| Art. nr. | Uitgaven 2011 | ||
|---|---|---|---|
| Stand ontwerpbegroting 2011 | 134 142 | ||
| Stand 1e suppletoire begroting 2011 | 401 933 | ||
| Belangrijkste suppletoire mutaties | |||
| a. | Grensbewaking Koninklijke Marechaussee | 1.1 | 6 100 |
| b. | Grensbewaking Koninklijke Marechaussee | 2.2 | – 6 100 |
| c. | Buffertekort Pensioenfonds Caribisch Nederland | 1.1 | – 3 000 |
| d. | Buffertekort Pensioenfonds Caribisch Nederland | 2.2 | 22 000 |
| e. | Buffertekort Pensioenfonds Caribisch Nederland | 2.3 | – 300 |
| f. | Buffertekort Pensioenfonds Caribisch Nederland | 2.4 | – 4 300 |
| g. | Betalingsachterstanden | 2.4 | 30 000 |
| Overige mutaties | – 423 | ||
| Stand 2e suppletoire begroting 2011 | 445 910 |
| Art. nr. | Ontvangsten 2011 | ||
|---|---|---|---|
| Stand ontwerpbegroting 2011 | 8 470 | ||
| Stand 1e suppletoire begroting 2011 | 34 054 | ||
| Belangrijkste suppletoire mutaties | |||
| h. | Betalingsachterstanden | 2 | 30 000 |
| Stand 2e suppletoire begroting 2011 |
| 64 054 |
Toelichtingen
Ad. a, b Grensbewaking Koninklijke Marechaussee
De middelen ten behoeve van de grenscontrolebewaking door de Koninklijke Marechaussee horen op het algemene doel van de waarborgfunctie thuis, niet op het operationele doel bevorderen autonomie Koninkrijkspartners. Hiermee worden de middelen voor de Koninklijke Marechaussee bij het juiste operationele doel verantwoord.
Ad. c, d, e, f Buffertekort Pensioenfonds Caribisch Nederland
Ter dekking van de problematiek bij het Pensioenfonds Caribisch Nederland wordt € 22 mln. ingezet en daarvoor binnen de begroting van Koninkrijksrelaties gerealloceerd. Een deel van het benodigde bedrag wordt uit latere jaren naar voren gehaald. De € 22 mln. maakt deel uit van de storting aan het Pensioenfonds Caribisch Nederland in het kader van de verplichtingen samenhangende met de duurtetoeslag.
Ad. g, h Betalingsachterstanden
Het restant van de begrotingsreserve bestemd voor de sanering van betalingsachterstanden wordt toegevoegd aan de begroting om in 2011 de laatste achterstanden voor Curaçao, Sint Maarten en Caribisch Nederland te kunnen saneren, voor zover die binnen de overeengekomen uitzonderingsgronden vallen.