Activa | 31-12-2024 | 31-12-2023 | Passiva | 31-12-2024 | 31-12-2023 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Intra-comptabele posten | ||||||||
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 3.985.798 | 3.903.715 | 2 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 75.588 | 135.406 | |
3 | Liquide middelen | 0 | 0 | |||||
4 | Rekening-courant RHB | 0 | 0 | 4a | Rekening-courant RHB | 3.910.210 | 3.768.309 | |
5 | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 113.783 | 98.412 | 5a | Begrotingsreserves | 113.783 | 98.412 | |
6 | Vorderingen buiten begrotingsverband | 0 | 0 | 7 | Schulden buiten begrotingsverband | 0 | 0 | |
8 | Kas-transverschillen | 0 | 0 | |||||
Subtotaal intra-comptabel | 4.099.581 | 4.002.127 | Subtotaal intra-comptabel | 4.099.581 | 4.002.127 | |||
Extra-comptabele posten | ||||||||
9 | Openstaande rechten | 0 | 0 | 9a | Tegenrekening openstaande rechten | 0 | 0 | |
10 | Vorderingen | 2.452.453 | 2.342.412 | 10a | Tegenrekening vorderingen | 2.452.453 | 2.342.412 | |
11a | Tegenrekening schulden | 0 | 0 | 11 | Schulden | 0 | 0 | |
12 | Voorschotten | 5.976.386 | 4.429.032 | 12a | Tegenrekening voorschotten | 5.976.386 | 4.429.032 | |
13a | Tegenrekening garantieverplichtingen | 4.126.301 | 3.280.351 | 13 | Garantieverplichtingen | 4.126.301 | 3.280.351 | |
14a | Tegenrekening andere verplichtingen | 7.482.678 | 8.897.275 | 14 | Andere verplichtingen | 7.482.678 | 8.897.275 | |
15 | Deelnemingen | 174.983 | 169.359 | 15a | Tegenrekening deelnemingen | 174.983 | 169.359 | |
Subtotaal extra-comptabel | 20.212.801 | 19.118.429 | Subtotaal extra-comptabel | 20.212.801 | 19.118.429 | |||
Totaal | 24.312.382 | 23.120.556 | Totaal | 24.312.382 | 23.120.556 |
Inleiding
1. Algemeen
De saldibalans is een financiële staat waarop de standen van de intra- en extracomptabele rekeningen van de begroting van BHO worden verantwoord.
Het intra-comptabele deel van de saldibalans geeft inzicht in de kasstromen. Het gaat hier voornamelijk om de uitgaven en ontvangsten van dienstjaar 2024, die nog met het Ministerie van Financiën moeten worden verrekend. Na goedkeuring van de Rijksrekening vindt de verrekening plaats. De tegenrekening van de uitgaven en ontvangsten is de post «Rijkshoofdboekhouding» (RHB), de rekening-courant tussen de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Financiën. Voor de BHO-begroting wordt deze verrekening periodiek en achteraf gemaakt op basis van interne verrekenstukken. Hierdoor zit er een vertraging tussen het saldo van kasstromen en het saldo van de rekening-courant RHB voor BHO. Per eindejaar blijft er derhalve een (beperkt) saldo over van nog te verrekenen kasstromen (zie hoofdstuk 4).
Met uitzondering van de RHB Rekening BHO worden alle liquide middelen verantwoord op de saldibalans van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, begroting Buitenlandse Zaken.
Ook alle uitgaven en ontvangsten buiten begrotingsverband, die met derden zullen worden verrekend en niet ten laste c.q. ten gunste van de begroting zijn gebracht, worden verantwoord onder de intra-comptabele vorderingen en schulden van de BZ balans.
Het extracomptabele deel van de saldibalans geeft enerzijds inzicht in de standen van de uitstaande vorderingen en voorschotten die in het verleden tot kasstromen hebben geleid (ten laste van de begrotingen van BHO in voorgaande jaren). Anderzijds bevat dit deel van de saldibalans de post openstaande verplichtingen en de garantieverplichtingen. Deze posten geven inzicht in de mogelijke toekomstige kasstromen. Openstaande verplichtingen kunnen leiden tot uitgaven ten laste van begrotingen van volgende jaren. De extracomptabele rekeningen worden met behulp van diverse tegenrekeningen in evenwichtsverband geboekt.
2. Waarderingsgrondslagen
Uitgaven, ontvangsten, verplichtingen en mutaties op balansrekening in vreemde valuta worden gedurende het jaar met behulp van een vaste verrekenkoers (de corporate rate) omgerekend naar EUR. De coorporate rate 2024 van de US Dollar (USD) was per 1 januari 2024 vastgesteld op 1 USD = 0,925 EUR. Voor 2025 is deze vastgesteld op 0,895 EUR.
Alle ODA ontvangsten (zowel op de BHO als de BZ begroting) worden verantwoord op artikel 5.21 ‘ontvangsten OS’ van de BHO begroting. NON-ODA ontvangsten worden waar van toepassing verantwoord op respectievelijk artikel 2.4 ‘Restituties programma’s op de BZ begroting’ dan wel op artikel 5.23 ‘Diverse ontvangsten NON-ODA op de BHO begroting.
De extracomptabele balansstanden voor geconditioneerde vorderingen, voorschotten, deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de corporate rate van het volgend boekjaar. Ook de balansstand extracomptabele verplichtingen is gewaardeerd tegen de corporate rate van het volgend boekjaar. De herwaardering die hieruit voortvloeit is verwerkt in de verplichtingenrealisatie van het verantwoordingsjaar. Revolvende fondsen worden in de saldibalans gepresenteerd als een geconditioneerde vordering tegen nominale waarde.
Extracomptabele vorderingen zijn de per balansdatum bestaande rechten om geldmiddelen te ontvangen van een wederpartij die niet tot het Rijk behoort. Voor de geconditioneerde vorderingen geldt de nominale waarde. De deelnemingen zijn gewaardeerd op basis van het gestort kapitaal. De overige in de saldibalans en de toelichting opgenomen bedragen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Toelichting op de saldibalans per 31 december 2024
1. Uitgaven ten lasten van de begroting
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
---|---|---|
Uitgaven ten laste van de begroting | 3.985.798 | 3.903.715 |
Onder deze post zijn de gerealiseerde uitgaven op de begroting van BHO in het jaar 2024 opgenomen. Splitsing van de uitgaven heeft plaatsgevonden op basis van de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.
2. Ontvangsten ten gunste van de begroting
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
---|---|---|
Ontvangsten ten gunste van de begroting | 75.588 | 135.406 |
Onder deze post zijn de gerealiseerde ontvangsten in het jaar 2024 opgenomen. Splitsing van de ontvangsten heeft plaatsgevonden op basis van de verdeling van de budgeteenheden per hoofdstuk. Na goedkeuring van de slotwet door de Staten-Generaal wordt dit bedrag vereffend met het Ministerie van Financiën.
4a. Rekening-courant RHB
Omdat de administratie en de liquide middelen stroom voor beide begrotingen via één administratief systeem verlopen is er voor gekozen alle lopende rekeningen op te nemen op de balans van BZ en het saldo van de uitgaven met betrekking tot BHO achteraf middels een intern verrekenstuk tussen de RHB rekeningen van BZ en BHO te verrekenen.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
---|---|---|
Rekening-courant RHB BHO | 3.934.767 | 3.770.116 |
Te verrekenen tussen BZ en BHO | ‒ 24.557 | ‒ 1.807 |
Totaal | 3.910.210 | 3.768.309 |
Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Het verschuldigde saldo op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is in overeenstemming met de opgave van de RHB. Door de splitsing van de balans tussen BHO en BZ is er een te verrekenen bedrag tussen de twee balansen noodzakelijk om evenwicht te creëren. Het te verrekenen bedrag ontstaat doordat er ná de verrekening van de maand december nog correcties plaatsvinden en invloed hebben op de verhouding BZ en BHO. De verrekening van dit bedrag zal bij de RHB plaatsvinden met verrekenstukken in het komende jaar.
5. Rekening-courant RHB (begrotingsreserve)
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
---|---|---|
Begrotingsreserve DGGF | 48.999 | 43.722 |
Begrotingsreserve FOM | 16.422 | 16.422 |
Begrotingsreserve DRIVE | 18.368 | 18.368 |
Begrotingsreserve DTIF | 29.994 | 19.900 |
Totaal | 113.783 | 98.412 |
5a. Begrotingsreserve
Specificatie x 1.000 EUR | Saldo 31 december 2023 | Toevoegingen 2024 | Onttrekkingen 2024 | Saldo 31 december 2024 | Verwijzing naar Begrotingsartikel |
---|---|---|---|---|---|
Begrotingsreserve DGGF | 43.722 | 9.637 | ‒ 4.360 | 48.999 | 1.3 |
Begrotingsreserve FOM | 16.422 | 0 | 0 | 16.422 | 1.2 |
Begrotingsreserve DRIVE | 18.368 | 0 | 0 | 18.368 | 1.3 |
Begrotingsreserve DTIF | 19.900 | 12.171 | ‒ 2.077 | 29.994 | 1.2 |
Totaal | 98.412 | 21.808 | ‒ 6.437 | 113.783 |
In 2016 is besloten het FOM voor nieuw af te geven garanties stop te zetten ten gunste van het DTIF. Ter dekking van eventuele schades dient tegen hefboom 1:2 de helft van het uitstaande bedrag aan garanties te worden aangehouden in de begrotingsreserve. De regeling in 2024 volledig afgewikkeld. De eindafrekening van EUR 2,023 miljoen is in de DTIF begrotingsreserve gestort. Conform het DTIF toetsingskader risicoregelingen blijven de resterende middelen in de FOM begrotingsreserve beschikbaar voor DTIF.
Ter dekking van eventuele schades uit het DGGF onderdeel 1 (Invest International) dient tegen hefboom 1:2 de helft van het uitstaande bedrag aan garanties aangehouden te worden in de begrotingsreserve. Ter dekking van eventuele schades uit het DGGF onderdeel 3 (Atradius DSB) dient tegen hefboom 1:1 voor de wisselfinancieringen en tegen hefboom 1:3 voor de garanties een begrotingsreserve te worden aangehouden.
In 2024 zijn door Invest International en Atradius DSB ontvangen premies van EUR 9,637 miljoen toegevoegd aan de begrotingsreserve. Schade-uitkeringen (wisselfinancieringen) door Atradius DSB van EUR 4,360 miljoen zijn onttrokken aan de begrotingsreserve.
De totaalstand van de garantieverplichtingen DGGF bedraagt per ultimo 2024 EUR 108,216 miljoen. De begrotingsreserve is hoger dan op basis van de uitstaande garanties minimaal vereist is. In 2025 wordt bezien of een mutatie in de begrotingsreserve noodzakelijk is.
Voor het Development Related Infrastructure Investment Vehicle (DRIVE) is in 2015 een begrotingsreserve gecreëerd. Ter dekking van eventuele schades dient tegen een hefboom van 1:4 een kwart van het uitstaande bedrag aan garanties te worden aangehouden in de begrotingsreserve. In 2022 is de verstrekte garantie omgezet in een polis. Bij de herziening van het toetsingskader risicoregelingen is in 2022 besloten de hefboom voor nieuwe transacties aan te passen naar de verhouding 1:3. In 2024 zijn geen premies ontvangen of schades uitgekeerd. Het saldo in de reserve van EUR 18,368 miljoen betreft het saldo van de bodemstorting uit 2015 en de storting van de ontvangen premie in 2022. De afgegeven garantie is in 2024 is geherwaardeerd met een bedrag van EUR 1,890 tot een bedrag van EUR 45,663 miljoen. In 2025 wordt bezien of een mutatie in de begrotingsreserve noodzakelijk is.
Voor het DTIF is in 2016 een begrotingsreserve gecreëerd. Ter dekking van eventuele schades uit het DTIF onderdeel 1 (Invest International) dient tegen hefboom 1:4 een kwart van het uitstaande bedrag aan garanties in de begrotingsreserve te worden aangehouden.
Ter dekking van eventuele schades uit het DTIF onderdeel 2 (Atradius DSB) dient tegen hefboom 1:1 voor de verstrekte wisselfinancieringen een begrotingsreserve te worden aangehouden.
De begrotingsreserve bevat een bodemstorting van EUR 5,0 miljoen. In 2024 zijn door Invest International en Atradius DSB ontvangen premies en aflossingen van wisselfinancieringen van EUR12,171 miljoen toegevoegd aan de begrotingsreserve. Schade-uitkeringen (wisselfinancieringen) door Atradius DSB van EUR 2,077 miljoen zijn onttrokken aan de begrotingsreserve.
De totaalstand van de garantieverplichtingen DTIF bedraagt per ultimo 2024 EUR 10,511 miljoen. De begrotingsreserve is hoger dan op basis van de uitstaande garanties minimaal vereist is. In 2025 wordt bezien of een mutatie in de begrotingsreserve noodzakelijk is.
10. Vorderingen
Dit betreffen vorderingen die reeds ten laste van de begroting zijn gebracht en extracomptabel worden bewaakt. Deze vorderingen hebben vaak een langdurig karakter.
Specificatie EUR x 1.000 | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
---|---|---|
Op termijn opeisbare leningen NIO | 98.712 | 109.990 |
Verrichte garantiebetalingen NIO | 37.513 | 39.093 |
Buiteninvordering gestelde vorderingen | 90 | 101 |
Diverse extra-comptabele vorderingen | 2.316.138 | 2.193.228 |
Totaal | 2.452.453 | 2.342.412 |
De begrotingsleningen zijn door de NIO in het verleden afgesloten met OS-landen. De laatste lening is in 2001 verstrekt. De laatste aflossing staat voor 2040 gepland.
Specificatie x 1.000 EUR | Totaal | 2024 | 2023 | 2022 | 2021 en ouder |
---|---|---|---|---|---|
Direct opeisbaar garantiebetalingen NIO | 37.513 | ‒ 790 | 11.305 | 0 | 26.998 |
Direct opeisbaar overige vorderingen | 36.904 | 32.058 | 37 | 3.619 | 1.190 |
Totaal direct opeisbare vorderingen | 74.417 | 31.268 | 11.342 | 3.619 | 28.188 |
Op termijn opeisbare leningen NIO | 98.712 | ||||
Geconditioneerde vorderingen | 2.279.324 | ||||
Totaal | 2.452.453 |
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december2024 | 31 december2023 | ||
---|---|---|---|---|
Te ontvangen boete rente (NIO) | 13.625 | 12.751 | ||
TCX Currency Exchange Fund | 59.756 | 60.083 | ||
IFC-GAFSP | 86.740 | 89.648 | ||
AEF Fund | 187.962 | 180.530 | ||
PIDG lening | 180.050 | 170.950 | ||
DTIF | 66.230 | 61.231 | ||
AFAWA Guarantee Program | 35.800 | 37.000 | ||
DFCD | 168.900 | 160.000 | ||
AGRI3 Fund | 31.325 | 31.866 | ||
Aceli Africa | 4.028 | 4.163 | ||
Massif Fund | 334.375 | 334.375 | ||
Building Prospects (voorheen IDF/MOL) | 424.516 | 414.516 | ||
DGGF Fonds | 537.138 | 493.138 | ||
Prospects Blended Finance Trust Fund van IFC | 33.562 | 0 | ||
Overige vorderingen | 152.131 | 142.977 | ||
Totaal | 2.316.138 | 2.193.228 |
Extracomptabele vorderingen waarop in 2024 belangrijke wijzigingen hebben plaats gevonden, worden toegelicht.
De vordering op het Access to Energy Fund (AEF Fund) is in 2006 in de vorm van een subsidie verstrekt. De vordering staat uit bij de FMO en betreft een deels revolverend fonds. Het programma heeft als doel om armoede te verminderen door de toegang tot energiediensten te verbeteren. Uit informatie van de FMO blijkt dat het aandeel van BHO voor wat betreft het AEF Fund per 31 december 2024 is vastgesteld op EUR 170,9 miljoen. De door BHO totaal ingebrachte fondsen tot en met 31 december 2024 bedroegen EUR 188 miljoen.
De vordering op het Dutch Fund for Climate Development (DFCD) is in 2019 in de vorm van een subsidie verstrekt. De vordering staat uit bij de FMO en betreft een deels revolverend fonds. Het programma vloeit voort uit de opdracht zoals gedefinieerd in het regeerakkoord en heeft als doel om klimaatrelevante projecten in ontwikkelingslanden te financieren ten behoeve van een klimaatbestendige economische groei. Uit informatie van de FMO blijkt dat het aandeel van BHO voor wat betreft het DFCD per 31 december 2023 is vastgesteld op EUR 114,4 miljoen. Betreft de cijfers ultimo 2023, de recente gegevens per eind boekjaar 2024 zijn nog niet beschikbaar. De door BHO totaal ingebrachte fondsen tot en met 31 december 2024 bedroegen EUR 168,9 miljoen.
De vordering op het AGRI3 Fund is in 2020 in de vorm van een subsidie verstrekt. De vordering staat uit bij Stichting Title Holder AGRI3 en betreft een revolverend fonds. Het programma heeft tot doel banken, andere financiële instellingen en landbouwbedrijven te stimuleren zakenmodellen te ontwikkelen met bosbescherming, herbebossing en implementatie van innovatie landbouwoplossingen terwijl de levensstandaard van lokale boeren wordt verbeterd. De assetwaarde van het AGRI3 Fund bedraagt per 31 december 2023 USD 62 miljoen. Betreft de cijfers ultimo 2023, de recente gegevens per eind boekjaar 2024 zijn nog niet beschikbaar. De door BHO totaal ingebrachte fondsen tot en met 31 december 2024 bedroegen USD 35 miljoen.
De extracomptabele vorderingen met betrekking tot het Massif fonds en het Building Prospects (BP) (voorheen IDF en voorheen MOL fonds) staan uit bij de FMO en betreffen revolverende fondsen. De betaalde Massif-fondsen en BP-fondsen staan respectievelijk per 31 december 2036 en 31 december 2028 ter beschikking van de minister en zijn als geconditioneerde vordering opgenomen op de balans.
Uit informatie van de FMO blijkt dat het aandeel van BHO voor wat betreft het Massif fonds per 31 december 2024 is vastgesteld op EUR 457,6 miljoen. De door BHO totaal ingebrachte fondsen tot en met 31 december 2023 bedroegen EUR 334,375 miljoen.
De asset waarde van het BP bedraagt per 31 december 2024 EUR 397,2 miljoen. De door BHO totaal ingebrachte fondsen tot en met 31 december 2024 bedroegen EUR 424,516 miljoen. In 2024 is een aanvullende financiering verstrekt van EUR 10 miljoen ten behoeve van activiteiten in Oekraïne.
De genoemde asset waarden zijn voorlopige cijfers zoals bekend bij het opstellen van de saldibalans. De definitieve cijfers blijken uit de jaarrekening 2024 van FMO.
Voor het DGGF zijn leningen verstrekt aan Invest International B.V. en PwC/TJ, gericht op het midden- en kleinbedrijf voor investeringen in ontwikkelingslanden. Aan Invest Internatonal B.V. is een lening verstrekt van EUR 182,2 miljoen. Aan PwC/TJ is een lening verstrekt van EUR 355,0 miljoen.
Voor de Private Infrastructure Development Group (PIDG) is een lening verstrekt voor het realiseren van infrastructurele projecten in lage inkomenslanden en fragiele staten. In 2024 is een extra lening verstrekt van USD 16,0 miljoen.
Voor het DTIF is een lening verstrekt aan Invest Internatonal B.V. gericht op het midden en kleinbedrijf voor risicodragende investeringen en exporttransacties. Aan Invest Internatonal B.V. is een lening verstrekt van EUR 66,2 miljoen.
De vordering op het Prospects Blended Finance Trust Fund van het IFC bestaat uit bijdragen die sinds 2021 aan het IFC zijn verstrekt. Onder het Prospects programma dat in 2019 van start is gegaan zijn met het IFC afspraken gemaakt over een separaat Trust Fund voor Blended Finance activiteiten. IFC gebruikt hierbij een mix van verschillende soorten financiering om risico’s te verminderen en financiële levensvatbaarheid te vergroten van private projecten in investeringen in Prospects landen (Hoorn van Afrika en MENA-regio) die een positieve impact op gedwongen ontheemden en hun gastgemeenschappen hebben en die niet van de grond zouden komen zonder steun van het IFC. Voortschrijdend inzicht in 2024 heeft ertoe geleid alle bijdragen met terugwerkende kracht als extracomptabele vordering te registreren. De door BHO totaal ingebrachte fondsen tot en met 31 december 2024 bedroegen USD 37,5 miljoen.
12. Voorschotten
Het saldo van de post Voorschotten omvat zowel de voorschotten die binnen als buiten begrotingsverband zijn geboekt. De afwikkeling vindt plaats op basis van de eindvaststelling.
De buiten begrotingsverband verstrekte voorschotten betreffen middelen die zijn ontvangen in het kader van de Delegated Coorperation van de Europese Commissie en silent partners.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2024 | 31 december 2023 | |
---|---|---|---|
Voorschotten | 5.596.569 | 4.123.202 | |
Voorschotten RVO | 277.016 | 237.733 | |
Voorschotten Invest | 102.801 | 68.097 | |
Totaal | 5.976.386 | 4.429.032 |
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2024 | 31 december 2023 | |
---|---|---|---|
Verstrekt in 2017 en ouder | 102.869 | 130.749 | |
Verstrekt in 2018 | 25.049 | 92.955 | |
Verstrekt in 2019 | 75.263 | 118.924 | |
Verstrekt in 2020 | 169.105 | 209.639 | |
Verstrekt in 2021 | 491.549 | 618.837 | |
Verstrekt in 2022 | 1.218.047 | 1.378.982 | |
Verstrekt in 2023 | 1.904.813 | 1.878.947 | |
Verstrekt in 2024 | 1.989.691 | 0 | |
Totaal | 5.976.386 | 4.429.033 |
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2024 | 31 december 2023 | |
---|---|---|---|
Openingsbalans | 4.123.202 | 3.910.562 | |
Bij: Correctie beginstand | 288.298 | 0 | |
Bij: Verstrekte voorschotten | 2.016.914 | 1.945.502 | |
Af: Verantwoorde voorschotten | 383.351 | 1.683.173 | |
Af/Bij: Herwaardering naar nieuwe corporate rate | ‒ 68.677 | ‒ 49.689 | |
Eindbalans | 5.976.386 | 4.123.202 |
In de beginstand is een correctiebedrag van EUR 288,298 mln verwerkt. Dit correctiebedrag is ontstaan uit drie soorten correcties. De eerste correctie betreft voorschotten die als voorschot waren aangemerkt en in verslagjaar 2024 zijn gecorrigeerd naar lumpsum, en omgekeerd. Het totaalbedrag van deze correctie bedraag ‒EUR 29,628 miljoen. De tweede correctie heeft betrekking op de voorschotten voor Delegated Coorperation projecten. Het totaalbedrag van deze correctie bedraagt +EUR 13,011 miljoen. De derde correctie komt doordat het verloopoverzicht voorschotten in 2024 voor het eerst is uitgebreid met de openstaande voorschotten van RVO en Invest International. Het totaalbedrag van deze correctie bedraagt +EUR 304,915 miljoen.
Tot en met 2023 kende BZ een systeem van tussentijds verantwoorden van voorschotten op basis van monitoringsinformatie van de contractpartij. Deze informatie bestaat uit inhoudelijke en financiële informatie. Afhankelijk van de financiële omvang wordt deze informatie aangevuld met een accountantsrapportage. Per 1 januari 2024 heeft een systeemwijziging plaatsgevonden. Met de systeemwijziging is het systeem van tussentijdse verantwoorden komen te vervallen. Het effect van de systeemwijziging is dat de financiële omvang van de openstaande voorschotten is toegenomen.
13. Garantieverplichtingen
Opbouw openstaande Garantieverplichtingen: | ||
---|---|---|
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2024 | 31 december 2023 |
Openingsbalans | 3.280.351 | 3.478.544 |
Bij: Aangegane verplichtingen | 929.823 | 41.175 |
Af: Tot betaling gekomen verplichtingen | 16.330 | 38.435 |
Af: Negatieve bijstellingen | 13.040 | 13.857 |
Af: Herwaardering | 54.503 | 187.076 |
Eindbalans | 4.126.301 | 3.280.351 |
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2024 | 31 december 2023 | |
---|---|---|---|
Asian Development Bank (AsDB) | 1.251.588 | 1.272.275 | |
Inter-American Development Bank (IADB) | 291.449 | 301.217 | |
African Development Bank (AfDB) | 2.354.929 | 1.478.854 | |
Fonds Opkomende Markten (FOM) | 0 | 1.594 | |
Dutch Good Growth Fund (DGGF) | 108.215 | 100.955 | |
Dutch Trade Investment Fund (DTIF) | 10.511 | 10.816 | |
Development Relevant Infrastructure Investment Vehicle (DRIVE) | 45.663 | 43.773 | |
NIO | 63.946 | 70.867 | |
Totaal | 4.126.301 | 3.280.351 |
De garantieverplichting in het kader van het FOM is in 2024 volledig afgewikkeld.
De garantieverplichting in het kader van het DGGF heeft betrekking op ontwikkelingsrelevante en risicodragende investeringen en exporttransacties. De stijging van EUR 100,955 miljoen naar EUR 108,216 miljoen komt door een stijging van afgegeven garanties door Atradius DSB en de garantieverplichting voor PwC/TJ. Het saldo van de afgegeven garanties door Invest International is afgenomen. Verstrekte dekkingsadviezen zijn niet opgenomen als garantieverplichting.
Fondsbeheerder PwC/TJ is in 2019 in de gelegenheid gesteld om voor maximaal EUR 100 miljoen boven het beschikbare investeringsbudget aan contracten/committeringen aan te gaan met intermediaire fondsen in de vorm van een garantie van BHO. De garantieverplichting is per ultimo 2024 vastgesteld op EUR 7,830 miljoen.
De garantieverplichting in het kader van het DTIF betreft een garantie voor risicodragende investeringen en exporttransacties. De daling van EUR 10,816 miljoen naar EUR 10,511 miljoen komt met door een afname van verstrekte wisselfinancieringenwisselfinancieringen door Atradius DSB.
De garantieverplichting in het kader van DRIVE heeft betrekking op investeringen in publieke infrastructuurprojecten die bijdragen aan een goed ondernemingsklimaat en de ontwikkeling van de private sector in lage- en middeninkomenslanden. Het garantieplafond voor DRIVE is vastgesteld op EUR 55 miljoen per jaar. In 2019 is door Atradius DSB een garantie afgegeven, deze garantie is in 2024 geherwaardeerd met een bedrag van EUR 1,890 tot een EUR 45,663 miljoen.
Voor deze vier garantieregelingen is een begrotingsreserve gevormd.
14. Andere verplichtingen
Het saldo van de post Andere Verplichtingen omvat zowel de openstaande verplichtingen die binnen als buiten begrotingsverband zijn geboekt. De verplichtingen buiten begrotingsverband betreffen verplichtingen die wordt gefinancierd door de Europese Commissie en silent partners in het kader van Delegated Cooperation.
Opbouw openstaande verplichtingen: | |||
---|---|---|---|
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2024 | 31 december 2023 | |
Openingsbalans | 8.897.275 | 7.672.215 | |
Bij: Correctie beginstand | 64.718 | 0 | |
Bij: Correctie eindstand conversie | 0 | 1.675 | |
Bij: Aangegane verplichtingen | 2.503.126 | 5.127.099 | |
Af: Tot betaling gekomen verplichtingen | 3.982.441 | 3.903.714 | |
Af: Negatieve bijstellingen | 0 | 0 | |
Eindbalans | 7.482.678 | 8.897.275 |
In de beginstand is een correctiebedrag van EUR 64,7 mln verwerkt. Dit correctiebedrag is ontstaan uit twee soorten correcties. De eerste correctie betreft een rekenfout in de openstaande verplichtingen die abusievelijk in het jaarverslag 2023 was opgenomen. Het totaalbedrag van deze correctie bedraagt EUR 38,435 miljoen. De tweede correctie heeft betrekking op de verplichting voor Delegated Coorperation projecten. Het totaalbedrag van deze correctie bedraagt EUR 26,283 miljoen.
Er hebben geen omvangrijke negatieve bijstellingen op verplichtingen boven de EUR 25 miljoen uit voorgaande boekjaren plaatsgevonden in 2024.
Af te dragen vennootschapsbelasting
Op basis van de oordelen van de Belastingdienst en de door het ministerie ingenomen standpunten heeft het ministerie de aangifte vennootschapsbelasting 2022 voorbereid. Het ministerie is voornemens de aangifte in 2025 in te dienen. Voor deze aangifte is van enkele financieringsregelingen getoetst of deze vallen onder de reikwijdte van de vennootschapsbelasting gegeven de verlieslatende resultaten de afgelopen jaren. Hierover is het ministerie in vooroverleg getreden met de Belastingdienst. De aangiften over de jaren 2016 t/m 2020 zijn definitief vastgesteld en de aangifte 2021 is ingediend. Voor 2023 is begroot dat de fiscale winsten lager liggen dan de verrekenbare verliezen. Per saldo is er meer betaald aan de Belastingdienst dan de belastingschuld bedraagt over de periode 2016 t/m 2023. Om deze reden is geen saldo als af te dragen vennootschapsbelasting opgenomen in de saldibalans.
15. Deelnemingen
De post deelnemingen bestaat uit aandelen in internationale instellingen. Voor het niet volgestorte deel (callable capital) is een garantieverplichting verstrekt die onder 13. Garantieverplichtingen is opgenomen.
De laatste kolom van het overzicht vermeldt de voting power ultimo 2024. Naast de omvang van de deelneming in aandelen kan dit percentage ook beïnvloed zijn door bijvoorbeeld de omvang van de middelenaanvullingen.
Specificatie x 1.000 EUR | 31 december 2024 | 31 december 2023 | Voting power in % | |
---|---|---|---|---|
Asian Development Bank | 65.885 | 66.974 | 1,113 | |
African Development Bank | 82.628 | 77.453 | 0,865 | |
Inter-American Development Bank | 13.096 | 13.535 | 0,200 | |
Inter-American Investment Corp. | 12.955 | 10.978 | 0,600 | |
Instex Deelneming | 419 | 419 | 4,210 | |
Totaal | 174.983 | 169.359 |
Begin 2020 is Nederland formeel toegetreden als aandeelhouder van INSTEX in het kader van het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA) met Iran. INSTEX was een special purpose vehicle om bij te dragen aan het faciliteren van het betalingsverkeer tussen Europese en Iraanse bedrijven. Op 9 maart 2023 is unaniem door de aandeelhouders (Frankrijk, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, België, Denemarken, Finland, Noorwegen, Spanje, Zweden en Nederland) het besluit genomen tot de ontmanteling van INSTEX aangezien er om verschillende redenen geen enkele basis was voor voortzetting. Een curator is aangesteld om INSTEX volledig te ontmantelen. De afronding van de ontmanteling is voorzien in 2025.
Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen
Uitvoeringskosten RVO (artikel 1)
Op 19 december 2024 is de offerte van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland goedgekeurd voor de uitvoeringskosten voor diverse subsidieregelingen en opdrachten op het gebied van internationale handel. Dit leidt tot een bestuurlijke verplichting van EUR 133,5 miljoen in 2025.
PROSPECTS (artikel 4)
Nederland heeft zich gecommitteerd aan de tweede fase van het PROSPECTS partnerschap voor een bedrag van EUR 800 miljoen. Hiervan blijkt per 31 december 2024 een bedrag van EUR 204 miljoen nog niet uit de saldibalans. Het PROSPECTS partnerschap wordt gefinancierd uit artikel 4.2 van de begroting (opvang en bescherming in de regio).
Steunpakket Oekraïne (artikel 5)
De minister voor BHO heeft op 2 september 2024 aanvullende steun aan Oekraïne voor 2025 aangekondigd aan de Kamer (Kamerstuk 36 045 nr. 185). Dit betrof onder andere EUR 55 miljoen ten behoeve van reparaties van energie-infrastructuur via het Ukraine Relief, Recovery, Reconstruction and Reform Trust Fund (URTF) van de Wereldbank, leveringen van onder meer onderdelen voor reparaties, gasturbines en brandstof via het Ukraine Energy Support Fund (UESF) ter waarde van EUR 45 miljoen en EUR 25 miljoen voor de voortzetting van humanitaire bijstand, geestelijke gezondheidszorg en psychosociale steun.
Niet uit de saldibalans blijkende financiële risico's voortkomend uit lopende juridische procedures
Op dit moment zijn op het beleidsterrein van BHO geen rechtszaken aanhangig bij het ministerie van BZ met een substantieel geclaimd bedrag van EUR 25 miljoen of hoger.