Base description which applies to whole site

ARTIKEL 11. STUDIEFINANCIERING

Opbouw uitgaven beleidsartikel (x € 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Stand ontwerpbegroting 2010

3 934 192

4 116 360

4 346 725

4 455 216

4 553 653

 

Nota van wijziging

      

Amendementen

      

1e suppletore begroting

– 188 692

30 576

0

0

0

 

Nieuwe mutaties

– 9 807

– 87 504

36 245

44 835

42 268

 

Stand ontwerpbegroting 2011

3 735 693

4 059 432

4 382 970

4 500 051

4 595 921

4 687 201

Specifieke nieuwe mutaties (x € 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

 

1.

Technische mutaties

– 40 054

37 933

39 752

40 807

41 747

 
 

1.

(prijs)bijstelling uit aanvullende posten

0

36 313

37 669

38 724

39 664

 
 

2.

interne overboeking BES

0

1 620

2 083

2 083

2 083

 
 

3.

ramingsbijstelling niet-relevant

– 40 054

     

2.

Autonome mutaties

– 95 653

0

0

0

0

 
 

1.

ramingsbijstelling relevant

– 95 653

     

3.

Beleidsmatige mutaties

125 900

– 125 437

– 3 507

4 028

521

 
 

1.

interne overboeking BES

0

463

174

347

521

 
 

2.

intertemporele compensaties

125 900

– 125 900

– 3 681

3 681

0

 

Totaal

– 9 807

– 87 504

36 245

44 835

42 268

 

In 2011 is er sprake van een daling van de uitgaven voor studiefinanciering van € 56,9 miljoen ten opzichte van de begroting 2010. Bij 1e suppletoire begroting 2010 is voor 2011 een stijging van € 30,6 gemeld (Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 395, nr. 2). De nieuwe mutaties vormen tezamen een meevaller van € 87,5 miljoen in 2011. Dit betreft technische en autonome mutaties.

Toelichting op de nieuwe mutaties:

De technische mutaties zijn ten eerste het gevolg van de wettelijke indexering van de normbedragen studiefinanciering. Daarvoor is er bijstelling vanuit de aanvullende posten (in 2011 € 36,3 miljoen). Ten tweede zijn niet-relevante middelen voor studiefinanciering op de BES-eilanden binnen de begroting van OCW overgeboekt. Ten derde is er in 2010 een meevaller op het niet-relevante uitgavenkader van per saldo € 40,1 miljoen. De hoofdoorzaak hiervan is minder gebruik van de leenfaciliteiten dan eerder geraamd.

De autonome mutatie bestaat uit een verwachte meevaller in 2010 van € 95,7 miljoen op het relevante uitgavenkader. In het verlengde van wat bij 1e suppletoire begroting 2010 is gemeld, zijn de hoofdoorzaken van de meevaller minder gebruik van de aanvullende beurs dan geraamd, minder omzettingen van prestatiebeurs in gift en minder uitgaven voor de OV-studentenkaart.

De beleidsmatige mutaties bestaan ten eerste uit relevante middelen voor studiefinanciering op de BES-eilanden, die binnen de begroting van OCW worden overgeboekt. Daarnaast zijn er intertemporele compensaties. Er wordt een extra deel van de verplichtingen voor de OV-studentenkaart 2011 al in 2010 voldaan: € 125,9 miljoen.

Opbouw ontvangsten beleidsartikel (x € 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Stand ontwerpbegroting 2010

540 200

595 500

654 400

715 100

776 800

 

Nota van wijziging

      

Amendementen

      

1e suppletore begroting

13 026

16 057

    

Nieuwe mutaties

47 310

19

19

76

167

 

Stand ontwerpbegroting 2011

600 536

611 576

654 419

715 176

776 967

838 517

Specifieke nieuwe mutaties (x € 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

 

1.

Technische mutaties

43 989

0

0

0

116

 
 

1.

interne overboeking BES-middelen

0

0

0

0

116

 
 

2.

ramingsbijstelling niet-relevant

43 989

0

0

0

0

 

2.

Autonome mutaties

3 321

0

0

0

0

 
 

1.

ramingsbijstelling relevant

3 321

0

0

0

0

 

3.

Beleidsmatige mutaties

0

19

19

76

51

 
 

1.

interne overboeking BES-middelen

0

19

19

76

51

 

Totaal

47 310

19

19

76

167

 

In 2011 is er sprake van een stijging van de ontvangsten voor studiefinanciering van € 16,1 miljoen ten opzichte van de begroting 2010. Bij 1e suppletoire begroting 2010 is voor 2011 al een stijging met € 16,1 miljoen gemeld (Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 395, nr. 2).

De technische mutaties betreffen ten eerste niet-relevante middelen voor studiefinanciering op de BES-eilanden, die binnen de begroting van OCW worden overgeboekt. Daarnaast ontstaat een niet-relevante, technische mutatie door meevallende ontvangsten in 2010. Die worden hoofdzakelijk veroorzaakt door meer vervroegde (extra) aflossingen. De extra ontvangsten aan hoofdsom betekent een technische mutatie (€ 44,0 miljoen niet-relevant in 2010).

De autonome mutatie is een ramingsbijstelling in 2010. Die worden hoofdzakelijk veroorzaakt door meer vervroegde (extra) aflossingen. De extra ontvangsten aan rente betekent een autonome mutatie van € 3,3 miljoen (relevant) in 2010.

De beleidsmatige mutatie betreft relevante middelen voor studiefinanciering op de BES-eilanden, die binnen de begroting van OCW worden overgeboekt.

Licence