Base description which applies to whole site

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

De afwijkingen van de Comptabiliteitswet 2001 die in de wetsartikelen 5 tot en met 7 van deze begrotingswet worden doorgevoerd, zijn tijdelijke voorzieningen. Deze voorzieningen zijn gelijk aan de afwijkingen zoals opgenomen in de begroting van 2013. De Tweede Kamer is hiervan eerder op de hoogte gesteld (zie voor de desbetreffende kamerstukken in de onderstaande artikelsgewijze toelichtingen). Deze tijdelijke voorzieningen worden verwerkt in een structurele wijziging van de Comptabiliteitswet 2001, te weten de Zesde wijziging van de Comptabiliteitswet 2001.

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën voor het jaar 2014 vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2014. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2014.

Met de vaststelling van deze wetsartikelen worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten van de begrotingsstaat van de Nationale Schuld en van de begrotingsstaat van Financiën voor het jaar 2014 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 3

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van het baten-lastenagentschap Domeinen Roerende Zaken voor het jaar 2014 vastgesteld. De in die begroting opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de agentschappen die een baten-lastenstelsel voeren.

Wetsartikel 5

Met dit wetsartikel wordt geregeld dat de begroting 2014 van Nationale Schuld niet meer door middel van een separaat begrotingswetsvoorstel, maar als onderdeel van het wetsvoorstel waarin ook de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën ter autorisatie wordt aangeboden, dient te worden opgenomen. Hiermee wordt een administratieve lastenverlichting gerealiseerd zonder dat er materieel sprake is van informatieverlies. Het voornemen hiertoe is al eerder met de Tweede Kamer besproken (Kamerstukken II, Kamerstuk 31 700-IXB, nr.3).

Deze gewijzigde begrotingspresentatie en -vaststelling werkt door in de presentatie van de beide jaarverslagen, in die zin dat de jaarverslagen van Nationale Schuld en het Ministerie van Financiën in één boekwerk zullen worden opgenomen. Omdat de jaarverslagen niet in de vorm van wetsvoorstellen aan de Staten-Generaal worden voorgelegd, hoeft de Comptabiliteitswet 2001 daarvoor niet te worden gewijzigd.

Een van de voorwaarden bij de integratie is dat de Algemene Rekenkamer op dezelfde manier kan blijven rapporteren over de onrechtmatigheden en onzekerheden en hieraan op dezelfde wijze conclusies kan verbinden. De voorgestelde integratie voldoet aan deze voorwaarde en leidt ook niet tot wijziging van de tolerantiegrenzen die bij de controle worden gehanteerd. Door het opnemen van twee separate begrotingsstaten worden de tolerantiegrenzen namelijk niet verruimd, omdat de bedragen bij de begrotingsartikelen in die twee staten niet bij elkaar worden opgeteld.

De integratie leidt tot een administratieve lastenverlichting voor alle bij het begrotings- en verantwoordingsproces betrokken partijen (Ministerie van Financiën, ministerraad, Kabinet van de Koning, Afdeling advisering van de Raad van State, Algemene Rekenkamer, Tweede Kamer, Eerste Kamer en de drukker van de kamerstukken), omdat er minder afzonderlijke wetsvoorstellen en jaarverslagen opgesteld hoeven te worden.

Wetsartikel 6

In het streven naar een vermindering van regeldruk en administratieve lasten binnen de overheid is de Tweede Kamer in 2006 op de hoogte gesteld van het voornemen tot het integreren van de Voorlopige Rekening in het Financieel Jaarverslag van het Rijk (Kamerstukken II, 2005/06, 29 949, nr. 55). Met ingang van het begrotingsjaar 2012 wordt de Voorlopige Rekening niet langer afzonderlijk naar de Kamer verzonden. De wijzigingen van de begrotingen na de Najaarsnota, die tot nog toe in de Voorlopige Rekening werden gemeld, worden voortaan opgenomen in het Financieel Jaarverslag van het Rijk en worden, overigens zoals gebruikelijk, via de slotwetten aan de Kamer voorgelegd.

Wetsartikel 7

De aanvullingen en de afwijking van de Comptabiliteitswet 2001 die voor het jaar 2014 in dit artikel met betrekking tot verplichtingen-kasagentschappen worden doorgevoerd, vloeien voort uit de besluiten die het kabinet heeft genomen naar aanleiding van de evaluatie van het baten-lastendienstmodel. De Tweede Kamer is van die besluiten op de hoogte gebracht bij de brief van de Minister van Financiën van 25 augustus 2011 (Kamerstukken II, 2011/12, 28 737 nr. 21).

Een verplichtingen-kasagentschap is een nieuw type agentschap, dat nevengeschikt is aan een baten-lastenagentschap (in de huidige Comptabiliteitswet nog aangeduid als baten-lastendienst).

Voor het instellen van een verplichtingen-kasagentschap dient hetzelfde instellingstraject te worden doorlopen als voor het instellen van een baten-lastenagentschap. Dit wordt geregeld in het eerste lid, onderdeel c. Dit instellingstraject, alsmede de nadere regels met betrekking tot verplichtingen-kasagentschappen, bedoeld in onderdeel d., en de voorwaarden die aan een kasreserve van een verplichtingen-kasagentschap kunnen worden gesteld (onderdeel e) zullen worden opgenomen in de Regeling agentschappen.

In de onderdelen f, g en h wordt geregeld dat voor verplichtingen-kasagentschappen in de begroting en in het jaarverslag in plaats van baten, lasten, kapitaaluitgaven en kapitaalontvangsten zullen worden opgenomen de financiële verplichtingen, de (kas)uitgaven en de (kas)ontvangsten, zoals dat op grond van het verplichtingen-kasstelsel ook voor gewone departementale diensten het geval is.

Een kasreserve (onderdeel e) is een niet-geoormerkte, meerjarige budgettaire voorziening die een verplichtingen-kasagentschap op een afzonderlijke rekening-courant bij het Ministerie van Financiën aanhoudt, bedoeld om jaarlijkse fluctuaties in de exploitatie op te vangen. De toevoegingen en onttrekkingen aan een kasreserve zullen, evenals dat het geval is bij een begrotingsreserve, als uitgaven en ontvangsten worden beschouwd. Dat wordt in het tweede lid geregeld.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Licence