Base description which applies to whole site

2. DE BELEIDSAGENDA

Inleiding

Het Koninkrijk is per 10 oktober 2010 staatkundig opnieuw ingericht: vier autonome landen die een aantal taken gemeenschappelijk uitvoeren. Het Koninkrijk vervult bovendien een waarborgfunctie (artikel 43 van het Statuut): als de landen (Curaçao, Sint Maarten en Aruba) niet zelfstandig kunnen voldoen aan de verantwoordelijkheid voor rechtszekerheid, deugdelijk bestuur en de bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden van hun inwoners, komt de verantwoordelijkheid van het Koninkrijk in beeld. Het Statuut geeft het Koninkrijk de instrumenten om deze verantwoordelijkheid in te vullen.

In de slotakkoorden uit 2006 is afgesproken dat de staatkundige positie van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) binnen 6 jaar na de staatkundige ontmanteling van het land Nederlandse Antillen wordt geëvalueerd. De Rijkswet financieel toezicht en de vier rijkswetten op het terrein van Veiligheid en Justitie (Openbaar Ministerie, Gemeenschappelijk Hof, Politie en de Raad voor de Rechtshandhaving) zullen ook in 2015 geëvalueerd worden.

De verantwoordelijkheid voor de overheidsfinanciën ligt bij de autonome landen zelf. Het College financieel toezicht (Cft) vervult daarbij een toezichthoudende rol, voortvloeiend uit de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten en de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

De samenwerkingsprogramma’s waarmee Nederland de afgelopen jaren Caribisch Nederland, Aruba, Sint Maarten en Curaçao op een groot aantal terreinen heeft ondersteund, worden eind 2015 beëindigd. Binnen deze kaders gelden de volgende speerpunten van beleid voor 2015.

Samenwerking met de landen

Tijdens de Koninkrijksconferentie van april 2014 zijn afspraken gemaakt om de economische samenwerking binnen het Koninkrijk waar mogelijk verder te versterken. De strategische ligging van de landen biedt daartoe diverse mogelijkheden. Deze mogelijkheden gelden ook voor de openbare lichamen BES, alsmede in het verkeer (personen, goederen) tussen de verschillende onderdelen van het Caribisch deel van het Koninkrijk. Ter bevordering van de economische ontwikkeling krijgt versterking van de concurrentiepositie van de landen aandacht. Het gaat daarbij vooral om economisch beleid waarmee randvoorwaarden voor een gunstig vestigings- en ondernemersklimaat worden gecreëerd. Het uitwisselen van kennis en expertise op het gebied van onder andere mededinging, buitenlandse handel en verdragen staat hierbij centraal. Nederland kan hiervoor op verzoek van de landen capaciteit beschikbaar stellen.

Ook andere vormen van samenwerking zullen in Koninkrijksverband worden bevorderd. Voor verdere economische, maatschappelijke, culturele en sociale ontwikkeling is goed bestuur essentieel. Burgers hebben een bestuur nodig waarop ze kunnen vertrouwen, dat wil zeggen resultaatgericht, responsief en integer. Bij de opbouw van de instituties op de landen en met het oog op vergroting van de kracht van het bestuur blijkt behoefte aan diverse vormen van onderlinge hulp en bijstand, zowel tussen de landen van het Caribisch deel van het Koninkrijk als door Nederland. Instituties zorgen voor de noodzakelijke checks en balances bij het democratisch proces en voor het realiseren van de rechtstaat. Een efficiënt werkend overheidsapparaat dat bijvoorbeeld vergunningen snel en zorgvuldig kan afdoen, geniet vertrouwen van de bevolking. Effectieve inning van belastingen voorkomt onnodige tekorten en betalingsproblemen bij de overheid. Nederland wil bijdragen aan de bevordering van dergelijke waarden en doelstellingen in het Koninkrijk.

Overheidsfinanciën Curaçao en Sint Maarten

De overheidsfinanciën van Curaçao zijn het afgelopen jaar sterk verbeterd. Curaçao heeft inmiddels aan alle onderdelen van de aanwijzing uit 2012 voldaan. Curaçao is in staat gebleken ingrijpende maatregelen en ombuigingen door te voeren om de overheidsfinanciën weer op orde te krijgen.

Het Cft heeft aangegeven het vertrouwen te hebben dat Curaçao deze positieve lijn op de overheidsfinanciën zal vasthouden. Door het positieve advies van het Cft op de begroting 2014 kan Curaçao leningen blijven aangaan om investeringen te financieren, zoals ten behoeve van de bouw van het nieuwe ziekenhuis die in 2014 is gestart. Voor Curaçao blijven evenwel uitdagingen bestaan, zoals het versneld doorvoeren van geplande bezuinigingsmaatregelen, het verder op orde brengen van het financieel beheer en saneren van noodlijdende overheidsbedrijven.

Sint Maarten heeft afgelopen jaren een verbetering laten zien waar het de beheersing van de overheidsfinanciën betreft. Dit resulteerde onder meer in een, hoewel niet tijdig, door het Cft goedgekeurde begroting 2014. Daarmee opende zich voor Sint Maarten ook de mogelijkheid om te investeren in de economie en de ruimtelijke ontwikkeling van het land. Voor 2015 en de jaren daarop zal Sint Maarten echter nog voor diverse (financiële) uitdagingen komen te staan, zoals het doorvoeren van inkomenstenverhogende en uitgavenverlagende maatregelen, het wegwerken van betalingsachterstanden en het op orde brengen van de liquiditeits- en vermogenspositie.

Het Cft heeft het belang van deze aspecten voor een positief oordeel op de begroting 2015 benadrukt, en zal daar ook aandacht aan besteden in zijn halfjaarrapportages.

Financiële situatie Aruba

Het is van belang dat alle landen van het Koninkrijk streven naar financiële soliditeit en de daarmee samenhangende kredietwaardigheid. De landen zijn zelf verantwoordelijk voor houdbare overheidsfinanciën.

De afgelopen jaren zijn de overheidsfinanciën van Aruba sterk verslechterd. Dit is onder meer het gevolg van beleidsmatige keuzes, het wegvallen van inkomsten uit de olieraffinaderij Valero en het stimuleringsbeleid dat is toegepast om de gevolgen van de economische crisis op Aruba te beperken. De gevolgen waren jaarlijks terugkerende tekorten en een sterk stijgende staatsschuld.

Op 11 juli 2014 heeft de Rijksministerraad besloten de Gouverneur van Aruba een aanwijzing te geven. Op basis van onderzoek door het secretariaat van het Cft wordt een oordeel gevormd over welke afstand er momenteel bestaat ten opzichte van duurzaam houdbare overheidsfinanciën.

Rechtshandhaving op Curaçao

Ten behoeve van de aanpak van financieel-economische criminaliteit is Nederland in 2014 samen met Curaçao gestart met het project Duradero. Het project beoogt te komen tot een duurzame uitbreiding en versterking van de handhavingscapaciteit op Curaçao ten behoeve van de aanpak van financieel-economische criminaliteit. De operationele doelstellingen van het project zijn:

  • het analyseren van alle doormeldingen van het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (MOT);

  • het uitvoeren van (Nederlandse) rechtshulpverzoeken met een financieel-economische status;

  • het begeleiden en initiëren van beslissingen tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.

Het project krijgt in 2015 verder gestalte. Aansprekende onderzoeken en bijbehorende veroordelingen en ontnemingen zullen duidelijk maken dat financieel-economische criminaliteit niet wordt getolereerd.

Integriteit van bestuur op Sint Maarten

Op 30 september 2013 heeft de Koninkrijksregering de Gouverneur een aanwijzing gegeven tot het doen instellen van een onderzoek naar het behoorlijk en integer functioneren van het openbaar bestuur van Sint Maarten. De reikwijdte van het onderzoek strekt zich uit over programma’s en activiteiten binnen het openbaar bestuur van de regering, agentschappen en staatsbedrijven. Kwetsbare sectoren zoals casino’s, prostitutie en immigratie alsmede het vergunningsbeleid en de aanbestedingen voor (infrastructurele) werken en andere aanbestedingen (bijvoorbeeld diensten) zijn ook onderwerp van onderzoek. De uitkomsten van het onderzoek zijn gerelateerd aan de gangbare normen en waarden die op het gebied van integriteit gelden, zoals opgenomen in conventies, richtlijnen en codes van verschillende internationale organisaties, waaronder de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de Verenigde Naties.

Aan de hand van de resultaten van de onderzoeken en de aanbevelingen die uit het rapport voortvloeien, kan de regering van Sint Maarten, al dan niet in samenwerking met de andere landen van het Koninkrijk, waar nodig verbeteringen aanbrengen in 2015. Zo wordt een belangrijke stap gezet op de weg naar herstel van het vertrouwen dat het binnen- en buitenland moeten hebben in het behoorlijk en integer functioneren van het landsbestuur van Sint Maarten.

Caribisch Nederland

Governance en coördinatie Caribisch Nederland

De functionele en personele invulling van de positie en rol van de Rijksvertegenwoordiger zal worden afgerond. Hiermee zal tevens de coördinatietaak van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden versterkt richting de vakdepartementen en eilandgebieden, als uitvloeisel van het rapport Van Gastel c.s. van 21 maart 2014 (Kamerstukken II, 2013–2014, 33 750 IV, nr. 35). BZK neemt via de Caribisch Nederland-tafel het voortouw bij onderwerpen die een interdepartmentale aanpak behoeven. In 2015 zullen Rijk en eilandgebieden gezamenlijk een meerjarig ontwikkelingsplan opstellen met als centrale thema’s economische ontwikkeling, armoedebestrijding en kinderrechten. Dit (financiële) sturingsinstrument dient als meerjarig afsprakenkader dat jaarlijks bijgesteld moet worden op basis van voortgang en nader inzicht.

Staatkundige evaluatie van Caribisch Nederland

In 2015 zal een evaluatie plaatsvinden naar de uitwerking van de nieuwe staatkundige structuur van Bonaire, Saba en Sint Eustatius. De evaluatieopdracht is vastgesteld door de vertegenwoordigers van de bestuurscolleges van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 19 juni 2014. De evaluatie zal worden uitgevoerd door een onafhankelijke evaluatiecommissie. Naar verwachting zal de evaluatiecommissie haar eindrapport voor 10 oktober 2015 opleveren. De bevindingen van de evaluatie zullen in een uitvoeringsplan worden geconcretiseerd. Het uitvoeringsplan is onderdeel van het in het overleg met de drie eilanden op te stellen kabinetsstandpunt over de evaluatie.

Kinderrechten

Op 23 mei 2013 heeft UNICEF de rapporten over de kinderrechtensituatie op Bonaire, Sint Eustatius, Saba, Aruba, Curaçao en Sint Maarten gepresenteerd. Naar aanleiding van die rapporten is op 19 juni 2013 op verzoek van de Eerste en Tweede Kamer een brief met een beleidsreactie aan de Kamer gestuurd door de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Veiligheid en Justitie (VenJ), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) gezamenlijk (Kamerstukken II, 31 839, nr. 294). In april 2014 is tijdens de Koninkrijksconferentie een Taskforce Kinderrechten ingesteld die eind 2014 een eerste opzet van een actieplan Kinderrechten moet opleveren.

In 2015 zal verder gewerkt worden aan de verbetering van de kinderrechten op basis van het actieplan dat eind 2014 door de Taskforce Kinderrechten zal worden opgeleverd. Tijdens de Koninkrijksconferentie die in het voorjaar van 2015 gepland staat, zal de Taskforce over haar bevindingen rapporteren. Ook in 2015 zullen de kinderrechten, voortgang, mogelijke oplossingen en acties worden besproken in de Caribisch Nederland week.

Belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar (ontvangsten, uitgaven en niet-belastingontvangsten)

Opbouw uitgaven (x € 1.000)
 

Art. nr.

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Stand ontwerpbegroting 2014

 

256.753

256.160

240.129

275.657

257.797

 

Nota van wijziging

 

– 1.000

– 1.000

– 1.000

– 1.000

– 1.000

 
               

Mutaties 1e suppletoire begroting

 

6.392

3.048

1.715

1.718

1.699

1.364

               

Nieuwe mutaties:

             

Lopende inschrijving Curaçao en Sint Maarten

2

165.072

         
               

Overige mutaties

 

– 930

700

700

0

0

112.883

Stand ontwerpbegroting 2015

 

426.287

258.908

241.544

276.375

258.496

114.247

Opbouw ontvangsten (x € 1.000)
 

art. nr.

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Stand ontwerpbegroting 2014

 

32.215

31.758

31.758

31.758

31.758

 

Mutaties 1e suppletoire begroting

4.437

737

737

737

737

737

               

Nieuwe mutaties:

             
               

Overige mutaties

 

2.660

3.980

3.980

3.980

3.980

35.738

Stand ontwerpbegroting 2015

39.312

36.475

36.475

36.475

36.475

36.475

Toelichting

Lopende inschrijving Curaçao en Sint Maarten

De landen Curaçao en Sint Maarten hebben in het kader van de Rijkswet financieel toezicht de mogelijkheid om, indien het College financieel toezicht (Cft) een positief advies geeft, om via een lopende inschrijving voor investeringen, leningen aan te gaan. Een voorwaarde hierbij is dat Nederland zelf inschrijft. Voor Curaçao is een leenaanvraag van Naf 250,0 mln. (€ 104,5 mln.) voor de bouw van het nieuwe ziekenhuis ingewilligd. Voor Sint Maarten zijn een drietal leenverzoeken ingediend van totaal Naf 145,4 mln. (€ 60,5 mln.) voor investeringen 2011/2012 (Naf 45,4 mln.), voor investeringen 2014 (Naf 60,0 mln.) en voor de afkoop van het regeringsgebouw (Naf 40,0 mln.). Op 2 juni 2014 is de inschrijving geëffectueerd. De kosten en uiteindelijke ontvangsten vallen onder de verantwoordelijkheid van begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties.

Planning beleidsdoorlichtingen
 

(realisatie)

(planning)

Artikel

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

1. Waarborgfunctie

       

   

2. Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

     

     
Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande garanties 2013

Geraamd te verlenen 2014

Geraamd te vervallen 2014

Uitstaande garanties

2014

Garantieplafond

2014

Geraamd te verlenen 2015

Geraamd te vervallen 2015

Uitstaande garanties 2015

Garantieplafond 2015

Totaal plafond

1. Waarborgfunctie

                     

2. Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

Leningen aan het Land Aruba

6.846

0

1.734

5.112

5.112

0

1.734

3.378

3.378

3.378

 

9e Europees Ontwikkelings Fonds (EOF)

43.600

0

0

43.600

43.600

0

43.600

0

0

0

 

10e Europees Ontwikkelings Fonds (EOF)

21.000

0

0

21.000

21.000

0

0

21.000

21.000

21.000

 

Totaal

71.446

0

1.734

69.712

69.712

 

45.334

24.378

24.378

24.378

Leningen aan het Land Aruba:

Deze post heeft betrekking op een door Nederland verstrekte garantstelling van leningen aan het Land Aruba vallende onder Staatsgarantie. De leningen zijn gedurende de periode 1990–1997 uitgegeven door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO). Vanwege de toenmalige financiële situatie van Aruba is door Nederland een garantstelling gegeven. Het garantieplafond is gekoppeld aan de hoogte van de uitstaande lening en wordt per aflossing van Aruba verlaagd met datzelfde bedrag. Het betreft hier een leningenportefeuille met diverse looptijden. De langst lopende lening eindigt in 2020. Aruba heeft tot op heden nog geen aflossing gemist.

Voor deze garantie is geen begrotingsreserve aanwezig en wordt geen premie afgedragen als vergoeding voor de afgegeven garantie.

9e en 10e Europees Ontwikkelings Fonds (EOF):

Deze garantstelling is op verzoek van de Europese Commissie in het kader van het Europees Ontwikkelings Fonds (EOF) verstrekt door Nederland. De Europese Commissie verlangt van haar leden, bij projecten niet vallend binnen de Europese grenzen, een garantstelling voor individuele Landen en gebieden overzee (LGO’s). De uitvoering van de projecten vinden plaats op Curaçao, Sint Maarten en Caribisch Nederland. De garantiestelling voor het 10e EOF (2008 – 2013) loopt door totdat deze subsidies geheel afgewikkeld zijn.

Voor deze garantie is geen begrotingsreserve aanwezig en wordt geen premie afgedragen als vergoeding voor de afgegeven garantie.

Voor de jaren t/m 2016 zijn er geen uitgaven en ontvangsten op garanties geraamd, omdat er geen indicaties zijn dat Aruba niet aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen en de Europese Commissie op dit moment geen beroep op de garantiestelling heeft gedaan.

Licence