan het vertrouwen van burgers in de overheid. Daarom gingen we ook in 2024 door met de aanpak uit 2023 om de toegang tot het recht te versterken.

Samen met partijen ontwikkelden we een visie op het versterken van de toegang tot het recht (gedeeld met beide Kamers). Voor het versterken van de rechtspraak kwam extra geld beschikbaar. De rechtspraak zette deze in voor jeugdrechtspraak en innovatieve maatregelen. Ook verlengden we de startbijdrage voor mediation bij verwijzing vanuit de rechtspraak met 5 jaar. Samen met de Raad voor de rechtspraak en de minister van SZW bereidden we een ontwerpbesluit voor voor een experiment met de Regelrechter (voorheen de Nabijheidsrechter). Met financiering van de Europese Unie ging een Europees meerlandenproject van start. Vooral de mensgerichte benadering van dit project ondersteunt Nederland, Ierland, Italië en Malta in het versterken van de toegang tot het recht. Daarnaast gingen we verder met het vernieuwen van het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand. Aandachtspunt hierbij is het versterken en verbreden van de eerste lijn.

De extra middelen voor het Juridisch Loket zijn toegevoegd aan artikel 32.2. Hiermee borgen we goede dienstverlening en de signalerende functie. Voor het verder versterken van rechtswinkels ontwikkelden we een nieuwe subsidieregeling. De extra middelen op grond van deze nieuwe regeling zijn voor meer rechtswinkels, betere kwaliteit en professionalisering. Ook versterkten we de sociale advocatuur. Voor de korte termijn troffen we al maatregelen voor het onderwijs. Voor de langere termijn startten we een visietraject naar de toekomst van de sociale advocatuur.

Om onnodige procedures in het bestuursrecht terug te dringen en behoorlijk, burgergericht procedeergedrag te stimuleren stelden we een actieplan op (gedeeld met beide Kamers). Dit plan is het sluitstuk van het deelprogramma Burgergerichte overheid.

Recht doen aan slachtoffers en slachtofferschap voorkomen

Verdere stappen zijn gezet met de Meerjarenagenda Slachtofferbeleid 2022-2025. Sinds 1 juli bestaat de verschijningsplicht voor verdachten bij inhoudelijke zittingen. Hierdoor kunnen slachtoffers o.a. hun spreekrecht uitoefenen in aanwezigheid van de verdachte. Ook troffen we voorbereidingen om per 1 januari 2025 slachtoffers en nabestaanden een beperkt spreekrecht toe te kennen op TBS- en PIJ-verlengingszittingen. Daarmee kunnen zij op zitting hun beschermingsbehoeften toelichten. Beide Kamers namen een algemene maatregel van bestuur aan om de privacy van slachtoffers in het strafproces te verbeteren (amendement Wijngaarden). Uitgangspunt is dat bepaalde slachtoffergegevens worden weggelaten. Dit om te voorkomen dat die gegevens zonder noodzaak terechtkomen in het strafdossier en daarmee bij de verdachte. We konden nog niet de uitbreiding afronden van de categorie slachtoffers van geweld- en zedenmisdrijven dat een beroep kan doen op de ongemaximeerde voorschotregeling. De juridische uitwerking hiervan kost meer tijd dan voorzien.

3.1.2   Brede aanpak georganiseerde, ondermijnende criminaliteit

De georganiseerde, ondermijnende criminaliteit blijft een groot gevaar voor onze samenleving. We blijven investeren in de brede en samenhangende aanpak hiervan. Kenmerkend hiervoor is dat we deze vorm van criminaliteit op verschillende fronten bestrijden, van lokaal tot internationaal en met betrokkenheid van zowel publieke partners als het bedrijfsleven. Halverwege 2024 benadrukten we drie prioriteiten: 1) versterken van een weerbare samenleving, 2) verstevigen van de internationale aanpak, en 3) intensiveren van de aanpak van corruptie.

Voorkomen

Binnen het programma Preventie met Gezag (PmG) breidden we de samenwerking uit met nog eens 20 gemeenten. Doel van dit programma is te voorkomen dat jongeren en jongvolwassenen in de criminaliteit terecht komen, en daarin verder afglijden of doorgroeien. We versterken beschermende factoren en verlagen risicofactoren binnen scholen en de zorg-, sociale en veiligheidsdomeinen. Hiertoe wisselden gemeenten en partners kennis en ervaringen uit en faciliteerden we kennisopbouw, innovatie en leren. Samen gaven we de PmG-monitor verder vorm voor beter inzicht in de aanpak van jonge aanwas, doorgroeiers en de harde kern van de (georganiseerde) criminaliteit. Ook startten we een onderzoek naar de modus operandi van online ronselaars. 

Doorbreken

Ook dit jaar verstevigden we coalities en wierpen we barrières op tegen wereldwijd vertakte criminele netwerken. De Europese coalitie tegen georganiseerde criminaliteit zette stappen in de samenwerking met landen in Latijns-Amerika. Ons land speelt een voortrekkersrol in deze coalitie. Onder andere door onze ervaring met publiek-private samenwerking droegen we inhoudelijke bij aan de Europese Havenalliantie. Om de informatiepositie en strafrechtelijke samenwerking te verbeteren plaatsten we extra liaison officers in Latijns-Amerika en de Cariben. Voor de samenwerking tussen verbindingsofficieren en attachés van o.a. BZ, Politie, KMar en OM organiseerden we een conferentie in de regio. Ook versterkten we de samenwerking met verschillende prioritaire landen, waaronder Ecuador. Hiermee voorkomen we dat cocaïne naar Nederland wordt gesmokkeld (upstream disruption). Ook bouwden we EL PACCTO1 2.0 verder uit. Dit richt zich op capaciteitsopbouw van overheidsorganisaties in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied voor het bestrijden van georganiseerde criminaliteit. Voor downstream disruption is nu een Hit and Run Postteam (HARP) actief. Dit team spoort daders op die drugs via de post naar het buitenland verzenden. Het OM bracht de eerste zaken al voor de rechter.

De (internationale) aanpak van criminele geldstromen richt zich op het voorkomen van witwassen, verstoren van crimineel betalingsverkeer, afpakken van crimineel vermogen en maatschappelijk herbestemmen hiervan. In 2024 hebben we belangrijke stappen, zoals het afronden van onderhandelingen voor het nieuwe Europese anti-witwaspakket, het beschikbaar komen van National Risk Assessments (NRA’s) Witwassen 2023 en Terrorismefinanciering 2023, het publiceren van de nieuwe Europese confiscatierichtlijn en vereenvoudigen van de informatie-uitwisseling over vermogen van verdachten tussen de EU-lidstaten en het gereed komen van het Strategisch Programma Criminele Geldstromen 2024-2028.

De RIECs gingen verder met vergroten van de weerbaarheid tegen de georganiseerde criminaliteit. Ook Platforms Veilig Ondernemen (PVO) en brancheorganisaties zetten in op weerbaarheid van bedrijven en ondernemers, o.a. door de inzet van vertrouwenspersonen. En de TK nam het wetsvoorstel Nieuwe Psychoactieve stoffen aan. Deze wet voorkomt dat drugscriminelen de Opiumwet omzeilen door uit te wijken naar stoffen die nog niet verboden zijn. Voor een scherper landelijke beeld van drugsgebruik lieten we drugsresten in het rioolwater onderzoeken. Om binnen de overheid corruptie en criminele inmenging tegen te gaan, startten we samen met BZK een Rijksbrede risico-inventarisatie. Dit moet leiden tot een Rijksbrede aanpak van corruptie.

Bestraffen

Zonder vervolging heeft onze aanpak geen impact. Een mijlpaal is het wetsvoorstel Ondermijning II2 . Dit voorstel is o.a. bedoeld voor het strafbaar stellen van nieuwe werkwijzen van criminele netwerken en voor het uitbreiden of verbeteren van strafrechtelijke instrumentaria. Eind 2024 bracht de Raad van State advies uit over het wetsvoorstel verhogen strafmaat drugsdelicten. Rechters kunnen hiermee hogere gevangenisstraffen opleggen bij grootschalig bezit, productie en de in- en uitvoer van harddrugs.

3.1.3   Preventie

Jeugd: preventie door betere bescherming en aanpak criminaliteit

Jaarlijks hebben ongeveer 35.000 kinderen met jeugdbescherming te maken. Met het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming verbeteren en vereenvoudigen we de jeugdbeschermingsketen. Eind 2024 bepaalden we een ontwikkelrichting voor de wijziging van het stelsel3. Daarbij namen we de aanbevelingen mee van zowel de Advies Commissie Rechtsbescherming, als van de Algemene Rekenkamer en Inspecties.

De structurele veranderingen die nodig zijn voor het beschikbaar te maken van jeugdhulp zijn in gang gezet. Dit deden we met een wetsvoorstel in het kader van de Hervormingsagenda Jeugd voor een doelmatiger inkoop van specialistische jeugdhulp.  Eind 2024 ging het wetsvoorstel Wet ter versterking van de rechtsbescherming in de jeugdbescherming in consultatie. Deze wet versterkt de rechtsbescherming van kwetsbare gezinnen die te maken krijgen met een kinderbeschermingsmaatregel. In november informeerden we de TK hierover4, evenals over het verlengen van de pilot Kosteloze Rechtsbijstand voor ouders die te maken krijgen met een procedure rondom eerste uithuisplaatsing en gezagsbeëindiging.

De workload van jeugdbeschermers is sinds december 2022 geleidelijk gedaald tot de gewenste caseload van gemiddeld 12,8 kinderen. Hierdoor hebben medewerkers meer tijd voor kinderen en ouders, pakken zij problemen efficiënter aan en neemt hun werkplezier toe. Ook het personeelsverloop en ziekteverzuim dalen. Maar de wachtlijsten worden nog niet korter.

We zetten de ondersteuningsaanpak voort voor gedupeerde gezinnen van de toeslagenaffaire die te maken hebben (gehad) met uithuisplaatsing (UHP KOT). In 2024 heeft wederom een datakoppeling plaatsgevonden. De ouders die hieruit naar voren kwamen, ontvingen een persoonlijke brief waarin wij hen informeerden over beschikbare hulp en ondersteuning. 1.179 Personen meldden zich aan bij het Ondersteuningsteam. Hiervan zijn 380 personen nog in ondersteuning. Voor 531 personen is de ondersteuning afgerond; voor de overige aanmeldingen geldt dat het contact nog niet is opgestart.

Naast de landelijke aanpak van high impact crimes, ondersteunden we dit jaar 27 gemeenten bij hun aanpak van jeugdcriminaliteit vanuit het programma Preventie met Gezag. De inzet hierbij is een combinatie van preventie, repressie en re-integratie, o.a. met kansrijke en bewezen effectieve interventies en het ondersteunen van justitiële partners en de lerende aanpak daarvan (zie ook 3.1.2). Het in 2024 verschenen Landelijk Kwaliteitskader Effectieve Jeugdinterventies voor Preventie Jeugdcriminaliteit is een niet vrijblijvend, extra hulpmiddel voor PmG-gemeenten. Daarnaast startten we het Offensief tegen Explosies.

Adoptie

Op 16 april 2024 nam de TK een motie aan die de regering verzocht een plan op te stellen voor het zorgvuldig afbouwen van interlandelijke adoptie. Dit dwong ons de transformatieopgave, de verbetermaatregelen in het adoptiesysteem, en het stopzetten van enkele maatregelen te heroverwegen. Op grond hiervan gaf de minister van Rechtsbescherming op 21 mei 2024 aan te stoppen met de oprichting van de Stichting Internationale Adoptiebemiddeling Nederland en te komen met een afbouwplan. Ter voorbereiding op dat plan spraken we met alle partners in de adoptieketen. Op 9 december 2024 stuurden we het afbouwplan naar de TK.

Aanpak in detentie

De Factsheet Brede Welvaart 2024 laat zien dat in 2021 65 personen per 100.000 inwoners gedetineerd waren - een relatief laag aantal ten opzichte van de meeste andere EU-lidstaten. Sinds eind 2023 is sprake van een capaciteitstekort in het gevangeniswezen en een stijgende bezetting. Dit komt door langere detenties en een toename van tbs-passanten en jongvolwassenen in het gevangeniswezen. Het tekort is nog groter door noodzakelijke renovaties. In de kamerbrief van 4 december jl. Gaven we aan dat er sprake is van een ‘code zwart’- situatie.5 Samen met DJI en andere organisaties pakken we dit capaciteitstekort aan. Specifiek voor jongeren geldt dat in de laatste vier maanden van 2024 gemiddeld 45 jongeren per maand in de gevangenis zitten omdat er in Justitiële Jeugdinrichtingen ook tekorten zijn. Voor die groep is een bestaande afdeling in PI Almelo ingericht met 24 plekken (naast de bestaande afdeling in JC Zeist) en in oktober is de nieuwe JJI De Haven geopend. 

Hoogrisicogedetineerden beschikken over macht en middelen. Zij zetten hun criminele praktijk voort vanuit detentie. Door een begin te maken met het aanpassen van de Penitentiaire Beginselenwet werkten we verder aan het vergaand beperken van contacten van deze gedetineerden met de buitenwereld. We presenteerden het nieuwe detentielandschap voor hoogrisicogedetineerden. Daarmee is DJI beter toegerust om de georganiseerde criminaliteit ook binnen detentie nu en in te toekomst te bestrijden. Voor gezamenlijke analyse en het uitwisselen van data kwam de Detentie Intelligence Unit (OM, DJI, politie) tot stand. Verder namen we een extra ontsluitingsweg naar de PI Vught in gebruik voor de hoogrisicotransporten, versterkten we de internationale samenwerking en troffen we voorbereidingen voor een extra beveiligde zittingzaal in PI Vught.

Dit jaar ontwierpen we een aangepast Detentie & Re-integratie proces. Uitgangspunt hierbij is: doen wat nodig is, voor wie dat nodig is en wanneer dat nodig is. Ook zijn stappen gezet als het gaat om basisvoorwaarden zoals onderdak, zorg, schulden, werk/inkomen, ID-bewijs en sociaal netwerk. Samen met VWS en zorgverzekeraars startten we onderzoek naar de mogelijkheid van het automatisch opschorten van de zorgverzekering tijdens detentie. En samen met SZW inventariseerden we knelpunten in de schuldhulpverlening aan gedetineerden, en stelden we een plan op voor het aanpakken van schulden in detentie.

Beter straffen

Eind 2022 startte een langetermijnverkenning naar mogelijkheden om het sanctiestelsel en de sanctietoepassing te verbeteren en verder te ontwikkelen. Om recidive effectiever te voorkomen en re-integratie te verbeteren selecteerden we in 2023 een aantal maatregelen om meer maatwerk te bieden. In 2024 werkten we die maatregelen verder uit, samen met onze ketenpartners. Daarbij brachten we benodigde wijzigingen in wet- en regelgeving in kaart, evenals de effectiviteit en de uitvoerbaarheid van de maatregelen en de financiële en operationele impact.

3.1.4   Nationale Veiligheid

Dreigingen zijn steeds complexer en meer met elkaar verweven. Daarom publiceerden we de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023-2029. Voor het eventueel bijstellen van de uitgezette koers deelden we in 2024 de Trendanalyse Nationale Veiligheid met de TK6. Eind 2024 informeerden we de TK over de voortgang van de Veiligheidsstrategie. We lieten de ontwikkeling in het dreigingsbeeld zien sinds de publicatie van de Veiligheidsstrategie, evenals de keuzes die we kunnen maken om dreigingen te mitigeren7. Vanwege de toenemende hybride en militaire dreigingen tegen de nationale veiligheid intensiveren we een aantal actielijnen van de Veiligheidsstrategie. In lijn hiermee stuurden we de TK de Kamerbrief weerbaarheid tegen militaire en hybride dreigingen8. Hierin staat wat een weerbare maatschappij inhoudt en wat nodig is om dit te bereiken.

Crisisbeheersing: naar een robuust en landelijk dekkend stelsel

We zetten ons in voor een robuuste en toekomstbestendige inrichting van de crisisbeheersing en brandweerzorg in Europees en Caribisch Nederland. We werkten o.a. aan de eerste tranche aanpassing van de Wet veiligheidsregio’s op basis van de Contourennota versterking crisisbeheersing en brandweerzorg. Op 10 juni deelden we de Landelijke Agenda Crisisbeheersing met de TK. Deze agenda zet de koers voor crisisbeheersing voor de jaren 2024-2029, en richt zich op paraatheid, weerbaarheid en professionaliteit. Daarnaast realiseerden we een ondersteunende entiteit – het Knooppunt Coördinatie Rijk Regio’s (KCR2) - voor gezamenlijke informatiedeling en coördinatie. De al in 2022 ingezette intensivering draagt bij aan het behalen van doelen uit o.a. de Landelijke Crisisbeheersing, zoals KCR2. Eind 2024 boden we de Raad van State voorstellen aan die gaan over het aanpassen van delen van het staatsnoodrecht (Coördinatiewet uitzonderingstoestanden).

Op 16 december stuurden we de uitkomsten van de evaluatie Toekomstbestendigheid en werkingsgebied Wet tegemoetkoming schade bij rampen naar de Kamer9. Ook is onderzoek gestart naar de inrichting van een één loketfunctie om het afhandelen van schade zo eenvoudig mogelijk te maken voor gedupeerden. Dit om te bezien of, en zo ja, hoe deze Wet moet worden herzien.

Cybersecurity, vitale belangen, statelijke dreigingen en economische Veiligheid

In 2024 zagen we opnieuw dat statelijke en niet-statelijke actoren steeds meer onze nationale veiligheidsbelangen bedreigen. Nederland is doelwit van hybride aanvallen zoals cyberoperaties, spionage, sabotage en ongewenste buitenlandse inmenging. Het verhogen van de weerbaarheid hiertegen is een topprioriteit van dit kabinet10.

De Nederlandse Cybersecurity Strategie 2022-2028 (NLCS) beschrijft de kabinetsbrede aanpak op cybersecurity. Eind oktober stuurden we de jaarlijkse NLCS-voortgangsrapportage naar de TK. We informeerden de TK o.a. over de integratie van het Digital Trust Centre (DTC), het cybersecurity incidentresponsteam voor digitale dienstverleners (CSIRT-DSP) en het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) in één nationale cybersecurityorganisatie. Deze integratie ligt op schema; in 2024 intensiveerden we de samenwerking tussen de organisaties. Publieke en private organisaties droegen actief bij aan het ontwikkelen van het programma Cyclotron. Dit programma realiseert het uitwisselen van (ruwe) data tussen partijen. Daarnaast deelden we onze visie op het Cyberweerbaarheidsnetwerk (CWN). Met andere vakdepartementen werkten we aan publiekscampagnes om het burgerbewustzijn rondom digitale risico’s te vergroten. Verder informeerden we de TK over de evaluatie van de publieke-private oefening ISODOOR IV, waarbij we waardevolle inzichten opdeden over crisispreparatie.

Sinds 17 oktober 2024 gelden twee Europese richtlijnen om de weerbaarheid te versterken van de vitale infrastructuur: de herziening van de richtlijn Netwerk- en informatiebeveiliging (de NIS2-richtlijn) en de richtlijn Veerkrachtige kritieke entiteiten (de CER-richtlijn). Het NCSC bereidt zich ondertussen al voor op de inwerkingtreding van de Cyberbeveiligingswet (Cbw). Zo kunnen organisaties die van rechtswege onder de nieuwe wet vallen zich vanaf oktober vrijwillig registreren om relevante dreigingsinformatie te ontvangen. We informeerden de TK over (de gevolgen van) het niet halen van de implementatiedeadline van deze richtlijnen in nationale wet- en regelgeving, de (Cbw) en de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten (Wwke)11.

Eind 2024 konden we de implementatiewetten alsnog voor advies aanbieden aan de Raad van State.

Binnen de aanpak van statelijke dreigingen zetten we samen met andere departementen en partners in op het detecteren van hybride dreigingen, het voorkomen van kwetsbaarheden en het voorzien in een reactie. Hiervoor is de inzet in het kader van het Rijksbreed Responsekader voorgezet. Binnen de kabinetsbrede aanpak op economische veiligheid zetten we samen met o.a. EZ, BZK en OCW in op het tegengaan van ongewenste kennis- en technologieoverdracht, het mitigeren van risicovolle strategische afhankelijkheden en het bevorderen van onze economische sterktes in strategische waardenketens. Dit jaar stemde de TK in met het wetsvoorstel om meer vormen van spionage strafbaar te stellen. Verder informeerden we de TK over de geïntensiveerde aanpak van ongewenste buitenlandse inmenging (OBI)12.

Samen met de betrokken departementen startten we de inrichting van een centraal meldpunt, publiceerden we een fenomeenanalyse en lanceerden we een communicatiecampagne om het bewustzijn over OBI te vergroten.

Bewaken en beveiligen

Verschillende nieuwe vormen van dreiging leggen een zware druk op de samenleving. Dit heeft zijn weerslag op het stelsel bewaken en beveiligen. Het vorige kabinet zette in 2023 een groot versterkingstraject in om het stelsel toekomstbestendig te maken en fundamenteel te vernieuwen tot het stelsel Beveiligen van personen. Hiermee gingen we dit jaar verder. We legden de fundamenten voor het nieuwe stelsel en eind 2024 bereikten we een aantal mijlpalen. Nieuwe middelen ondersteunen beter de weerbaarheid van te beveiligen personen (en diens naasten). Ook werkten we de dreigingsanalysefunctie verder uit en groeide het Landelijk Coördinatiecentrum tot een plek van overzicht, inzicht en integrale operationele aansturing. Meer te beveiligen personen zijn nu opgenomen in het Rijksdomein; de NCTV is nu verantwoordelijk voor hun veiligheid. Afspraken tussen OM en de NCTV werkten we daartoe uit. En de nieuwe onafhankelijke Adviescommissie startte die ons adviseert over het stelsel, zowel gevraagd als ongevraagd.

Radicalisering, terrorisme en gewelddadig extremisme

In het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland blijft het dreigingsniveau op 4 staan. Dit betekent dat de terroristische dreiging in Nederland substantieel is en er een reële kans bestaat dat een aanslag zal plaatsvinden. De inzet op contraterrorisme bleef in 2024 daarom in lijn met voorgaande jaren. We hadden vooral aandacht voor vroegsignalering en de aanpak van anti-institutioneel extremisme. Voor meer inzicht in de relatie tussen psychosociale factoren en radicalisering is prof. dr. mr. Bram Sizoo aangesteld als bijzonder hoogleraar Klinische psychologie van Radicalisering. We deelden de fenomeenanalyse over de soevereinenbeweging en de Nationale Extremismestrategie 2024-2029 met de TK. Ook legden we de focus op het online domein en het tegengaan van online radicalisering door een jonger wordende doelgroep. We organiseerden verschillende internationale conferenties over de rechts-extremistische dreiging als transnationaal fenomeen en de aanpak van online extremisme en terrorisme. We publiceerden een fenomeenanalyse over memes en we informeerden de TK over onze aanpak van online extremisme en terrorisme.

Het verwerken van passagiersgegevens blijft belangrijk voor preventie en aanpak van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit. We lieten de TK weten dat de Passagiersinformatie-eenheid Nederland tijdelijk de passagiersgegevens van alle intra-EU vluchten verzamelt - dit tegen de achtergrond van de huidige terroristische dreiging en de voorstelbare dreiging rondom de NAVO-top in 2025 in Den Haag.

Ook in 2024 hadden we aandacht voor veilige re-integratie tijdens en na detentie. In juni startten we de pilot Landelijk Afstemmingsoverleg Vertrek. Doel hiervan is om op nationaal niveau zicht te houden op het vertrek van terrorismeveroordeelden zonder rechtmatig verblijf naar het land van herkomst of het land van de overgebleven nationaliteit. In december nam de TK de motie Boswijk-Van Dijk aan met het verzoek de NCTV de opdracht te geven te coördineren bij en de regie te voeren op casuïstiek met een hoog dreigingsprofiel. De aanleiding was het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland waarin staat dat in 2025 terrorismeveroordeelden met een hoog dreigingsprofiel vrijkomen uit detentie. We verstevigden de coördinerende rol ten aanzien van casuïstiek. Dit met het oog op de inwerkingtreding van de Wet Coördinatie Terrorismebestrijding en Nationale Veiligheid in 2025. Onder andere door trainingen van het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering, advies van het Landelijk Steunpunt Extremisme en het toekennen van €7 miljoen Versterkingsgelden continueerden we onze inzet op de lokale aanpak en kennis en bewustwording. In april nam de TK het wetsvoorstel Wet gegevensverwerking in de persoonsgerichte aanpak van radicalisering en terroristische activiteiten aan. Om gemeenten en lokale professionals te helpen publiceerden we in september de handreiking lokale aanpak radicalisering, extremisme en terrorisme.

3.1.5   Politie: basis op orde, goed toegerust en klaar voor de toekomst

Een goed toegeruste politieorganisatie

In 2024 steeg de operationele bezetting. Wel had de krappe arbeidsmarkt invloed op het tempo van de stijging. Behoud van politiemedewerkers was daarom een blijvend aandachtspunt.

Per 1 januari 2024 is de Landelijke Eenheid gesplitst in de eenheid Landelijke Expertise en Operaties (LX) en de eenheid Landelijke Opsporing en Interventies (LO). In juli bood de monitoringscommissie Schneiders haar eindrapportage aan. De Korpschef vroeg dhr. Schneiders om per 1 november 2024 nog een jaar aan te blijven als adviseur over de transitie.

De politie ontwikkelde een monitor om de aanpak te volgen van uitsluiting, discriminatie en racisme. Politie voor Iedereen was topprioriteit voor de korpsleiding; in de Korpsstrategie 2025-2030 kreeg het een belangrijke plek. Om verandering te bevorderen is fors geïnvesteerd in het begeleiden van studenten en jong gediplomeerden.

Ook zijn we begonnen met het invullen van de door het kabinet aangekondigde maatregelen, zoals maatregelen om het stelsel forensische geneeskunde te versterken. Daarbij kijken we naar opleidingen en samenwerking in de uitvoeringspraktijk.

Versterken politiefunctie

Het veiligheidsvraagstuk verandert als gevolg van ontwikkelingen zoals toenemende maatschappelijke onrust, digitalisering, ondermijning en arbeidsmarktkrapte. Deze ontwikkelingen hebben impact op de politiefunctie en het politiewerk. Dat dwingt de politie tot keuzes over de taakuitvoering en tot samenwerken met partners binnen en buiten het veiligheidsdomein. Hiertoe is een ontwikkelagenda politiefunctie opgesteld. In 2024 startte het uitwerken van deze agenda.

Personen met verward en onbegrepen gedrag

Ook in 2024 zetten we in op samenwerking tussen de zorg-, sociale en veiligheidsdomeinen. In juli leverde de TK de Parlementaire Verkenning Verward/onbegrepen gedrag en veiligheid op. Deze verkenning richtte zich op inzichten om de inzet van de politie bij deze personen te verminderen. Hiertoe is geprobeerd na te gaan wat in het zorg- en veiligheidsdomein nodig is om mensen tijdig in beeld te hebben en zorg te bieden. Onze reactie op deze verkenning stuurden we in november naar de TK. De departementen JenV, VWS, VRO, BZK en SZW zetten in op een integrale en brede aanpak van personen met verward en onbegrepen gedrag. 22 Veiligheidsregio’s organiseerden een werkconferentie over hoe om te gaan met personen met verward of onbegrepen gedrag.

Meldkamerdomein

In 2024 werkten we verder aan het optimaliseren van C2000. Daarbij zijn o.a. dekkingsissues verder aangepakt, organiseerden we gebruikerssessies op verschillende thema's gericht op verbeteringen in het huidige systeem, en trainden we gebruikers. Ook startten voorbereidende werkzaamheden om in 2025 de huidige contracten opnieuw aan te besteden. De voorbereidingen voor de nieuwe missiekritische voorziening gingen onverwijld door. We richtten de Kwartiermakersorganisatie Vernieuwing Missiekritische Communicatie (VMX). Samen met betrokken partijen richtte deze een nieuwe governance in voor vernieuwing. Ook vonden de eerste bestuurlijke overleggen in de governance plaats en gaven we het startsein tot een gezamenlijke visie op de vernieuwing van de missiekritische communicatievoorziening.  

Eind 2024 stelden we een gezamenlijke verkenning en agenda vast voor de toekomst van het meldkamerdomein en borgden we de continuïteit van meldkamervoorzieningen (zoals 112). Tevens stelden de meldkamerpartijen gezamenlijke uitgangspunten vast voor het vervangen van het huidige Gemeenschappelijk Meldkamersysteem. Om het alerteringsstelsel bij rampen en crises te verbeteren ontwikkelden we NL-Alert en haar distributiekanalen verder door. We voegden o.a. geofencing toe om NL-Alerts nauwkeuriger uit te zenden. Voor het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem (WAS) voerden we twee onderzoeken uit. Deze moeten bijdragen aan besluiten over de toekomst van het WAS en verdere stelselontwikkeling. Om de aanpak en uitvoering goed voor te bereiden besloten we de huidige wijze van onderhoud van het WAS voor twee jaar te continueren (vanaf begin 2026). 

Asiel en Migratie

3.1.6   Migratie, nationaliteit en grenstoezicht    

Voor meer grip op migratie presenteerde het kabinet een maatregelenpakket. We zetten stappen richting het strengste asielregime ooit, gericht op het ontlasten van de asielketen en het verminderen van de instroom. We stuurden drie wetsvoorstellen naar de Raad van State en voerden tijdelijk het toezicht op de binnengrenzen in. In de tweede helft van 2024 was een relatieve daling in de asielinstroom zichtbaar.

Ook in Europa zetten we ons in voor grip op migratie. Zo maakten we in Brussel kenbaar bij verdragswijziging te zullen pleiten voor een opt-out. Tot die tijd blijft goede en snelle implementatie van het Europees Migratie- en Asiel Pact een belangrijke stap om grip te vergroten en secundaire instroom naar Nederland te verlagen. Op de agenda bleven staan het aangaan en verstevigen van brede partnerschappen om irreguliere migratie tegen te gaan, terugkeer en opvang in regio te bevorderen, inclusief out-of-the-box vormen van partnerschappen met landen buiten Europa. Een interdepartementale Task Force is opgericht voor het bundelen van krachten en middelen ten behoeve van de partnerschapsaanpak. Met het oog op reguliere migratie maakten we ons sterk om aantrekkelijk te blijven voor hooggekwalificeerde kennismigratie en innovatieve ondernemingen. Het kennis- en arbeidsmigratiebeleid kreeg verder vorm vanuit een integrale benadering.

Reguliere migratie, grenzen en nationaliteit

Sinds eind 2024 zijn er weer Nederlandse grenscontroles aan de landgrenzen met Duitsland en België, is de Schengengrenscode aangescherpt en is de meerjarige strategie voor geïntegreerd grensbeheer afgerond. Het Beleidskader Mensensmokkel 2023-2026 is verder geoperationaliseerd en in Brussel kwam men tot een Algemene Oriëntatie over de in 2023 voorgestelde herziene mensensmokkelrichtlijn. We gingen verder met het implementeren van diverse Europese IT-systemen. Mede door inzet van Nederland presenteerde de Europese Commissie een voorstel voor een gefaseerde implementatie van het Entry-Exitsysteem. De Nederlandse Digital Travel Credential (DTC)-pilot is succesvol afgerond en onderhandelingen startten over de DTC-verordeningen van de Europese Commissie. En we zetten stappen richting afronding van de implementatie van de herziene blauwekaartrichtlijn over de voorwaarden voor toegang en verblijf voor kennismigranten die in de EU komen wonen en werken. Ook startten we met het uitwerken van het voornemen om de nationale kennismigrantenregeling aan te scherpen.

Instroom, doorstroom, opvang, uitstroom en vertrek

De asielinstroom in Nederland is hoger dan de migratieketen aan kan. Daarom treffen we maatregelen om die instroom te verlagen. Hiertoe legden we de Raad van State drie wetsvoorstellen voor. Het eerste voorstel is de invoering van een tweestatusstelsel. Het tweede wetsvoorstel, de Asielnoodmaatregelenwet (ANMW), bevat maatregelen om het asielsysteem direct en duurzaam te ontlasten en de instroom te verminderen. Het derde wetsvoorstel betreft een wijziging bij het wetsvoorstel terugkeer en vreemdelingenbewaring. Dit voorstel regelt o.a. dat niet meewerken aan uitzetting strafbaar wordt.

Een beter functionerend Europees asielsysteem is essentieel voor meer grip op migratie. Het op 14 mei aangenomen Europees Migratie- en Asiel Pact bestaat uit één richtlijn en negen verordeningen (van toepassing per 12 juni 2026). Het nationale wetsvoorstel voor het invoeren van dit pact brachten we eind 2024 in consultatie.

In oktober ontvingen we de verslagen van de commissarissen van de Koning in het kader van de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen. De bijna 90.000 door de provincies aangeleverd opvangplekken zijn de basis voor de verdeelbesluiten die we namen in het kader van deze wet. Omdat het doel van 96.000 plekken in zicht is verzochten we de provinciale regietafels het overleg over invulling van de resterende taak voort te zetten.

Een groeiend aantal statushouders verblijft in COA-locaties. Om de opvang te ontlasten en statushouders te laten integreren en participeren is uitstroom van statushouders naar gemeentelijke huisvesting belangrijk. Gemeenten kunnen statushouders (tijdelijk) huisvesten in doorstroomlocaties. Hierdoor zijn minder dure noodopvangplekken nodig en integreren statushouders eerder. Werk is de basis van integratie. Deelname van statushouders aan de arbeidsmarkt vermindert krapte op onze arbeidsmarkt. Daarom experimenteren enkele gemeenten met het verbinden van doorstroomlocaties aan het aantrekken van arbeidskrachten voor sectoren waarvoor tekorten zijn. In februari verstrekte het vorige kabinet mandaat voor het realiseren van 50 doorstroomlocaties. Ongeveer 64 gemeenten wilden een doorstroomlocatie realiseren. Twintig locaties zijn goedgekeurd, waarvan 16 nu operationeel. Naar aanleiding van de nadere afspraken over de uitvoering van hoofdstuk 2 van het Hoofdlijnenakkoord (d.d. 25 oktober 2024) startten we het doorontwikkelen van doorstroomlocaties. Dit hangt samen met het voornemen de wettelijke taakstelling voor het huisvesten van statushouders af te schaffen.

Intensivering van de landelijke aanpak van overlastgevende asielzoekers bestaat uit snel beslissen in de asielprocedure, maatwerk bieden in de opvang, lik-op-stuk beleid toepassen in de openbare ruimte en inzetten op terugkeer van overlastgevende asielzoekers. Naar aanleiding van een negatief vonnis van de rechtbank (maart 2024) over de plaatsing van een vreemdeling in de procesbeschikbaarheidslocatie in Ter Apel, is de pilot in die vorm stopgezet. Juridisch is bezien welke aandachtspunten nopen tot het verder ontwikkelen van een procesbeschikbaarheidsaanpak. Om de huidige inzet van mobiele toezichtteams structureel te bestendigen op plaatsen waar ernstige overlast wordt ervaren, is een aanbesteding gestart. Ook werkten we aan een sterkere aansluiting tussen de vreemdelingenketen en de strafrechtketen. Het OM investeerde in het verbeteren van de (snelle) afdoening van misdrijven door overlastgevende asielzoekers op ZSM-locaties. Parallel aan intensivering, zijn we gestart met het uitwerken van maatregelen gericht op het eerder vervallen verklaren van de verblijfstitel van criminele vreemdelingen en het uitbreiden van de ongewenstverklaring.

Nota bene: omdat het ministerie van SZW de werkzaamheden én administratie heeft uitgevoerd voor het beleidsthema «inburgering» gaan we in dit verslag niet in op de resultaten betreffende dit thema. Wel is bij de kabinetsformatie de verantwoordelijkheid voor dit thema verschoven naar de staatssecretaris van JenV.

Vertrek / terugkeer

In 2024 stegen: het vertrekcijfer, het aantal inbewaringstellingen van vertrekplichtige vreemdelingen en het aantal criminele vreemdelingen dat vertrok na strafrechtelijke detentie. Deze stijging komt o.a. door partnerschappen met landen van herkomst, zoals Marokko en Algerije. De Raad van de EU kan beperkende visummaatregelen nemen tegen landen die onvoldoende hun eigen onderdanen terugnemen. In 2024 nam de Raad maatregelen tegen Ethiopië en trok maatregelen tegen Gambia gedeeltelijk in vanwege een betere terugkeer-samenwerking. In Europa drongen we aan op een nieuw herzieningsvoorstel van de Terugkeerrichtlijn. Dit om de terugkeerprocedure te versimpelen, administratieve lasten te verminderen en mogelijkheden te creëren voor innovatieve oplossingen (zoals een terugkeerhub). Ook is in de hele EU een thematische Schengenevaluatie uitgevoerd om zo operationele oplossingen te vinden voor een efficiëntere en snellere terugkeerprocedure. Ook is de ondersteuning bij vrijwillig vertrek door de DTenV en ngo’s gelijkgetrokken aan ondersteuning door Frontex via het EU Reïntegration Programme.

De rijksbijdrage aan de Landelijke Vreemdelingen Voorziening is beëindigd. Met gemeenten spraken we over het afronden van het programma. Het afronden is inmiddels gestart. De convenanten zijn opgezegd en het mandaatbesluit is ingetrokken.

Opvang ontheemden uit Oekraïne

Eind 2024 verbleven meer dan 123.000 ontheemden uit Oekraïne in Nederland op grond van de Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB), waarvan ruim 92.000 in gemeentelijke opvanglocaties. Mede dankzij de inzet van gemeenten, provinciale regietafels en diverse maatschappelijke organisaties konden we voorzien in voldoende opvang, toegang tot gezondheidszorg en onderwijs. In juni is de RTB verlengd; deze loopt nu tot en met 4 maart 2026.

De oorlog in Oekraïne duurt voort. Dat dwingt tot nadenken over langetermijnbeleid op verblijf en terugkeer van ontheemden, gericht op duurzame terugkeer en wederopbouw van Oekraïne. Daartoe startten we in 2024 een dialoog tussen de Oekraïense diaspora in Nederland en de intern ontheemden in Oekraïne. Ook werkten we aan verschillende toekomstscenario’s omtrent verblijf en terugkeer. We dachten na over een terugkeerprogramma en een nationale terugvaloptie die we ook in Europa als optie(s) kunnen aanreiken.

Vanaf 1 juli 2024 betalen volwassen ontheemden een eigen bijdrage als zij gebruikmaken van gemeentelijke opvang en inkomsten hebben. We ondersteunden het invoeren hiervan met gerichte communicatie - ook om eventuele knelpunten te identificeren. De implementatieperiode is nu afgerond.

Onder de RTB is in 2024 ingezet op participatie en zelfredzaamheid. We verkenden een pakket aan voorstellen. Daarbij zochten we een balans tussen enerzijds maatregelen die meer plichten en verantwoordelijkheden voor ontheemden betekenen, en anderzijds maatregelen die meer voorzieningen en kansen voor hen creëren.

Daarnaast scherpten we het aanmeldproces aan. We hanteren nu termijnen waarbinnen ontheemden zich bij de IND moeten melden voor een check op de RTB-voorwaarden. Ook kwam triage beschikbaar voor gemeenten. Daardoor kunnen zij vóór inschrijving van de ontheemde in de Basisregistratie Personen al (onder voorwaarden) bij de IND nagaan of iemand onder de RTB valt. 

Eind 2024 gaf het Hof van Justitie van de Europese Unie antwoord op onze prejudiciële vragen over derdelanders uit Oekraïne met tijdelijk verblijf aldaar. Nederland mocht de tijdelijke bescherming van deze groep derdelanders beëindigen. Terugkeerbesluiten mochten we nog niet nemen als er nog verblijfsrecht was. De recente antwoorden van het Hof moeten nog doorwerken in het Nederlandse recht.

Een robuuste keten en financiën

Voor eenduidiger afstemming en sturing is eind 2023 de ketengovernance herzien. Samen met alle ketenpartners concretiseerden we in 2024 de principes achter de nieuwe governance. De basis hierbij is: werken vanuit de ketengedachte. Ook benoemden we nieuwe ketendoelen voor sturing op doorlooptijden, veiligheid, opvang en informatievoorziening en richtten we een nieuw ketenbreed dashboard hiervoor in.

Met de besluitvorming bij voorjaarsnota 2024 koos het vorige kabinet ervoor om de middelen gebaseerd op de MPP tot en met 2026 aan de migratieketen toe te kennen. We verwerkten de besparingen uit het hoofdlijnenakkoord in de begroting van de migratieketen (0,5 miljard euro in 2027 en 1 miljard euro vanaf 2028). De benodigde besparingen in de keten hangen samen met de in-, door- en uitstroom. Met de vanaf 2027 beschikbare middelen in de begroting is het nog niet mogelijk om deze stabiele capaciteit van 41.000 opvangplekken te blijven aanhouden. De afspraak blijft om op basis van de MPP te bezien welke middelen de komende jaren nodig zijn voor de migratieketen. Er is op dit moment geen structurele financiering van de vaste voorraad op de begroting.

1

EL PAcCTO (Europe Latin America Programme of Assistance against Transnational Organised Crime)

2

Kamerstukken II 2024/25, 29 911, nr. 454

3

Kamerstukken II 2024/25, 31819, nr. 1031

4

Kamerstukken II 2024/25, 31839, nr. 1047

5

Dat houdt in dat alle penitentiaire inrichtingen (PI’s) vol zijn en er wekelijks ruim 100 arrestanten achterblijven op politiebureaus. Kamerstukken II, vergaderjaar 2024/25, 24587, nr. 1008.

6

Kamerstukken II 2023/24, 30821, nr. 231

7

Kamerstukken II 2023/24, 30821, nr. 251

8

Kamerstukken II 2023/24, 30821, nr. 249

9

Kamerstukken II 2024/25, 26956, nr. 220

10

Kamerstukken II 2023/24, 30 821, nr. 249

11

Kamerstukken II 2023/24, 22 112, nrs. 3868 en 3968.

12

Kamerstukken II 2023/24, 30 821, nr. 241

Licence