Base description which applies to whole site

Artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van regionale/lokale infrastructuur, de impulsen inzake de Regionale Mobiliteitsfondsen en het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) toegelicht. De producten van dit artikel zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de Begroting Hoofdstuk XII 2014 bij beleidsartikel 15 Openbaar vervoer.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 14 Regionaal, lokale infrastructuur (x € 1.000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Verplichtingen

65.062

306.635

230.817

90.690

196.430

345.794

312.850

Uitgaven

238.852

156.498

241.969

120.026

340.370

441.051

342.438

Waarvan juridisch verplicht:

   

100%

       

14.01 Grote regionaal/lokale projecten

142.033

86.309

81.566

64.920

123.828

274.627

203.174

14.01.02 Planuitw. Progr. Reg/lok

       

206

80.085

33.984

14.01.03 Realisatieprogr reg/lok

142.033

86.979

83.360

66.676

125.448

197.133

172.436

14.01.04 Investeringsruimte

 

– 670

– 1.794

– 1.756

– 1.826

– 2.592

– 3.246

14.02 Regionale Mob. Fondsen

41.580

26.603

12.992

     

14.03 RSP – ZZL: Pakket Bereikbaarheid

55.239

43.586

147.411

55.106

216.542

166.424

139.264

14.03.01 RSP – ZZL: RB projecten

2.539

26.654

131.204

38.899

140.158

97.184

70.023

14.03.02 RSP – ZZL: RB mob fondsen

52.700

254

   

60.177

53.034

53.034

14.03.03 RSP – ZZL: REP

 

16.678

16.207

16.207

16.207

16.206

16.207

Van totale uitgaven

             

– Bijdrage aan agentschap RWS

             

– Restant

238.852

156.498

241.969

120.026

340.370

441.051

342.438

14.09 Ontvangsten

 

600

         

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van de verkenning en planuitwerking worden de budgetten in 2014 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2014. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op het niveau artikelonderdeel. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Bedragen x € 1.000
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

14

Regionaal, lokale infrastructuur

241.969

120.026

340.370

441.051

342.438

230.891

243.562

14.01

Grote regionaal/lokale projecten

81.566

64.920

123.828

274.627

203.174

111.980

203.096

14.02

Regionale mobiliteitsfondsen

12.992

           

14.03

RSP-ZZL: pakket bereikbaarheid

147.411

55.106

216.542

166.424

139.264

118.911

40.466

(vervolg) Bedragen x € 1.000
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

14

Regionaal, lokale infrastructuur

102.757

141.218

121.259

10.365

44.199

74.780

99.443

132.427

14.01

Grote regionaal/lokale projecten

102.757

141.218

121.259

10.365

44.199

74.780

99.443

132.427

14.02

Regionale mobiliteitsfondsen

               

14.03

RSP-ZZL: pakket bereikbaarheid

               
14.01 Grote regionale/lokale projecten

Motivering

Binnen dit artikel zijn de budgetten opgenomen voor de aanlegprojecten waarvoor een aparte projectsubsidie wordt of is verleend. Om in aanmerking te komen voor een aparte projectsubsidie moeten de kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger zijn dan de grenswaarden in de BDU voor de ontvangers buiten de G3 en voor de G3 (respectievelijk € 112,5 mln en € 225 mln) en moet het project passen binnen de beleidsdoelstellingen voor regionale bereikbaarheid zoals verwoord in de Begroting hoofdstuk XII 2014 bij beleidsartikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid en beleidsartikel 15 Openbaar vervoer.

Algemeen

Producten

Regionaal lokale projecten worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de regionale overheid. IenM levert een bijdrage in de aanlegkosten van die projecten. Dit betekent ook dat de uitvoeringsperiode van een project niet gelijk hoeft te lopen met de periode waarin de rijksbijdrage beschikbaar komt in het MIRT.

Verkenningen

Voor regionale/lokale infrastructuurprojecten wordt geen apart verkenningenprogramma opgenomen in het MIRT. In de begroting zijn dan ook geen middelen voor dit product opgenomen. De verkenningen worden onder verantwoordelijkheid van de regionale overheid uitgevoerd en pas na toetsing al dan niet opgenomen in het planuitwerkingsprogramma.

14.01.02 Planuitwerkingsprogramma Regionaal/lokaal

Van een project dat in de planuitwerkingstabel is opgenomen worden de kosten van de meest kosteneffectieve variant als basis voor de rijksbijdrage aangemerkt (onder aftrek van de eigen bijdrage van € 112,5 mln respectievelijk € 225 mln).

Wijzigingen in het planuitwerkingsprogramma:

van planuitwerking naar realisatiefase:

  • Rotterdamse baan,

  • RijnGouwelijn West, als onderdeel van het HOV net Zuid-Holland Noord en

  • Utrecht, Tram naar de Uithof.

Projectoverzicht bij 14.01.02 Regionale/lokale infrastructuur; planuitwerking

Bedrag x € 1 mln
 

Budget

 

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

PB of TB

Openstelling

Verplicht

       

Projecten Brabant

       

Verkeersruit Eindhoven (Noordoostcorridor)

268

264

2014

2019–2021

Gebonden

       

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

       

Ombouw Amstelveenlijn

76

75

2013

2020

Bestemd

32

     

Projecten in voorbereiding

       

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

       

– HOV Knoop Amstelveen

       

Projecten Zuidvleugel

       

– BTW tramtunnel Den Haag

       

Overige projecten in voorbereiding

       

Gesignaleerde risico's

       

Totaalprogramma planuitwerking en verkenning

376

     

Begroting 14.01.02.

376

     

PB = Projectbesluit

TB = Tracébesluit

De HOV knoop Amstelveen geeft uitvoering aan een Kamermotie (over de A9 en het OV in Amstelveen) en heeft samenhang met de ombouw van de Amstelveenlijn.

Verk./Planuitw. Reg/lok. (Periode 2013–2028)

Verk./Planuitw. Reg/lok. (Periode 2013–2028)
14.01.03 Realisatieprogramma Regionaal/lokaal

Hieronder vallen de uitgaven (subsidies) voor de realisatie van grote regionale/lokale infrastructuurprojecten die door regionale overheden worden aangelegd.

Nieuw in het realisatieprogramma:

  • Het HOV net Zuid-Holland Noord bestaat uit de samenvoeging van de eerder opgenomen projecten RijnGouwelijn Oost en RijnGouwelijn West. De bijdrage maakt onderdeel uit van het gebiedsbudget voor de Rijnlandroute en het HOV netwerk. De provincie heeft de scope van het project gewijzigd (Kamerstukken II, 2011/12, 33 000 A, nr. 65);

  • Rotterdamse baan;

  • Utrecht, Tram naar de Uithof.

Vanwege de opgelegde bezuinigingen zijn de kasritmes van de bijdragen voor de verschillende projecten aangepast. Omdat de regio verantwoordelijk is voor de uitvoering betekent een temporisering van de rijksbijdrage niet automatisch een vertraging in de uitvoering van de projecten.

Voor de latere oplevering van het HOV net Zuid-Holland Noord geldt dat dit wordt veroorzaakt door de gewijzigde plannen van de provincie Zuid-Holland.

Projectoverzicht bij 14.01.03 Regionale/lokale infrastructuur; realisatie

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

later

huidig

vorig

Projecten Zuidvleugel

                       

Rotterdamsebaan

300

300

         

7

62

231

2020–2022

2019–2021

A12/A20 Parallelstructuur Gouwe

113

113

 

6

13

27

26

26

13

 

2019–2021

2019–2021

HOV-NET Zuid-Holland Noord (vh Rijn–Gouwelijn)

203

153

 

10

10

12

29

47

47

47

2018

2015/2018 1

Randstadrail (incl. voorbereidingskosten en aanlanding RR op Den Haag HSE)

890

888

854

2

6

12

16

     

2006/2016

2006/2016

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

                       

Utrecht, Tram naar de Uithof

110

110

 

28

   

13

40

29

 

2018

2018

N201

178

178

159

10

10

         

2014

2013

Noord/Zuidlijn

1.182

1.179

956

24

48

43

45

46

21

 

2017

2017

Projecten Oost-Nederland

                       

Nijmegen 2e stadsbrug

71

71

68

3

           

2013

2013

Programma Realisatie (Infrastructuurfonds 14.01.03)

3.047

 

2.037

83

88

94

129

166

173

278

   

Budget Realisatie (Infrastructuurfonds 14.01.03)

     

87

84

67

125

197

173

278

   

Overprogrammering (–)

     

4

– 4

– 27

– 4

31

   
1

2015 heeft betrekking op Rijn-Gouwelijn Oost; 2018 op Rijn-Gouwelijn West

14.01.04 Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord.

In de Kamer van 13 februari 2013 over de invulling van de bezuinigingen op het Infrastructuurfonds (Kamerstukken II, 2012/13, 33 400 A, nr. 48) is per modaliteit de ruimte afgeleid voor nieuwe investeringen en risico’s. Bij Voorjaarsnota 2013 zijn hiertoe vervolgens per modaliteit aparte artikelonderdelen «Investeringsruimte» geïntroduceerd. De middelen die op de investeringsruimte Regionaal/Lokaal staan gereserveerd zijn bestemd voor grote regionale/lokale projecten die op initiatief van decentrale overheden worden voorbereid en uitgevoerd. Die projecten moeten een bijdrage leveren aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) die voor regionale bereikbaarheid zijn geformuleerd. Het betreft zowel wegenprojecten op het niveau van het Onderliggend Wegennet als Openbaar Vervoer projecten.

De belangrijkste (budgettaire) aanpassingen betreffen de volgende zaken:

  • Inpassing BTW deel over de rijksbijdrage aan de aanleg van de tramtunnel in Den Haag (7 mln).

  • Dekking voor de indexatie van de BDU beschikking 2013 (7,3 mln).

  • Inpassing Rotterdamse baan (67 mln).

  • IenM dekt in de ontwerpbegroting over 2014 het budgettaire probleem dat is ontstaan door het niet uitkeren van de prijsbijstelling uit de resterende Investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasritmeprobleem zie hieronder het effect op het programma van Regionaal, lokale infrastructuur). IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk eerder bij een eerstvolgende herijking van het Investeringsprogramma.

14.01.04 Inv.ruimte Reglok
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Investeringsruimte:

                 

– Weg

               

73

– OVS

               

5.508

Kaseffect verwerking index2013

– 670

– 1.794

– 1.756

– 1.826

– 2.592

– 3.246

– 1.850

– 527

– 1.099

Totaal

– 670

– 1.794

– 1.756

– 1.826

– 2.592

– 3.246

– 1.850

– 527

4.482

(vervolg) 14.01.04 Inv.ruimte Reglok

14.01.04 Inv.ruimte Reglok

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Totaal

Investeringsruimte:

               

– Weg

17.073

23.613

16

9.328

7.220

27.456

33.219

117.998

– OVS

36.960

64.301

11.153

35.733

46.923

71.987

99.208

371.773

Kaseffect verwerking index2013

– 1.640

– 1.973

– 803

– 862

20.637

   

0

Totaal

52.393

85.941

10.366

44.199

74.780

99.443

132.427

489.772

14.02 Regionale mobiliteitsfondsen

Motivering

Over heel Nederland worden verschillende Regionale Mobiliteitsfondsen (RMf) gebruikt. Deze fondsen zijn gevoed op basis van de volgende impulsen:

  • Bereikbaarheidsoffensief Randstad;

  • Amendement Dijsselbloem;

  • Amendement Van der Staaij;

  • Regionale bereikbaarheid (Kwartje van Kok);

  • Amendement Van Hijum;

  • Quick Wins NWA eerste en tweede tranche;

  • Tunnel Sluiskil.

Rijksbijdrage

Producten

De rijksmiddelen in het kader van het Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR; inclusief de terugsluisopbrengsten), de amendementen Dijsselbloem, Van der Staaij en Van Hijum, Regionale bereikbaarheid en Quick Wins NWA zijn volledig uitgekeerd. In het kader van Tunnel Sluiskil worden ook in 2014 rijksmiddelen beschikbaar gesteld.

Tunnel Sluiskil

Op 18 mei 2009 is de bestuursovereenkomst betreffende een tunnel bij Sluiskil getekend. In overleg met de provincie Zeeland is besloten om de IenM-bijdrage via het (her)opgerichte RMf Zeeland te laten verlopen. Het totaal van € 135 mln komt beschikbaar in 2010–2014.

14.03 RSP Zuiderzeelijn, pakket Regionale Bereikbaarheid

Motivering

Betreft het RSP-convenant Rijk-regio (Kamerstukken II, 2007/08, 27 658, nr. 43)

Het pakket omvat projecten ter verbetering van de regionale bereikbaarheid in Noord-Nederland (concrete bereikbaarheidsprojecten en regionaal mobiliteitsfonds) en een Ruimtelijk-economisch programma (REP), tevens ten behoeve van Noord-Nederland.

Producten

Binnen de projecten ter verbetering van de regionale bereikbaarheid gaat het in totaal om vijf concrete bereikbaarheidsprojecten, zie 14.03.01. De rijksbijdrage voor de A7 Zuidelijke Ringweg Groningen fase 2 en de N50 Ramspol–Ens zijn inmiddels overgeheveld naar artikel 12 Hoofdwegen.

In 2009 is het RMf RSP opgericht voor Noord-Nederland. De instelling van het RMf RSP volgt uit het Convenant RSP Zuiderzeelijn d.d. 23 juni 2008. Het totale budget RMf RSP is € 970 mln. Dit bestaat uit € 500 mln bijdrage van het Rijk en € 470 mln bijdrage van de regio. Binnen het RMf RSP is € 100 mln gereserveerd als bijdrage aan de concrete projecten. Zie 14.03.02. Deze bijdrage vervalt, als na realisatie van de concrete projecten is gebleken dat deze bijdrage niet nodig is. De inzet van middelen uit het RMf RSP is een decentrale verantwoordelijkheid. Het RMf RSP is beschikbaar voor projecten, die in principe kunnen worden gerealiseerd vóór 2020.

Binnen het REP wordt onderscheid gemaakt tussen een rijksdeel en een regionaal deel. Zowel voor het rijksdeel als voor het regionaal deel is € 150 mln rijksbudget beschikbaar gesteld. Het rijksdeel valt onder regie van het ministerie van Economische Zaken (EZ). Het betreffende rijksbudget werd tot en met 2012 verantwoord op de EZ-begroting, nadat in 2012 het resterende deel via het Provinciefonds is gedecentraliseerd. Het regionale deel, in totaal € 250 mln, valt onder regie van de regio. De rijksbijdrage voor het regionale deel, € 150 mln, wordt verantwoord op de begroting Infrastructuurfonds, zie 14.03.03. Ook de regio heeft € 100 mln beschikbaar voor het regionale deel van het REP.

De voorwaarden voor het RSP zijn beschreven in het op 23 juni 2008 ondertekende convenant Rijk-regio (Kamerstukken II, 2008/09, 31 700 A, nr. 19).

Over de voortgang wordt de Tweede Kamer jaarlijks met een voortgangsrapportage (in het najaar) geïnformeerd.

Project overzicht Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn

Budget in € mln

     

Projectomschrijving

Totaal Rijk

t/m 2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

later

 

Bijdrage regio

Projecten Noord-Nederland

                     

14.03.01 Concrete bereikbaarheidsprojecten

546

21

27

131

39

140

97

70

21

 

200

14.03.02 Regionaal Mobiliteitsfonds

537

265

     

60

53

53

106

 

370

14.03.03 Ruimtelijk economisch programma

130

 

17

16

16

16

16

16

33

 

100

Begroting (Infrastructuurfonds 14.03)

1.213

286

44

147

55

216

166

139

160

670

Overige afspraken

                     

LMCA Spoor: spoordriehoek

194

26

27

9

31

24

26

20

31

   

Totaal rijksbijdrage Noord-Nederland

1.407

312

71

156

86

240

192

159

191

   
Licence