Base description which applies to whole site

06 Korps landelijke politiediensten (KLPD)

Het Korps landelijke politiediensten (KLPD) is onderdeel van de Nederlandse politie. Sinds 1998 heeft het KLPD de status van agentschap.

De Nederlandse politie bestaat uit 26 politiekorpsen zijnde 25 regionale (gebiedsgebonden) en één landelijk korps zijnde het Korps landelijke politiediensten. (Inter)nationale stromen van mensen, goederen, geld en vooral informatie hebben steeds meer invloed op sociale processen. Het werkgebied van het korps ligt vooral bij deze stromen en de daarbij behorende knooppunten. Naast de Nationale Recherche en de specialistische ondersteuning heeft het korps een zelfstandige taak ten aanzien van opsporing van criminaliteit. In het verlengde van deze nationale taak is sprake van een internationale opdracht, namelijk de loketfunctie voor de gehele Nederlandse politie op het terrein van de internationale politiesamenwerking. Expertise en specialisme vormen de kern van de toegevoegde waarde van het KLPD voor de Nederlandse politie.

Op hoofdlijnen houden de diensten van het KLPD zich bezig met veiligheid op het water, verkeer, lucht, recherche en specialistische interventie. Hierbij kan gedacht worden aan het tegengaan van gevaarlijk rijgedrag en het bieden van noodhulp tijdens ongevallen op het rijkswegennetwerk, de eerste opvang bij incidenten in de beroeps- en recreatievaart, toezicht op juiste naleving van de regels op het water, opsporing op het gebied van onder andere drugs, witwassen en high tech crime. De beveiligingsaspecten behoren eveneens tot de taken van het korps.

De komende jaren zal de vorming van de Nationale Politie effect hebben voor het korps. De onderliggende begroting gaat op hoofdlijnen uit van het continueren van de huidige taakuitvoering. De effecten die zullen voortvloeien uit de vorming van de Nationale Politie zijn niet meegenomen.

De beleidslijnen zoals vastgelegd in het Transitieakkoord worden door het korps gevolgd. Dit betekent onder meer dat vacatures in de niet-operationele sterkte niet c.q. terughoudend zullen worden ingevuld. Daarnaast zal terughoudendheid worden betracht bij het aangaan van grote investeringen.

De begroting is opgesteld met inachtneming van de volgende (financiële) doelstellingen:

  • duurzaam evenwicht in baten en lasten;

  • jaarlijks sluitende exploitatiebegroting;

  • realiseren van een operationele sterkte van minimaal 4 038 fte (inclusief Prüm);

  • handhaven van weerstandvermogen van minimaal 2%.

Meerjarige begroting van baten en lasten x € 1 000
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

A. Baten

             

Opbrengst moederdepartement

574 097

530 340

536 268

535 210

531 478

532 399

532 399

Opbrengst overige departementen

17 426

68 537

49 681

49 252

52 525

52 310

52 310

Opbrengst derden

14 954

17 026

18 702

18 825

17 831

17 831

17 831

Rentebaten

Bijzondere baten

3 997

Totaal baten

610 474

615 903

604 651

603 287

601 834

602 540

602 540

               

B. Lasten

             

Apparaatskosten

– Personele kosten

Waarvan eigen personeel

Waarvan externe inhuur

– Materiële kosten

Waarvan ICT

389 865

369 333

20 532

159 123

57 073

391 846

371 251

20 595

170 846

63 705

386 096

368 962

17 134

157 815

57 066

392 032

374 548

17 484

162 365

61 266

392 929

375 445

17 484

160 315

61 266

395 385

377 901

17 484

159 065

61 266

395 585

378 101

17 484

159 065

61 266

               

Overige lasten

             

– Rentelasten

4 841

4 888

4 770

4 520

4 220

3 720

3 520

– Afschrijvingskosten

42 442

43 255

43 475

44 370

44 370

44 370

44 370

– Dotaties voorzieningen

– Bijzondere lasten

11 008

2 244

6 758

138

12 495

Totaal lasten

609 523

617 731

604 651

603 287

601 834

602 540

602 540

               

Saldo van baten en lasten

951

– 1 828

Toelichting op meerjarige begroting van baten en lasten:

Algemeen

In de afgelopen jaren is aan het KLPD een aantal bijzonder gefinancierde activiteiten toegevoegd, waarvan hoewel het beleid structureel is (bijvoorbeeld bestrijding kinderporno) de financiering daarvan incidenteel wordt vastgelegd. In deze begroting is verondersteld dat de financiering van deze activiteiten wordt gecontinueerd.

In 2010 heeft een departementale wijziging plaatsgevonden. Dit betekent ondermeer dat de bijdrage voor het Recherche Samenwerkings Team, beleidsmatig en financieel de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, als gevolg van die departementale herinrichting niet langer meer valt onder de post «opbrengst moederdepartement» maar onder de post «opbrengst overige departementen».

Voor het jaar 2011 en 2012 wordt op grond van de junicirculaire 2011 voor de gehele Nederlandse politie een tweetal voorzieningen gevormd voor het verbeteren van de ICT-huishouding van de politie en voor de kosten van vroegpensioen en levensloop. Deze voorzieningen hebben tot gevolg dat binnen het korps ombuigingsmaatregelen moeten worden genomen om het financiële evenwicht van het korps te kunnen waarborgen. Het aandeel van het KLPD is verwerkt in onderhavige begroting. De opgelegde vorming van de voorzieningen houdt voor het jaar 2011 in dat de ombuigingen niet in zijn geheel in 2011 kunnen worden gerealiseerd waardoor in dat jaar een negatief jaarresultaat wordt verwacht.

Baten

Opbrengst Moederdepartement en opbrengst overige departementen

Het financiële kader van de politiekorpsen wordt bepaald per circulaire. De post «opbrengst moederdepartement» bestaat uit de in de circulaires genoemde algemene bijdrage en bijzondere bijdragen.

Ten opzichte van de begroting 2010 is het financiële kader aangepast met de posten uit drie circulaires (december 2010, maart 2011 en juni 2011). De wijzigingen hebben met name betrekking op bijdrage voor Financial Intelligence Unit (FIU) Nederland (2011–2013), een structurele bijdrage voor High Tech Crime alsmede een bijdrage op grond van het Regeerakkoord voor de bekostiging van het aandeel van het KLPD in de operationele sterkte van de Nederlandse politie. Daarnaast is een bijdrage toegekend voor de uitzending van politiefunctionarissen naar het buitenland (o.a. Afghanistan) en landenprogramma’s op grond van gesloten Memoranda of Understanding. Daarnaast is met een aantal departementen een convenant gesloten voor diverse werkzaamheden zoals SWAB (verkeersregelaars) en WIM.NL (weight in motion, controle op (over)beladingstransport).

Ten aanzien van het jaar 2011 wordt opgemerkt dat het financiële kader neerwaarts is bijgesteld in verband met een wijziging in de bekostiging van de Vts-PN. In de tweede helft van 2011 loopt de bekostiging rechtstreeks via het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Opbrengst derden

Voor het verrichten van landelijke taken op verzoek van de regionale politiekorpsen (bijvoorbeeld de tapfaciliteit) en anderen worden de kosten doorberekend.

Lasten

Personele kosten

Onder personele kosten wordt verstaan alle kosten verband houdende met het hebben van personeel. Basis hiervoor is het gestelde in de politie CAO 2010–2011 ten aanzien van salarissen en overige vergoedingen van het personeel in dienst bij het korps, de politiespecifieke opleidingen alsook de opleidingen voor burgerpersoneel.

In voorgaande jaren is het beleid ingezet om te komen binnen het gestelde kader om het aantal fte’s in de operationele functie te vergroten ten laste van functies in de ondersteunde sfeer. Dit heeft tot gevolg dat een tijdelijke daling is te zien in 2012 in het aantal fte’s en de daarbij behorende lasten.

Materiële kosten

Onder materiële kosten worden verstaan de kosten die verband houden met de exploitatie en de aanschaf/vervanging van politiematerieel.

Afschrijvingskosten

Aanschaffingen/investeringen kennen een economische levensduur. Voor de vervanging van de aanschaf/investeringen dient te worden afgeschreven. Onder afschrijvingen wordt de jaarlijkse tranche verstaan om op termijn voldoende liquide middelen te hebben vrijgespeeld.

Dotaties voorzieningen

In enig jaar worden voor toekomstige lasten (ICT en pensioenen) voorzieningen getroffen om deze op een bepaald moment in de toekomst aan te wenden voor het doel waarvoor de voorziening oorspronkelijk is gevormd. De dotatie voorziening gaat ten laste van het jaarresultaat.

Rentelasten

Voor aangegane leningen bij het Ministerie van Financiën op grond van de Regeling leen en depositofaciliteit agentschappen wordt een rentepercentage in rekening gebracht.

Kasstroomoverzicht x € 1 000
   

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

1.

Rekening courant RHB 1 januari (plus stand depositorekeningen)

73 286

59 579

62 394

62 620

57 442

52 341

47 527

                 

2.

Totaal operationele kasstroom

21 057

38 493

40 129

40 022

40 147

40 147

40 147

                 

3a.

Totaal investeringen

– 29 770

– 42 165

– 44 165

– 40 465

– 32 865

– 31 565

– 31 565

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen

1 320

1 000

1 000

1 000

1 000

1 000

1 000

3.

Totaal investeringskasstroom

– 28 450

– 41 165

– 43 165

– 39 465

– 31 865

– 30 565

– 30 565

                 

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement

4b.

Eenmalige storting door moederdepartement

4c.

Aflossingen op leningen

– 12 814

– 13 613

– 15 738

– 17 335

– 17 383

– 17 096

– 17 096

4d.

Beroep op leenfaciliteit

6 500

19 100

19 000

11 600

4 000

2 700

600

4.

Totaal financieringskasstroom

– 6 314

5 487

3 262

– 5 735

– 13 383

– 14 396

– 14 396

                 

5.

Rekening courant RHB 31 december (plus stand depositorekeningen)

59 579

62 394

62 620

57 442

52 341

47 527

40 613

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Algemeen:

Voor de kapitaalintensieve investeringen wordt een beroep gedaan op de leenfaciliteit van het Ministerie van Financiën. Van de totale investeringen wordt voor € 19 mln geleend via de Regeling Leen- en depositofaciliteiten agentschappen. Deze leningen hebben betrekking op vaartuigen en huisvesting (installaties/inventaris). De overige investeringen hebben betrekking op operationele politiemiddelen. De financiering hiervan geschiedt door middel van het vrijkomen van afschrijvingen. Onder deze investeringen wordt verstaan vervanging van instructiemiddelen, voertuigen, verbinding en automatisering geweldsmiddelen en uitrusting) (wapens, uniformkleding) en specifieke politiemiddelen.

Investeringen x € 1 000
 

2012

2012

Omschrijving

Vervanging

Uitbreiding

Instructiemiddelen

165

0

Installaties/inventaris (via leenfaciliteit)

5 000

0

Voertuigen

10 000

0

Varend materieel (via leenfaciliteit)

14 000

0

Vliegend materieel

0

0

Verbindingen en automatisering

8 000

0

Geweldsmiddelen en uitrusting

1 000

0

Operationele middelen

6 000

0

Totaal

44 165

0

Gezien de financiële consequenties die de diverse bezuinigingsmaatregelen met zich mee brengen als ook de vorming van de Nationale Politie, zal terughoudend worden geïnvesteerd. De investeringen dienen alleen ter vervanging. De verwachting is dan ook dat er geen uitbreidingsinvesteringen zullen plaatsvinden.

Voor de regionale politiekorpsen zijn de afschrijvingstermijnen vastgelegd in de Regeling Harmonisatie Politie (HAP). Deze afschrijvingstermijnen wijken op onderdelen af van de afschrijvingstermijnen geldend voor een agentschap. Om vergelijkbaar te zijn met de regionale politiekorpsen worden de HAP afschrijvingstermijnen gehanteerd. De afschrijvingstermijnen van de twee regelingen zijn hieronder weergegeven.

Categorie

Levensduur in jaren

Regeling Baten & Lasten

Regeling Harmonisatie Politie

Instructiemiddelen

10

 

Huisvesting

8, 20

5, 10

10, 15

Voertuigen

4, 5, 10

4, 5

3, 5, 10

Vliegtuigen

10

Vaartuigen

7, 10

4, 10, 20

Verbindingsmiddelen

4, 5, 10

3, 5

5, 7, 10

Automatisering

3, 5

3, 5

3, 5, 10

Wapens en uitrusting

5, 10

Operationele middelen

5, 10

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde jaarresultaat (saldo) van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in voorzieningen en het werkkapitaal

Investeringskasstroom

De investeringen betreffen de voorgenomen vervangingsinvesteringen in 2012 zoals in het bovenstaande schema is aangegeven

Financieringskasstroom

Dit betreffen de kasstromen die voortvloeien uit het voorgenomen beroep op de leenfaciliteit van het Ministerie van Financiën voor de investeringen en de hierop betrekking hebbende aflossingen

Rekening courant

De daling van de rekening-courant wordt veroorzaakt door een verminderd beroep op de Regeling leen- en depositofaciliteit agentschappen van het Ministerie van Financiën alsmede de voortzetting van de al in voorgaande jaren in gang gezette lijn

Doelmatigheid

Voor de Nederlandse politie worden landelijke prioriteiten vastgesteld door de Minister van Veiligheid en Justitie. Voor de jaren 2011–2014 is dit op landelijk niveau aangeduid met «Nederland Veiliger, Staan voor een veilige en rechtvaardige samenleving». De benoemde prioriteiten zijn:

  • de buurt veilig voor bewoner en ondernemer;

  • offensief tegen ondermijnende en georganiseerde criminaliteit;

  • slagkracht voor onze professionals;

  • versterking van de rechtsstaat.

    Gelet op de verschillen in de taakopdrachten tussen de 25 regionale en het landelijke politiekorps worden thans nadere afspraken gemaakt over de wijze waarop door het Korps landelijke politiediensten invulling wordt gegeven aan deze thema’s.

    Met de uitvoering van deze thema’s wordt beoogd de Nederlandse politie doelmatiger te laten functioneren.

Met betrekking tot de doelmatigheid op het terrein van beheer zijn de volgende doelstellingen gedefinieerd.

  • Betaling van de facturen binnen 30 dagen: 95%;

  • Verminderen van de niet-operationele sterkte met 120 fte;

  • Vermindering bureaucratische processen;

  • Terugdringen ziekteverzuim.

Omschrijving

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

• Het aantal fte’s (exclusief externe inhuur) werkzaam bij de baten-lastendienst

5 147

5 166

5 064

5 124

5 090

5 155

5 155

• Saldo van baten en lasten als percentage van de totale baten

-/-2,97%

Kwaliteitsindicator

             

• Ziekteverzuim

6,5%

5,5%

5,5%

5,5%

5,5%

5,5%

5,5%

• Inhuur externen

3,7%

10%

10%

10%

10%

10%

10%

Het ziekteverzuim percentage kwam in 2010 uit op 6,5%. Dit percentage moet meerjarig gaan dalen. Het streefpercentage van het korps ligt op maximaal 5,5%. De maatregelen om dit te bewerkstelligen zullen met de Korpsbeheerder worden afgestemd.

Voor het inhuren van externen is voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie een gemiddeld sturingspercentage vastgesteld van 10 % van de ambtelijke personeelslasten. Het interne sturingspercentage van het KLPD ligt op 6% .

Licence