Base description which applies to whole site

HOOFDSTUK 6 RAAD VOOR DE RECHTSPRAAK

Beleidsmatige ontwikkelingen

Een kwalitatief goede en efficiënte rechtspraak is een belangrijk fundament voor het functioneren van rechtstaat en samenleving. Voor het tijdig en op kwalitatief goede wijze verwerken van de verwachte instroom van zaken zonder dat de doorlooptijd oploopt is de beschikbaarheid van voldoende middelen voor de rechtspraak een belangrijke voorwaarde. Bij de verwachte toename van het aantal rechtzaken en daarbij achterblijvende financiële middelen zal de druk op de gerechten toenemen. Dit mag echter niet ten koste gaan van de kwaliteit. Zoveel mogelijk worden de inspanningen van de afgelopen jaren om de kwaliteit van rechtspraak ook op de lange termijn te verzekeren en waar nodig te verbeteren voortgezet. Daarnaast zal er ruimte dienen te zijn voor innovatie en organisatieverandering. Hieronder worden de geplande activiteiten op de genoemde gebieden nader toegelicht.

Voor goede rechtspraak is evenzeer vereist dat de Rechtspraak in staat is te blijven beantwoorden aan de veranderende wensen uit de samenleving.

Voor het behoud van het gezag van de Rechtspraak en daarmee van het rechterlijk oordeel is van groot belang dat de kernwaarden, onafhankelijkheid, onpartijdigheid, integriteit en professionaliteit worden versterkt. Het huidige stelsel van gedragsnormen voor rechters, raadsheren en andere medewerkers zal worden uitgebreid op basis van internationale standaarden. Waar nodig zal gebruik worden gemaakt van de verruimde mogelijkheden voor disciplinaire maatregelen. De deskundigheid en professionaliteit zal worden vergroot door kwaliteitsnormen aan te scherpen en de mogelijkheden die de herziening van de gerechtelijke kaart hiertoe biedt optimaal te benutten. Bijzondere aandacht zal daarbij worden geschonken aan versterking van de kennis op niet-juridisch gebied, op specialistische gebieden en op het terrein van het Europese recht. Instrumenten die hiervoor worden ingezet zijn o.m. concentratie van zaken, kenniscentra, normen voor permanente educatie en digitale ontsluiting van kennisbronnen.

Belangrijke doelstelling van de Rechtspraak is dat deze aansluit bij behoeften in de samenleving. De uitvoering verloopt langs de lijnen van de vaststelling van normen voor doorlooptijden en op het sturen op de realisatie daarvan, het leveren van maatwerk door middel van differentiatie, het verbeteren van digitale toegankelijkheid en het zoeken naar wegen om de effectiviteit van rechterlijke interventies te vergroten, zodat de bijdrage die deze interventies kunnen leveren aan de oplossing van maatschappelijke problemen eveneens wordt vergroot.

Met ingang van juli 2012 wordt een nieuw stelsel van kostendekkende griffierechten ingevoerd. Beoogd wordt de rechtspraak in civiele en bestuurszaken te laten bekostigen door degenen die daar gebruik van maken. Dit gaat gepaard met de invoering van hogere tarieven. Met invoering van het voorgestelde tarievenstelsel wordt beoogd structureel een netto ombuiging van € 240 mln. te realiseren, bestaande uit extra ontvangsten griffierechten en lagere kosten voor de Rechtspraak door een lagere instroom van zaken. De nu voor de jaren 2012 en verder geraamde extra ontvangsten en lagere kosten zullen in de reguliere begrotingscyclus nauwkeurig worden gevolgd en indien nodig geactualiseerd. In het wetsvoorstel «kostendekkende griffierechten» zijn verhogingen van griffierechten opgenomen en wijzigingen in de tariefstructuur. Het wetsvoorstel houdt een lastenverzwaring in voor burgers, bedrijven én overheidsorganen. Enerzijds worden de griffierechten voor partijen fors hoger en daarnaast gaan, in tegenstelling tot nu, in het bestuursrecht overheidsorganen griffierecht betalen wanneer burgers in beroep gaan tegen hun besluiten. Verhoging van de griffierechten heeft als consequentie dat men er vaker dan nu, vanaf zal zien om zijn zaak aan de rechter voor te leggen. Die kostenpost gaat zwaarder meewegen in de kosten-baten afweging om al dan niet naar de rechter te stappen. In deze afweging spelen niet alleen de eigen kosten, maar ook het risico te verliezen en in de proceskosten van de wederpartij te worden veroordeeld. Naar verwachting zal invoering van het wetsvoorstel rechtspraakbreed leiden tot ruim 5% minder zaken.

De implementatie van de herziening van de gerechtelijke kaart zal voor de Rechtspraak in de komende jaren een majeure operatie betekenen. Naar verwachting zal in 2012 de parlementaire behandeling van de wetgeving die benodigd is voor de invoering van de nieuwe gerechtelijke kaart kunnen worden afgerond. Momenteel is nog onduidelijk wat de precieze invoeringsdatum zal kunnen zijn. De herziening zal moeten leiden tot versterking van de bestuurskracht van de organisatie en tot vergroting van de mogelijkheden om de kwaliteit van de rechtspraak ook op de langere termijn te waarborgen. De voorbereiding van de invoering zal ook in 2012 een grote inspanning van de organisatie vergen.

Het Regeerakkoord voorziet in tal van intensiveringen op het gebied van politie en Justitie. Naast een hoger aantal OM-afdoeningen, zal dit ook voor de Rechtspraak leiden tot extra zaaksinstroom. Daarbij worden extra megastrafzaken verwacht. Ook zal de kennis op forensische en technisch gebied worden versterkt en zullen maatregelen worden genomen waarbij in specifieke gevallen avond- nacht en weekendopenstelling van rechtbanken mogelijk wordt.

Zoals hierboven aangegeven zal, ondanks de verhoogde druk op de productie bij gerechten ten gevolge van het verwachte verschil tussen instroom en financiële middelen, de kwaliteit van gerechtelijke procedures en uitspraken centraal dienen te staan. Er moet financiële ruimte blijven voor kwaliteitsbepalende elementen, zoals de meervoudige behandeling van zaken, instructie en feitenonderzoek en het meelezen van vonnissen. Waar het gaat om de deskundigheid op bijzondere kennisgebieden zijn er kenniscentra bij de gerechtshoven ingericht.

Om de forse toename van de instroom van zaken te verwerken zou een substantiële verhoging van de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie vanaf 2013 nodig zijn. De uitkomst van de afweging van het kabinet op dit moment is echter dat voor de rechtspraak in geringe mate extra geld beschikbaar is. Uit deze middelen moet voor de Rechtspraak ook de prijsontwikkeling worden gedekt. Als de huidige instroomverwachtingen uitkomen en er, ook in latere jaren, geen aanvullende financiering beschikbaar komt zal dit onvermijdelijk leiden tot oplopende voorraden en doorlooptijden.

De Rechtspraak wil daarbij al wat mogelijk is doen om te hoog oplopende voorraden tegen te gaan.

Meerjarige begroting van baten en lasten

Baten

Bijdrage Ministerie van Veiligheid en Justitie

De bijdrage bestaat uit een productiegerelateerde bijdrage, een bijdrage voor gerechtskosten en een bijdrage voor overige taken. Daarnaast bevat de bijdrage middelen voor taken die niet voortvloeien uit de Wet op de rechterlijke organisatie zoals tuchtrecht en de commissies van toezicht voor het gevangeniswezen.

 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Baten

             

Bijdrage Ministerie van VenJ

918 821

954 941

996 932

913 174

891 612

887 171

885 772

Overige bijdrage van Min van VenJ

33 133

33 133

33 133

33 133

33 133

33 133

33 133

Overige opbrengsten

11 933

11 933

11 933

11 933

11 933

11 933

11 933

Rentebaten

0

100

100

100

100

100

100

bijdrage meer/minder werk

5 932

15 200

 

15 200

     

Totaal baten

969 819

1 015 307

1 042 098

973 540

936 778

932 337

930 938

               

Lasten

             

Personele kosten

733 603

756 505

770 907

722 069

696 710

685 700

684 634

Materiële kosten

228 622

235 759

240 248

225 028

217 125

213 694

213 361

Afschrijvingskosten

21 923

22 000

23 000

25 000

25 000

25 000

25 000

Rentekosten

2 846

3 600

4 000

4 000

4 000

4 000

4 000

Gerechtskosten

3 673

3 943

3 943

3 943

3 943

3 943

3 943

Totale lasten

990 667

1 021 807

1 042 098

980 040

936 778

932 337

930 938

Resultaat

– 20 848

– 6 500

0

– 6 500

 

0

0

Overige bijdragen van het Ministerie van VenJ en overige opbrengsten

Deze posten betreffen bijdragen van het Openbaar Ministerie (VenJ) voor Spirit en SSR en bijdragen aan de Rechtspraak van andere departementen.

Rentebaten

Voor het jaar 2012 wordt rekening gehouden met een renteopbrengst van € 100 000,–.

Bijdrage meer- en minderwerk

De bijdrage meer- en minderwerk (egalisatierekening van de Rechtspraak) betreft het saldo van meer- en minderwerk ten opzichte van de productie zoals afgesproken met en gefinancierd door de Minister van Veiligheid en Justitie. Het meer- en minderwerk wordt afgerekend tegen 70% van de afgesproken productgroepprijzen.

Lasten

Personele kosten

Ten opzichte van 2010 zullen de personele kosten in 2011 en 2012 toenemen omdat de Rechtspraak een fors hogere instroom zal verwerken

Materiële kosten

De materiele kosten nemen gelijk met de personele kosten in de jaren 2011–2012 toe maar zullen daarna ook weer worden teruggebracht.

Afschrijvingskosten

Materiele vaste activa

Afschrijvingstermijn

Hard- en software

3 jaar

Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines

5 jaar

Audio- en visuele middelen en stoffering

8 jaar

Verbouwingen, installaties, bekabeling en meubilair lang

10 jaar

De afschrijvingskosten voor de Rechtspraak zijn berekend door de totale afschrijvingskosten op de activa in een jaar te verminderen met de verwachte vrijval in dat jaar van de balanspost «»Vooruitontvangen bedragen OM»». De post «»vooruitontvangen bedragen OM»» betreft de eerder door het OM verstrekte bijdrage in de aanschaf van activa die gemeenschappelijk worden gebruikt door OM én ZM. Met deze bijdrage in de aanschaf heeft het OM destijds zijn deel van de afschrijvingskosten voldaan.

Rentekosten

Voor de financiering van materiële vaste activa sluit de Rechtspraak leningen af bij het Ministerie van Financiën. Voor de berekening van deze kosten wordt rekening gehouden met de door Financiën afgegeven rentepercentages. Gemiddeld betreft dit een rentepercentage van 3%.

Gerechtskosten

Het gaat hier om de kosten die het gerecht in civiele en bestuurlijke zaken maakt gedurende of als gevolg van de behandeling van een aan de rechter voorgelegde zaak zoals advertentiekosten bij faillissementen, tolken en vertalers en deskundigen.

Bijdrage Ministerie van Veiligheid en Justitie

In de tabel opbouw bijdrage Ministerie van Veiligheid en Justitie is de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie gespecificeerd.

Opbouw bijdrage Ministerie van Veiligheid en Justitie x € 1 000,–
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Productiegerelateerde bijdrage

913 502

955 052

870 846

848 874

844 031

842 632

             

Bijdrage voor gerechtskosten

3 943

4 194

3 943

3 943

3 943

3 943

             

Bijdrage voor overige uitgaven

           

Bijzondere kamers rechtspraak

8 034

8 030

8 048

8 049

8 049

8 049

College van Beroep v/h bedrijfsleven

5 960

5 939

5 927

5 928

5 928

5 928

Megazaken

14 953

15 232

15 913

16 321

16 722

16 722

             

Bijdrage Niet-BFR 2005 taken

           

Tuchtrecht

3 013

3 012

3 012

3 012

3 012

3 012

Cie's. van toezicht voor het gevangeniswezen

5 462

5 473

5 485

5 486

5 486

5 486

Overige taken

74

0

0

0

0

0

             

Bijdrage Min. van VenJ begroting 2012

954 941

996 932

913 174

891 612

887 171

885 772

De productiegerelateerde bijdrage is het meest omvangrijke onderdeel van de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Deze bijdrage komt tot stand door de productieafspraken tussen Raad en minister te vermenigvuldigen met de afgesproken prijzen. In onderstaande tabel zijn de productieafspraken opgenomen.

Productieafspraken begroting 2012
 

2010

20111

2012

2013

2014

2015

2016

Totaal

1 959 550

1 877 907

1 914 702

1 836 193

1 792 256

1 782 884

1 780 221

               

Gerechtshoven

             

Civiel

16 660

16 877

18 176

16 500

16 086

15 995

15 969

Straf

37 820

37 847

37 852

37 852

36 737

36 530

36 470

Belasting

3 660

3 174

3 212

2 885

2 812

2 796

2 792

               

Rechtbanken

             

Civiel

289 560

307 045

343 645

283 124

274 971

273 101

272 652

Straf

195 910

196 080

186 583

182 345

182 718

183 018

183 118

Bestuur (excl. Vreemdelingenkamers)

46 960

48 618

51 596

46 334

44 803

43 915

43 609

Bestuur (Vreemdelingenkamers)

50 740

53 336

55 500

55 500

55 500

55 500

55 500

Kanton

1 287 470

1 187 111

1 187 111

1 187 677

1 157 912

1 151 387

1 149 492

Belasting

23 220

19 940

22 528

15 977

13 217

13 142

13 121

               

Bijzondere colleges

7 550

7 879

8 500

8 000

7 500

7 500

7 500

Centrale Raad van Beroep

             
1

Afspraak op basis van de 1ste suppletoire begroting

De financiering blijft vanaf 2013 achter bij de instroomverwachtingen van de Rechtspraak. Hiermee ontstaat het risico dat de voorraden en daarmee de doorlooptijden de komende jaren kunnen gaan oplopen. De ontwikkelingen zullen in de reguliere begrotingscyclus op de voet worden gevolgd en indien nodig en mogelijk zullen later aanvullende maatregelen getroffen worden.

Productgroepprijzen 2011–2013

In de tabel hierna zijn de prijzen opgenomen die de Raad voor de rechtspraak en het Ministerie van Veiligheid en Justitie in januari 2010 overeengekomen zijn voor de periode 2011–2013

Overzicht prijzen per productgroep x € 1

Productgroep

20111

Rechtbanken

 

Civiel

885,21

Bestuur

1 994,56

Straf

865,44

Kanton

138,31

Vreemdelingen

846,37

Belasting

1 094,70

   

Gerechtshoven

 

Civiel

3 578,16

Straf

1 302,76

Belasting

3 026,30

   

Centrale Raad van Beroep

3 287,37

1

de prijzen zijn gebaseerd op loon- en prijspeil 2010

Ontwikkeling eigen vermogen

Ontwikkeling eigen vermogen x € 1 000,–
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Eigen vermogen per 1–1

39 296

18 448

11 948

11 948

5 448

5 448

5 448

Resultaat

– 20 848

– 6 500

0

– 6 500

 

0

0

Eigen vermogen per 31–12

18 448

11 948

11 948

5 448

5 448

5 448

5 448

In de jaren 2011 en 2013 is de Rechtspraak voornemens om eigen vermogen in te zetten voor een capaciteitsuitbreiding in aanvulling op de bijdrage van het departement. Naar de huidige inzichten zal de egalisatierekening en het eigen vermogen met ingang van 2014 geen ruimte meer kunnen bieden om de hogere kosten te dekken.

Doorlooptijden

In onderstaande tabel wordt de realisatie weergegeven ten opzichte van de norm voor 2010. Wanneer de meerjarige financiering achterblijft bij de instroom zullen de voorraden oplopen en komt het halen van de aangegeven doelstelling in gevaar.

Lengte van procedures; percentage zaken binnen de norm afgezet tegen de norm voor 2010*
 

Realisatie 2008

2009

2010

norm 2012

Rechtbanken, sector kanton

%

%

%

%

binnen

Handelszaken met verweer

95%

96%

95%

90%

1 jaar

 

81%

81%

78%

75%

6 maanden

Beschikking arbeidsontbinding op tegenspraak

96%

95%

96%

90%

3 maanden

Handelszaken zonder verweer (verstek)

92%

91%

84%

90%

15 dagen

Beschikking geregelde arbeidsontbinding

79%

77%

83%

90%

15 dagen

Kort geding

96%

95%

95%

90%

3 maanden

Overtreding

89%

88%

88%

80%

1 maand

Mulderzaak

74%

80%

80%

80%

3 maanden

           

Rechtbanken, sector civiel

%

%

%

%

binnen

Handelszaken met verweer

85%

86%

87%

80%

2 jaar

 

62%

62%

63%

70%

1 jaar

Handelszaken zonder verweer (verstek)

69%

73%

76%

90%

1 maand

Verzoekschriftprocedure handel (vooral insolventie)

84%

86%

84%

90%

3 maanden

Beëindigde faillissementen

73%

72%

77%

90%

3 jaar

Scheidingszaak

91%

94%

93%

95%

1 jaar

 

60%

58%

62%

50%

2 maanden

Alimentatie en bijstandsverhaal

94%

94%

93%

90%

1 jaar

Omgangs- en gezagszaken

83%

82%

81%

80%

1 jaar

Beschikking verzoekschriftprocedure kinderrechter

90%

90%

92%

90%

3 maanden

Kort geding

91%

91%

92%

90%

3 maanden

           

Rechtbanken, sector straf

%

%

%

%

binnen

Strafzaak MK (=meervoudig behandeld)

86%

85%

84%

90%

6 maanden

Politierechterzaak (incl. economische)

85%

86%

84%

90%

5 weken

Strafzaak bij de kinderrechter (enkelvoudig)

84%

83%

82%

85%

5 weken

Raadkamerzaken m.b.t. voorlopige hechtenis

99%

100%

99%

95%

2 weken

Raadkamerzaken niet voorlopige hechtenis

82%

81%

80%

85%

4 maanden

           

Rechtbanken, sector bestuur

%

%

%

%

binnen

Bodemzaak bestuur regulier

73%

71%

68%

90%

1 jaar

 

47%

47%

49%

70%

9 maanden

Voorlopige voorziening bestuur regulier

95%

95%

94%

90%

3 maanden

Bodemzaak belasting lokaal

44%

42%

48%

90%

9 maanden

Bodemzaak rijksbelastingen

51%

51%

53%

90%

1 jaar

Bodemzaak vreemdelingen

68%

67%

57%

90%

9 maanden

           

Gerechtshoven

%

%

%

%

binnen

Handelszaak dagvaarding

67%

71%

74%

80%

2 jaar

Handelsrekest

57%

70%

70%

90%

3 maanden

Familierekest

88%

87%

85%

90%

1 jaar

Belastingzaak

33%

30%

42%

85%

1 jaar

Strafzaak MK (=meervoudig behandeld)

74%

67%

55%

85%

9 maanden

Strafzaak EK

59%

44%

36%

90%

6 maanden

Strafzaak EK kantonzaak

64%

55%

67%

90%

6 maanden

Raadkamerzaken m.b.t. voorlopige hechtenis

50%

45%

55%

95%

2 weken

Raadkamerzaken niet voorlopige hechtenis

32%

61%

46%

85%

4 maanden

Toelichting

De operationele kasstroom bestaat uit het saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen, mutaties in eventuele voorzieningen en in mutaties in het netto werkkapitaal. De Raad heeft een vordering op het Ministerie van Veiligheid en Justitie van € 16,7 mln. voor een dotatie aan de egalisatierekening. In het kasstroomoverzicht wordt er door de Raad van uitgegaan dat dit bedrag in 2011 wordt gestort.

Kasstroomoverzicht x € 1 000
 

Omschrijving

Realisatie 2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

1.

Rekening-courant RHB 1 januari

150 936

111 439

106 439

106 439

84 739

84 739

84 739

2.

Totaal operationele kasstroom

17 482-

3 300

25 000

3 300

25 000

25 000

25 000

3a-

Totaal investeringen (-/-)

30 703

30 000

30 000

26 000

26 000

26 000

26 000

3b+

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

   

3.

Totaal investeringskasstroom

30 703-

30 000-

30 000-

26 000-

26 000-

26 000-

26 000-

4a-

Eenmalige uitkering aan bestuursdepartement (-/-)

 

4b+

Eenmalige storting door bestuursdepartement (+)

 

16 700

4c-

Aflossingen op leningen (-/-)

22 015

25 000

25 000

25 000

25 000

25 000

25 000

4d+

Beroep op leenfaciliteit (+)

30 703

30 000

30 000

26 000

26 000

26 000

26 000

4.

Totaal financieringskasstroom

8 688

21 700

5 000

1 000

1 000

1 000

1 000

5.

Rekening-courant RHB 31 december*

111 439

106 439

106 439

84 739

84 739

84 739

84 739

*

inclusief Rekening-Courant Egalisatierekening

61 860

36 660

29 160

6 460

6 460

6 460

6 460

Investeringen

Om de kapitaalgoederenvoorraad op peil te kunnen houden is in 2012 een vervangingsinvestering van € 30 mln. nodig. Daarnaast is rekening gehouden met de noodzakelijke uitbreidingsinvesteringen ten gevolge van de groei van de Rechtspraak.

Investeringen
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Hard- en software

10 800

10 800

9 360

9 360

9 360

9 360

Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines

2 100

2 100

1 820

1 820

1 820

1 820

Audio- en visuele middelen en stoffering

2 420

1 545

2 570

2 870

3 120

3 120

Verbouwingen, installaties en meubilair lang

14 680

15 555

12 250

11 950

11 700

11 700

Totaal

30 000

30 000

26 000

26 000

26 000

26 000

Investeringen verdeeld naar vervanging en uitbreiding

           

Vervanging

17 962

14 675

16 575

17 063

17 334

17 334

Uitbreiding

12 038

15 325

9 425

8 937

8 666

8 666

Licence