Base description which applies to whole site

7. Bedrijfsvoeringsparagraaf

Deze paragraaf bevat een rapportage over de bedrijfsvoering van het Ministerie van SZW in 2024. Paragraaf 7.1 handelt over specifieke onderwerpen op het gebied van de bedrijfsvoering en is met voorbehoud van een alinea over de belangrijkste materiële risico's op fraude en corruptie, een uitzonderingsrapportage. Paragraaf 7.2 geeft indien van toepassing, aandacht aan rijksbrede bedrijfsvoeringonderwerpen. In paragraaf 7.3 zijn de belangrijkste ontwikkelingen en (voorgenomen) verbeteringen in de bedrijfsvoering opgenomen.

7.1 Uitzonderingsrapportage

Deze paragraaf rapporteert over een aantal verplichte onderwerpen. Alleen als iets specifieks op een van de onderwerpen is voorgevallen, is dat opgenomen.

Rechtmatigheid

Onzekerheid Rijksdienst Caribisch Nederland Unit SZW

Net als in voorgaande jaren zijn er fouten en/of onzekerheden geconstateerd in de rechtmatigheid bij de Wet ongevallenverzekering BES (artikel 3), de Wet ziekteverzekering BES (artikel 6) en de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES (artikel 9). Dit leidt tot overschrijding van de rapporteringstoleranties van de desbetreffende artikelen (zie tabel 109 voor exacte bedragen). In de alinea «Financieel beheer Rijksdienst Caribisch Nederland Unit SZW» wordt nader ingegaan op de voortgang op deze dossiers in het afgelopen jaar.

Onzekerheid tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening

Met de tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening heeft het kabinet de afgelopen jaren ingezet op aanvullende dienstverlening via de 35 regionale mobiliteitsteams (RMT's) voor personen die (dreigend) werkloos zijn. Zoals eerder gerapporteerd in het jaarverslag over boekjaar 2022 en 2023 is het vanwege de manier waarop de samenwerking in de RMT’s is vormgegeven in de huidige regeling, niet mogelijk gebleken om een gedegen financiële verantwoording en controle in te regelen. Het verantwoordingsproces geeft geen inzicht in de rechtmatigheid van bestedingen. Door het ontbreken van controle-informatie, kan er geen uitspraak worden gedaan over de rechtmatige besteding van deze middelen. De gehele stroom die samenhangt met dit beleid is hiermee onzeker en resulteert in een overschrijding van de rapporteringstolerantie op artikelniveau voor artikel 5 (zie tabel 109 voor exacte bedragen). Deze regeling is met ingang van het nieuwe jaar, 2025, tot een einde gekomen.

Tabel 109 Overzicht overschrijdingen rapporteringstoleranties fouten en onzekerheden (bedragen x € 1.000)

(1)Rapporteringstolerantie

(2)Verantwoord bedrag in€(omvangsbasis)

(3)Rapporteringstolerantie voor fouten en onzekerheden in€

(4)Bedrag aan fouten in€

(5)Bedrag aan onzekerheden in €

(6)Bedrag aan fouten en onzekerheden in€

(7)Percentage aan fouten en onzekerheden t.o.v. verantwoord bedrag= (6)/(2)*100%

       

Verplichtingen

      

Artikel 5Werkloosheid

164.386

16.439

0

47.371

47.371

28,8%

Artikel 8Oudedagsvoorziening

182.977

18.298

0

26.778

26.778

14,6%

Artikel 9Nabestaanden

2.829

283

0

652

652

23,0%

       

Uitgaven/ontvangsten

      

Artikel 3Arbeidsongeschiktheid

8.408

841

0

1.360

1.360

16,2%

Artikel 6Ziekte en verlofregelingen

49.179

4.918

0

9.415

9.415

19,1%

Artikel 9Nabestaanden

2.829

283

138

0

138

Noot 11

1

Noot 1: De som van de meest waarschijnlijke fouten en onzekerheden ad € 138.000 (kolom 6) is lager dan de rapporteringstolerantie ad € 283.000 (kolom 3). De maximale fout ad € 324.000 is echter hoger dan de rapporteringstolerantie. Dit wordt veroorzaakt door het nauwkeurigheidsverval ad € 53.000 en de basisonnauwkeurigheid ad € 133.000. Door het gebruik van een statistische steekproef zijn in kolom 7 geen percentages ingevuld.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Financieel beheer Rijksdienst Caribisch Nederland unit SZW

In 2024 heeft de RCN-unit SZW de implementatie voortgezet van het meerjarige verbeterplan opgesteld in 2023 inzake het financieel beheer en ICT. Het doel van de verbetermaatregelen voor de RCN-unit SZW is tweeledig. Enerzijds om nieuwe onrechtmatigheden te voorkomen door de oorzaken die aan de onrechtmatigheden ten grondslag liggen weg te nemen en anderzijds om blijvend in control te komen.

Voorbeelden van verbetermaatregelen waar in 2024 aan is gewerkt, zijn versterking van de staf (met onder andere het aanstellen van een controller, ICT-manager, jurist, projectleider), verdere inrichting van de P&C-cyclus conform de cyclus van SZW, invoering van een nieuwe versie van de loondervingsapplicatie, het uitvoeren van een intern controleplan, het actualiseren van de procesbeschrijvingen en het opstellen van een doelarchitectuur om te komen tot een rechtmatige aanbesteding in 2025 voor de verbetering van de ICT.

Tegelijkertijd moet rekening worden gehouden met de inherente beperkingen waar men in Caribisch Nederland tegenaan loopt, zoals het niet beschikbaar zijn van DigID en het ontbreken van een polisadministratie. Ook het gegeven dat de RCN-unit SZW op kleine schaal bijna heel de sociale zekerheid uitvoert, blijft een uitdaging. Mede als gevolg van de voorgaande twee punten verwacht het ministerie dat het verbeteren van het financieel beheer inclusief de benodigde ICT een kwestie van lange adem is. Uiteraard verwacht ik jaarlijks wel concrete resultaten te kunnen melden.

IT-beheer Financieel Dienstencentrum

De in 2023 door de ADR geconstateerde tekortkomingen in de interne beheersing van een aantal General IT Controls (GITC) zijn in 2024 door FDC verder opgepakt. Deze tekortkomingen hebben betrekking op wijzigingsbeheer, logische toegangsbeveiliging en het onvoldoende vastleggen van deze (formele) procedures in documentatie. FDC heeft het wachtwoordbeheer aangepast en procesbeschrijvingen en autorisatiebeheer geactualiseerd en geformaliseerd. Ook de verbeteringen rond het mandaatbeheer, wijzigingsbeheer en de publicatie van procesbeschrijvingen zijn afgerond. Met de doorgevoerde verbeteringen en de blijvende aandacht voor GITC is de verwachting dat deze bevinding op redelijke termijn kan worden afgerond.

Misbruik en oneigenlijk gebruik

SZW hecht veel waarde aan het onderkennen en beheersen van risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) bij regelingen die we (laten) uitvoeren. Hiervoor is een standaardproces ingericht. Indien er sprake is van nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving maakt SZW, in overleg met de relevante uitvoerder(s), een inschatting van de M&O-risico’s. Het monitoren en mitigeren van M&O-risico’s is een continu proces. Elke regeling kent in meer of mindere mate restrisico’s. Dit zijn de risico’s die overblijven ondanks de getroffen beheersmaatregelen ten aanzien van voorlichting, controle, sancties en evaluatie. Voorlichting over rechten, plichten en sancties door SZW en/of de uitvoerder(s) aan de aanvragers van een voorziening is een manier om de M&O-risico’s te beheersen. Verder zijn de uitvoerders gemachtigd om de rechtmatigheid van de aanvragen vast te stellen.

In het SZW-brede M&O-beleid is onder andere vastgelegd dat bij regelingen met een verhoogd M&O-risico een multidisciplinair team verantwoordelijk is voor het maken van de M&O-risicoanalyse. De stand van zaken omtrent het M&O-risico komt expliciet aan bod bij de periodieke besprekingen van de departementale risicoanalyse in de Bestuursraad.

Tijdelijke subsidieregeling financiering kinderopvang Caribisch Nederland

Ondanks het standaard proces zijn er de laatste jaren tekortkomingen geconstateerd in de opzet en/of werking van het gevoerde beleid ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik in de Tijdelijke subsidieregeling financiering kinderopvang Caribisch Nederland. In de jaren 2020 tot en met 2024 zijn tijdelijke financiële middelen beschikbaar gesteld voor het verlagen van de kosten van kinderopvang voor ouders van kinderen in Caribisch Nederland. Het doel hiervan was om de financiële toegankelijkheid en de kwaliteit van de opvang te verbeteren. Uit onderzoek naar de financiële verantwoording in 2023 blijkt dat het niet in alle gevallen mogelijk is gebleken om aan de hand van administratieve onderbouwingen vast te stellen dat er kinderopvang heeft plaatsgevonden. Dit betekent dat SZW de subsidie lager zou moeten vaststellen en de te veel ontvangen subsidie van de kinderopvangorganisaties dient terug te vorderen. Vanwege de financiële afhankelijkheid van de kinderopvangorganisaties zou het terugvorderen van de subsidie ertoe leiden dat deze organisaties ophouden te bestaan. Om die reden is besloten om de periode 2020 tot 1 januari 2024 niet over te gaan tot terugvordering (Kamerstukken II 2024/25, 31 322, nr. 527). Subsidies die in het jaar 2024 zijn toegekend zijn nog niet definitief vastgesteld. Kinderopvangorganisaties kunnen vanaf 2025 gebruikmaken van extra ondersteuning om de administratie te verbeteren. Momenteel brengt een externe deskundige in kaart hoe deze administratieve ondersteuning eruit moet zien.

Informatiebeveiliging

Het ministerie van SZW moet nog stappen nemen om te voldoen aan de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) en de eisen die voortvloeien uit de Network and Information Security Directive (NIS2 richtlijn). SZW wil cyberweerbaar zijn. SZW heeft een programmaplan gemaakt met acties voor 2025 en 2026 voor de implementatie van zowel de NIS2 richtlijn als de BIO. In dit programma worden de belangrijkste prioriteiten en bijbehorende risico’s op het gebied van informatiebeveiliging voor SZW geïdentificeerd en opgepakt.

Fraude en corruptierisico’s

Als onderdeel van de risicoanalyses in het kader van de interne planning- & controlcyclus worden   eventuele frauderisico’s geïnventariseerd. De onderkende frauderisico’s hebben zich in 2024 niet gemanifesteerd. SZW ziet vooralsnog geen belangrijke materiële corruptierisico’s binnen het departement. SZW is hier alert op.

Er zijn beheersmaatregelen getroffen om frauderisico’s te beperken, zoals: de informatievoorziening over integer gedrag via de Gedragscode Integriteit Rijk, de toepassing van functiescheiding, het vier-ogen principe en het leren van incidenten die binnen en buiten de organisatie plaatsvinden. Het inrichten van een structureel proces rond het creëren van inzicht in de interne integriteitsrisico’s waaronder fraude- en corruptierisico’s en de beheersing van deze risico’s is in ontwikkeling.

De coördinator integriteit heeft melding gedaan van een integriteitsschending met een beperkt financieel belang. Hierbij zijn passende maatregelen getroffen.

7.2 Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Deze paragraaf handelt over rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen die op verzoek van de Saten-Generaal of naar aanleiding van de toezeggingen van het kabinet aan de Staten-Generaal zijn vastgesteld. Het betreft een uitzonderingsparagraaf, alleen onderwerpen waarover iets te melden is zijn opgenomen.

Schijnzelfstandigheid

SZW heeft per 18 november 2024 maatregelen getroffen om eventuele bestaande schijnzelfstandigheid af te bouwen, uiterlijk in het eerste kwartaal van 2025. Nieuwe gevallen van schijnzelfstandigheid worden voorkomen door middel van een nieuwe inhuurprocedure met verplicht gebruik van een afweegkader. Deze nieuwe procedure is ook op 18 november 2024 van kracht geworden. Binnen het departement wordt aandacht besteed aan voorlichting. Interdepartementaal spant het ministerie van SZW zich in door de eigen aanpak actief te delen.

Evaluatie van het Audit Committee

Het Audit Committee (AC) heeft in 2024 een zelfevaluatie uitgerond. De uitkomsten daarvan zijn besproken in het AC van begin november 2024. Dit heeft niet geleid tot grote wijzigingen in de werkwijze van het AC. Uit de tweejaarlijkse zelfevaluatie komt een positief beeld naar voren en men blijkt tevreden over de open wijze waarop het gesprek wordt gevoerd.

7.3 Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Deze paragraaf beschrijft de belangrijkste ontwikkelingen en (voorgenomen) verbeteringen in de bedrijfsvoering, voor zover nog niet is toegelicht in paragrafen 7.1 en 7.2.

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Het stelsel voor ziekte en arbeidsongeschiktheid staat al geruime tijd onder grote druk. Het stelsel doet voor veel mensen waar het voor bedoeld is, maar het is ook voor veel mensen en de uitvoering complex. Ook de Algemene Rekenkamer was in haar verantwoordingsonderzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2023 kritisch onder andere op de uitvoerbaarheid van de sociaal-medische beoordelingen. Om inzicht te krijgen in de problematiek van het arbeidsongeschiktheidsstelsel en mogelijkheden om tot duurzame oplossingen te komen is een beroep gedaan op een adviescommissie. De Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) heeft op 29 februari 2024 een eindrapport met diverse oplossingsrichtingen gepresenteerd. In 2024 zijn deze oplossingsrichtingen ambtelijk uitgewerkt en begin 2025 is de Tweede Kamer over deze ambtelijke uitwerking geïnformeerd (Kamerstukken II 2024/25, 26 448, nr. 799).

De vraag naar sociaal-medische beoordelingen is al jaren groter dan het aantal beoordelingen dat UWV kan verrichten. De wachttijden voor met name de WIA-beoordeling zijn hierdoor lang. Dit geeft onzekerheid over het recht op een uitkering. Alleen maatregelen voor de middellange en lange termijn kunnen soelaas bieden. UWV verbetert de effectieve inzet van de beschikbare verzekeringsartsencapaciteit (Kamerstukken II 2023/24, 26 448, nr. 788), onder meer door vorming van Sociaal Medische Centra (SMC’s) waar gewerkt wordt met taakdelegatie en multidisciplinaire teams. Daarnaast zijn aanvullende maatregelen getroffen, zoals de tijdelijke vereenvoudiging van de claimbeoordeling voor 60-plussers die per 1 januari 2025 is afgelopen en de maatregel praktisch beoordelen die sinds juli 2024 loopt voor een periode van 3 jaar. Als een WIA-claimbeoordeling niet tijdig kan plaatsvinden, wijst UWV mensen op de mogelijkheid om een voorschot te ontvangen om in het levensonderhoud te voorzien. UWV biedt deze mensen ook re-integratiedienstverlening aan. Sinds 2021 kan een voorschot worden kwijtgescholden wanneer er achteraf geen WIA-recht blijkt te zijn en verrekening met een andere uitkering niet mogelijk is. Dankzij inspanningen van UWV en de getroffen maatregelen is de omvang van de achterstanden, ondanks de toename van het aantal WIA-aanvragen, in 2024 stabiel gebleven. In 2025 werken we eraan om de mismatchproblematiek verder terug te dringen.

Daarnaast is in de zomer van 2024 aan het licht gekomen dat er in de periode 2020 ‒ 2024 fouten zijn gemaakt bij de vaststelling van WIA-uitkeringen, waardoor tienduizenden mensen een te lage of te hoge uitkering hebben ontvangen (Kamerstukken II 2023/24, 26 448, nr. 767). SZW en UWV betreuren deze ontstane situatie zeer, in de eerste plaats voor de mensen die het betreft. Het is van belang om deze mensen op zowel een snelle als zorgvuldige manier herstel te bieden en te zorgen dat de kwaliteit die van UWV verwacht mag worden weer wordt geleverd. Daartoe heeft UWV gewerkt aan een verbeteraanpak (Kamerstukken II 2023/24, 26 448, nr. 793). Op deze verbeteraanpak heeft een expert review plaatsgevonden door de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB). Het is de verwachting dat in 2025 gestart kan worden met de correcties van verkeerd vastgestelde uitkeringen. De Algemene Rekenkamer is in november 2024 gestart met een onderzoek naar de oorzaken en het ontstaan van de bij UWV gemaakte fouten. De verwachte publicatiedatum van dit onderzoek is oktober 2025.

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

UWV heeft vanaf 2020 geen periodieke kwaliteitscontroles op de Wajong uitgevoerd. Hierdoor is er geen volledig beeld over de kwaliteit van Wajong-beoordelingen. UWV is eind 2024 weer gestart met kwaliteitscontroles, maar heeft nog geen betrouwbaar beeld van de kwaliteit. In januari 2025 is hierover een brief (Kamerstukken II 2024/25, 26 448, nr. 798) aan de Tweede Kamer gestuurd. Mocht uit het onderzoek blijken dat er financiële gevolgen zijn, dan worden die verantwoord in het jaar waarin de uitgaven plaatsvinden om uitkeringen in de voorgaande jaren te corrigeren.

Relatie met zelfstandige bestuursorganen

Over 2024 is tweemaal een Stand van de uitvoering sociale zekerheid aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2023/24, 26 448, nr. 760 en Kamerstukken II 2024/25, 26 448, nr. 797). Deze publicaties geven inzicht in ontwikkelingen en dilemma’s in de uitvoering van de zelfstandige bestuursorganen. Tevens hebben UWV en de SVB, net als voorgaande jaren, een knelpuntenbrief wet- en regelgeving aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2023/24, 26 448, nr. 760).

In 2024 hebben UWV en de SVB, net als in 2023, hun prestatie-indicatoren verder ontwikkeld ten behoeve van sturen op publieke waarden. Daarnaast heeft UWV in 2024 twee keer een menselijke maat monitor opgesteld. Hiermee toetst en rapporteert UWV over hoe cliënten en werkgevers de kwaliteit van de dienstverlening ervaren. De SVB heeft in 2024 voor het eerst gewerkt met vier opgaven die centraal stonden in de sturing.

In 2024 en 2025 vindt de evaluatie samenwerking, sturing en toezicht plaats. Hierbij wordt gekeken hoe de ontwikkelingen van de afgelopen jaren hebben bijgedragen aan een werkbare invulling van de sturing, samenwerking en het toezicht en wat daar verder nog voor nodig is.

UWV en de SVB hebben van de accountant een goedkeurende verklaring gekregen in het accountantsverslag bij het jaarverslag 2023. Er is door de IT-auditor bij UWV en SVB een oordeel met beperking afgegeven inzake beheersing gegevensverwerking SUWI 2023. De SVB heeft de jaarrekeningwerkzaamheden in 2024 naar voren gehaald. Daarmee zet de SVB verdere stappen in de professionalisering van de financiële processen. De accountant van UWV constateert bevindingen over de beheersmaatregelen op de thema’s IT-governance, compliance, Business Continuity Management, leveranciers- en ketenmanagement, datakwaliteit en algemene IT-beheersmaatregelen. In het jaarplan 2025 besteedt UWV aandacht aan verbetermaatregelen op deze thema’s. UWV is verzocht de voortgang op deze thema’s te beschrijven in de vier- en achtmaandenverslagen en het jaarverslag. 

Herstel- en Veerkrachtplan

Met het Nederlands Herstel en Veerkrachtplan komt Nederland in totaliteit in aanmerking voor € 5,4 miljard van de Europese Unie (EU) voor herstel na de coronacrisis en de energiecrisis. EU-landen ontvangen het geld in delen. Nederland dient in totaal 5 betaalverzoeken in. Het eerste betaalverzoek heeft een waarde van € 1,3 miljard en is op 16 september 2024 officieel gemachtigd door de Europese Commissie. Voor SZW had dit betrekking op vier maatregelen, waaronder de inwerkingtreding van de wet tot hervorming van de tweede pijler van het pensioenstelsel. Nederland heeft eind 2024 (Kamerstukken II 2024/25, 21 501-07, nr. 2083) het tweede betalingsverzoek ingediend bij de Europese Commissie. In het tweede betaalverzoek komt Nederland in aanmerking voor € 1,2 miljard. Voor SZW lopen in het tweede betaalverzoek twee maatregelen mee. Zo heeft SZW structureel budget beschikbaar gesteld voor bij- en omscholing van werklozen met een zwakke arbeidspositie. Ook zijn sectorale maatwerktrajecten opgezet door middel van de subsidieregeling Nederland Leert Door.

Ook de Wet Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (Baz) is onderdeel van het HVP. Begin september 2024 is de Tweede Kamer geïnformeerd (Kamerstukken II 2023/24, 31 311, nr. 263) dat de publicatie van de Wet basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (Baz) in het eerste kwartaal van 2025 in het Staatsblad, niet langer haalbaar is. Hierover worden gesprekken gevoerd met de Europese Commissie.

Overgang beleidsterrein Inburgering naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid

Per 2 juli 2024 is het beleidsterrein Inburgering naar het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) gegaan. De bijbehorende middelen zijn per 1-1-2025 overgeheveld naar de JenV-begroting. De beleidsmedewerkers op dit beleidsterrein blijven formeel bij SZW, maar werken voor de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Licence