Base description which applies to whole site

4.2 Budgettaire ontwikkeling uitgaven Sociale Zekerheid

Deze paragraaf presenteert een totaaloverzicht van de uitgaven aan Sociale Zekerheid voor het jaar 2024. Eerst wordt de opbouw van de totale uitgaven aan Sociale Zekerheid weergegeven, onder verdeeld naar begrotings- en premiegefinancierde uitgaven. Daarna wordt inzicht gegeven in de onderverdeling van de uitgaven aan Sociale Zekerheid naar de verschillende regelingen. In deze paragraaf worden de ontvangsten in mindering gebracht op de uitgaven (netto uitgaven aan Sociale Zekerheid).

Uit tabel 5 is af te leiden dat de totale uitgaven aan Sociale Zekerheid € 0,6 miljard lager zijn uitgekomen dan voorzien bij de begroting 2024. De uitgaven aan Sociale Zekerheid zijn deels begrotingsgefinancierd en deels premiegefinancierd. De begrotingsgefinancierde uitgaven worden uit belastinginkomsten betaald, de premiegefinancierde uitgaven worden voornamelijk door middel van premies betaald.

Voorheen gold voor de uitgaven aan Sociale Zekerheid een apart uitgavenplafond. In de begrotingsregels van dit kabinet is bepaald dat dit deeluitgavenplafond verdwijnt. Als gevolg hiervan is ook de definitie van Sociale Zekerheidsuitgaven veranderd. De hernieuwde definitie is toegelicht in de SZW-begroting 2025. De tabellen in deze paragraaf zijn opgesteld aan de hand van de hernieuwde definitie. Ten tijde van de begroting 2024 werd nog de oude definitie van uitgaven aan Sociale Zekerheid gehanteerd. De hier gepresenteerde uitgaven voor de begroting 2024 kunnen daardoor afwijken van de bedragen die als Sociale Zekerheidsuitgaven zijn opgenomen in de SZW-begroting 2024.

Tabel 5 SZ-uitgaven 2024 (x € 1 mln)1
 

Realisatie

Begroting

Verschil

 

2024

2024

2024

Totaal uitgaven begrotingsgefinancierd

63.329

60.722

2.607

-/- Correctie dubbeltelling rijksbijdragen

31.203

28.094

3.109

-/- Correctie ontvangsten begrotingsgefinancierd

817

726

91

A. SZ-uitgaven begroting

31.309

31.902

‒ 593

    

Totaal uitgaven premiegefinancierd

78.145

78.193

‒ 48

-/- Correctie ontvangsten premiegefinancierd

209

215

‒ 6

B. SZ-uitgaven premie

77.936

77.978

‒ 43

    

Totaal SZ-uitgaven (A + B)

109.245

109.881

‒ 636

1

Als gevolg van afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.

Op de totaaltelling van de uitgaven vindt een correctie plaats om dubbeltelling te voorkomen die ontstaat doordat sociale fondsen voor een deel gefinancierd worden uit begrotingsmiddelen. Deze zogeheten rijksbijdragen worden verantwoord op artikel 12 van dit jaarverslag. Dit betreft hoofdzakelijk een bijdrage aan het Ouderdomsfonds. De opbrengsten van de AOW-premie zijn namelijk onvoldoende om de ouderdomsuitgaven (AOW) te dekken.

Voor het gedeelte van de ontvangsten dat tot de niet-belastingontvangsten wordt gerekend, wordt eveneens gecorrigeerd. De hier gepresenteerde gerealiseerde begrotingsontvangsten wijken af van de totale ontvangsten van SZW. De niet-plafondrelevante ontvangsten (voornamelijk werkgeversbijdragen kinderopvangtoeslag) worden immers niet meegenomen als ontvangsten van SZW. Rekening houdend met deze correcties bedragen de begrotingsgefinancierde uitgaven aan Sociale Zekerheid in 2024 € 31,3 miljard. De premiegefinancierde uitgaven bedragen € 77,9 miljard in 2024. De totale uitgaven aan Sociale Zekerheid in 2024 komen daarmee op € 109,2 miljard.

Tabel 6 SZ-uitgaven per cluster van regelingen 2022-2024 (x € 1 mln)
 

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Begroting

Verschil

 

2022

2023

2024

2024

2024

Arbeidsmarkt

     

NOW

‒ 2.742

‒ 626

1.156

0

1.156

LIV/LKV/Jeugd-LIV

518

687

611

661

‒ 50

Compensatieregeling transitievergoeding na 2 jaar ziekte/CTV MKB

366

489

594

406

188

      

Werkloosheid en Bijstand

     

WW-uitgaven (werkloosheid)

2.540

2.865

3.379

3.171

208

Macrobudget participatiewetuitkeringen (bijstand)

6.022

6.659

7.341

6.976

365

      

Arbeidsongeschiktheid, Ziekte en Verlofregelingen

     

WIA/WAO/WAZ/Wajong

14.684

16.757

18.499

17.295

1.204

ZW-uitgaven

1.953

2.182

2.422

2.112

310

WAZO/geboorteverlof/ouderschapsverlof

1.744

2.397

2.671

2.653

19

      

Ouderdom/Nabestaanden

     

AOW

43.000

47.738

51.709

48.305

3.404

Inkomensondersteuning AOW

1.031

196

218

199

19

Anw

309

337

358

323

35

      

Kinderopvang en kindregelingen

     

KOT

3.990

4.166

4.716

4.547

170

AKW/WKB

6.658

7.963

9.472

9.137

335

      

Re-integratie/Participatie

     

Re-integratieuitgaven arbeidsongeschiktheid

179

187

217

223

‒ 6

      

Uitvoeringskosten en overige uitgaven

     

Uitvoeringskosten (o.a. UWV/SVB)

2.662

2.936

3.045

2.838

207

Overige uitgaven

3.037

3.055

2.837

3.710

‒ 873

      

Nominale ontwikkeling

0

0

0

7.326

‒ 7.326

      

Totaal SZ-uitgaven

85.949

97.986

109.245

109.881

‒ 636

Tabel 6 toont een onderverdeling van de uitgaven aan Sociale Zekerheidsuitgaven naar de verschillende regelingen. Wederom is het startpunt de begroting 2024. Ontvangsten worden in mindering gebracht op de uitgaven. De realisaties voor 2022 en 2023 zijn volgens de destijds gehanteerde definitie van Sociale Zekerheidsuitgaven weergeven. De gerealiseerde overige uitgaven in 2022 en 2023 kunnen daardoor niet zonder meer met de overige uitgaven in 2024 vergeleken worden. De hernieuwde definitie heeft geen invloed op de vergelijkbaarheid tussen 2022 en 2023 enerzijds en 2024 anderzijds van de andere posten in de tabel.

Arbeidsmarkt

De uitgaven aan arbeidsmarkt vallen in totaal € 1.294 miljoen hoger uit dan begroot. Dit komt voornamelijk door hogere per saldo uitgaven aan de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW). De nabetalingen aan de NOW vielen bij de meeste tranches hoger uit dan begroot, en de terugontvangsten waren voor een aantal NOW-tranches lager dan bij de begroting verwacht.

De uitgaven aan het Lage-inkomensvoordeel, Minimumjeugdloonvoordeel en Loonkostenvoordelen zijn € 50 miljoen lager dan begroot. Aan het LIV werd minder uitgegeven omdat er minder banen onder het LIV vielen dan verwacht. Hetzelfde geldt voor het jeugd-LIV. De uitgaven aan het LKV vielen voornamelijk lager uit doordat er minder gebruik is gemaakt van de LKV ouderen dan verwacht.

De uitgaven aan de compensatieregeling transitievergoeding komen € 188 miljoen hoger uit dan begroot. De hogere uitgaven zijn grotendeels het gevolg van een hoger aantal uitgekeerde compensaties voor de transitievergoeding na 2 jaar ziekte. Ook vielen de gerealiseerde uitgaven hoger uit vanwege indexatie van de uitkeringsbedragen. Voor deze indexatie waren reeds middelen gereserveerd op de SZW-begroting op de post voor de nominale ontwikkeling.

Werkloosheid en Bijstand

De gerealiseerde uitgaven aan de WW komen € 208 miljoen hoger uit dan begroot bij de Miljoenennota. Dat verschil volgt voor het merendeel uit de indexatie van de uitkeringsbedragen. Voor deze indexatie waren reeds middelen gereserveerd op de SZW-begroting op de post voor de nominale ontwikkeling.

De uitgaven aan het Macrobudget Participatiewetuitkeringen vallen € 365 miljoen hoger uit dan begroot. Een lager dan verwachte werkloosheid leidde tot lagere uitgaven aan het macrobudget. Ook de verwerking van realisaties uit 2023 die doorwerken in het budget voor 2024 zorgde voor lagere uitgaven. Vanwege indexatie van de uitkeringsbedragen komt de realisatie per saldo toch hoger uit dan bij de Miljoenennota begroot. Voor deze indexatie waren reeds middelen gereserveerd op de SZW-begroting op de post voor de nominale ontwikkeling.

Arbeidsongeschiktheid, Ziekte en Verlofregelingen

De uitgaven voor arbeidsongeschiktheid, ziekte en verlofregelingen zijn in totaal € 1.533 miljoen hoger uitgekomen dan begroot. De gerealiseerde uitgaven aan arbeidsongeschiktheid vallen hoger uit omdat er meer WGA-uitkeringen zijn verstrekt dan verwacht. De ZW-uitgaven vallen hoger uit omdat het aantal ZW-uitkeringen in 2024 is toegenomen. De voornaamste reden voor de hogere gerealiseerde uitgaven aan arbeidsongeschiktheid en de ZW is echter de indexatie van de uitkeringsbedragen. Voor deze indexatie waren reeds middelen gereserveerd op de SZW-begroting op de post voor de nominale ontwikkeling.

De uitgaven aan de verlofregelingen komen lager uit vanwege een lager aantal toekenningen in 2024, maar komen door de indexatie van de uitkeringsbedragen toch hoger uit dan bij de Miljoenennota begroot. Voor deze indexatie waren reeds middelen gereserveerd op de SZW-begroting op de post voor de nominale ontwikkeling.

Ouderdom en Nabestaanden

De AOW en Anw uitgaven zijn in totaal € 3.458 miljoen hoger uitgekomen dan begroot. De uitgaven aan de AOW zijn lager uitgekomen door een lager aantal gerechtigden en een lager gemiddeld toekenningspercentage. De uitgaven aan de IOAOW volgen de uitgaven aan de AOW. Vanwege indexatie van de uitkeringsbedragen komen de gerealiseerde AOW- en IOAOW-uitgaven per saldo toch hoger uit dan bij de Miljoenennota begroot. Voor deze indexatie waren reeds middelen gereserveerd op de SZW-begroting op de post voor de nominale ontwikkeling.

Een afschrijving van oninbare vorderingen uit voorgaande jaren zorgt voor meer uitgaven aan de Anw in 2024. Maar het grootste deel van de hogere gerealiseerde Anw-uitgaven wordt verklaard door de indexatie van de uitkeringsbedragen. Voor deze indexatie waren reeds middelen gereserveerd op de SZW-begroting op de post voor de nominale ontwikkeling.

Kinderopvang en Kindregelingen

Het saldo van de uitgaven en ontvangsten kinderopvangtoeslag is € 170 miljoen hoger uitgekomen dan begroot. Er is minder uitgegeven aan kinderopvangtoeslag door een lager gemiddeld vergoedingspercentage als gevolg van een sterker dan verwachte stijging van huishoudinkomens in 2024. Vanwege indexatie van de uitkeringsbedragen komt de realisatie per saldo toch hoger uit dan bij de Miljoenennota begroot.

De uitgaven aan AKW en WKB zijn € 335 miljoen hoger uitgekomen dan bij de Miljoenennota begroot. De AKW-uitgaven vallen lager uit doordat in 2024 de bevolkingsprognose naar beneden is bijgesteld. De uitgaven aan de WKB zijn lager uitgekomen omdat bij het vaststellen van de voorschotten met een hogere loonstijging is gerekend, waardoor de (voorlopige) voorschotbedragen lager uitvallen. Maar vanwege indexatie van de kinderbijslag en het kindgebonden budget komt de realisatie hoger uit dan begroot. Voor deze indexatie waren reeds middelen gereserveerd op de SZW-begroting op de post voor de nominale ontwikkeling.

Re-integratie en Participatie

In 2024 is € 6 miljoen minder uitgegeven aan re-integratie arbeidsongeschikten dan begroot. De voornaamste reden hiervoor is dat het initiële bedrag uit de begroting 2024 met voorjaarsnota naar beneden is bijgesteld naar aanleiding van ramingen van UWV.

Uitvoeringskosten en overige uitgaven

De uitvoeringskosten van onder andere UWV en de SVB komen € 207 miljoen hoger uit dan begroot. Dit komt grotendeels door de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling. Voor deze indexatie waren reeds middelen gereserveerd op de SZW-begroting op de post voor de nominale ontwikkeling.

Licence