Base description which applies to whole site

ARTIKEL 15. MEDIA

15.1 Algemene doelstelling: een divers media-aanbod.

Omschrijving

Het mediabeleid van de overheid richt zich op radio, kranten, opiniebladen, journalistieke en culturele uitingen via internet en, uiteraard, televisie. Deze media spelen een prominente rol in de samenleving. Ze zijn een bron van kennis en informatie, én podia voor democratisch debat. Media geven onze cultuur vorm, zowel in internationaal perspectief, als nationaal, lokaal en binnen groepen met een bepaald levensbeschouwelijk of maatschappelijk interessegebied. Tenslotte zijn media dragers van kunst en vermaak: verhalen, drama, muziek en documentaires. De overheid borgt vier publieke belangen in het mediabeleid: onafhankelijkheid, verscheidenheid, kwaliteit en toegankelijkheid.

Verantwoordelijkheid van de minister

De minister is verantwoordelijk voor het stelsel van landelijke, regionale en lokale publieke omroepen en de wet- en regelgeving op dat terrein. Zij is ook verantwoordelijk voor de financiering van de landelijke publieke omroep, de wereldomroep en enkele andere aan de omroep verbonden instellingen.

De minister is verder verantwoordelijk voor het Stimuleringsfonds Nederlandse culturele mediaproducties, het Stimuleringsfonds voor de Pers en voor tijdelijke subsidies aan diverse non-profit initiatieven op het terrein van de media.

De minister is tot slot verantwoordelijk voor naleving van de Mediawet en het Mediabesluit door de diverse publieke en commerciële media.

De middelen die de minister ter beschikking heeft, zijn:

  • 1. Financiering van de landelijke publieke omroep en wereldomroep en wetgeving voor alle publieke omroepen (lokaal, regionaal, landelijk en wereldomroep).

  • 2. Wetgeving voor commerciële omroep, vooral voortvloeiend uit Europese richtlijnen op het gebied van audiovisuele media en interne markt.

  • 3. Wet- en regelgeving voor de distributie van elektronische media.

  • 4. Financiële steun voor dagbladen, voor opinieweekbladen en voor journalistiek en meningsvorming op internet. Hiervoor bestaan onder meer de subsidieregelingen van het Stimuleringsfonds voor de Pers.

  • 5. Aanmoedigen van zelfregulering door media via bijvoorbeeld de Kijkwijzer van het Nederlands Instituut voor Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM), de Nederlandse Reclame Code, de Raad voor de Journalistiek en de mediacode.

  • 6. Bescherming en educatie van mediagebruikers, in het bijzonder jongeren en hun ouders.

Beleidswijzigingen

Het Regeerakkoord bevat een pakket aan omvangrijke ombuigingen op het mediabudget, die hoofdzakelijk opgebracht moeten worden door drie partijen: de landelijke publieke omroep, de wereldomroep en het Muziekcentrum van de Omroep (MCO). Vanaf 2013 wordt het mediabudget stapsgewijs verlaagd, oplopend tot een bedrag van € 200 miljoen structureel ingaande per 2015. Verder bespaart het kabinet de komende jaren op de omvang van de overheid, waaronder op de uitvoerende zelfstandige bestuursorganen in de mediasector. Voor het Commissariaat voor de Media en het bestuursdeel van de NOS (deeltijd ZBO) gaat het om een bedrag van € 1,3 miljoen structureel vanaf 2018 (Kamerstuk 32 827, nr. 1).

15.2 Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15.1 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 15 (bedragen x € 1 000)
   

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

894 942

904 688

916 532

862 331

823 011

719 215

729 671

Waarvan garantieverplichtingen

             

Programma-uitgaven

901 765

905 434

915 954

862 662

823 342

719 546

730 002

                 
 

Publieke omroep

 

879 367

891 511

888 526

899 650

896 130

906 640

 

Pers en journalistieke producties

 

3 300

2 300

2 300

2 300

2 300

2 300

 

Bewust mediagebruik

 

2 000

2 000

2 000

2 000

2 000

2 000

 

Stimuleringsfonds Nederlandse culturele mediaproducties

 

17 922

17 922

17 922

17 922

17 922

17 922

                 
 

Overige uitgaven (geen Mediawet)

 

2 845

2 325

2 284

2 284

2 284

2 283

 

Overige uitgaven (taakstelling Regeerakkoord)

   

– 104

– 50 370

– 100 814

– 201 090

– 201 143

Ontvangsten

228 224

210 023

197 500

190 500

197 500

190 500

197 500

Toelichting:

Het overgrote deel van de middelen is meerjarig verplicht. Alternatieve aanwending vereist wijziging van wet- en regelgeving.

Publieke omroep

Instrumenten

De landelijke publieke omroep wordt vanuit de mediabegroting gefinancierd.

Het kabinet kiest in het Regeerakkoord voor een publieke omroep die garant staat voor een gevarieerd en kwalitatief hoogstaand programma-aanbod voor een breed publiek. Omroepverenigingen met leden vormen het hart van het bestel en waarborgen de pluriformiteit. Het bestel wordt open, bestuurbaar en doelmatig gehouden.

De concrete uitwerking van dit voorstel is in juni aan de Tweede Kamer gepresenteerd (Kamerstuk 32 827, nr. 1).

De afspraken uit het Regeerakkoord kunnen maar op één manier worden verwezenlijkt: door een drastische herschikking van de organisaties die nu uitvoering geven aan de publieke mediaopdracht. Het kabinet neemt daarom maatregelen om de landelijke publieke omroep te moderniseren en te vereenvoudigen, zodat het bestel in 2016 nog maar bestaat uit maximaal acht spelers.

De wereldomroep verzorgt programma-aanbod dat gericht is op het buitenland en in 2012 nog onderdeel uitmaakt van het publieke omroepbestel. In het Regeerakkoord is verder bepaald dat de wereldomroep zich richt op de kerntaak «het brengen van het vrije woord» en dat de wereldomroep vanaf 2013 wordt gefinancierd uit de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Het voornemen in het Regeerakkoord om het Muziekcentrum van de Omroep (MCO) af te schaffen wordt niet geheel uitgevoerd. Met een beperkt budget blijven enkele delen van het MCO bestaan onder meer vanwege de hoge kwaliteit en de grote bijdrage aan het klassieke muziekleven in Nederland.

Pers en journalistieke producties

Het Stimuleringsfonds voor de Pers stimuleert de pluriformiteit van de pers, in het bijzonder in het belang van de informatie- en opinievorming. Als gevolg van digitalisering en convergentie gaat persbeleid vooral over de pluriformiteit van journalistieke content. De functies nieuws, informatievoorziening, opinie en debat worden op allerlei manieren vervuld, op tal van platforms. Het beleid sluit bij deze trend aan.

De perssector wordt geconfronteerd met dalende oplages en teruglopende advertentie-inkomsten. Dit zet druk op de kwaliteit van de journalistiek en op de diversiteit van het medialandschap. Vanaf 2011 is de in 2008 gestarte Innovatieregeling in afgeslankte vorm voortgezet.

Naast het stimuleren van innovatie in pers en journalistiek gaat het om wet- en regelgeving, het bevorderen van publiek/private samenwerking tussen omroep en pers en onderzoek naar mogelijkheden op dit gebied. Vooral in de regio is het belangrijk dat de band tussen pers en omroep wordt verstevigd. Onderzocht wordt daarom wat de mogelijkheden zijn rond regionale mediacentra.

Bewust mediagebruik

De overheid rekent het tot haar taak kinderen en jongeren te beschermen tegen een overdaad aan seks en geweld op televisie. De overheid wil dat zij kritisch, actief en bewust met de invloed van media omgaan.

Het Mediawijsheid Expertisecentrum helpt kinderen, (groot)ouders, opvoeders en leerkrachten actief en verstandig gebruik te maken van media. Er is inmiddels online dienstverlening gerealiseerd via de site www.mediawijzer.net.

Media, zowel publiek als commercieel, worden gestimuleerd maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. In de vorm van zelfregulering kunnen bestaande gedragscodes worden verbeterd en nieuwe geïnitieerd.

Stimuleringsfonds Nederlandse culturele mediaproducties

De Stichting stimuleringsfonds Nederlandse culturele mediaproducties (www.mediafonds.nl) bevordert de ontwikkeling en productie van culturele dramaproducties, documentaires, kunst- en kinderprogramma’s en cultuurprojecten van de publieke landelijke en regionale omroep. Het fonds verstrekt productiesubsidies en maakt de ontwikkeling mogelijk van veelbelovende programmaconcepten. Ook organiseert het fonds activiteiten zoals workshops, debatten, conferenties en masterclasses gericht op talentontwikkeling en kwaliteitsbevordering.

Het kabinet zal zich herbezinnen op de inzet en organisatie van de fondsen die vastgelegd zijn in de Mediawet. Dit is naast het Stimuleringsfonds Nederlandse culturele mediaproducties ook het Stimuleringsfonds voor de Pers. Het kabinet komt met een voorstel voor samenvoeging van de fondsen en de inzet ervan, op een manier die beter past bij de huidige maatschappelijke ontwikkelingen in het algemeen en die in het medialandschap in het bijzonder. Dit voorstel is opgenomen in de brief met de uitwerking van het Regeerakkoord op het onderdeel media, die op 17 juni 2011 (Kamerstuk 32 827, nr. 1) naar de Tweede Kamer is verstuurd.

Licence