Base description which applies to whole site

2.2.12 Kasbeheer

A. Algemene Beleidsdoelstelling

Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd.

B. Rol en Verantwoordelijkheid Minister

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het beheer van publieke middelen en geldstromen. De doelstelling hierbij is publieke middelen doelmatig te beheren en daarbij financiële risico’s te voorkomen. Deze uitvoerende rol wordt nader toegelicht in de Eerste wijziging van de Comptabiliteitswet 2001 (Kamerstukken II 2001/02, 28 035, nr. A).

Het kasbeheer is onder te verdelen in het schatkistbankieren en het betalingsverkeer van de rijksoverheid. Schatkistbankieren draagt bij aan een efficiënt en risico-arm beheer van publieke middelen.

Instellingen die een wettelijke taak uitvoeren (RWT’s) en hiervoor gelden van het Rijk ontvangen, kunnen schatkistbankieren. Dit houdt in dat zij de publieke gelden aanhouden bij het ministerie van Financiën. Publiek geld verlaat de schatkist dan niet eerder dan noodzakelijk is voor de uitvoering van de publieke taak. Onder voorwaarden kunnen RWT’s lenen bij het ministerie van Financiën.

Betalingsverkeer van het Rijk

Wezenlijk onderdeel van het kasbeheer vormt het betalingsverkeer. Door middel van aanbestedingen van de verschillende percelen worden banken geprikkeld om hun diensten tegen een zo gunstig mogelijke prijs/kwaliteitsverhouding aan te bieden. Het ministerie van Financiën treedt in aanbestedingsprocedures voor het betalingsverkeer van de Rijksoverheid op als opdrachtgever. Binnen het ministerie van Financiën is deze centrale inkoopfunctie bij het Agentschap van het ministerie van Financiën belegd.

C. Beleidswijzigingen

In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat in 2013 alle provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen hun tegoeden aanhouden in de Nederlandse schatkist. Schatkistbankieren zal op termijn een verlagend effect hebben op de Nederlandse EMU-schuld van naar verwachting enkele procentpunten bbp. Aangezien op dit moment de exacte omvang en met name de timing (wanneer vallen welke middelen vrij) onduidelijk is, zijn de effecten nog niet in de meerjarige raming van dit artikel opgenomen. Wel is in de raming van de EMU-schuld in de Miljoenennota 2013 op basis van beschikbare cijfers en technische veronderstellingen een schatting gemaakt van het effect op de EMU-schuld, dit is in 2013 – 1% bbp.Overigens zij opgemerkt dat de totale rentekosten voor de Rijksoverheid door het schatkistbankieren van mede-overheden niet of nauwelijks zullen worden beïnvloed omdat mede-overheden over hun tegoeden rentes vergoed krijgen die de Staat ook betaalt op extern schuldpapier ven dezelfde looptijd. Het betreft derhalve voornamelijk een herverdeling van de rentekosten Staatschuld IXA (artikel 1) naar rentekosten interne schuldverhoudingen (artikel 2).

Mede in het licht van bovenstaande zal verder in 2013 de nadruk komen te liggen op het efficiënter inrichten van de administratieve processen rondom het schatkistbankieren. De ambitie is om de doorlooptijd van administratieve taken te verminderen, met name ten aanzien van de inregeling. Hierbij zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van ICT-faciliteiten.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4: Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 Kasbeheer (x € 1 mln.)1
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Uitgaven

8 598

7 020

8 868

9 701

12 472

13 408

15 393

Juridisch verplicht

   

100%

       
               

Programma-uitgaven

8 597

7 019

8 868

9 701

12 472

13 407

15 393

Leningen en deposito’s

             

Rentelasten

110

92

88

95

102

102

102

Verstrekte leningen

1 755

1 535

1 305

1260

1 225

1 215

1 215

Afname saldi in rekening-courant en deposito’s2

6 668

5 392

7 475

8 346

11 145

12 090

14 075

Uitgaven bij voortijdige beëindiging

           
   

Apparaatuitgaven

1

           
               

Ontvangsten

2 224

2 123

1 929

3 199

1 860

2 320

2 885

               

Programmaontvangsten

2 224

2 123

1 929

3 199

1 861

2 320

2 885

Leningen en deposito’s

             

Rentebaten

584

535

535

583

755

1 220

1 776

Ontvangen aflossingen

1 525

1 588

1 394

2 616

1 106

1 100

1 109

Toename saldi in rekening-courant en deposito’s²

111

           

Ontvangsten bij voortijdige beëindiging

4

           
1

Als gevolg van afronding in miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

2

De posten afname en toename in saldi rekening courant en deposito’s zijn gesaldeerd weergegeven.

D2: Budgetflexibiliteit

De ontvangsten en uitgaven zijn voor 100% als juridisch verplicht aan te merken. De beleidsmatige ontvangsten en uitgaven bestaan uit rente-ontvangsten over aan baten-lastendiensten en RWT’s verstrekte leningen respectievelijk uit rentebetalingen over door baten-lastendiensten, RWT’s en sociale fondsen aangehouden rekening-couranttegoeden en deposito’s.

E: Toelichting op de instrumenten

De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit vier onderdelen: (1) rentelasten en rentebaten, (2) verstrekte leningen en ontvangen aflossingen, (3) mutaties in rekening-courant en deposito’s, (4) uitgaven en ontvangsten bij voortijdige beëindiging. Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen aan baten-lastendiensten, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s) en sociale fondsen over de bij het Rijk aangehouden middelen. De rentebaten bestaan uit renteontvangsten over verstrekte leningen en roodstanden op de rekening-courant. Leningen, aflossingen, rekening-courant saldi en deposito’s bepalen de schuldverhouding van het Rijk met de deelnemers van het geïntegreerd middelenbeheer.

Licence