Base description which applies to whole site

2. Leeswijzer

De leeswijzer gaat in op de volgende onderwerpen:

  • 1. Opbouw jaarverslag;

  • 2. Ondergrenzen toelichtingen;

  • 3. Controlenormen financiële en niet-financiële gegevens;

  • 4. Groeiparagraaf;

  • 5. Grondslagen voor de vastlegging en de waardering;

  • 6. Motie Schouw en motie Hachchi c.s..

1. Opbouw jaarverslag

Dit jaarverslag bevat het beleidsverslag, een jaarrekening, en diverse bijlagen. Deze bevatten informatie over de in 2024 gerealiseerde beleidsresultaten en de budgettaire realisatiegegevens van EZ/KGG. Vanaf de ontwerpbegroting 2025 is de EZK-begroting gesplitst naar ontwerpbegroting EZ, ontwerpbegroting KGG en is het onderdeel Herstel Groningen overgeheveld naar de begroting van BZK.

Het onderdeel beleidsprioriteiten van het beleidsverslag betreft de verantwoording over de beleidsagenda uit de EZK-begroting 2024. Naast het macro-economisch beeld worden in het beleidsverslag de behaalde resultaten op de prioriteiten van EZ/KGG voor 2024 toegelicht. Dit gebeurt via de volgende blokken:

  • Macro-economisch beeld;

  • Ondernemend Nederland met daaronder vallend:

    • Een kwalitatief ondernemingsklimaat;

    • Fysieke ruimte voor economie en regionaal economisch beleid;

    • Economische veiligheid, weerbaarheid en kritieke grondstoffen;

    • Een innovatieve economie;

    • Een digitale economie;

    • Goed functionerende markten;

  • Duurzaam Nederland met daaronder vallend:

    • Klimaatbeleid;

    • Energiebeleid;

    • Kernenergie;

    • Verduurzaming industrie;

    • Transitie van de diepe ondergrond en afhandeling gaswinning Groningen

  • Europese en internationale samenwerking.

De beleidsartikelen in dit jaarverslag hebben dezelfde opzet als de begroting 2024 (Kamerstuk 36 410 XIII, nrs. 1 en 2) en zijn conform de Rijksbegrotingsvoorschriften opgesteld (https://rbv.rijksfinancien.nl). Elk beleidsartikel bevat een paragraaf beleidsconclusies waarin voor de belangrijkste instrumenten een oordeel wordt gegeven over de uitvoering van het beleid in het afgelopen jaar. De bedrijfsvoeringparagraaf doet verslag van relevante aandachtspunten in de bedrijfsvoering van het Ministerie van EZ/KGG.

De jaarrekening bestaat uit de departementale verantwoordingsstaten, de samenvattende verantwoordingsstaten inzake de agentschappen, de jaarverantwoordingen van de agentschappen, de saldibalans en de WNT-verantwoording.

De volgende bijlagen zijn opgenomen: Toezichtrelaties en Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s) en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT’s), Moties en toezeggingen, Afgerond evaluatie- en overig onderzoek, Inhuur externen, Verantwoording EU-middelen in gedeeld beheer, Rijksuitgaven Caribisch Nederland, NGF-Bijlage EZ/KGG, Budgettair overzicht Oekraïne, Rijksbreed overzicht klimaatuitgaven, Klimaatfondsprojecten EZ/KGG, Rapportage burgercorrespondentie en een lijst van afkortingen.

2. Ondergrenzen toelichtingen

Voor wat betreft het toelichten van significante verschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen in de realisatie versus de vastgestelde begroting 2024 zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

3. Controlenormen financiële en niet-financiële gegevens

Het jaarverslag bevat zowel financiële als niet-financiële gegevens (kengetallen en indicatoren). Deze gegevens zijn aan verschillende controlenormen onderhevig. De controle van financiële informatie is gebaseerd op normen zoals deze voortvloeien uit de Comptabiliteitswet 2016 en de Rijksbegrotingsvoorschriften 2025 (RBV). De controle van beleidsinformatie en informatie over de bedrijfsvoering is gebaseerd op normen zoals deze voortvloeien uit de RBV.

4. Groeiparagraaf

Ingevolge het verzoek van de Tweede Kamer om bij het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2024 aandacht te besteden aan het thema ‘Prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt’ wordt eenmalig in het Jaarverslag 2024 het Focusonderwerp FJR 2024 opgenomen als onderdeel van het beleidsverslag.

Bij de jaarverantwoording heeft het Ministerie van Financiën voor de agentschappen een uitzondering op de Regeling Agentschappen verleend, om de ontvangen bijdragen voor de programma’s die samenhangen met POK, WAU en Woo niet meer te verantwoorden als vermogensstorting maar als bekostiging. Eventuele middelen die niet in het lopende jaar worden uitgegeven worden dan niet meer verantwoord onder een bestemmingsreserve maar als kortlopende schulden.

5. Grondslagen voor de vastlegging en de waardering

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2025 en de Regeling agentschappen. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast en voor de baten-lasten agentschappen het baten-lastenstelsel.

6. Motie Schouw en motie Hachchi c.s.

Motie Schouw

In juni 2011 is de motie Schouw c.s. ingediend en aangenomen (Kamerstuk 2010-2011, 21 501-20, nr. 537). Deze motie zorgt er voor dat de landspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen.

In de landspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie voor Nederland in 2023-2024 (COM(2023) 619 final) werd onder andere aanbevolen:

  • De geldende energie gerelateerde steunmaatregelen tegen eind 2023 uitfaseren en de daarmee samenhangende besparingen gebruiken om het overheidstekort terug te dringen.

  • Doorgaan met de gestage uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan en met de snelle uitvoering van de programma’s van het cohesiebeleid, in nauwe complementariteit en synergie met het herstellen veerkrachtplan.

  • De afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen door a) de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen, b) randvoorwaarden te verbeteren om investeringen in de uitbreiding van transmissie- en distributienetten voor elektriciteit te stimuleren en 3) de energie-efficiëntiemaatregelen uit te breiden en te bespoedigen om het energieverbruik terug te dringen, met name in de bebouwde omgeving.

Binnen artikel 1 van de EZK-begroting wordt hieraan invulling gegeven met de projecten die gefinancierd worden vanuit het Nationaal Groeifonds (NGF). Het AiNed investeringsprogramma heeft een budget van € 189 mln toegekend gekregen voor het stimuleren van innovatie met AI. Met het AiNed Investeringsprogramma van de Nederlandse AI Coalitie worden bedrijven en publieke instellingen bij elkaar gebracht om in AI essentiële stappen te zetten die van groot economisch én maatschappelijk belang zijn. Voor de financiering van digitale innovatie op AI worden open calls van NWO en RVO ingezet, zoals een AI-call in de MIT-regeling voor het mkb met een budget van € 3,5 mln. In 2024 heeft het NGF € 28,5 mln vrijgemaakt voor ELSA-labs en beurzen voor talentvolle AI-onderzoeker. Ook zijn 14 AI R&D projecten in het mkb van start gegaan en zijn voorstellen ontwikkeld voor AI-leergemeenschappen, AI-innovatielabs en ondersteuning van AI-startups. 

Het programma 6G Future Network Services (FNS) richt zich op de ontwikkeling en innovatie van 6G – de technologie achter de toekomstige mobiele communicatienetwerken. Een consortium van rond de 60 partners onder regie van TNO heeft een subsidie ter hoogte van € 61 mln voor de eerste fase (2024-2026) ontvangen. Er is € 142 mln gereserveerd voor de tweede fase van het programma voor de ontwikkeling van de volgende generatie mobiele communicatienetwerken.

Voor een periode van tien jaar is € 80 mln publieke financiering toegekend aan het Nationaal Onderwijslab AI (NOLAI). De oprichting van NOLAI in 2022 zorgt voor publiek-private samenwerking voor verantwoorde innovatie op het terrein van digitale leermiddelen die gebruik maken van AI. In 2024 is een additionele € 63 mln toegekend (€11,9 mln onvoorwaardelijk, € 51,1 mln voorwaardelijk) voor de opschaling van digitale onderwijsinnovatie die ontwikkeld worden door NOLAI. Het doel van dit opschalingsplan is om te komen tot de duurzame implementatie van intelligente educatieve producten en brede marktintroductie hiervan.

In relatie tot artikel 2 van de EZK-begroting is aanbevolen om door te gaan met de snelle uitvoering van de programma’s van het cohesiebeleid, in nauwe complementariteit en synergie met het herstel- en veerkrachtplan. Beleidsinstrumenten op artikel 2 van de EZK-begroting zijn in dit verband EFRO, INTERREG A en het Fonds voor Rechtvaardige Transactie. Hierbij zijn de door EZ beschikbaar gestelde financiële middelen cofinancieringsmiddelen in aanvulling op de middelen die worden verstrekt door de Europese Unie. Deze regelingen worden uitgevoerd door regionale uitvoeringsorganisaties. In het geval van EFRO en INTERREG A heeft EZ een systeemverantwoordelijkheid. In het geval van het Fonds voor Rechtvaardige Transitie is er een gedeelde verantwoordelijkheid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid samen met EZ.

Bij EFRO en INTERREG A zijn de eerste programma’s in 2022 van start gegaan met het openstellen van middelen voor de programmaperiode 2021-2027, gevolgd door de rest in 2023. In 2024 zijn deze programma’s verder opengesteld. Voor wat betreft de snelheid van de uitvoering bestaat er een wisselend beeld, waarbij bij sommige programma’s de implementatie sneller verloopt dan bij andere. In totaal zijn er eind 2024 minstens 275 EFRO-projecten in Nederland beschikt. Het Fonds voor Rechtvaardige Transitie is in 2023 tot uitvoer gekomen met zes regionale subsidieprogramma’s. De implementatie van het programma is inmiddels in volle gang. Eind 2024 zijn er 154 projecten beschikt, waar meer dan de helft van de beschikbare middelen voor is ingezet. Daarmee behoort Nederland tot de koplopers binnen de EU. De genoemde instrumenten zijn complementair aan de maatregelen in het herstel- en veerkrachtplan bij het bevorderen van vergroening en innovatie, onder andere door een regionale focus en een brede toegankelijkheid voor het mkb.

De Europese Commissie heeft in 2020 een landspecifieke aanbeveling gedaan om investeringen toe te spitsen op de groene en digitale transitie, onder andere op de ontwikkeling van duurzame infrastructuur en het schoon en efficiënt opwekken en gebruiken van energie. Het kabinet zet onverminderd in op het klimaat- en energiebeleid en digitaliseringsbeleid. Dit draagt namelijk ook bij aan het toekomstige verdienvermogen van Nederland. De ontwikkeling van duurzame infrastructuur is de inzet van het Programma Energiehoofdstructuur. Voor de ontwikkeling van het efficiënt opwekken van energie bestaat de SDE++ voor ondersteuning van hernieuwbare energieproductie en CO2-reductie. Ook zijn er verschillende regelingen beschikbaar voor investeringen in innovatie voor de energietransitie. Daarnaast is het Klimaatfonds officieel opgericht na goedkeuring door de Eerste Kamer in december 2023. Met het Klimaatfonds wordt geïnvesteerd in het behalen van de klimaat- en energiedoelen, waarbij er ook middelen specifiek zijn geoormerkt voor de ontwikkeling van de energie-infrastructuur voor de transitie en de opschaling van hernieuwbare energietechnieken.

Landspecifieke afspraken HVP

Op 4 oktober 2023 is het definitieve Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) goedgekeurd. Het Ministerie van Economische Zaken geeft uitvoering aan de volgende vier maatregelen: Health RI, Quantum Delta, AINed en Applied learning communities en Nationaal Onderwijslab AI. Het Ministerie van Klimaat en Groene Groei geeft uitvoering aan de volgende vier maatregelen: Groenvermogen Waterstof, Hervormingspakket Energiemarkt, Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing en Wind op Zee.

Zoals aangegeven werkt het kabinet hard aan de implementatie van het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP).

Nederland heeft in 2024 twee betaalverzoeken ingediend bij de Europese Commissie ter waarde van € 1,3 mld en € 1,2 mld. Het eerste betaalverzoek is inmiddels goedgekeurd en de Europese Commissie beoordeelt op dit moment het tweede betaalverzoek. Het Ministerie van Economische Zaken was voor de eerste twee betaalverzoeken verantwoordelijk voor de uitvoering en verantwoording van één mijlpaal van investering Quantum Delta en drie mijlpalen van investering Health RI en het borgen van de financiële belangen van de Unie voor de relevante maatregelen van het Ministerie van Economische Zaken.

Het Ministerie van Klimaat en Groene Groei was voor de eerste twee betaalverzoeken verantwoordelijk voor de uitvoering en verantwoording van één mijlpaal van investering Groenvermogen Waterstof en twee mijlpalen van hervorming Energiehervormingspakket en het borgen van de financiële belangen van de Unie voor de relevante maatregelen van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei.

Motie Hachchi c.s.

Ter uitvoering van de motie Hachchi c.s. (Kamerstuk 33 000 IV, nr. 28) brengen departementen in kaart welke uitgaven zij doen in Caribisch Nederland, uitgesplitst per instrument. Voor het opnemen van deze uitgaven in de budgettaire tabellen geldt een ondergrens van € 1 mln. De totale uitgaven (realisatie) van EZ/KGG voor Caribisch Nederland in 2024 bedroegen € 27,5 mln. Deze uitgaven zijn verdeeld over de beleidsartikelen 1 (€ 11,0 mln), 2 (€ 1,4 mln) en 4 (€ 15,1 mln). 

In bijlage 6: Rijksuitgaven Caribisch Nederland zijn alle uitgavenreeksen van het Ministerie van EZ/KGG ten behoeve van Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba ofwel BES-eilanden) opgenomen, ongeacht de hoogte van de uitgaven.

Licence