Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht uitgaven- en ontvangsten mutaties

Suppletoire mutaties 2014 (Voorjaarsnota) (in € mln.)
   

Art.

Uitgaven

Ontvangsten

Stand ontwerpbegroting 2014

 

6.594,6

6.594,6

         

Stand vastgestelde begroting 2014

 

6.594,6

6.594,6

         

– suppletoire mutaties Voorjaarsnota 2014

     
         

1.

Nadelig saldo 2013

18.10

 

– 12,3

 

Verwerking nadelig saldo op de artikelen

alle

26,6

38,9

2.

Taakstelling collectieve sector

alle

– 14,1

– 14,1

3.

Overboekingen van/naar andere departementen

13/14/15/19

– 4,6

– 4,6

4.

Overboekingen met HXII

12/13/18/19

– 171,4

– 171,4

5.

Desaldering Hoofdwegennet

12

27,3

27,3

6.

Desaldering Spoorwegen

13

45,2

45,2

7.

Desaldering Hoofdvaarwegennet

15

9,1

9,1

8.

Desaldering Megaprojecten Verkeer en Vervoer

17

4,2

4,2

9.

Interne verschuivingen binnen de artikelen

12/13/15

0,0

0,0

10.

Overboekingen over de artikelen

13/17

0,0

0,0

11.

Kasschuif 2014–2016/2017

12/13/15/19

– 250,0

– 250,0

12.

Minbedrag 2013

12/15

0,0

0,0

Stand 1e suppletoire begroting 2014

6.266,9

6.266,9

Toelichting

1. Nadelig saldo 2013

De begroting van het Infrastructuurfonds vertoont over het jaar 2013 een nadelig saldo van ca. € 12,3 miljoen. Dit saldo wordt gevormd door de saldering van de in dat jaar gerealiseerde uitgaven en ontvangsten.

Het nadelig saldo wordt in 2014 als verlaging van de ontvangsten geboekt op de operationele doelstelling 18.10 (Saldo van de afgesloten rekeningen). In dit wetsvoorstel is naast deze ontvangstenverlaging ook het volledige nadelig saldo op de juiste uitgaven- en ontvangstenartikelen (producten) verwerkt. Het betreft hier alleen de begrotingtechnische verwerking van het saldo over 2013.

2. Taakstelling collectieve sector

In de ministerraad van 30 augustus 2013 is besloten de aangehouden rijksbrede korting van € 0,7 mlrd op de collectieve sector, definitief als taakstelling te verwerken.

Het aandeel van IenM in deze korting bedraagt in totaal € 18,3 miljoen per jaar vanaf 2014. In de begroting 2014 is deze taakstelling geparkeerd op de begroting van Hoofdstuk XII op begrotingsartikel 99 (Nominaal en onvoorzien). Het aandeel van het Infrastructuurfonds in deze taakstelling bedraagt ca. € 14,1 miljoen per jaar.

3. Overboekingen van/naar andere departementen

Deze post bestaat uit een overboeking van € 4 miljoen van het Ministerie van Economische Zaken voor GSM-R (Global System for Mobile Communications – Railway, artikel 13), een overboeking uit artikel 14 naar de begroting van Hoofdstuk XII voor de storting in het BTW Compensatiefonds voor de A12/A20 Parallelstructuur Gouweknoop (€ 0,9 miljoen) en een overboeking uit artikel 15 als bijdrage van IenM aan het Ministerie van Defensie in de financiering van de noodsleephulp en betonningstaken door de kustwacht.

4. Overboekingen met HXII

De overboekingen tussen het Infrastructuurfonds en de begroting van Hoofdstuk XII betreffen:

  • uit artikel 12: bijdrage aan de BDU Beter Benutten (€ 127 miljoen), bijdrage aan de BDU voor project Amsterdam Zuidas 2014 (€ 13 miljoen), de BDU N23 voor de financiering van de aansluitingen van de N23 op de A7 ter hoogte van Hoorn (totaal € 35 miljoen), voor uitgaven ITS PBB (ca. € 1,5 miljoen) en BOA-protocol ITS (BeleidsOndersteuning en Advies) (ca. € 0,9 miljoen);

  • uit artikel 13: het Actieplan groei op het spoor ter dekking van de nog lopende verplichtingen op de begroting van Hoofdstuk XII en P+R maatregelen (€ 4,2 miljoen), Beter Benutten/Decentraal spoor (€ 2,7 miljoen), bijdrage aan Amsterdam Zuidas (€ 4,4 miljoen) en middelen voor de ERTMS pilot ter dekking van uit 2013 overlopende en in 2014 aan te gane nieuwe verplichtingen (€ 2,1 miljoen);

  • uit artikel 13: een tijdelijke overboeking van programmabudget spoor naar apparaat voor de uitvoering van de Lange Termijn Agenda Spoor in de periode tot en met 2019, met een even grote, tegengestelde boeking in de MIRT-periode daarna. Per saldo wordt hiermee intertemporeel gemuteerd, maar blijft de omvang van zowel apparaat- als programmabudget over de hele MIRT-periode ongewijzigd.

  • uit artikel 18: voor decentralisatie van het Expertise Centrum FA budget, een herschikking van budgetten met betrekking tot de instroom van trainees en een overboeking van een fte tussen RWS en DGB (ca. € 1,1 miljoen). Deze gelden worden via het bijdrageartikel 19 «Bijdragen andere begrotingen Rijk» naar de begroting van Hoofdstuk XII overgeboekt.

5. Desaldering Hoofdwegennet

Deze uitgaven-/ontvangstenmutatie betreft de bijdragen van derden in diverse projecten. De belangrijkste mutaties betreffen de N18 Varsseveld – Enschede en een aanpassing van het kasritme (2014–2016) van bijdragen voor de ViA15.

6. Desaldering Spoorwegen

Deze desaldering bestaat uit:

  • de vaststelling van de subsidie over 2012. Deze vaststelling leidt tot een terugbetaling van ProRail aan IenM die bij de subsidieverlening 2014 weer wordt opgevraagd.

  • de overheveling van het restant reisinformatie. In een eerder stadium is het budget tot en met 2022 overgeboekt. De beschikking aan de NS is afgegeven en daarom wordt nu de gehele reeks overgeheveld conform afspraak

  • de afrekening van een aantal aanlegprojecten.

7. Desaldering Hoofdvaarwegennet

Het betreft hier de bijdragen van derden voor diverse projecten, met name voor de Baltic ace (€ 11 miljoen) en verder ondermeer van de gemeente Tilburg voor de afstandbediening van de brug dr. Deelenlaan over het Wilhelminakanaal, bijdragen van de gemeente Den Bosch aan de Graafse Baan, TEN-subsidie ten behoeve van de Maritiem Single Window en een bijdrage van Vlaanderen aan walradarsystemen.

8. Desaldering Megaprojecten Verkeer en Vervoer

De desaldering betreft met name verrekeningen met RWS van BTW en opbrengsten van de verkoop van gronden, die eerder zijn aangekocht ten behoeve van de aanleg van de HSL-Zuid.

9. Interne verschuivingen binnen de artikelen

  • Binnen artikel 12 wordt in totaal € 514,1 miljoen (waarvan € 39 miljoen in 2014) overgeheveld van het realisatieonderdeel naar het art. 12.04 GIV/PPS voor het project Schiphol-Amsterdam-Almere (deeltraject A1/A6).

  • De in 2013 voorgenomen schuldreductie van Prorail van € 31,8 miljoen is bij slotwet 2013 uitgesteld. Binnen artikel 13 wordt deze € 31,8 miljoen voor de schuldreductie Prorail teruggeboekt uit artikelonderdeel 13.02 naar artikelonderdeel 13.07.

  • Binnen artikel 15 wordt € 9 miljoen structureel vanaf 2014 overgeboekt vanuit artikelonderdeel 15.02 «Beheer, onderhoud en vervanging» naar artikel 15.06 «Netwerkgebonden kosten HVWN» als gevolg van de overdracht van het beheer van de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl per 1 januari 2014 aan het Rijk.

10. Overboekingen over de artikelen

Het Nederlandse spoor en de treinen worden conform de voorkeursbeslissing voorzien van het Europese beveiligingssysteem ERTMS (European Rail Traffic Management System). Tot en met 2028 is € 2,57 miljard beschikbaar voor de inbouw en het onderhoud van dit beveiligingssysteem. Het project «ERTMS landelijke invoer» is door de Tweede Kamer aangewezen als een groot project. Hierbij heeft de Tweede Kamer het verzoek gedaan om de verantwoording van dit grote aanlegproject te laten plaatsvinden op artikel 17 van het Infrastructuurfonds. Om deze reden worden de budgetten door middel van dit wetsvoorstel overgeboekt van artikel 13 naar artikel 17.

Overige begrotingsmutaties

11.– Kasschuif via generale beeld 2014–2016/2017

– Kasschuif met DF 2016–2018/2019

Investeringen in aanleg, beheer en onderhoud zijn gebaat bij continuïteit en een kasbeeld met beperkte schommelingen. In de Infrastructuurfondsbegroting was er in 2016 echter sprake van een forse terugloop van de totale beschikbare middelen ten opzichte van het jaar 2014. Bij het realiseren van meerjarige infrastructuurprojecten is dit een moeilijk te beheersen situatie. Het is niet zonder meer mogelijk om projecten gedurende 2014 in uitvoering te nemen indien de daarvoor beschikbare kasmiddelen in het uitvoeringsjaar 2016 zeer schaars zijn.

Het verloop van de budgetten vergde daarom een oplossing om het programma zo veel mogelijk volgens planning in uitvoering te blijven nemen. Deze oplossing heb ik – samen met de Minister van Financiën – gevonden in twee kasschuiven op het Infrastructuurfonds ten gunste van het jaar 2016. Eén via het generale beeld (€ 250 miljoen uit 2014 naar 2016 en 2017) en één via het Deltafonds (€ 150 miljoen uit 2018 en 2019 naar 2016). Met deze laatste schuif heb ik tevens een bijdrage geleverd aan een evenwichtiger kasbeeld op het Deltafonds. Op dit fonds was juist in 2016 sprake van een budgettaire piek en een terugloop in 2018 en 2019.

12. Oplossing minbedrag 2013 ten gevolge van het niet-uitkeren van de prijsbijstelling tranche 2013

Door het inhouden van de prijsbijstelling tranche 2013 is een kasritmeprobleem ontstaan, dat in de begroting 2014 zichtbaar is gemaakt via de minregels op de investeringsruimte per modaliteit. Het minbedrag uit 2013 (in totaal € 50 miljoen) loopt via het saldo over naar 2014 (zie toelichting 1). Dit zou het minbedrag in 2014 vergroten. Om dit te voorkomen wordt het overlopende minbedrag gesaldeerd vanuit verkenning en planuitwerking. In het jaar 2027 komt deze € 50 miljoen vanuit de investeringsruimte weer terug naar verkenning en planuitwerking. Consequentie is dat de overprogrammering zo toe neemt in het jaar 2014 (in totaal met € 50 miljoen). De omvang van de investeringsruimte van de modaliteiten over de looptijd van het fonds wijzigt niet.

Licence