BD/PR | Thema | Artikel(en) | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | Kamerstuk |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Onderzoek | IBO Onderwijshuisvesting | 1,3 | x | |||||||
Onderzoek | IBO Sturing op Onderwijskwaliteit | 1,3 | x | |||||||
PR | Strategische evaluatie kansengelijkheid | 1,3 | x | |||||||
Onderzoek | IBO MBO | 4 | x | https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2023/11/15/rapport-ibo-toekomstbestendigheid-mbo | ||||||
Onderzoek | Monitor Integrale Veiligheid mbo | 4 | x | https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2023Z20594&did=2023D50505 | ||||||
Onderzoek | Evaluatie Nationaal Programma Onderwijs mbo en ho1 | 4, 16 | x | x | x | x | ||||
Onderzoek | IBO HO: Talent op de juiste plek | 6,7 | x | |||||||
Onderzoek | Stelselrapportage Hoger Onderwijs 2016-2023 | 6,7 | x | Stelselrapportage hoger onderwijs 2016 ‒ 2023 | Rapport | Rijksoverheid.nl | ||||||
Onderzoek | Trendrapport HO | 6,7 | x | |||||||
Onderzoek | Toekomstverkenning mbo, ho en wetenschap | 6,7,11 | x | |||||||
Onderzoek | IBO Deeltijdwerk | 9 | x | https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/04/29/ibo-deeltijdwerk | ||||||
PR | Lerarenbeleid primair en voortgezet onderwijs | 9 | x | |||||||
Onderzoek | Stelselrapportage hoger onderwijs en wetenschap: analyse van verdeling middelen onderwijs en onderzoek over wetenschapsdomeinen | 16 | x | |||||||
Onderzoek | Stelselrapportage hoger onderwijs en wetenschap: ruimte voor divers talent (onderzoek naar academische zelfcensuur in hoger onderwijs en wetenschap) | 16 | x | |||||||
Onderzoek | Stelselrapportage hoger onderwijs en wetenschap: ruimte voor divers talent (Midtermevaluatie actieplan diversiteit) | 16 | x | |||||||
Tabellenrapportage 4e voortgangsmeting Implementatiemonitor NPO | Rapport | Rijksoverheid.nl | ||||||||||
Implementatiemonitor NPO Vierde tussenmeting | Rapport | Rijksoverheid.nl | ||||||||||
BD | Beleidsdoorlichting cultuurdeelname 2001-2020 | 14 | x | https://open.overheid.nl/documenten/ronl-3696e752cd8ba25841809a0f4f98241a3607104e/pdf | ||||||
BD | Beleidsdoorlichting erfgoed | 14 | x | https://open.overheid.nl/documenten/ronl-2e02f5e61ee6fea213c1b5ab481537fb5f2f0116/pdf | ||||||
PR | Cultuureducatiebeleid 2013-2022 | 14 | x | https://open.overheid.nl/documenten/dpc-ecace0844bc4f3b7aeebcf88cfe5a086b46060ca/pdf | ||||||
Onderzoek | Basisinfrastructuur Cultuur (BIS) 2025-2028 en daarna | 14 | Het advies van de Raad voor Cultuur dat was voorzien voor eind 2023 is uiteindelijk begin 2024 verschenen. Het verdere proces is vanwege de formatie vertraagd en aangepast. Daarbij is het advies intern bestudeerd, zijn eerste bevindingen vastgelegd in de Kamerbrief met de eerste reactie op het adviesrapport en de prinsjesdagbrief culturele basisinfrastructuur 2025-2028. In 2025 verschijnt een contourenbrief over de voorgenomen invulling van de culturele basisinfrastructuur 2025-2028. | |||||||
BD | Versterking van het lokale en landelijke medialandschap | 15 | x | |||||||
Onderzoek | Evaluatie en voorbereiding Concessieperiode Publieke Omroep 2027-2031 | 15 | De nieuwe concessieperiode voor de Nationale Publieke Omroep wordt namelijk mogelijk met twee jaar verlengd en zal dan starten in 2029. Hierover loopt momenteel een wetsvoorstel. Wanneer precies duidelijk is wanneer de nieuwe concessieperiode in zal gaan, wordt een nieuwe planning gemaakt om deze evaluatie en voorbereiding op te zetten. | |||||||
BD | Beleidsdoorlichting emancipatiebeleid | 25 | x | Beleidsdoorlichting emancipatiebeleid - artikel 25 begroting OCW (https://evaluaties.rijksfinancien.nl/beleidsevaluatie/onderzoek/bevorderen-van-emancipatie) | ||||||
Onderzoek | Emancipatiemonitor 2024 | 25 | x | https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/11/14/emancipatiemonitor-2024 | ||||||
Onderzoek | Lhbtiqa+-monitor 2024 | 25 | x | https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/11/06/rapport-lhbtiqa-monitor-2024 |
Toelichting
Funderend Onderwijs
Kiezen voor kansen - Strategische Evaluatie Kansengelijkheid in het Funderend Onderwijs 2017-2023
Doel onderzoek
Het doel van het onderzoek is het krijgen van inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleidsmaatregelen uit de periode 2017-2023, die bedoeld zijn om kansengelijkheid in het funderend onderwijs te vergroten, en aangrijpingspunten voor toekomstig beleid te identificeren.
Conclusies voor beleid
Het Ministerie van OCW heeft in de periode 2017-2023 veel ingezet op kansengelijkheid. In totaal zijn in deze evaluatie 44 beleidsmaatregelen onderzocht. Er wordt door OCW op veel verschillende kansengelijkheidsthema’s ingezet: het tegengaan van onderwijsachterstanden, het verbeteren van de effectiviteit van scholen met veel kinderen met een lage SES, een soepele overstap tussen primair en voortgezet onderwijs etc. Het is echter niet altijd duidelijk hoe de verschillende gestelde doelen met elkaar samenhangen. Ook concluderen de onderzoekers dat de doeltreffendheid en doelmatigheid voor vrijwel geen van de maatregelen feitelijk is vast te stellen en dat er voor harde conclusies over het effect van beleidsmaatregelen quasi-experimenteel beleidsonderzoek nodig is. In de periode van 2017-2023 is de kansengelijkheid in het algemeen niet aantoonbaar verbeterd. Dit betekent niet automatisch dat de genomen maatregelen niet doeltreffend zijn: zonder de maatregelen was de kansengelijkheid mogelijk verslechterd.
Belangrijkste aanbevelingen voor beleid
– Benoem concretere doelen om scherp te stellen wat een specifieke beleidsmaatregel poogt te bereiken.
– Zet sterker in op onderzoek dat inzicht geeft in doeltreffendheid en doelmatigheid.
– Vraag in monitoringsonderzoeken om aandacht voor de relatie tussen de output en de kosten. Vraag in evaluatieonderzoeken niet alleen om een evaluatie van de effecten, maar ook een evaluatie van de processen.
Hoger onderwijs en studiefinanciering
IBO HO: Talent op de juiste plek
Doel onderzoek
Het IBO heeft – gelet op de trend van krimp, arbeidsmarktkrapte en de student op de juiste plek - onderzocht op welke manier de sturing op de doelmatigheid van het hbo en wo kan worden verbeterd met het oog op demografische, arbeidsmarkt- en regionale ontwikkelingen.
(Het rapport is hier te vinden).
Conclusies voor beleid
Het IBO concludeert dat het hoger onderwijs van hoge kwaliteit is en de toegankelijkheid van ons stelsel is toegenomen. Het IBO signaleert drie kernknelpunten. 1) de student zit vaak niet op de juiste plek, hetgeen resulteert in hoge mate van uitval en switch, en het studierendement laat te wensen over. 2) op student- en instellingsniveau worden (micro) keuzes gemaakt die niet tot de meest doelmatige oplossing op maatschappijniveau (macro) leiden. Dat is onwenselijk in het licht van de krappe arbeidsmarkt en de uitdagingen voor de krimpregio’s. 3) relatie tussen overheid en onderwijsinstellingen worden verbeterd.
Belangrijkste aanbevelingen voor beleid
Zoals in alle IBO’s het geval is signaleert het rapport knelpunten en formuleert daar, zoveel mogelijk integraal, diverse oplossingsrichtingen (fiches). Het IBO adviseert om studenten te bewegen en te begeleiden naar de voor hen juiste en passende plek. Dit vergt een combinatie van maatregelen, betreft complexe materie. Voor knelpunt 2 geldt dat er op korte termijn keuzes gemaakt moeten worden die bijdragen aan een regionaal en nationaal doelmatig opleidingsaanbod. Voor de relatie overheid en instelling geldt dat het opnieuw doordenken van de relatie overheid-onderwijsveld om een verduidelijking van doelstellingen vraagt met daarbij behorende concretisering van rollen, taken en bevoegdheden.
Leer- en verbeterpunten voor beleid
De Minister van OCW heeft in oktober een beleidsreactie op het IBO verzonden waarin staat dat op basis van het hoofdlijnenakkoord, het regeerprogramma en het IBO de komende tijd de focus zal worden gelegd op de volgende drie opgaven:
1. het uitwerken van de langstudeermaatregel;
2. het bezien van de bekostiging in het kader van een stabiele lange termijn financiering;
3. het stimuleren van samenwerking tussen en profilering door instellingen.
Inmiddels ingehaald door politieke ontwikkelingen is de eerste uitwerking niet meer van toepassing.
Trendrapport HO
Doel onderzoek
Het Trendrapport is de vervanging van de Monitor Beleidsmaatregelen en is gericht op het volgen van de belangrijkste ontwikkelingen in de deelname aan het hoger onderwijs - waaronder toegankelijkheid, studievoortgang en het gebruik van het Studievoorschot. Het Trendrapport hoger onderwijs (HO) 2024 is de eerste openbare versie van een nieuw beleidsinformatieproduct, samengesteld door afdeling Informatieproducten (IP) van Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) in opdracht van directie hoger onderwijs & studiefinanciering (HO&S) van het ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
Het Trendrapport beschrijft de belangrijkste trends in het hoger onderwijs over de afgelopen jaren en vormt samen met de data op OCW in cijfers de basis voor de beleidsanalyses in andere rapportages zoals onder andere de periodieke Stelselrapportage. Een rapport met 112 indicatoren bevat veel informatie en het is niet mogelijk om dat in een korte samenvatting recht te doen.
Belangrijkste aanbevelingen voor beleid
Niet van toepassing op dit moment, het is een data informatieproduct.
Cultuur en media
Resultaten van 10 jaar cultuureducatiebeleid. Periodieke Rapportage Cultuureducatie 2013-2022
Doel onderzoek
Het uitvoeren van een evaluatie van het cultuureducatiebeleid van de afgelopen tien jaar (2013-2022) en het doen van aanbevelingen ter voorbereiding op nieuwe afspraken die nodig zijn nadat het Bestuurlijk Kader Cultuur in 2024 afloopt.
Conclusies voor beleid
In de periode 2013-2022 heeft een inzet plaatsgevonden op verbetering van de kwaliteit van cultuureducatie en de verhoging van de deelname van leerlingen en studenten aan cultuureducatieve activiteiten. Dit is dankzij de gezamenlijke inzet van het onderwijsveld, culturele organisaties en bestuurlijke partners bij gemeenten en provincies. Tegelijkertijd blijkt qua doelmatigheid dat meer output op dit gebied denkbaar en wenselijk is. Ook blijkt dat middels verschillende beleidsmaatregelen de afgelopen jaren verder is gebouwd aan een stevige basis voor cultuureducatie op school in het po, vo en mbo. Daarbij is echter wel een brede en complexe beleidsmix ontstaan, bestaande uit zowel wettelijke als bovenwettelijke beleidsmaatregelen. Deze hangen ten dele samen, maar staan ook op zichzelf. Beleidsmaatregelen versterken elkaar deels, maar zitten elkaar ook in de weg. Daarnaast betreft het merendeel van het instrumentarium stimuleringsbeleid van tijdelijke aard, wat het beleid kwetsbaar maakt en gevoelig voor invloeden van buitenaf.
Belangrijkste aanbevelingen voor beleid
Er zijn diverse aanwijzingen dat het met de inhoudelijke borging, zowel binnen het onderwijs als binnen culturele instellingen, nog veel beter kan en moet. Er is zowel op deelgebieden als wat betreft de samenhang in beleid nog winst te behalen. Het verdient aanbeveling om een trendanalyse uit te voeren naar de (te verwachten) ontwikkelingen in de onderwijs en cultuursector en op basis daarvan één of meerdere alternatieve scenario’s te ontwerpen voor de doorontwikkeling van cultuuronderwijs in Nederland. Draag zorg voor een gedegen wetenschappelijke onderbouwing en integrale beleidsmatige uitwerking van wat cultuuronderwijs behelst en nastreeft hoe dat in het hier geschetste speelveld het best kan worden vormgegeven. Er is grote behoefte aan eenvoudiger en overzichtelijker beleid, met name aan een drastische vermindering van het aantal beleidsmaatregelen. Definieer en operationaliseer doelen, stel een beleidstheorie op en evalueer integraal.
Leer- en verbeterpunten voor beleid
Het blijkt lastig om over de totale beleidsmix in de afgelopen tien jaar uitspraken te doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid. Dit heeft ermee te maken dat de monitors en evaluaties waar de onderzoekers zich op hebben gebaseerd voornamelijk kwalitatief van aard zijn, er vaak geen onderzoek naar de doelmatigheid is gedaan, of dat er nulmetingen ontbraken. Dit kan beter ingericht worden.
Emancipatie
De Emancipatiemonitor 2024
Doel onderzoek
De Emancipatiemonitor brengt iedere twee jaar de positie van vrouwen en mannen in Nederland in kaart op het gebied van gezondheid, onderwijs, werk, zorg, inkomen, sociale veiligheid en gelijkheid in Europees perspectief, alsmede enkele ‘emancipatieopinies’ met maatschappelijke opvattingen over de rol van vrouwen en mannen.
Conclusies voor beleid
– Jongens krijgen vaker havo-vwo advies, meiden zijn vaker hbo- of wo-geschoold;
– Zeven op de tien vrouwen is economisch zelfstandig, stijging is minder sterk;
– Arbeidsdeelname vrouwen sterker gegroeid, maar wel meer vrouwelijk dan mannelijk onbenut arbeidspotentieel;
– Zorgtaken vooral bij vrouwen reden om niet te werken, maar meeste ouders willen zorg voor kinderen wel gelijk verdelen;
– Inkomen vrouwen neemt met een derde af na geboorte eerste kind;
– Meer vrouwen in topfuncties van bedrijfsleven;
– Meer vrouwen dan mannen met een beperking, man-vrouwverschillen zijn groter bij mensen met een beperking dan zonder; en
– In 2022 was bijna één op de vijf vrouwen slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bovendien voelen vrouwen zich vaker onveilig dan mannen.
Leer -en verbeterpunten voor beleid
Er is blijvende inzet nodig om toe te werken naar gendergelijkheid. De bevindingen van dit onderzoek worden daarom meegenomen bij het opstellen van de Emancipatienota, die voor het zomerreces van 2025 met de Tweede Kamer wordt gedeeld.
De Lhbtiqa+-monitor 2024
Doel onderzoek
De Lhbtiqa+-monitor schetst een tweejaarlijks beeld van de leefsituatie van lhbtiqa+ personen op domeinen als sociaaleconomische situatie, veiligheid, seksueel geweld, discriminatie en gezondheid, alsmede van de opvattingen van de algemene Nederlandse bevolking over lhbtiqa+ personen.
Conclusies voor beleid
– Lhbtiqa+ personen denken bovengemiddeld vaak na over wat zij doen in de openbare ruimte wat betreft genderexpressie of affectie tonen met een partner.
– Ze ervaren meer discriminatie dan cisgender heteroseksuele personen en ervaren meer online haat.
– Het gaat slechter met hun mentale gezondheid en ze hebben vaker suïcidale gedachten dan cisgender heteroseksuele personen.
– Sommige subgroepen ervaren ook meer ongewenst seksueel gedrag dan cisgender heteroseksuele personen.
– Op veel gebieden scoren bi+, transgender en non-binaire mensen en lhbtiqa+ mensen van kleur en met een beperking het slechtst.
– Er lijkt sprake te zijn van een stijgende maatschappelijke acceptatie onder personen van 18 jaar en ouder, hoewel sommige subgroepen meer worden geaccepteerd dan andere.
Belangrijkste aanbevelingen voor beleid
– Interventies in bijvoorbeeld het onderwijs, buurten, wijken en in de sport gericht op het verminderen van discriminatie.
– De algemene kennis en bewustwording over de groepen bi+ personen, aseksuele personen, trans en non-binaire personen en intersekse personen moet worden vergroot.
– Er ligt ook een taak voor de landelijke overheid en lokale overheden om meer ruimte te creëren voor genderdiversiteit en inclusief beleid voor deze groepen door bijvoorbeeld deze groepen expliciet te noemen in beleidsteksten en communicatie-uitingen en genderinclusieve taal te hanteren.
– De landelijke overheid en lokale overheden kunnen proberen de sociale normen ten aanzien van niet-heteroseksualiteit en genderdiversiteit, in het bijzonder het niet voldoen aan binaire gendernormen, te beïnvloeden.
Leer -en verbeterpunten voor beleid
Er is blijvende inzet nodig voor de emancipatie van lhbtiq+ personen. De bevindingen van dit onderzoek worden meegenomen bij het opstellen van de Emancipatienota, die voor het zomerreces van 2025 met de Tweede Kamer wordt gedeeld.