Inleiding
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZ) en het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) staan voor een ondernemend en duurzaam Nederland. Het jaar 2024 stond in het teken van voortzetting van economisch herstel. Tegelijkertijd staat de samenleving en het bedrijfsleven ook voor uitdagingen zoals een aanhoudend tekort aan personeel en fysieke ruimte, het doorlopen van de klimaattransitie en de digitale transitie, en een veranderende wereldorde.
Samen met haar partners werken EZ en KGG aan het behouden en versterken van ons verdienvermogen, werken we toe naar een hoogwaardige en innovatie economie en bevorderen we de brede welvaart van alle Nederlanders, nu en later, en van mensen elders in de wereld. Bedrijven en hun medewerkers hebben innovatieve ideeën voor maatschappelijke opgaven en doen investeringen waar we in de toekomst de vruchten van plukken, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid, veiligheid, klimaat en digitalisering. We willen een welvarend land blijven én een schonere en gezondere wereld doorgeven aan onze kinderen en kleinkinderen. Samen met de bestaande en nieuwe innovatieve bedrijven en organisaties bouwen wij aan een bloeiende economie van morgen. Juist ook om de transities waar we voor staan succesvol door te maken en onze kwaliteit van leven op peil te houden, is een sterke en productieve economie met vindingrijke en innovatieve ondernemers essentieel. Ondernemen moet daarom gewaardeerd worden en lonen.
In 2024 heeft met de komst van het nieuwe kabinet een splitsing plaatsgevonden van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat naar het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Klimaat en Groene Groei. Dit jaarverslag reflecteert nog op de beleidsprioriteiten van het voormalige Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Macro-economisch beeld
Na twee lastigere jaren, mede door geopolitieke spanningen, gaat het in 2024 weer beter met de Nederlandse economie. In 2023 groeide de economie met 0,1 procent, in 2024 was dat 0,9 procent. Vooral in het tweede en derde kwartaal ging het beter, met een groei van 1 procent en 0,8 procent.1 Dit kwam vooral door hogere uitgaven van consumenten en de overheid. Voor 2025 en 2026 verwacht het Centraal Planbureau (CPB) een economische groei van 1,9 procent en 1,5 procent respectievelijk.2
Toch zijn er uitdagingen die onze economie en het Nederlandse verdienvermogen onder druk zetten. Economische groei is niet vanzelfsprekend. Door de vergrijzing zijn er steeds minder mensen die werken, terwijl we wel onze voorzieningen zoals onderwijs en zorg betaalbaar en kwalitatief willen houden. Daarom is het belangrijk dat de arbeidsproductiviteit – hoeveel werk iemand in een uur doet – omhooggaat. Maar dat is al jaren moeilijk. Tussen 1974 en 2013 steeg de arbeidsproductiviteit jaarlijks met gemiddeld 1,5 procent. In de afgelopen tien jaar was dat nog maar 0,4 procent per jaar.3
Ook in 2024 was er een tekort aan personeel. Bedrijven hebben hierdoor moeite om te groeien en belangrijke veranderingen, zoals de groene en digitale transitie, worden lastiger. Het is voor EZ belangrijk dat, gegeven de krapte, innovatief ondernemerschap en de inzet van arbeidsbesparende technologie wordt gestimuleerd. Dit draagt bij aan een hogere productiviteit. Meer productiviteit lost het personeelstekort niet op, maar helpt wel om onze voorzieningen en groei te behouden. Een hogere productiviteit zorgt ervoor dat we kunnen meer doen met hetzelfde aantal of minder mensen. Ook blijven we oog houden voor de andere problemen waar bedrijven tegenaanlopen zoals regeldruk, voldoende fysieke ruimte voor ondernemen en een overbelast elektriciteitsnet.
De inflatie – de stijging van prijzen – was in 2024 3,3 procent.4 Dat is lager dan in 2023 (3,8 procent), maar boven het gewenste niveau van 2 procent en boven het Europese gemiddelde.5 Dit komt onder meer doordat de Nederlandse economie de afgelopen jaren beter presteerde dan de rest van Europa. Nu lopen we sneller tegen grenzen aan, bijvoorbeeld qua productiecapaciteit. Dit zorgt voor hogere prijzen. De Nederlandsche Bank (DNB) en het CPB verwachten dat het inflatiecijfer langzaam daalt in 2025 en 2026.6 De sterke loongroei speelt hierbij een rol, omdat hogere lonen ook prijzen opstuwen. Mensen houden meer geld over in hun portemonnee. Zo zijn de cao-lonen in 2024 met 6,6 procent toegenomen ten opzichte van 2023; de hoogste loonstijging sinds 1982.7 De verwachting is dat daarmee ook de piek is bereikt. De koopkracht neemt toe als gevolg van de hogere lonen en door het kabinet doorgevoerde lastenverlichtingen. Gemiddeld steeg de koopkracht met 2,9 procent in 2024 en de verwachting is ook dat voor 2025 en 2026 de koopkracht voor alle inkomensgroepen stijgt.8
Tot slot hangt de stand van de Nederlandse economie ook af van wat er in de rest van de wereld gebeurt. Geopolitieke onzekerheid kan het herstel vertragen. Dit kan bijvoorbeeld het vertrouwen van consumenten en bedrijven schaden, waardoor zij minder uitgeven. Nederland is afhankelijk van het buitenland via handel en investeringen. Hierdoor is de economie gevoelig voor wereldwijde schokken. Handelsbeperkingen kunnen de Nederlandse economie fors raken, zoals de pandemie en de energiecrisis dat eerder deden. De onzekerheid hierover is flink toegenomen door internationale ontwikkelingen. Daarom blijft het van belang ons in te zetten voor een concurrerende en weerbare economie zodat we onze kwaliteit van leven kunnen behouden.
Productiviteitsagenda
Om de productiviteit te verhogen heeft het kabinet een productiviteitsagenda aangekondigd waarvan in 2024 de eerste contouren zijn geschetst.9 Met een hogere productiviteit kunnen we ons niveau van welvaart behouden en kunnen Nederlandse bedrijven ook in de toekomst concurrerend blijven. De prioriteit ligt bij de productiviteitsagenda op de toepassing van innovatie en het stimuleren arbeidsbesparende technologieën. De verdere uitwerking van de productiviteitsagenda wordt voorzien voor de zomer van 2025.
Een kwalitatief ondernemingsklimaat
Met een kwalitatief ondernemingsklimaat zorgen we ervoor dat ondernemers kunnen doen waar ze goed in zijn: ondernemen. Dit vraagt onder meer om minder regeldruk maar ook toegang tot talent en financiering. Ondernemers verzilveren hierbij de kansen van transities door het bedenken van oplossingen om daarmee kennis, producten en diensten te verkopen.
Lancering Financierings
Gids Op 16 november 2024 is de FinancieringsGids gelanceerd die de toegang tot financiering voor mkb’ers verbetert. De FinancieringsGids biedt betrouwbare en onafhankelijke informatie over financieringsvormen, financiers en financieringsadviseurs.10 De Gids is een initiatief van het Ministerie van EZK, de Nederlandse Vereniging van Banken, Stichting MKB Financiering, KVK, RVO en is onderdeel van het Nationaal Convenant MKB-Financiering.
Actieprogramma Minder Druk met Regels
Op 9 december 2024 is het Actieprogramma Minder Druk Met Regels11en de Tweede nota van wijziging van de Instellingswet van het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) naar de Kamer verzonden.12 Het Actieprogramma beschrijft de concrete acties om de regeldruk voor ondernemers merkbaar te verminderen en onnodige regeldruk te schrappen zoals het reductieprogramma waarbij een ministeriële stuurgroep zich gaat buigen over verschillende onderwerpen. Met de Tweede nota van wijziging krijgt het ATR een ruimer mandaat en wordt op tijd betrokken bij voorstellen van regelgeving met significante gevolgen voor de regeldruk. Dit draagt bij aan het terugdringen van de regeldruk voor ondernemers zodat zij zich meer kunnen focussen op hun primaire processen.
OndernemersTop en Pact Ondernemingsklimaat
Op 9 december 2024 vond de eerste OndernemersTop plaats in Eindhoven.13 De Minister van Economische Zaken is in gesprek gegaan met circa 200 mkb-ondernemers, grootbedrijven en brancheorganisaties over de zorgen die leven bij ondernemers, knelpunten in ons ondernemingsklimaat en de mogelijke oplossingsrichtingen hiervoor. Deze gesprekken diepten zes prioritaire thema’s uit: (1) arbeidsmarkt en talent, (2) regelgeving en regeldruk, (3) netcongestie en verduurzaming, (4) innovatie en digitalisering, (5) internationaal ondernemen en (6) ruimte en vergunningen. Vivienne van Eijkelenborg neemt als verkenner de input mee in de verkenning van het Pact Ondernemingsklimaat. Gezien het succes en de behoefte aan een structurele dialoog met het bedrijfsleven wordt ook volgend jaar een OndernemersTop georganiseerd.
Fysieke ruimte voor economie en regionaal economisch beleid
Door bewust om te gaan met ruimte voor bedrijvigheid kunnen haven- en industriegebieden, bedrijventerreinen, campussen en kennisintensieve stedelijke gebieden ook in de toekomst bijdragen aan onze welvaart. Het draagt bij aan een kwalitatieve leefomgeving waarin ondernemers kansen krijgen om te groeien met geschikte locaties voor bedrijven.
Doorontwikkeling schaalsprong Brainport
In 2024 hebben overheid, regio en bedrijven samen de ‘Beethoven-deal’ gesloten onder leiding van EZK. Zij investeren samen € 2,51 mld in infrastructuur, woningen, talent en oplossingen voor netcongestie om de microchipsector in Nederland te versterken. Tot 2030 geeft het kabinet € 450 mln voor het opleiden van technici. Vanaf 2031 is hiervoor elk jaar € 80 mln extra beschikbaar. Eind 2024 is het versterkingsplan microchip-talent opgeleverd, met € 300 mln steun van bedrijven, onderwijsinstellingen en andere partners. In de tweede helft van het jaar is een versterkte governance ingericht om zo met alle partijen tijdig tot resultaten te komen.
Ruimtelijke Economische Verkenning 2024
Op 25 september 2024 is de Ruimtelijke Economische Verkenning 2024 (REV) gepubliceerd als onderdeel van de voortgangsbrief Ruimte voor Economie.14 De REV beschrijft de huidige ruimtelijke economische structuur op basis van een feitelijke analyse en bestaat uit de vijf thema’s: (1) het ruimtegebruik van de economie, (2) de rol van mensen, (3) innovatie, (4) duurzame economie, en (5) nationale en internationale verbondenheid. De analyse toont aan dat iedere regio bijdraagt aan de Nederlandse economie en werkt aan maatschappelijke opgaven en transities. De REV is een bouwsteen voor het opstellen van de Ruimtelijke Economische Visie.
Bestuurlijke werkconferentie Ruimte voor Economie
In 2024 is een Bestuurlijke Werkconferentie ‘Ruimte voor Economie’ georganiseerd als uitwerking van het Programma Ruimte voor Economie en bestuurlijke afspraken ‘Grip op grootschalige bedrijfsvestigingen’.15 Er is informeel en gedachtenvormend besproken welke concrete vervolgstappen door de betrokken partners gezet moeten worden. Op de uitkomsten wordt ambtelijk en bestuurlijk op voortgebouwd wat bijdraagt aan structurele borging van de economie binnen ruimtelijke ordening. In 2025 verkennen de ministeries van EZ, VRO en IenW, het Interprovinciaal Overleg (IPO), Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) en VNO-NCW/MKB-Nederland of en hoe te komen tot interbestuurlijke samenwerkingsafspraken voor ruimte voor economie.
Economische veiligheid, weerbaarheid en kritieke grondstoffen
Door aandacht te hebben voor economische veiligheid, weerbaarheid en kritieke grondstoffen behouden we een gediversifieerde en stabiele economie die schokken kan opvangen. Zo verkleinen we de impact van geopolitieke risico’s en afhankelijkheden van kwetsbare toeleveringsketens en blijven onze essentiële voorzieningen beschikbaar.
Kritieke Grondstoffen
Onder de Nationale Grondstoffenstrategie wordt ingezet op hogere leveringszekerheid van kritieke grondstoffen. Een Speciaal Vertegenwoordiger Grondstoffenstrategie is aangesteld, en de Europese Critical Raw Materials Act is sinds voorjaar 2024 van kracht. In het najaar zijn eerste onderzoeken over Nederlandse risicovolle afhankelijkheden op kritieke grondstoffen aan de Tweede Kamer gestuurd.16 Het kabinet heeft twee pilots tot zomer 2025 aangekondigd binnen het traject richting een voorraadvormingsprogramma voor kritieke grondstoffen.17 Tot slot is een aanpak gepresenteerd om verwerkingscapaciteit van kritieke grondstoffen in Nederland te realiseren.18
Economische veiligheid en weerbaarheid
Het kabinet actualiseert de Wet veiligheidstoets investeringen (Wet vifo) om ongewenste afhankelijkheden bij bedrijven met sensitieve technologieën te voorkomen.19 Hiermee kunnen bedrijven veilig en weerbaar ondernemen en worden risico’s voor de nationale veiligheid gemitigeerd. Een nieuwe algemene maatregel van bestuur (AMvB), die extra technologieën en sectoren aan het toepassingsbereik toevoegt stond tot 31 januari 2025 open voor internetconsultatie. Naar verwachting wordt de Kamer in het voorjaar van 2025 over de uitkomsten geïnformeerd.
Een innovatieve economie
Met het aanwakkeren van investeringen in onderzoek, ontwikkeling en technologie kunnen we oplossingen creëren voor maatschappelijke uitdagingen. Daarmee wordt de kwaliteit van ons leven verhoogd en blijven we ook in de toekomst behoren tot de innovatiekoplopers en profiteren bedrijven van nieuwe marktkansen.
Fotonica pilotline PIXEurope
Het consortium PIXEurope, waar Nederland met 11 landen onderdeel van is, is in november 2024 door de Europese Chips Joint Undertaking geselecteerd voor contractbesprekingen voor de ontwikkeling van een Europese pilotline voor fotonische chips. Eindhoven en Enschede zijn belangrijke toekomstige locaties voor de beoogde productiefaciliteiten. Van de in totaal 380 mln. aan gereserveerde publieke investeringen zal naar verwachting € 133 mln binnen Nederland worden geïnvesteerd in proefproductielijnen. De nationale cofinanciering hiervoor komt uit de reguliere EZ-begroting en uit het NGF-project PhotonDelta.20
Uitvoering Nationale Technologiestrategie
Begin 2024 is de Nationale Technologiestrategie (NTS) gepubliceerd.21 De strategie identificeert tien prioritaire sleuteltechnologieën voor Nederland en is daarmee een belangrijke bouwsteen voor de doorontwikkeling van het innovatie- en industriebeleid. In 2024 zijn verschillende innovatie-instrumenten, waaronder de Thematische Technology Transferregeling, gekoppeld aan de prioriteiten van de NTS. In 2025 wordt deze lijn doorgezet waardoor Nederland ook in de toekomst vruchten kan blijven plukken van baanbrekende innovaties.22
Vernieuwing missiegedreven innovatiebeleid
Het Regeerprogramma kondigt een vereenvoudiging van het missiegedreven innovatiebeleid aan. Hiermee krijgt het beleid een scherpere focus en een duidelijkere governance. De contouren van dit vernieuwd innovatiebeleid zijn vastgesteld in december 2024 tijdens een regieoverleg van het Kennis- en Innovatie Convenant. In 2025 gaan de vakdepartementen door met de nadere uitwerking van de organisatiestructuren per thema.
Een digitale economie
We verzilveren de kansen van een digitale economie door de versterking van de digitale infrastructuur en het blijven ontwikkelen van nieuwe innovatieve toepassingen binnen het digitale domein. Zo heeft de maatschappij beter toegang tot digitale diensten en vergroot het de mogelijkheden voor ondernemers voor bijvoorbeeld innovatie.
Beschikbaarstelling van frequentieruimte in de 3,5 GHz-band voor snel mobiel internet
Op 1 juli 2024 is de veiling van de 3,5 GHz-band afgerond. De drie winnende partijen KPN, Odido en VodafoneZiggo hebben ieder 100 MHz verworven.23 Door deze nieuwe frequenties kunnen consumenten en zakelijke gebruikers nog sneller mobiel internetten en gebruik gaan maken van nieuwe toepassingen zoals augmented en virtual reality.
AI & cloud innovatie
In 2024 zijn 14 AI-projecten met 30 mkb-ondernemingen gestart die gericht zijn op samenwerken aan ontwikkeling van innovatieve AI-toepassingen. De financiering komt uit het NGF-project AiNed via een (jaarlijkse) AI-call in de MIT-regeling van EZ. Dat maakt dat er nu 90 mkb-ondernemers aan de slag zijn met AI-innovaties via de MIT. Voor cloud zijn drie Nederlandse IPCEI Cloud Infrastructuur en Services (CIS) projecten gestart om een zogenoemd Multi-Provider Cloud-Edge Continuum te bouwen samen met tientallen projecten uit andere EU-lidstaten. Door innovaties wordt het daarmee makkelijker om over te kunnen stappen en diensten te combineren.
Actieplan Duurzame Digitalisering
Op 17 juni 2024 is het Actieplan Duurzame Digitalisering naar de Kamer verstuurd.24 Het actieplan beschrijft 44 acties die langs drie actielijnen tot eind 2025 naar twee doelen toewerken: (1) de digitale sector verder verduurzamen en (2) digitalisering inzetten voor verduurzaming. Het Ministerie van EZ heeft een regierol maar de uitvoering van deze acties wordt gedaan door de betrokken departementen (EZ, KGG, LVVN, IenW, BZK) en de digitale sector zelf, o.a. via de Nationale Coalitie Duurzame Digitalisering, met daarin ook kennisinstellingen en medeoverheden.
Staat Digitale Infrastructuur
In januari 2024 is de Staat van de Digitale Infrastructuur gepubliceerd.25 Hiermee zet het kabinet in op het behouden en verstevigen van onze hoogwaardige digitale infrastructuur, die essentieel is voor ons vestigingsklimaat en verdienvermogen. Daarbij is extra aandacht voor het stimuleren van nieuwe onderzeese datakabels met de Zeekabel Coalitie en de positie van datacenters in de digitale economie.26 Met de raadsconclusies uit de Telecomraad van 6 december 2024 heeft Nederland samen met de andere lidstaten richting gegeven aan verwachte nieuwe voorstellen van de Europese Commissie op dit terrein.27
Goed functionerende markten
Ook in 2024 zette EZK zich ervoor in dat de concurrentie tussen bedrijven wordt geborgd, consumenten zoveel mogelijk waar voor hun geld krijgen en consumenten worden beschermd met moderne en toekomstbestendige consumentenregelgeving. Goedwerkend mededingingsbeleid is een belangrijke randvoorwaarde voor de economie als geheel en het generieke vestigingsklimaat in Nederland.
Interne markt
In Europa kreeg de interne markt in 2024 de nodige aandacht door het Letta rapport28, het Draghi-rapport29 en de aankondiging van de Europese Commissie om uiterlijk in juni 2025 een horizontale interne-marktstrategie te publiceren. Daarop heeft Nederland een 10-puntenplan opgesteld met concrete belemmeringen voor het vrij verkeer om in Europees verband op te pakken.30
Inzet op territoriale leveringsbeperkingen (TLB) is hiervan een onderdeel. Binnen de EU en de Benelux agendeert het Ministerie van EZ dit probleem voor het vrij verkeer van goederen en mogelijke oplossingsrichtingen. Er is dit jaar een position paper opgesteld over TLB met brede steun van lidstaten.31 Dankzij de Nederlandse inzet is een project naar TLB gestart binnen de Europese Taskforce interne-markthandhaving (SMET). De aanpak van e-commerce via niet-Europese online platforms is ook onderdeel van het 10-puntenplan. In 2024 zijn hierop verschillende acties in gang gezet, zoals de lancering van de Productenmeldwijzer voor onveilige producten32 en een social mediacampagne.
Aanbestedingsstelsel
Een goed samenspel tussen overheid en markt is belangrijk. Zo krijgen bedrijven eerlijke kansen en wordt de maatschappelijke waarde van de overheidsinkoop vergroot. In 2024 is het programma Beter Aanbesteden afgerond dat heeft bijgedragen aan de professionalisering van de aanbestedingspraktijk. Het regiomanagement was een grote succesfactor. Om de goede dialoog tussen ondernemers en aanbestedende diensten voort te zetten gaan vanaf 2025 drie regiomanagers bij PIANOo aan de slag.
Aanbesteden wordt in toenemende mate ingezet als strategisch beleidsinstrument voor het realiseren van andere beleidsdoelen. In 2024 is de nieuwe toolbox Veilig Inkopen op PIANOo gepubliceerd zodat inkopers sneller risico’s voor de nationale veiligheid kunnen identificeren. Ook heeft het kabinet in 2024 haar standpunten en plannen voor een toekomstbestendiger inkoop- en aanbestedingsbeleid uiteengezet om bij te dragen aan sociale en duurzame doelstellingen.
Klimaatbeleid
Met klimaatbeleid borgen we dat we een schonere wereld doorgeven aan toekomstige generaties en stellen we de samenleving in staat om te verduurzamen in hoe we wonen, hoe we ons verplaatsen en hoe we ons geld verdienen.
Nationale klimaatdoelen en het Klimaatfonds
In het voorjaar van 2024 is een beleidspakket opgesteld van normering, beprijzing en subsidiering gericht op het streefdoel van 55% CO2-reductie in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050. Ten aanzien van het Klimaatfonds is besloten € 4,7 mld toe te kennen, voor onder andere verder onderzoek naar de bouw van de nieuwe kerncentrales; nationale subsidieregeling warmtenetten en ophoging Warmtefonds.33 Van de resterende € 26 mld in het Klimaatfonds is € 10,9 mld toegekend onder voorwaarden of gereserveerd voor specifieke maatregelen. In totaal is € 15,1 mld, waarvan het merendeel bedoeld is voor kernenergie, nog niet toegewezen voor een specifieke maatregel. In 2024 heeft het kabinet tevens besloten € 1,2 mld te bezuinigen op middelen voor groene waterstof en batterijen en € 9,5 mld aan het Klimaatfonds toe te voegen voor investeringen in kernenergie.
Naast publieke investeringen is private financiering ook essentieel voor het behalen van klimaatdoelen. Het kabinet heeft dit gestimuleerd via vertegenwoordiging in het Klimaatcommitment van de financiële sector en de financieringstafels die onder leiding van Invest-NL worden georganiseerd op specifieke onderwerpen. Het Planbureau voor de Leefomgeving raamde in de Klimaat en Energieverkenning (KEV) 2024 een CO₂-reductie van 45-52% in 2030. Het doel van 55% CO₂-reductie in 2030 is hiermee buiten bereik. Daarom wordt in het voorjaar 2025 besloten over alternatief beleid, zoals aangekondigd in de Klimaatnota 2024 van het kabinet.34
Nationaal Burgerberaad Klimaat
Burgerberaden zijn een manier om burgers beter te betrekken bij grote opgaven zoals klimaatverandering. Alle voorbereidingen zijn in 2024 afgerond waarmee het Nationaal Burgerberaad Klimaat van start is gegaan in 2025.35 Na de zomer in 2025 wordt het advies aan het kabinet en het parlement overhandigd. 175 gelote burgers gaan aan de slag met de vraag «Hoe kunnen we als Nederland eten, spullen gebruiken en reizen op een manier die beter is voor het klimaat?»
Mondiaal klimaatbeleid
Tijdens COP29 heeft de Nederlandse onderhandelingsdelegatie internationale regels voor de handel in koolstof afgesproken.36 Ook is een nieuw lange termijn doel voor internationale klimaatfinanciering per 2035 vastgesteld. Vier nieuwe landen sloten zich aan bij de door Nederland geleide ‘Coalition on Fossil Fuel Incentives including Subsidies’ die in december 2023 werd opgericht. De nu zestien leden zullen, in navolging van Nederland, de door hen geboden fossiele voordelen in kaart brengen.
Energiebeleid
Energiebeleid voor een toekomstbestendig Nederland realiseert de noodzakelijke hernieuwbare opwek en infrastructuur en ondersteunt sectoren en huishoudens om te verduurzamen. Zo zorgen we voor een duurzame, betrouwbare en betaalbare energievoorziening die bijdraagt aan de klimaatdoelen en energieonafhankelijkheid versterkt.
Energiewet
In 2024 is de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel voor de Energiewet afgerond. Nadat de Tweede Kamer in juni 2024 het wetsvoorstel aannam, stemde in december 2024 ook de Eerste Kamer met het wetsvoorstel in. In 2025 zal de bijbehorende onderliggende regelgeving worden uitgewerkt, waarna de Energiewet daadwerkelijk in werking kan treden. De Energiewet vervangt de huidige Gaswet en Elektriciteitswet 1998 en biedt een gemoderniseerd wetgevingskader ten behoeve van (1) het functioneren van de markten voor gas en elektriciteit en (2) de verdere energietransitie.
Wet collectieve warmte
In 2024 is het wetsvoorstel Wet collectieve warmte (Wcw) naar de Tweede Kamer gestuurd.37 De Kamerbehandeling van dit wetsvoorstel staat gepland voor het voorjaar van 2025. Met dit wetsvoorstel wordt beoogd de warmtetransitie in met name de gebouwde omgeving te bevorderen en tegelijkertijd de publieke belangen duurzaamheid, leveringszekerheid en betaalbaarheid beter te borgen dan in de huidige Warmtewet.
Eind van de salderingsregeling
In 2024 is een wet aangenomen om de salderingsregeling voor zonnepanelen per 2027 te beëindigen.38 Vanaf dat moment krijgen mensen met zonnepanelen een redelijke vergoeding voor de stroom die ze terugleveren. Dit stimuleert efficiënter gebruik van hernieuwbare energie en helpt het elektriciteitsnet te ontlasten. Dit wetsvoorstel geeft duidelijkheid aan de energiesector, leveranciers van zonnepanelen en huishoudens met zonnepanelen. De periode tot 2027 wordt benut voor de zorgvuldige implementatie van deze wijziging in de regelgeving in overleg met alle betrokken partijen.
Klimaat- en energienota
De jaarlijkse Energienota werkt de stappen uit die het kabinet zet om de koers voor een duurzaam energiesysteem uit te voeren. De nota gaat in op de stappen en in de beleidsagenda op de «witte vlekken» in het energiebeleid, meer specifiek het energiesysteem, en heeft daarnaast ieder jaar een thema waarop extra uitwerking plaats vindt. Ook wordt jaarlijks de ontwikkeling van het energiesysteem gemonitord. In 2024 is middels de energiewet deze jaarlijkse cyclus afgesproken en is de eerste energienota, beleidsagenda en monitor gepubliceerd waarbij de nota in het teken stond van leveringszekerheid.
Samenwerkingsagenda Energiesysteem
In 2024 heeft EZK met VRO, de decentrale koepels IPO, VNG en UvW, en in nauwe samenwerking met Netbeheer NL een interbestuurlijke samenwerkingsagenda Energiesysteem opgesteld. Met de agenda wordt gewerkt aan het verduidelijken van de gezamenlijke opgave en versterking van de regie op keuzes in de planvorming en de samenhang in de sturing en ondersteuning van de energietransitie. De agenda wordt voor de zomer van 2025 uitgewerkt en met de Kamer gedeeld.
Verdere doorontwikkeling Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++)
In 2024 zijn verdere stappen gezet voor de doorontwikkeling van de SDE++. Ten eerste is de keuze gemaakt om voor de stimulering van zon en wind op land per 2027 over te stappen van de SDE++ naar contracts for difference (CfD's). Voor deze CfD’s zijn in 2024 de ontwerpkeuzes inzichtelijk gemaakt, die het kabinet in het voorjaar van 2025 zal wegen. Ten tweede zijn in eind 2024 de eerste conclusies vastgesteld in de verkenning naar de toekomstige ontwikkeling van de SDE++. Doordat de energietransitie in een nieuwe fase is beland lost de huidige SDE++ de nieuwe uitdagingen niet altijd op. Voor sommige technieken werkt de regeling goed, maar voor andere technieken wordt in de verdere verkenning gekeken naar betere manieren om deze te ondersteunen. In het najaar van 2025 zal het kabinet een pakket aan voorstellen voor aanpassingen wegen. Tot slot zijn in het meerjarenprogramma voor het Klimaatfonds voor 2025 in 2024 afspraken gemaakt over de inzet van middelen behorende bij vroege fase opschaling en energie infrastructuur voor doelen die bijdragen aan de verdere ontwikkeling van het energiesysteem, zoals flexibiliteit en de ontwikkeling van duurzame alternatieven voor koolstofhoudende energiedragers en grondstoffen.
Windenergie op zee
In 2024 heeft EZK een update van de routekaart voor de realisatie van windparken op zee gepubliceerd.39 Hierin staan de plannen voor de vergunningverleningsprocedures van de aankomende windparken op zee. Ook wordt ingegaan op de procedures voor twee demonstratieprojecten voor waterstof op zee. Het kabinet voert de routekaart voor 21 GigaWatt (GW) windenergie op zee volledig uit en heeft daarbij aandacht voor de verhouding tot andere belangen en gebruikers zoals de visserij en mijnbouw. In 2024 zijn vergunningen verleend voor twee windparken (4 GW) die in 2029 klaar moeten zijn. Deze parken vergroten de hernieuwbare energieproductie en er zijn ook innovaties toegepast voor verbetering van de Noordzeenatuur en vermindering van netcongestie.
Rijksprojectprocedures voeren voor de ruimtelijke inpassing van energie-infrastructuur
Onze energie-infrastructuur moet flink worden verbouwd om in de toekomst genoeg energie te kunnen leveren voor onder andere nieuwe huizen, duurzame industrie en schoon vervoer. Het kabinet werkt samen met betrokken partijen hard aan de bouw van nieuwe hoogspanningsverbindingen, buisleidingen voor waterstof en CO2, en nieuwe kerncentrales. Ten behoeve van de voorbereiding en ruimtelijke inpassing van nationale projecten heeft EZK in 2024, in samenwerking met betrokkenen, een groeiend aantal van 33 projectprocedures uitgevoerd of voorbereid, zodat de realisatie van deze cruciale projecten zo snel mogelijk van start kan.
Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK) projectenronde 2024
Eind 2024 is er een nieuwe toelatingsronde voor MIEK projecten geweest. De projecten zijn voorgesteld via de CES’en die door de industrieclusters zijn opgesteld. De projecten Multi Utiliteiten Kruising Westerschelde, Delta Schelde Corridor, Carbon Capture en Storage (CCS) netwerk Noordzeekanaalgebied (NZKG) en Netverzwaring Wijchen t.b.v. Brainport Eindhoven zijn opgenomen als nieuwe projecten. Het project CO2nstance is afgewezen, het project H-Vision is afgevoerd.40
Kernenergie
Kernenergie kan als betrouwbare en CO2-arme energiebron een sleutelrol spelen in een duurzaam en robuust energiesysteem. Doordat het niet weersafhankelijk is, vermindert dat onze behoefte aan flexibiliteitsmaatregelen en opslag en vergroot het onze energiezekerheid.
Nieuwbouw van kerncentrales
In het regeerprogramma is de ambitie uitgesproken om vier kerncentrales te bouwen in plaats van twee. In november 2024 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken m.b.t. de bouw van de eerste nieuwe kerncentrales.41 Belangrijke stappen die de afgelopen periode voor nieuwbouw zijn gezet zijn de start van de projectprocedure voor het bepalen van de locatie, de opbouw van de projectorganisatie voor de uitvoering van de nieuwbouw, de opening van het informatiecentrum in Borssele, en de intentieverklaring die met de gemeente Borssele en provincie Zeeland is afgesloten. Ook is het Ministerie van KGG in gesprek met drie bedrijven die grote kerncentrales kunnen bouwen. Samen met die bedrijven voeren we technische haalbaarheidsstudies en een marktconsultatie uit om te onderzoeken onder welke technische en financiële voorwaarden nieuwe kerncentrales in Nederland gebouwd kunnen worden.42
Small Modular Reactors (SMRs)
In maart 2024 heeft EZK de programma-aanpak Small Modular Reactors gepubliceerd.43 Er is een team opgebouwd om uitvoering te geven aan deze aanpak. In december 2024 zijn, na Europese aanbesteding, de simulaties uit programmalijn 1 van start gegaan en is de SMR-(kennis)module gepubliceerd op www.overkernenergie.nl. Industrieclusters zijn, mede n.a.v. publicatie CES 3.0, geconsulteerd over mogelijke interesse in SMRs.
Kennis en innovatie over kernenergie
Het versterken van de kennisinfrastructuur op kernenergie is noodzakelijk voor uitbreiding van kernenergie. Tijdens de klimaattop in Bakoe sloot het kabinet voor Nederland een MoU met Frankrijk over kennisuitwisseling op het gebied van kernenergie. Daarnaast is een drietal nieuwe leerstoelen gefinancierd aan de TU Delft op de gebieden nucleaire energie technologie, materiaalonderzoek voor nucleaire reactoren en nucleaire reactor fysica. Dit versterkt het academisch onderzoek en onderwijs verder.
Verduurzaming industrie
Om groene groei in Nederland te realiseren, moet het aantrekkelijk blijven voor zowel bestaande als nieuwe bedrijven om in ons land te investeren in verduurzaming. Het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (NPVI) faciliteert deze verduurzaming en zorgt ervoor dat we ook in de toekomst een concurrerende en duurzame industrie hebben in Nederland.
Maatwerkafspraak Nobian
Op 19 december 2024 is de eerste maatwerkafspraak getekend met Nobian. Nobian gaat grote investeringen doen in Nederland in de elektrificatie van twee Nederlandse productielocaties, in elektriciteitsbesparing en flexibilisering en in een circulair project met positieve effecten op leefomgeving. Door de afspraak dat Nobian de verduurzamingsplannen met 10 jaar versnelt, wordt er in 2030 ruim 0,5 Mton CO2-uitstoot gereduceerd t.o.v. 2020. Dit is 387 Kton meer dan op grond van de nationale CO2-heffing van Nobian wordt verwacht. Ook reduceert Nobian 400 ton stikstofoxiden (NOx), bespaart het jaarlijks 300 miljoen m3 aardgas en vermindert Nobian het waterverbruik. Deze financiële ondersteuning draagt niet alleen bij aan de verduurzaming van industriële productie in Nederland, maar zorgt ook voor een stevig fundament voor het behoud van een belangrijke chemische waardeketen in Europa.
Aanpak piekbelasters stikstof industrie
In 2024 zijn in het kader van de bovenwettelijke aanpak van ammoniakemissies twee maatwerksubsidies toegekend voor ROCKWOOL en Yara Sluiskil. Ook is een subsidiemodule ontwikkeld voor nageschakelde techniek om emissies te reduceren. De maatregelen hebben tot doel om gezamenlijk tussen de 200 en 250 ton ammoniak te reduceren.
Oplevering Cluster Energie Strategieën (CES’en)
De vijf industrieclusters hebben in samenwerking met netbeheerders, overheden en de clusterregisseurs uit het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie in 2024 de vernieuwde Cluster Energie Strategieën (CES’en) opgeleverd. Deze beschrijven de verduurzamingsplannen en daarmee veranderende energievraag tot 2050. Cluster 6 stelt met de provincies en (regionale) netbeheerders een aangescherpte Cluster Energiestrategie op per provincie.
Transitie van de diepe ondergrond en afhandeling gaswinning Groningen
Door de afhandeling van schade en versterking in Groningen wordt herstel en perspectief geboden aan de regio.
Porthos
Het grootschalige Carbon Capture and Storage (CCS) project Porthos in de Rotterdamse haven is in 2024 gestart met de aanleg en bouw van de infrastructuur. Hiermee is een belangrijke mijlpaal behaald in het Nederlandse klimaatbeleid. Porthos is het grootste CCS-project in de Europese Unie en zal een aanzienlijk deel van de CO2-uitstoot in het Rotterdamse industriegebied reduceren. Na de realisatie kan de infrastructuur worden uitgebreid en meer CO2 worden gereduceerd. EZK heeft hier een bijdrage aan geleverd via subsidie- en vergunningverlening, samenwerking met de staatsdeelnemingen en beleidsmatige sturing.
Vergunningen activiteiten in de diepe ondergrond
In 2024 is een groot aantal vergunningen verleend voor activiteiten in de diepe ondergrond, zowel op land als op de Noordzee. Activiteiten in de diepe ondergrond, zoals gebruik van aardwarmte voor de verwarming van huizen en kassen, dragen bij aan de energietransitie. De komende jaren is aardgas nog nodig. Vergunningen zijn verleend om de gaswinning op de Noordzee zo veel mogelijk te versnellen. Voor activiteiten in de diepe ondergrond op land is draagvlak niet altijd evident. Bij bijvoorbeeld Schoonebeek is daarom als test een gebiedsproces gestart om het draagvlak te vergroten waarbij tevens afspraken zijn gemaakt over de wijze waarop de omgeving financieel kan meeprofiteren.
Opvolging Parlementaire Enquêtecommissie aardgaswinning Groningen (PEGA) maatregelen
Met de start van het data programma ‘Parlementaire Enquêtecommissie aardgaswinning Groningen Invulling Ondergrond’ (PIO), GeoKennisNL en de oprichting van het panel ‘Societal Effects of Mining’ (SEM) is invulling gegeven aan maatregelen uit de kabinetsreactie Nij Begun met betrekking tot kennisontwikkeling. De doelstelling van PIO is om meer en betere data over de ondergrond te verzamelen en op een toegankelijke manier te ontsluiten. GeoKennisNL bevindt zich nu in een kwartiermakersfase en heeft als doel om de kennisontwikkeling van de ondergrond te stimuleren. Het KEM (Kennisprogramma Effecten Mijnbouw) wordt in 2025 uitgebreid met een apart panel – SEM – voor het onderzoeken van sociaal-maatschappelijke mijnbouweffecten.
Uitwerken wetsvoorstel PEGA
In 2024 is het PEGA-wetsvoorstel online geconsulteerd en aangeboden aan de Raad van State voor advisering. Dit wetsvoorstel geeft een aantal maatregelen uit de kabinetsreactie ‘Nij Begun’ een wettelijke basis. Het gaat onder andere om een wettelijke basis voor de generatielange aanpak van het kabinet om de ereschuld aan Groningen in te lossen, inclusief de jaarlijkse monitoring van de resultaten via de Staat van Groningen. Ook regelt het wetsvoorstel onder meer dat het Instituut Mijnbouwschade Groningen schade kan laten herstellen zonder onderzoek te doen naar de schadeoorzaak (tot een bedrag van € 60.000). Het wetsvoorstel wordt naar verwachting in 2025 aan de Tweede Kamer aangeboden.
Sluiting Groningenveld
Het Groningenveld is op 19 april 2024 definitief gesloten. Hiermee is er een einde gekomen aan 60 jaar gaswinning uit het Groningenveld. Het sluiten betekent het wegnemen van de bron van de bevingen en van alle ellende voor de Groningers en Noord-Drenten. Hiermee is een fundament gelegd om verder te kunnen bouwen aan herstel en verbetering van het fysieke en mentale veiligheidsgevoel van bewoners.
Start nieuwe schadeafhandeling Groningen
Het herstel van vertrouwen begint bij de versterkings- en hersteloperatie. In 2024 zijn daarom belangrijke verbeteringen in de schadeafhandeling doorgevoerd. Zo kunnen bewoners nu kiezen voor het daadwerkelijk herstel van schades tot € 60.000 zonder onderzoek naar de schadeoorzaak. Ook is de vaste eenmalige schadevergoeding verhoogd naar € 10.000, waarmee bewoners met kleinere schades kunnen kiezen voor een snelle afhandeling zonder gedoe.
Versterkingsoperatie
De haalbaarheidsanalyse van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) laat zien dat het merendeel van de versterkingsopgave voor eind 2028 is afgerond. Echter, de beoogde einddatum voor de afronding van de versterking in 2028 kan niet voor alle gebouwen behaald worden.44 In 2024 zijn ruim 1.200 gebouwen versterkt en ruim 3.600 (excl. versterkte huizen) direct op norm verklaard. In 2024 is een leidraad voor het wegnemen van onaanvaardbare verschillen aangekondigd en opgesteld door EZK, NCG en gemeenten, welke naar verwachting in het eerste kwartaal van 2025 wordt vastgesteld. In 2024 heeft de NCG de proef om isoleren en versterking te combineren uitgevoerd waarover is besloten dit door te zetten.45 De subsidieregeling verduurzaming is vanuit het Rijk met alle 13 betrokken gemeenten en de provincies Drenthe en Groningen uitgewerkt.
Sociale Agenda
De aangestelde kwartiermaker voor de Sociale Agenda heeft de definitieve versie van de Sociale Agenda op 19 november aan regio en Rijk opgeleverd. Hierin staan 16 maatregelen die de brede welvaart in Groningen en Noord-Drenthe in 30 jaar tenminste op het nationaal gemiddelde brengen. Een team samengesteld uit regio en Rijk werkt aan de uitwerking van de agenda onder leiding van de kwartiermaker. De Sociale Agenda is in januari 2025 gepresenteerd.46 In januari 2025 is de kwartiermaker met zijn vervolgopdracht gestart. Daar is het opstarten van de voorgestelde maatregelen en het vormgeven van allianties om de maatregelen succesvol in te kunnen voeren een onderdeel van. Ook zal de kwartiermaker aan de slag gaan met het borgen van een uitvoeringsorganisatie en het opzetten van monitoring in samenhang met de Groningenwet.
Economische Agenda
De aangestelde kwartiermaker voor de Economische Agenda heeft in nauwe samenwerking tussen BZK, EZK, regionale overheden en Nationaal Programma Groningen de uitgangspunten en concept doelstellingen in 2024 opgeleverd. Ook hiervoor is een team samengesteld uit regio en Rijk ingericht dat werkt aan de uitwerking. In expertsessies, individuele gesprekken en publieke consultaties zijn vele bewoners, ondernemers en experts uit praktijk en wetenschap gevraagd om mee te denken over de richting en concrete inzet van de Economische Agenda, zodat economisch perspectief voor de regio Groningen en Noord-Drenthe verbetert. De concept Agenda wordt voorzien in maart 2025.
Europese en internationale samenwerking
Door ook op Europees en internationaal niveau te blijven samenwerken met onze partners blijven we toonaangevend op onze beleidsterreinen. Ook vinden we oplossingen voor uitdagingen die we niet alleen kunnen aanpakken.
Kabinetsvisie op concurrentievermogen
In 2024 heeft het kabinet een kamerbrief over concurrentievermogen gepubliceerd. Deze brief schetst de kabinetsvisie voor een economische en geopolitieke context langs zes thema’s: 1) interne markt en mededinging, 2) onderzoek, talent en (digitale) innovatie, 3) Europees economisch buitenlandbeleid, 4) kritieke grondstoffen, circulariteit en energie, 5) toekomstgerichte industrie en 6) financiering.47 Voor het opstellen van deze visie is gesproken met verschillende belanghebbenden uit het bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. De brief vormt de basis voor de inzet van het kabinet bij onderhandelingen over het versterken van EU-concurrentievermogen. Hiertoe zijn ook kabinetsreacties op de rapporten Letta48 en Draghi49gepubliceerd. Veel van de aanbevelingen liggen op het terrein van EZ en KGG. De Commissie brengt de komende jaren voorstellen uit waar de aanbevelingen in zijn verwerkt en het kabinet zet zich in om de kabinetsvisie te laten landen in de voorstellen.
Agendering beleidsprioriteiten nieuwe Commissie
2024 stond in het teken van Europese verkiezingen, afronding van Commissie Von der Leyen I, en opmaat naar een nieuwe Commissie. EZK heeft in aanloop naar de formatie van een nieuwe Commissie het voortouw genomen op position papers t.b.v. beïnvloeding van de nieuwe Commissie en de individuele portefeuilleverdeling van nieuwe Commissarissen. Met de start van een nieuwe Commissie in december 2024 zal 2025 in het teken staan van nieuwe wetsvoorstellen van deze nieuwe Commissie, die voor een belangrijk deel op het terrein van EZ en KGG zullen liggen.
Coördinatie Technical Support Instrument (TSI)
Het EU-fonds TSI heeft tot doel hervormingen in verschillende beleidsdomeinen van lidstaten te ondersteunen. In 2024 werden 19 Nederlandse projecten, of projecten waar Nederland samen met andere lidstaten onderdeel van uitmaakt, goedgekeurd vanuit het TSI; meer dan verdubbeling t.o.v. 2023. Het toegekende bedrag steeg daarmee met ongeveer 67 procent naar € 5,348 mln. De Nederlandse projecten gaan onder andere over het verbeteren en vergemakkelijken van duurzaamheidsrapportage door bedrijven, in bijzonder mkb, ondersteunen bij opgave naar klimaatneutraliteit van steden en preventie in de gezondheidszorg.
Tot slot
Voor EZK kwamen grote uitdagingen samen in 2024. Ervoor zorgen dat Nederland voldoende toekomstig verdienvermogen heeft om in de toekomst ook welvaart te behouden. Dat de gehele samenleving kan meeprofiteren van de economische groei, zodat niemand achterblijft. Het ondernemers- en investeringsklimaat aantrekkelijker maken en behouden. Het vergroenen van onze economie en onze industrie zodat we groene groei realiseren. Het doorlopen van de energietransitie met oog voor betaalbaarheid, veiligheid en leveringszekerheid. Rekening houden met de veranderende internationale verhoudingen en het borgen van onze economische veiligheid.
Dit zijn grote opgaven, maar ook een kans om het verschil te maken. Niet alleen, maar juist in brede samenwerking met burgers, werknemers, ondernemers, maatschappelijke organisaties, de verschillende ministeries, medeoverheden, de Europese Unie en andere landen.