Base description which applies to whole site

1. LEESWIJZER

Deze memorie van toelichting betreft de begrotingsstaat voor het jaar 2011 van begroting de Koning. Met ingang van de begroting 2010 is niet alleen de naam van begroting I gewijzigd in begroting «de Koning», maar bevat de begroting naast de grondwettelijke uitkeringen aan de leden van het koninklijk huis (thans 3 leden) ook de uitgaven ten behoeve van de constitutionele Koning als staatshoofd. Dit in navolging van de brief van de minister-president over de nieuwe opzet van begroting I van de Rijksbegroting (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 700 I, nr. 5), gebaseerd op de aanbevelingen van de Stuurgroep herziening stelsel kosten koninklijk huis.

De belangrijkste wijzigingen die met ingang van de begroting 2010 zijn ingevoerd betroffen de toevoeging van de artikelen 2 en 3.

  • Artikel 2: Functionele uitgaven van de Koning. Dat betreft de functionele uitgaven die op declaratiebasis door de Dienst van het Koninklijk Huis namens de Koning worden ingediend bij de minister-president en die ten laste van deze begroting worden betaald.

  • Artikel 3: Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen. Dit betreft de geraamde uitgaven die niet via de Dienst van het Koninklijk Huis lopen, maar die wel deel uitmaken van de uitgaven die functioneel samenhangen met het koningschap.

De nieuwe opzet van begroting I impliceert dat met uitzondering van artikel 1 er geen bedragen beschikbaar zijn voor de jaren voorafgaand aan het begrotingsjaar 2010.

De wijze van uitputting van de begroting vindt plaats via het verstrekken van voorschotten aan de Dienst van het Koninklijk Huis en aan de desbetreffende ministeries. Voor artikel 1 vindt de afrekening nog in het lopende begrotingsjaar plaats, maar bij de artikelen 2 en 3 zal de afrekening niet eerder dan in het volgende jaar kunnen plaatsvinden.

De raming van de ontvangsten bij de artikelen is op nihil gesteld en zal alleen betrekking hebben op ontvangsten uit hoofde van de afrekeningen van voorgaande jaren.

In aansluiting op de bepaling zoals die in artikel 8 van de Comptabiliteitswet is opgenomen, hebben de begrotingsartikelen die worden opgenomen in deze begroting het karakter van een niet-beleidsartikel.

In deze begroting zijn tevens de besparingen verwerkt zoals deze in de eerste suppletore begroting van de Koning 2010 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 395 I, nr. 2) zijn gemeld en toegelicht. In onderstaande tabel worden de besparingen weergegeven waarbij een aansluiting wordt gemaakt tussen de stand van de Begroting 2010 en deze begroting.

Besparingen begroting de Koning (x € 1000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

1. Versobering vliegregeling

0

–305

–305

–305

–305

2. Groene Draeck

–163

–163

   

3. Koninklijke trein

 

–14

–14

–14

–14

4. AZ/RVD

 

–90

–155

–155

–155

5. Vergoeding voor paleizen

–800

–800

–800

–800

–800

6. Overige bijstellingen sinds begroting 2010

19

150

148

152

152

 

944

1 222

1 126

1 122

1 122

waarvan t.l.v. Begroting van de Koning

     

Totaal

144

422

326

322

322

Licence