Base description which applies to whole site

Dienst Regelingen (DR)

Profiel

Dienst Regelingen (DR) vormt met ingang van 1 januari 2014 samen met Agentschap NL binnen het Ministerie van Economische Zaken (EZ) een nieuw agentschap onder het Directoraat-generaal Uitvoering. Het instellingstraject is in volle gang. Bij Voorjaarsnota zal een geconsolideerde begroting voor het nieuwe agentschap ingediend worden, inclusief de definitieve openingsbalans.

DR is van oorsprong uitvoerder van met name landbouw- en natuurregelingen. EZ is de belangrijkste opdrachtgever van DR. Daarnaast wordt er actief naar gestreefd om de expertise op het gebied van de uitvoering van «Europese regelingen» en als facilitair bedrijf bij crises, ook andere (overheids-)opdrachten te verwerven. Dit vanuit een transparante en zakelijke verhouding. De opdrachten van DR betreffen met name:

  • De uitvoering van EU-regelingen, verordeningen en verplichtingen;

  • Identificatie en Registratie (I&R) van dieren, percelen en bedrijven;

  • Vergunningen en ontheffingen;

  • Subsidieregelingen en financieringsregelingen;

  • Het plattelandsontwikkelingsbeleid;

  • Het mestbeleid;

  • De crisisbestrijding.

Enerzijds gaat het hierbij om het uitvoeren van subsidieregelingen, waarbij de subsidieverkrijger «direct voordeel» heeft bij de uitvoering. Anderzijds betreft het de uitvoering van «regulerende regelingen», bijvoorbeeld in het mestbeleid, dat gericht is op het bereiken van milieudoelstellingen. Doelgroepen zijn met name agrarische ondernemers, maar ook natuurbeschermingsorganisaties.

De kosten die samenhangen met de stelselwijzigingen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het mestbeleid zijn meegenomen voorzover de besluitvorming daarover inmiddels heeft plaatsgevonden.

Begroting agentschap 2014

Bedragen in € 1.000
 

2012 Stand Slotwet

2013 Vastgestelde begroting

2014

2015

2016

2017

2018

Baten

             

Omzet moederdepartement

146.208

145.234

144.717

146.057

135.387

135.387

135.387

Omzet overige departementen

1.293

2.100

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

Omzet derden

13.816

9.959

22.713

22.713

22.713

22.713

22.713

Rentebaten

11

10

10

10

10

10

10

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

161.328

157.293

168.640

169.990

159.320

159.320

159.320

               

Lasten

             

Apparaatskosten

             

personele kosten

87.894

87.145

95.725

95.763

83.705

83.797

82.251

• waarvan eigen personeel

 

69.041

69.731

70.429

71.133

71.844

72.563

• waarvan externe inhuur

 

15.104

25.994

25.334

12.572

11.953

9.688

Materiële kosten

60.382

57.110

58.548

60.012

61.512

63.049

64.625

• waarvan apparaat ICT

 

0

0

0

0

0

0

• waarvan bijdrage aan SSO's

 

43.081

45.581

47.881

44.881

44.881

44.881

Rentelasten

788

589

167

115

66

28

2

Afschrijvingskosten

             

materieel

490

446

468

370

306

214

211

• waarvan apparaat ICT

 

0

0

0

0

0

0

immaterieel

11.784

12.002

13.731

13.731

13.731

12.231

12.231

Overige kosten

             

• dotaties voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

• bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

161.338

157.293

168.640

169.990

159.320

159.320

159.320

               

Saldo van baten en lasten

– 10

0

0

0

0

0

0

Baten

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement is gebaseerd op de reguliere opdracht, na correctie voor de opgelegde taakstellingen uit het regeerakkoord. Daarnaast is rekening gehouden met de herzieningen op het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en het Mestbeleid, voor zover daarover besluiten zijn genomen. Het definitieve opdrachtenpakket wordt in het najaar van 2013 aan DR verstrekt.

In de begroting is vooralsnog geen rekening gehouden met de overdracht van taken met betrekking tot visserij alsmede de Productschappen. De taken die overgaan van Dienst Landelijk Gebied zijn deels opgenomen.

De drie grootste clusters van regelingen die DR in opdracht van het moederdepartement uitvoert zijn het GLB, het mestbeleid en het Subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer (SNL). In de paragraaf over doelmatigheid van DR worden de uitvoeringskosten hiervan nader toegelicht. Daarnaast worden nog diverse kleinere regelingen uitgevoerd, zoals de regelingen die onder de Regeling Landbouwsubsidies (RLS) vallen.

De definitieve EU-besluitvorming over de herziening van het GLB en het mestbeleid kan nog tot aanpassingen in deze begroting leiden.

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen heeft betrekking op de uitvoering van regelingen in opdracht van onder meer de Ministeries van Veiligheid en Justitie (V&J) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Bedragen in € 1.000
 

2012 Stand Slotwet

2013 Vastgestelde begroting 1

2014

2015

2016

2017

2018

Ministerie van Defensie

39

 

0

0

0

0

0

Ministerie van BZK

141

 

0

0

0

0

0

Ministerie van SZW

298

 

300

300

300

300

300

Ministerie van I&M

65

 

50

50

50

50

50

Ministerie van V&J

750

 

850

850

850

850

850

Totaal

1.293

 

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

1

was in de begroting 2013 niet gespecificeerd

Omzet derden

De stijging in de omzet derden wordt veroorzaakt doordat tussen EZ en de provincies afspraken zijn gemaakt over de financiering van de uitvoeringskosten voor SNL. De bijdrage van de provincies in de totale uitvoeringskosten is verwerkt in de begroting van DR als bijdrage van derden.

Deze omzet betreft verder de heffingen, leges, registratievergoedingen en andere bijdragen voor de uitvoeringskosten van DR alsmede de opdrachten die worden uitgevoerd voor lagere overheden.

De omzet derden vanwege de bijdrage aan de uitvoeringskosten voor opdrachten onder verantwoordelijkheid van het moederdepartement is als volgt te specificeren:

Bedragen in € 1.000
 

2012 Stand Slotwet 1

2013 Vastgestelde begroting1

2014

2015

2016

2017

2018

Leges dierregistraties

   

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

Leges Overige regelingen AGRO

   

1.900

1.900

1.900

1.900

1.900

Leges Mest

   

1.600

1.600

1.600

1.600

1.600

Vergunningen

   

423

423

423

423

423

Bijdrage Provincies in SNL

   

13 790

13 790

13 790

13 790

13 790

Totaal

   

22.713

22.713

22.713

22.713

22.713

1

was in Slotwet 2012 en in de begroting 2013 niet gespecificeerd

Rentebaten

Gelet op de huidige en verwachte rentepercentages voor deposito’s en de beperkte overtollige liquiditeiten blijven de rentebaten beperkt tot € 10.000.

Lasten

Personele kosten

Bij de berekening van de personele kosten 2013 is uitgegaan van 945 fte aan ambtelijk personeel en daarbij een flexibele schil (uitzendkrachten) voor piekwerkzaamheden. De mate waarin DR een beroep doet op uitzendkrachten is afhankelijk van de opdracht die jaarlijks aan DR wordt verstrekt.

Gelet op de ontwikkelingen ten aanzien van de herzieningen op het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en Mestbeleid stijgt de inhuur externen. Dit betreft echter voornamelijk uitzendkrachten.

Aangezien er voor 2014 meer taken worden overgedragen zullen de totale personele kosten de komende jaren verder stijgen.

De gemiddelde loonkosten per fte bedragen voor 2014 € 68.000 voor ambtelijk personeel en circa € 76.000 voor niet-ambtelijk personeel (uitzendkrachten).

Materiële kosten

De post materiële kosten omvat onder andere kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van regelingen, huisvestingskosten en automatisering. Verschillende diensten worden afgenomen via Shared Service Organisaties (SSO’s), namelijk:

  • € 39 mln, bijdrage DICTU;

  • DICTU is de ICT-leverancier binnen EZ. DR neemt via DICTU diensten af als kantoorautomatisering, infrabeheer, applicatiebeheer en ontwikkeling. Beheer en ontwikkeling hebben met name betrekking op ICT die gebruikt wordt in het primair proces.

  • € 7 mln, bijdrage aan Rijksgebouwendienst (huurkosten);

  • € 0,3 mln, bijdrage P-direkt.

Deels hebben deze kosten een directe relatie met de personele omvang van DR en zullen daarom de komende jaren stijgen.

Rentelasten

Het bedrag opgenomen bij de rentelasten betreft de rente op de leningen bij het Ministerie van Financiën. De forse terugloop in de rentelasten wordt veroorzaakt door een beperkter beroep op de leenfaciliteit. Daarnaast is sprake van een lage rentstand. Voor nieuwe leningen is uitgegaan van een rentepercentage van 1,5%.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn begroot op € 14,2 mln. Hiervan heeft € 13,7 mln betrekking op immateriële activa (applicaties en software ten behoeve van uitvoer van regelingen) en € 0,5 mln op materiële vaste activa. De stijging is een gevolg van investeringen die DR doet om uitvoering van de herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en Mestbeleid mogelijk te maken.

De afschrijvingen vinden lineair plaats en zijn gebaseerd op de historische aanschafwaarde. Voor de toekomstige afschrijvingskosten is aangesloten op de investeringen zoals deze bij de aanvraag leenfaciliteit is aangegeven.

De (im)materiële vaste activa worden als volgt afgeschreven:

  • Verbouwingen 10 jaar;

  • Inventaris en installaties 7 jaar;

  • Vervoermiddelen 5 jaar;

  • Computer hardware 4 jaar;

  • Software 4 jaar.

Dotaties aan voorzieningen

Er zijn geen dotaties aan de voorzieningen voorzien.

Bijzondere lasten

Er zijn geen bijzondere lasten voorzien

Saldo van baten en lasten

In de begrotingssystematiek is kostendekkendheid het uitgangspunt. Het resultaat wordt daarom standaard op nul geraamd.

Kasstroomoverzicht over het jaar 2014

Bedragen in € 1.000
   

2012 Stand Slotwet

2013 Vastgestelde begroting

2014

2015

2016

2017

2018

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2014 + depositorekeningen

7.317

6.263

21.258

17.641

15.320

14.316

13.801

2.

Totaal operationele kasstroom

25.466

12.936

11.499

10.723

11.146

9.708

7.961

 

–/– totaal investeringen

– 12.220

– 11.500

– 9.700

– 7.700

– 7.700

– 7.700

– 7.700

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

159

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 12.061

– 11.500

– 9.700

– 7.700

– 7.700

– 7.700

– 7.700

 

–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

–/– aflossingen op leningen

– 12.308

– 10.234

– 5.416

– 5.344

– 4.450

– 2.523

– 60

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

8.000

8.500

0

0

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

– 4.308

– 1.734

– 5.416

– 5.344

– 4.450

– 2.523

– 60

5.

Rekening courant RHB 31 december 2014 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (noot: maximale roodstand € 0,5 mln)

16.414

5.965

17.641

15.320

14.316

13.801

14.002

Toelichting

De eindstand realisatie rekening-courant RHB 2012 en de beginstand vastgestelde begroting rekening courant RHB 2013 enerzijds en de eindstand vastgestelde begroting rekening courant RHB 2013 en de beginstand vastgestelde begroting rekening courant 2014 sluiten vanwege verschillen tussen begroting en realisatie en de verschillende momenten van opstellen van de begrote cijfers niet op elkaar aan.

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor de afschrijvingen en de mutaties in voorzieningen en werkkapitaal. Er is in dit kasstroomoverzicht rekening gehouden met een meerjarig sluitende begroting.

Investeringskasstroom

De investeringen voor 2014 betreffen voor het gehele bedrag, € 9,7 mln, investeringen in ICT-systemen ten behoeve van de uitvoer van regelingen. De verwachting is dat de investeringen de komende jaren op een iets lager niveau € 7,7 mln, zullen stabiliseren.

Financieringskasstroom

Er wordt vanuit gegaan dat vanaf 2014 geen beroep op de leenfaciliteit wordt gedaan ter financiering van de investeringen.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

 

2012 Slotwet

2013 Vastgestelde begroting

2014

2015

2016

2017

2018

Doelmatigheidsindicatoren

             

Tarieven/uur

             

Index in reële termen ten opzichte van 2013 (2013 = 100)

104

100

100

100

100

100

100

Omzet per productgroep (x € mln)

             

Gemeenschappelijk landbouwbeleid

42

36

41

56

56

56

56

Subsidie Natuur en Landbouw

40

30

30

29

16

16

16

Mestbeleid

17

16

18

18

18

18

18

Fte

             

Aantal fte (exclusief externe inhuur)

972

960

945

935

935

935

935

Saldo van baten en lasten

             

Saldo van baten en lasten

(x € 1.000)

699

0

0

0

0

0

0

Productiviteit

             

Facturabiliteit

75%

78%

79%

80%

80%

80%

80%

Overzicht kwaliteitsindicatoren

             

Gegrond verklaarde bezwaarschriften (%)

40%

25%

25%

25%

25%

25%

25%

Aandeel digitaal verwerkte aanvragen DR)

94%

95%

97%

99%

99%

99%

99%

Betaalschema BTR

86%

85%

85%

85%

855

85%

85%

Klanttevredenheid begunstigden DR

6,3

7

7

7

7

7

7

Toelichting

De tariefontwikkeling is gerelateerd aan het basisjaar 2013. Agentschap NL en DR werken toe naar een uniforme tariefsystematiek met ingang van 2014. Daarom is de meerjarige tariefontwikkeling op 100 gezet.

In het meerjarig beeld van de omzet per productgroep is beperkt rekening gehouden met de wijzigingen in het GLB en het Mestbeleid. Er is voor gekozen om de drie grootste productgroepen / opdrachtenclusters weer te geven. Deze tellen op tot circa 60% van de omzet moederdepartement.

De ontwikkeling van het aantal ambtelijke fte is afhankelijk van de ontwikkeling in het opdrachtenpakket van DR.

De facturabiliteit betreft de verhouding tussen declarabele uren en beschikbare bruto productieve uren. Hoe hoger de facturabiliteit van de uren, hoe gunstiger dit is voor het tarief.

De gegrond verklaarde bezwaarschriften zijn in een indicator afgezet tegen het totaal aantal bezwaarschriften.

Uitbetaling van de BTR vindt plaats binnen de vastgestelde EU-regelgeving. Betaling van de BTR vindt uiterlijk 1 juni van het opvolgende jaar plaats. Deze indicator geeft het uitbetalingspercentage weer op 31 december van het begrotingsjaar.

Licence