Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 43 Langdurige zorg

43.1 Algemene doelstelling

Zorgen dat voor mensen met een langdurige of chronische aandoening van lichamelijke, verstandelijke of psychische aard zorg van goede kwaliteit beschikbaar is en dat deze zorg tegen voor de samenleving aanvaardbare maatschappelijke kosten wordt geleverd.

43.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)
  

Stand ontwerp begroting

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletore wet

Stand 1e suppletore begroting

Mutaties 2011

Mutaties 2012

Mutaties 2013

Mutaties 2014

  

1

2

3

4=1+2+3

    

Verplichtingen

5 988 637

0

18 685

6 007 322

278 447

325 993

329 615

330 804

          

Uitgaven

5 990 885

0

19 339

6 010 224

311 240

333 043

330 045

330 804

          

Programma-uitgaven

5 986 884

0

18 484

6 005 368

311 191

333 016

330 045

330 804

1.

De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt

63 181

0

– 2 695

60 486

108

48

48

48

2.

Voor iedere cliënt is de noodzakelijke zorg beschikbaar

138 745

0

14 512

153 257

0

0

0

0

3.

De zorg is effectief en veilig en wordt door de cliënt positief ervaren (kwalitatief goede zorg)

166 452

0

– 34 833

131 619

– 34 673

– 9 688

– 11 859

0

4.

De kosten van de zorg zijn maatschappelijk aanvaardbaar

5 618 506

0

41 500

5 660 006

345 756

342 656

341 856

330 756

          

Apparaatsuitgaven

4 001

0

855

4 856

49

27

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

43.3 Operationele doelstellingen

Er zijn vier operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

  • 1. De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt;

  • 2. Voor iedere cliënt is de noodzakelijke zorg beschikbaar;

  • 3. De zorg is effectief en veilig en wordt door de cliënt positief ervaren (kwalitatief goed zorg);

  • 4. De kosten van de zorg zijn maatschappelijk aanvaardbaar.

43.3.1 De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

63 181

Mutaties 1e suppletore begroting:

 
 

1.

Overboeking van artikel 43 OD 1 naar artikel 98 (IGZ). Het betreft het beschikbaar stellen van een deel van de benodigde middelen voor de uitvoering van het jaarplan 2010 voor het project Zichtbare Zorg. 

– 4 700

2.

Voor patiënten, gehandicapten en ouderen is voor projectsubsidies PGO een totaal bedrag beschikbaar gesteld van € 24 miljoen in de jaren 2009 tot en met 2012. Een bedrag van € 1,97 miljoen kon in 2009 niet tot betaling komen en wordt aan het budget voor 2010 toegevoegd.

1 970

3.

Overige mutaties

35

Stand 1e suppletore begroting

60 486

43.3.2 Voor iedere cliënt is de noodzakelijke zorg beschikbaar

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

138 745

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overboeking vanuit de premiemiddelen 2010 voor de herindicaties voor de pakketmaatregel «begeleiding». Het betreft meerkosten van het CIZ, die vooral worden veroorzaakt, doordat er meer herindicaties hebben plaatsgevonden dan verwacht.

8 100

2.

In de VWS-begroting 2010 is de instellingssubsidie van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) gebaseerd op afspraken uit het meerjarenperspectief 2007–2011. Inmiddels is de hierin afgesproken taakstelling voor het CIZ herzien. Dat betekent dat een aanvulling noodzakelijk is op de instellingssubsidie.

5 000

3.

Deze mutatie betreft de overboeking van de niet in 2009 bestede middelen op de begroting voor herindicaties. Voor de herindicaties in het kader van de pakketmaatregel «begeleiding» zijn in 2009 extra middelen aan het CIZ beschikbaar gesteld. Een deel van de werkzaamheden vindt echter in 2010 plaats.

2 142

4.

Overboeking van artikel 43 OD 2 naar artikel 43 apparaatskosten voor de uitvoering van het programma Stroomlijning Indicatie Processen (STIP).

– 730

 

Stand 1e suppletore begroting

153 257

43.3.3 De zorg is effectief en veilig en wordt door de cliënt positief ervaren (kwalitatief goede zorg)

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

166 452

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Voor de werkzaamheden van MEE zijn in 2009 extra middelen beschikbaar gesteld. Een deel van de werkzaamheden vindt echter in 2010 plaats. Deze mutatie betreft de overboeking van de niet in 2009 bestede middelen voor de MEE-werkzaamheden.

2 483

2.

Overheveling naar de premiemiddelen voor de uitvoering van de NZa-beleidsregel «Stimulering kleinschalige zorg voor dementerenden». De middelen voor deze beleidsregel staan gereserveerd op de begroting van VWS en worden voor de dekking van de beleidsregel naar de premiemiddelen overgeboekt.

– 24 800

3.

Overboeking van artikel 43 OD 3 naar artikel 41 OD 5 voor de uitvoering door ZonMw van het programma «Zichtbare schakel: de wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt». Het programma is opgezet naar aanleiding van de motie Hamer c.s. (TK 2008–2009, 31 700 XVI, nr. 15) en is onder meer gericht op de inzet van extra wijkverpleegkundigen op wijkniveau.

– 8 257

4.

Overboeking van artikel 43 OD 3 naar artikel 41 OD 5 voor de uitvoering van het programma «Zorg voor Beter» door ZonMw.

– 3 933

5.

Overige mutaties

– 326

Stand 1e suppletore begroting

131 619

43.3.4 De kosten van de zorg zijn maatschappelijk aanvaardbaar

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

5 618 506

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Vanaf 2010 is € 50 miljoen structureel beschikbaar om de afbakening van de doelgroep Wtcg (voorstellen commissie Linschoten) te verbeteren. Een deel van de verbeteringen gaat per 2010 in. De maatregelen hebben een geleidelijke ingroei, waardoor in 2010 een deel van de € 50 miljoen niet wordt ingezet.

– 36 900

2.

Bijstelling raming Wtcg. Op basis van geactualiseerde berekeningen van Vektis is het aantal mensen dat op grond van zorggebruik in aanmerking komt voor een forfait hoger dan eerder aangenomen. Met het oog hierop dient de raming met structureel € 53 miljoen te worden bijgesteld.

53 000

3.

Bijstelling in de kosten van kortingen (BIKK) naar aanleiding van de actuele ramingen van het Centraal Economisch Plan (CEP) van het CPB.

20 400

4.

Noodzakelijke kosten voor een goede uitvoering van de Wtcg. Het betreft kosten met het oog op aanpassing aan wensen van de Tweede Kamer (afbakening/uitbreiding van doelgroepen) en vergoedingen voor de uitvoering van de Wtcg aan het CAK, verzekeraars, gemeenten en bureaus Jeugdzorg.

6 000

5.

Overboeking naar het ministerie van Financiën ten behoeve van de kosten van de Belastingdienst voor de uitvoering van de regeling Tegemoetkoming Buitengewone Uitgaven (TBU) en de regeling Tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten (TSZ).

– 1 000

Stand 1e suppletore begroting

5 660 006

43.4 Apparaatsuitgaven

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

4 001

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overboeking van artikel 43 OD 2 naar artikel 43 apparaatsuitgaven voor de uitvoering van het programma Stroomlijning Indicatie Processen (STIP).

730

2.

Overige mutaties

125

Stand 1e suppletore begroting

4 856

43.5 Ontvangsten

Stand vastgestelde ontwerpbegroting (bedragen x € 1 000)

0

Mutaties 1e suppletore begroting:

 

1.

Overige mutaties

0

Stand 1e suppletore begroting

0

Licence