Base description which applies to whole site

Artikel 5 Internationale economische betrekkingen

Algemene doelstelling

Verbeteren van het klimaat voor internationale handel en investeringen en vergroten van de Nederlandse internationale participatie om de concurrentiekracht van de Nederlandse economie te vergroten.

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Onze open economie is sterk afhankelijk van goede internationale economische betrekkingen. Handel en investeringen vormen de motor achter de Nederlandse economie: als vuistregel geldt dat 3% groei in wereldhandel voor 1% aan groei in het Nederlandse Bruto Binnenlands Product (BBP) zorgt 42. Internationalisering vergroot de concurrentie en brengt een dynamiek met zich mee die aanzet tot innovatie en hogere productiviteit.

Deze openheid is niet vanzelfsprekend. Ondernemers lopen bij hun internationale activiteiten geregeld tegen markt- en systeemimperfecties aan die hun ambities belemmeren en die leiden tot hogere transactiekosten. Daarbij kan het gaan om protectionisme en formele barrières maar ook om gebrekkige informatie, een andere cultuur van zakendoen of de noodzaak van overheidscontacten op hoog niveau in landen waar de economie sterk politiek wordt aangestuurd.

EZ bestrijdt, in afstemming met het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ), deze markt- en systeemimperfecties ondermeer door de inzet van economische diplomatie. De combinatie van de financiële en economische crisis en de trend van verschuivende internationale machtsverhoudingen door de opkomende economieën heeft de afgelopen jaren laten zien dat economische diplomatie bij het bevorderen van internationale bedrijvigheid enkel aan belang heeft gewonnen. Door (politieke) invloed, kennis en relaties in te zetten worden bedrijven geholpen bij het verkrijgen van toegang tot buitenlandse markten. Dit gebeurt zowel bilateraal, om handelsbarrières met individuele landen weg te nemen, als multilateraal, via inbreng en onderhandelingen in de EU, de WTO, de OESO en de G20. Met deze multilaterale insteek wordt beoogd de internationale economische rechtsorde te versterken en hiaten in internationale regels aan te pakken. Een dusdanig internationaal rechtskader draagt daarmee bij aan een betere toegang van ontwikkelingslanden tot de internationale en Europese markten.

Daarnaast stimuleert EZ Nederlandse bedrijven met een breed en toegankelijk subsidieinstrumentarium (basispakket) om internationaal actief te zijn en hun internationale positie verder te versterken. In het bijzonder levert EZ met het programmatisch pakket meerjarige ondersteuning aan specifieke clusters van bedrijven en/of kennisinstellingen in voor Nederland kansrijke markten die sterk door overheden bepaald of beïnvloed worden. Deze ondersteuning bestaat uit een combinatie van subsidies, publieke kennisoverdracht en economische diplomatie.

Een effectieve internationale economische rechtsorde gaat verder dan alleen verdragen en regelgeving ten aanzien van het handelsverkeer en internationale investeringen. Omdat Nederlandse en Europese wettelijke normen op het vlak van milieu, arbeidsomstandigheden en mensenrechten elders soms moeilijk afdwingbaar zijn, is er behoefte aan een gezaghebbend, internationaal gedeeld normatief kader. Nederland blijft zich derhalve inzetten voor een geïntegreerd buitenland beleid, waarbij deze aspecten ook in vrijhandelsakkoorden worden geadresseerd. Daarnaast pleit EZ in multilaterale onderhandelingen voor duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) als integraal onderdeel van economisch handelen. In economische missies, buitenlandinstrumentarium en Holland Branding wordt MVO standaard meegenomen. Nederland is hiermee koploper in de internationale economische betrekkingen.

Verantwoordelijkheid

De Minister van Economische Zaken is verantwoordelijk voor:

  • versterking van de buitenlandse economische betrekkingen;

  • het internationale handels- en investeringsbeleid;

  • internationaal ondernemen en het aantrekken van buitenlandse bedrijven;

  • de Nederlandse inbreng in het handelsbeleid van de EU en het vertegenwoordigen van het Nederlandse economisch belang in WTO- en OESO-kader.

Externe factoren

Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van de volgende externe factoren:

Politieke en economische ontwikkelingen bij onze handelspartners hebben gevolgen voor de Nederlandse economie, voor succesvolle afronding van de multilaterale en regionale handelsakkoorden en voor het Nederlandse bedrijfsleven. Succes van het internationale economische beleid van EZ wordt mede bepaald door het handels- en investeringsklimaat in binnen- en buitenland en veranderingen daarin. Uiteraard is ook het Europese beleid en strategie op het gebied van handel (EU2020-strategie) relevant voor de Nederlandse economie. EZ levert een actieve bijdrage aan de Europese besluit- en gedachtevorming op dit terrein.

De Nederlandse steun voor een Doha-akkoord is onverminderd. Wel is EZ van mening dat met een realistische blik naar afronding van de onderhandelingen moet worden gekeken die grotendeels afhankelijk is van politiek committment in verschillende hoofdsteden. Daarnaast vindt EZ het van belang dat de EU ook regionale en bilaterale handelsakkoorden afsluit die kunnen bijdragen aan multilaterale vooruitgang. Voor de verdere toekomst is nadere discussie en onderzoek nodig over het potentieel voor plurilaterale overeenkomsten op deelterreinen zoals bijvoorbeeld mededinging of milieugerelateerde onderwerpen.

Economische crisis

EZ heeft in 2010 bijgedragen aan het tegengaan van protectionistische tendensen. Door een actieve inbreng zowel in WTO-, OESO-, als G20-verband en ook door richting Europese Commissie en betrokken landen zijn ongenoegen te uiten over handelsverstorende maatregelen. Ook in 2011 blijft EZ consequent een helder standpunt innemen als tegenstander van ongeoorloofde marktbescherming. EZ continueert daarnaast de strategie voor het vergroten van de markttoegang in landen buiten de Europese Unie en blijft pal staan voor een open Europese markt.

De gestage groei en het toenemend belang van opkomende economieën valt met name op nu we ons van de crisis aan het herstellen zijn. De wereldeconomie steunt in belangrijke mate op groei uit landen als China en India. Hier is door EZ op ingespeeld met o.a. de markttoegangstrategie, deelname aan de wereldtentoonstelling in Shanghai en de regeling Package4Growth specifiek voor India en China. India, Turkije, Rusland en (sinds 2010) Brazilië vormen de focus van actieplannen met initiatieven voor overheid en bedrijfsleven van de Dutch Trade Board (DTB).

De economische crisis is in veel landen de aanleiding geweest om het bedrijfsleven extra te ondersteunen. Ook in Nederland is een aantal maatregelen genomen ter bevordering van het internationaal ondernemen. Op basis van evaluaties die in het najaar van 2010 zullen plaatsvinden, kunnen eventuele vervolgstappen worden bezien. Het gaat dan onder andere om de Tijdelijk Aanvullende Staats Kredietverzekering (TASK) die het mogelijk maakt aanvullende staatsgarantie op de kredietverzekeringspolissen voor korte termijn kredieten te krijgen. Voor deze regeling, waarvan de kosten (€ 40 mln) tussen Financiën en EZ zijn gedeeld, geldt dat de goedkeuring van de Europese Commissie per eind december 2010 verloopt.

Kengetallen

Kengetallen

2007

2008

2009

Ambitie

2011

De positie van Nederland op de wereldranglijst:

    

Export van goederen

6

5

5

Top 10

Import van goederen

8

7

7

Top 10

Export van diensten

11

10

10

Top 10

Import van diensten

10

11

9 (gedeelde plaats Spanje)

Top 10

Uitgaande stand directe buitenlandse investeringen

6

5

Nog niet bekend

Top 10

Inkomende stand directe buitenlandse investeringen

5

6

Nog niet bekend

Top 10

Bron: WTO Trade Statistics en UNCTAD (World Investment Report)

Totale verplichtingen, uitgaven en ontvangsten artikel 5
Artikel 5: Internationale economische betrekkingen (in € mln)
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Verplichtingen (totaal)

150,4

153,9

147,5

147,6

121,2

121,3

121,3

Operationeel doel 1

4,5

4,2

4,0

4,0

4,0

4,0

4,0

Operationeel doel 2

45,3

42,5

30,0

30,0

29,2

29,2

29,2

Operationeel doel 3

42,9

52,8

59,5

59,8

35,9

35,9

35,9

Algemeen

57,7

54,4

54,0

53,8

52,2

52,3

52,3

        

Uitgaven (totaal)

123,1

138,2

132,1

130,0

112,2

112,3

104,7

Operationeel doel 1

4,5

4,2

4,0

4,0

4,0

4,0

4,0

Operationeel doel 2

30,7

34,5

21,6

23,3

21,2

21,2

21,0

Operationeel doel 3

32,8

43,6

53,5

44,8

32,4

30,8

23,2

Algemeen

55,0

55,9

53,0

57,8

54,7

56,4

56,4

        

Programma-uitgaven

116,8

131,6

113,2

73,2

58,6

57,0

49,2

Waarvan juridisch verplicht 1

  

75,8

18,1

5,6

4,1

4,0

        

Ontvangsten (totaal)

5,4

8,1

11,8

11,8

9,3

9,3

1,8

Ontvangsten gemengde kredieten

2,0

0,7

0,7

0,7

0,7

0,7

0,7

Ontvangsten ten behoeve van de Transitiefaciliteit

 

5,0

10,0

10,0

7,5

7,5

 

Ontvangsten uit het FES

0,9

0,9

     

Diverse ontvangsten

2,5

1,6

1,1

1,1

1,1

1,1

1,1

1

Dit betreft uitfinanciering van verplichtingen die tot en met 2010 zijn aangegaan en de bijdragen aan instellingen en instituten.

Grafiek budgetflexibiliteit

Grafiek budgetflexibiliteit per operationeel doel

Grafiek budgetflexibiliteit per operationeel doel

Markt en Spelregels

Operationele doelstelling 1

Een open internationaal handels- en investeringsverkeer en een versterkte, duurzame, internationale economische rechtsorde

Motivering

Het wegnemen van onnodige handelsbelemmeringen zorgt ervoor dat ondernemers en consumenten zowel in Nederland als wereldwijd kunnen profiteren van de voordelen van vrije handel. Tegelijkertijd wordt bevorderd dat ondernemers dat doen op maatschappelijk verantwoorde wijze. EZ is primair verantwoordelijk voor het buitenlands economisch beleid en als zodanig voor de Nederlandse inbreng in het handelsbeleid van de EU en het vertegenwoordigen van het Nederlandse economisch belang in de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

Verplichtingen operationele doelstelling 1
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

OD 1: Een open internationaal handels- en investeringsverkeer en een versterkte, duurzame, internationale economische rechtsorde

Verplichtingen (in € mln)

       

– Bijdrage aan diverse organisaties

4,5

4,2

4,0

4,0

4,0

4,0

4,0

Handelsakkoorden en internationale economische rechtsorde

Instrumenten & activiteiten

Doel en beschrijving: Heldere internationale en Europese afspraken die de internationale economische rechtsorde versterken en de toegang van Nederlandse ondernemers tot de wereldmarkt vergroten. Hiervoor invloed aanwenden in het kader van onderhandelingen in EU, OESO en WTO en contributies aan internationale organisaties (onder andere WTO).

Voornaamste acties in 2011:

  • Actieve behartiging van de Nederlandse belangen in het kader van de bilaterale onderhandelingen van de EU over vrijhandelsakkoorden alsmede voor de afronding van een ambitieus, evenwichtig en ontwikkelingsvriendelijk akkoord in het kader van de WTO Doha ronde.

  • Inspelen op de consequenties van het nieuwe EU verdrag op het gebied van handelspolitiek en investeringsbeleid, inclusief een grotere rol voor het Europees Parlement.

  • Opstellen en uitonderhandelen van nieuwe Investeringsbeschermingsovereenkomsten (IBO’s), dan wel het moderniseren van bestaande IBO’s met voor Nederland interessante markten. Met het Verdrag van Lissabon heeft de EU exclusieve bevoegdheid voor IBO’s verkregen. De inzet van EZ is om een hoog beschermingsniveau van Europese IBO’s na te streven en een transitieperiode bij het ontwikkelen van Europese IBO’s goed te begeleiden.

  • EZ zet zich in om draagvlak voor globalisering in de Nederlandse maatschappij te versterken.

  • Op het thema «global economic governance» draagt EZ eraan bij dat er een constructief debat wordt gevoerd over het signaleren en oplossen van «gaps» in deze governance.

Maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen

Doel en beschrijving: Versterken van de effectiviteit van het normatief kader waarbinnen Nederlandse ondernemingen in het buitenland zaken doen. EZ heeft duidelijke beleidslijnen uitgezet op de terreinen van MVO 44, ketenverantwoordelijkheid en Non-Trade Concerns (NTC’s). In eerste instantie ligt de verantwoordelijkheid voor MVO bij het bedrijfsleven. EZ blijft een actieve rol spelen door bij het beleid op internationaal ondernemen, handel en investeringen, en in zijn contacten met het bedrijfsleven maatschappelijk verantwoord ondernemen onder de aandacht te brengen, ook op internationaal niveau.

Voornaamste acties in 2011:

  • Voorlichting over en mediation op basis van de OESO richtlijnen voor multinationale ondernemingen via het Nationaal Contactpunt voor de OESO richtlijnen (NCP). Tevens zal EZ namens de Nederlandse overheid zich in het OESO Investeringscomité sterk maken voor een ambitieuze verbetering van deze richtlijnen, die het kader vormen voor internationale MVO.

  • Bijdragen aan en naar de Nederlandse situatie vertalen van het raamwerk van de speciale vertegenwoordiger van de Verenigde Naties voor Bedrijfsleven en Mensenrechten, prof. John Ruggie.

Controle op de uitvoer van strategische goederen

Doel en beschrijving: Handhaving van de voorwaarden waaronder militair materieel en goederen voor tweeërlei gebruik, ook wel «dual use goederen» genoemd, kunnen worden uitgevoerd. Deze uitvoer is mede vanwege veiligheidsredenen in de meeste gevallen verboden tenzij daarvoor tevoren een vergunning is verkregen.

Voornaamste acties in 2011:

  • Introductie van een Wet strategische diensten, waarmee zowel reeds bestaande als enkele nieuwe controles op diensten in relatie tot strategische goederen worden geregeld. Het gaat daarbij om diensten zoals overdracht van programmatuur of technologie door elektronische communicatiemiddelen, om technische bijstand die ten goede kan komen aan massavernietigingswapenprogramma’s of raketprogramma’s en om het verlenen van tussenhandeldiensten ten behoeve van wapentransacties en bepaalde transacties in dual use goederen in en tussen derde landen.

  • Invoering, gezamenlijk met het Ministerie van Financiën, van een volledig geautomatiseerd systeem voor de administratie en behandeling van vergunningaanvragen voor strategische goederen.

Basispakket

Bevorderen internationaal ondernemen (inkomend en uitgaand)

Operationele doelstelling 2

Motivering

Internationalisering van onze economie en ons bedrijfsleven is van groot belang voor de productiviteit en concurrentiekracht van Nederland. Bedrijven die internationaal actief zijn presteren beter en zijn productiever en innovatiever dan bedrijven die zich uitsluitend op de nationale markt richten 45. Ook de aanwezigheid van buitenlandse bedrijven in Nederland draagt bij aan de groei van de Nederlandse economie, via de werkgelegenheid, innovaties en kennisoverdracht die zij meebrengen. EZ zal ook in 2011 Nederlandse ondernemers helpen om internationaal actief te worden, dan wel om hun internationale positie verder te versterken. Daarbij is vooral een rol weggelegd in het slechten van markt- en systeemimperfecties die internationaal ondernemen in de weg staan en in het promoten van de Nederlandse economische sterktes en het imago van Nederland in het buitenland. De positieve bijdrage die Nederlandse bedrijven kunnen spelen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen maakt daarvan integraal onderdeel uit. Daarnaast zal EZ zich in 2011 sterk maken om buitenlandse bedrijven en investeerders aan te trekken en te behouden, vooral in kennisintensieve sectoren.

Verplichtingen operationele doelstelling 2
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

OD 2: Bevorderen internationaal ondernemen

Verplichtingen (in € mln)

       

– Prepare2start

15,0

15,0

15,0

15,0

15,0

15,0

15,0

– 2 Explore

3,0

1,5

     

– Instrumentele uitgaven Agentschap

7,6

5,8

5,8

5,8

5,8

5,8

5,8

– Acquisitie van buitenlandse bedrijven

1,6

6,3

6,3

6,3

6,3

6,3

6,3

– Trustfunds

2,5

      

– Programma Uitzending Managers

2,8

2,0

2,0

2,0

2,0

2,0

2,0

– Overig (wereldexpo)

11,0

12,0

0,9

0,9

0,1

0,1

0,1

– Overig NHGIS (Programma Internationalisering Beroepsonderwijs)

1,8

      

Economische diplomatie

Instrumenten & activiteiten

Doel en beschrijving: Economische diplomatie kent een multilaterale en een bilaterale component. Zie OD1 voor het multilaterale deel. Bilateraal biedt EZ, in afstemming met BZ, Nederlandse ondernemers onder de paraplu van economische diplomatie verschillende vormen van ondersteuning bij het wegnemen van barrières op buitenlandse markten en het binnenhalen van orders:

  • Economische missies en bilaterale bezoeken van en naar het buitenland bieden ondernemers een (politiek) platform om toegang tot markten te verkrijgen, vooral in economieën die sterk door de overheid gestuurd worden. De focus ligt daarbij op de 15 meest kansrijke markten 46.

  • Het Crashteam oneerlijke concurrentie helpt ondernemers die te maken krijgen met oneerlijke concurrentie of protectionisme als gevolg van optreden door een buitenlandse overheid. Onder invloed van de economische crisis is het werk van het crashteam toegenomen 47.

  • Via de Dutch Trade Board (DTB) wordt gewerkt aan het optimaliseren van publiek-private afstemming en coördinatie op het terrein van internationaal ondernemen, onder andere via de strategische reisagenda.

  • Door halfjaarlijkse gesprekken op hoogambtelijk niveau met grote, toonaangevende bedrijven over de kansen en belemmeringen die zij internationaal tegenkomen (strategisch accountmanagement) vindt waar wenselijk gerichte ondersteuning van deze bedrijven bij hun buitenlandse activiteiten plaats.

Voornaamste acties in 2011: Naast basisdienstverlening voor bedrijven in Nederland door NL EVD Internationaal, kunnen ondernemers in het buitenland voor informatie, advies en ondersteuning terecht bij het postennet. EZ wil de dienstverlening van dit netwerk verstevigen via de al ingezette clustering van verschillende economische disciplines op posten (handel, technisch-wetenschappelijke samenwerking, innovatie en investeringen). De Netherlands Business Support Offices (NBSO’s) maken ook deel uit van dit proces.

Indicator: De prestatie-indicator EVD Bereik Algemeen laat zien in hoeverre het Agentschap NL EVD Internationaal bekend is bij de doelgroep van internationaal actieve bedrijven. Dat wordt als volgt berekend: het aantal instellingen in het klantenbestand van de EVD gedeeld door het aantal internationaal actieve bedrijven.

Prestatie-indicator

2007

2008

2009

Streefwaarde 2011

Aantal instellingen in het klantenbestand van de EVD gedeeld door het aantal internationaal actieve bedrijven

43%

42%

49%

45%

Bron: Agentschap NL

Regeling Internationaal Ondernemen: Prepare2Start

Doel en beschrijving: Startende MKB-ondernemingen worden met dit instrument bij de eerste stappen naar het buitenland door EZ ondersteund bij het schrijven van een internationaliseringsplan en kunnen in aanmerking komen voor financiering van een aantal activiteiten uit dit plan.

Indicator: aantal bedrijven dat op basis van Prepare2Start-internationaliseringsplan internationaal is gaan ondernemen.

Prestatie-indicator

2007

2008

2009

Streefwaarde 2011

Aantal bedrijven dat op basis van Prepare2Start-internationaliseringsplan internationaal is gaan ondernemen

331

349

434

600

Bron: Agentschap NL

Programma Uitzending managers (PUM)

Doel en beschrijving: PUM is een gezamenlijk programma van EZ en het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ), waarbij EZ de activiteiten in opkomende markten steunt en BZ in (andere) ontwikkelingslanden. EZ verstrekt subsidie aan PUM voor kennisoverdracht door Nederlandse senior (ex-)ondernemers op aanvraag van ondernemingen en instellingen in opkomende markten die behoefte hebben aan kennis en ervaring die ter plaatse onvoldoende voorhanden is.

Voornaamste acties in 2011: voortzetting uitvoering

Kengetal: percentage aanvragen dat heeft geleid tot bedrijfscontacten met Nederlandse onderneming danwel waarvan het contact voorbereid of onderhanden is. De ambitie is, met het oog op de economische crisis, voor 2011 gelijk gebleven aan die in de begroting 2010.

Kengetallen buitenlandinstrumentarium

2007

2008

2009

Ambitie 2011

PUM: Percentage aanvragen dat heeft geleid tot bedrijfscontacten met Nederlandse onderneming danwel waarvan het contact voorbereid of onderhanden is

43%

40%

40%

35%

Bron: PUM

Holland Branding

Doel en beschrijving: Holland branding wordt ingezet voor sterke economische positionering van Nederland in het buitenland. Daarbij wordt synergie gezocht met andere initiatieven die bijdragen aan het internationale imago van ons land, waaronder de inspanningen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken op het terrein van publieksdiplomatie en de activiteiten van het Nederland Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC).

Voornaamste acties in 2011: Sterkere positionering in de opkomende markten China en India om zo naamsbekendheid te vergroten, door ondersteuning van publieksactiviteiten. Daarnaast zal EZ bij het binnenhalen van het WK voetbal (Holland-Belgium bid, verkiezing eind 2010) promotieactiviteiten opstarten.

Acquisitie

Doel en beschrijving: Via de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) beoogt EZ buitenlandse investeringen aan te trekken. Vestigingen van buitenlandse bedrijven in Nederland dragen bij aan onze economische groei, zijn goed voor substantiële directe en indirecte werkgelegenheid, versterken de Nederlandse innovatiekracht en geven ons land aansluiting op internationale netwerken van bedrijvigheid.

Naast deze kerntaak wordt via het Investor Development (ID) programma van NFIA structureel aandacht besteed aan buitenlandse bedrijven in Nederland (relatiemanagement), ondermeer ter behoud en uitbreiding van bestaande investeringen.

Voorts loopt er separaat een pilot (2010–2013) voor oprichting van de Strategische Acquisitie Unit (SAU) binnen NFIA, gericht op het aantrekken van tenminste 15 significante investeringen naar Nederland. Hiervoor worden specialisten uit het bedrijfsleven geworven die strategische aanvalsplannen ontwikkelen en uitvoeren, gericht op het opbouwen van een projectenportefeuille met geïnteresseerde buitenlandse bedrijven, die waarde toevoegen aan de Nederlandse sleutelgebieden (vooralsnog Chemie en Food & Nutrition). De SAU zal innovatieve buitenlandse bedrijven identificeren, voor Nederland interesseren en hen daadwerkelijk helpen vestigen in Nederland. Dit gebeurt in nauwe samenspraak met het relevante Nederlandse veld.

Voornaamste acties in 2011: Blijvende aandacht voor meer hoogwaardige investeringen. Specifiek binnen het ID programma gaat in 2011 speciale aandacht uit naar goede informatievoorziening over Nederlandse wet- en regelgeving voor reeds in ons land gevestigde buitenlandse bedrijven, het actief benaderen van de kennisintensieve buitenlandse bedrijven in Nederland, versterking van het Nederlandse (fiscale) vestigingsklimaat en promotie van Nederland als innovatieland.

Indicator: de bijdrage van buitenlandse investeringen in Nederland aan de Nederlandse economie komt tot uiting in de vier indicatoren in aansluitende tabellen. Voor de SAU geldt als separate indicator het succesvol laten landen van tenminste 15 significante 48 buitenlandse bedrijven in de periode 2010–2013.

Prestatie-indicator

2007

2008

2009

Streefwaarde 2011

Aantal aangetrokken Projecten door NFIA

155

182

155

150

Investeringsbedrag aangetrokken projecten NFIA (in € mln)

578

667

3 142

500

Aantal arbeidsplaatsen aangetrokken investeringen buitenlandse bedrijven

3 107

3 300

3 887 1

2 500

Bron: NFIA

1

N.B. Bij dit aantal arbeidsplaatsen dient onderscheid gemaakt te worden tussen 2 870 «nieuwe» directe arbeidsplaatsen en 1 017 «behouden» directe arbeidsplaatsen.

Prestatie-indicator

Streefwaarde

2010–2013

SAU:Significante buitenlandse bedrijven die zich in Nederland gevestigd hebben

15

Bron: NFIA

Programmatisch Pakket

Het gericht ondersteunen van het bedrijfsleven in kansrijke sectoren op buitenlandse markten

Operationele doelstelling 3

Motivering

Het programmatisch pakket richt zich op het versterken van de kansen van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen in het buitenland in de sectoren waar Nederland goed in is en waar Nederland extra toegevoegde waarde kan inbrengen (bijvoorbeeld water). Het programmatisch pakket biedt groepen van bedrijven en kennisinstellingen ook in 2011 ondersteuning om te internationaliseren op markt/sectorcombinaties die sterk door overheden bepaald/beïnvloed worden. Deze ondersteuning (in de vorm van subsidies maar ook economische diplomatie en samenwerking in beleid) bestaat uit een meerjarig samenwerkingsverband waarbij overheid en bedrijfsleven gezamenlijk optrekken. Hierdoor wordt de wederzijdse inspanning versterkt en worden betere resultaten behaald. Focus en samenhang zijn de kernwoorden van deze samenwerking. Daar waar het bedrijfsleven zich committeert aan langdurige collectieve samenwerking op kansrijke terreinen en markten gaat EZ, indien opportuun samen met andere ministeries, langdurige relaties aan om economische barrières te slechten.

Verplichtingen operationele doelstelling 3
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

OD 3: Het gericht ondersteunen van het bedrijfsleven in kansrijke sectoren op buitenlandse markten

Verplichtingen (in € mln)

       

– Overig programmatische aanpak

28,1

11,6

18,1

18,1

19,9

19,9

19,9

– Package4Growth

7,5

20,7

25,4

25,7

   

– 2g@there

 

20,5

16,0

16,0

16,0

16,0

16,0

– Programma Samenwerking Opkomende Markten

7,3

      

2g@there

Instrumenten & activiteiten

Doel en beschrijving: het 2g@there programma biedt clusters van bedrijven en kennisinstellingen in sterke sectoren van Nederland de mogelijkheid van meerjarige ondersteuning om hun marktaandeel te vergroten op kansrijke, maar complexe buitenlandse markten. Daarbij kan naast subsidies op activiteiten ook economische diplomatie, Holland Branding of technische samenwerking tussen overheden (Government-to-Government, G2G) worden ingezet. Een voorbeeld is het in 2010 afgeronde waterprogramma in de VS, dat € 286 mln aan opdrachten voor Nederlandse bedrijven heeft opgeleverd.

Voornaamste acties in 2011: samenwerking beleid en uitvoering, zodat beleidsprioriteiten vertaald worden naar de praktijk en onderscheidende clusters in sectoren in kansrijke markten ondersteund worden in hun internationalisering met subsidies en economische diplomatie.

Indicator: Aantal startende clusters op kansrijke markt-sector combinaties.

Prestatie-indicator

2009

Streefwaarde

2011

2g@there: Aantal startende clusters op kansrijke markt-sector combinaties

Niet van toepassing

14

Bron: Agentschap NL

Package 4 Growth (P4G)

Doel en beschrijving: P4G beoogt Nederlandse (groepen) ondernemers met onderscheidende kennis, producten en diensten op snelgroeiende, zeer competitieve markten (India en China) sterk en snel te kunnen positioneren. Vergroting van de Nederlandse slagkracht op deze markten is nodig om ons internationale concurrentievermogen te behouden. P4G bestaat uit vier modules die gericht zijn op specifieke knelpunten waar Nederlandse MKB-ers op deze markten tegenaan lopen:

  • Module 1. Kennisverwerving (tegengaan van informatieachterstand);

  • Module 2. Investeringsprojecten (voorzien in financieringsbehoefte);

  • Module 3. Exportfinanciering (van commercieel niet haalbare export);

  • Module 4. Marktgerichte productontwikkeling (technologische samenwerking met kennisinstellingen).

Voornaamste acties in 2011: Na de ontwikkeling van P4G in 2009/10, zal de focus in 2011 liggen op uitvoering. Aanpassingen zullen alleen worden gemaakt daar waar de regeling niet volledig of niet doelmatig blijkt. Wel zal worden bekeken of de huidige landenkeuze nog toereikend is.

Indicator: Aantal bedrijven dat door ondersteuning van P4G de Chinese en/of Indiase markt (verder) betreedt.

Prestatie-indicator

2009

Streefwaarde 2011

Aantal bedrijven dat door ondersteuning van P4G de Chinese en/of Indiase markt (verder) betreedt

Niet van toepassing

112

Bron: Agentschap NL

Verplichtingen ten behoeve van apparaat gerelateerde uitgaven en algemeen onderzoek

Algemeen

Verplichtingen ten behoeve van apparaat en algemeen onderzoek
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Algemeen

Verplichtingen (in € mln)

       

– Personeel BEB

6,3

6,6

6,1

6,2

6,2

6,2

6,2

– Bijdrage aan Agentschap NL deelopdrachten

33,4

30,8

31,0

30,8

29,8

29,8

30,1

– Bijdrage aan Agentschap NL financiële instrumenten

8,8

8,9

9,0

9,0

8,3

8,3

8,0

– Bijdrage aan Agentschap NL NFIA

7,1

7,0

6,8

6,8

6,8

6,8

6,8

– Beleidsondersteuning

2,1

1,1

1,1

1,1

1,1

1,1

1,1

Overzicht onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid

Soort onderzoek

Onderzoek onderwerp

OD

Start

Afgerond

Vindplaats

Beleidsdoorlichting

Internationaal Ondernemen

5.2

5.3

2009

2010

Kamerstuk: 30 991, nr. 9.

Effectenonderzoek ex post

FOM

5.2

2010

2010

 
 

PESP

5.2

2009

2009

Niet van toepassing

 

Prepare2start

5.2

2012

2013

 
 

PUM

5.2

2012

2013

 
 

2g@there

5.3

2012

2012

 
42

www.cpb.nl/nl/pub/cpbreeksen/document/123/doc123.pdf.

44

Kamerstuk: 26 485, nr. 53.

45

Beleidsdoorlichting Internationaal Ondernemen; Kamerstuk: 30 991, nr. 9.

46

Kamerstuk: 31 380, nr. 1.

47

Kamerstuk: 32 123, nr. 53.

48

Onder significant wordt onder andere verstaan: hoogwaardige activiteiten (R&D, EHQ, Productie, Shared Services, Training, Assemblage, Finance company) in prioritaire sectoren en sectordoorsnijdende sleutelgebieden, de vestiging van een besliscentrum en een bepaalde betrokkenheid van de Raad van Bestuur van het moederbedrijf.

Licence