Base description which applies to whole site

4.4 FMHaaglanden

Inleiding

FMHaaglanden verzorgt de facilitaire dienstverlening voor de Ministeries Buitenlandse Zaken (BZ), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Infrastructuur en Milieu (IenM), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Veiligheid en Justitie (VenJ), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Economische zaken (EZ). Op termijn zullen ook Financiën (FIN) en Algemene Zaken (AZ) aansluiten.

FMHaaglanden levert producten en diensten op het gebied van gebouwbeheer, exploitatie, consumptieve diensten, risicobeheersing, schoonmaak, verhuizen, post en reprografie, verstrekken van inrichting, voorzieningen, vervoer, facility management en overige diensten. Middels een kostprijsmodel verdisconteert FMHaaglanden al zijn kosten via de producten aan de afnemers.

FMHaaglanden wil de professionele dienstverlener zijn voor rijksorganisaties in de regio Haaglanden, die gefaciliteerde rijkswerkplekken levert waardoor klanten comfortabel kunnen werken.

De volgende hoofddoelstellingen worden onderscheiden:

  • Het faciliteren van alle rijkorganisaties, uitgezonderd Defensie, binnen het verzorgingsgebied van de regio Haaglanden;

  • Het leveren van rijksbrede producten en diensten met eenduidige normen en uniforme doorbelasting;

  • Tevreden klanten en opdrachtgevers.

Ontwikkelingen

De komende jaren staan voor FMHaaglanden in het teken van nieuwe aansluitingen, het masterplan huisvesting, de samenwerking met facilitaire concerndienstverleners en de governance en sourcing van de Rijksbrede bedrijfsvoering (project SGO-5).

De realisatie van het masterplan huisvesting leidt tot veel mutaties in het verzorgingsgebied. Dit zal in de komende jaren gepaard gaan met relatief veel verhuisbewegingen tussen de diverse panden.

FMHaaglanden, Belastingdienst (BD), Dienst Justitiële inrichtingen (DJI) en Rijkswaterstaat (RWS) werken gezamenlijk toe naar een rijksbreed netwerk van facilitaire concerndienstverleners (ambitie 2020). Hiervoor is het samenwerkingsverband Landelijk Facilitair Management Overleg (LFMO) opgericht. De concerndienstverleners streven naar een gestandaardiseerd basispakket aan dienstverlening, één kostprijsmodel en een gelijke klantbenadering door de vier facilitaire concerndienstverleners vanaf 2015. FMHaaglanden zal in 2015 het grootste deel van de Rijksbrede Producten en Diensten Catalogus aanbieden in het verzorgingsgebied. Verder zijn de voorbereidingen voor een vaste verrekenprijs middels een gezamenlijk kostprijsmodel per 2016 in volle gang.

In het regeerakkoord is vanaf 2016 een taakstelling voor de Rijksdienst opgenomen. Het project SGO-5 is geïnitieerd om bij te dragen aan de toekomstige organisatie en sturing van de bedrijfsvoering bij het concern Rijk. Om het eindbeeld in 2016 te implementeren is in 2014 gestart met een aantal pilot Ministeries die samen met de SSO’s, waaronder FMHaaglanden, volgens het nieuwe governancemodel gaan werken. Daarnaast zal vanuit het deelproject bekostiging toegewerkt worden naar één verrekenprijs en uiteindelijk één centraal budget. FMHaaglanden is bezig met voorbereidingen om het eindbeeld in 2016 te realiseren. De effecten hiervan zijn op moment van schrijven nog niet te overzien en derhalve niet verwerkt in de ontwerpbegroting.

Staat van baten en lasten

Baten-lastenagentschap FMH
Begroting van baten-lastenagentschap voor het jaar 2015 (Bedragen x € 1.000)
 

2013 Stand Slotwet

2014

1e suppletoire begroting

2015

2016

2017

2018

2019

Baten

             

Omzet moederdepartement

30.645

17.336

16.882

16.890

16.898

16.906

16.914

Omzet overige departementen

86.008

91.255

97.961

98.008

96.055

96.101

96.147

Omzet derden

181

0

0

0

0

0

0

Rentebaten

10

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

23

20

20

20

20

20

20

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

116.867

108.611

114.863

114.918

112.973

113.027

113.081

               

Lasten

             

Apparaatskosten

111.887

104.343

108.135

108.186

106.337

106.388

106.438

– personele kosten

29.598

33.646

30.446

30.461

26.478

26.492

26.507

– waarvan eigen personeel

23.958

27.752

23.946

23.961

23.478

23.492

23.507

– waarvan externe inhuur

5.640

5.894

6.500

6.500

3.000

3.000

3.000

– materiële kosten

82.289

70.697

77.689

77.726

79.859

79.895

79.932

– waarvan apparaat ICT

1.285

1.894

4.752

4.755

4.758

4.760

4.763

– waarvan bijdrage SSO’s

19.888

20.700

21.506

21.519

21.532

21.545

21.558

Rentelasten

472

549

557

558

554

554

554

Afschrijvingskosten

5.728

6.090

6.151

6.154

6.062

6.065

6.068

– materieel

5.728

6.090

6.151

6.154

6.062

6.065

6.068

– waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

0

0

0

– immaterieel

0

0

0

0

0

0

0

Overige kosten

0

20

20

20

20

20

20

– dotaties voorzieningen

0

20

20

20

20

20

20

– bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

118.087

111.002

114.863

114.918

112.973

113.027

113.081

               

Saldo van baten en lasten

– 1.220

– 2.391

0

0

0

0

0

Toelichting op baten en lasten

Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van FMHaaglanden is een kostendekkende exploitatie. Een eventueel batig saldo zal aan het eigen vermogen worden toegevoegd; een eventueel surplus zal worden uitgekeerd aan de eigenaar.

In de ontwerpbegroting is geen rekening gehouden met de baten en lasten van de PPS constructie van Korte Voorhout 7, het pand waar het Ministerie van Financiën huisvest. Reden hiervoor is dat FMHaaglanden nog geen volledig inzicht heeft in de dienstverlening en de hiermee samenhangende baten en lasten.

In de begroting 2015 is de dienstverlening van EZ en AZ voor een volledig boekjaar meegenomen. In de cijfers van 2014 is voor AZ en EZ uitgegaan van respectievelijk zeven en elf maanden vanaf aansluiting.

Tot slot is de impact van de demarcatie RGD niet meegenomen in de begroting. Hierbij worden enkele onderdelen van producten die via FMHaaglanden worden aangeboden overgedragen aan de RGD. Dit traject is onderhanden en derhalve zijn de effecten op FMHaaglanden nog niet bekend.

FMHaaglanden werkt samen met de opdrachtgevers aan een versobering van het dienstverleningspakket. Doordat BZK heeft besloten een deel van Rutte II in te vullen als efficiency taakstelling is de taakstelling Rutte I ad 1.5% per jaar doorgetrokken over de jaren. Deze is zowel verwerkt in de baten als lasten. Dit is niet direct zichtbaar door wijzigingen in het verzorgingsgebied en de dienstverlening.

Omzet per productgroep:

  • Basis: het afgesproken pakket van producten en diensten dat de opdrachtgever afneemt van de opdrachtnemer en waarvoor de opdrachtgever een vaste prijs betaalt per vaste verrekeneenheid. De prijs (p) en de hoeveelheid (q) staan in principe gedurende het jaar vast. Bij substantiële wijzigingen in de dienstverlening zijn aanpassingen gedurende het jaar mogelijk. Het af te nemen volume (q) wordt in het jaar t-1 door de opdrachtgever bepaald;

  • Basis plus: producten en diensten waarvoor de opdrachtgever, afhankelijk van de hoeveelheid afgenomen producten en diensten, een prijs per artikel/product/dienst betaalt. De prijs (p) staat gedurende het jaar vast, de hoeveelheid (q) is afhankelijk van de vraag van artikelen/producten/diensten door de klant/opdrachtgever in het betreffende jaar;

  • Maatwerk: producten en diensten waarover tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer aparte afspraken worden gemaakt en waarvoor opdrachtnemer eerst een offerte uitbrengt aan opdrachtgever. Zowel de prijs (p) als de hoeveelheid (q) zijn dan ook vraag dan wel afname gestuurd;

  • Werkelijke kosten: producten die tegen de werkelijke gemaakte kosten bij de opdrachtgever in rekening worden gebracht. Zowel de prijs (p) en de hoeveelheid (q) zijn dan ook vraag dan wel afname gestuurd;

  • Overig: producten en diensten die buiten de productendienstencatalogus vallen van FMHaaglanden en zijn opgenomen in de specifieke dienstverleningsafspraken (DVA’s) met de opdrachtgever.

Personele kosten

De personele kosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst, gedetacheerde ambtenaren en kosten van uitzendkrachten en inhuur van externen. Vanaf 2017 vindt een verschuiving plaats van inhuur naar materiële kosten, immers de kosten voor de personele inzet van het consortium worden via het contract doorbelast als materiële kosten. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de verschuiving van BZ en IenM naar een PPS pand.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan voor een belangrijk deel uit de directe inkoopkosten van de dienstverlening. Daarnaast vallen de kosten voor huisvesting, ICT en de servicekosten BZK onder deze post. Onder de uitsplitsing naar SSO’s hebben met name de kosten voor UBR een groot aandeel. Hierin zitten bijvoorbeeld de kosten voor RBO in de panden waar FMHaaglanden de dienstverlening verzorgt.

Rentelasten

Onder deze post zijn alle rentelasten opgenomen die verband houden met de financiering van materiële en immateriële vaste activa vanuit het Ministerie van Financiën.

Afschrijvingskosten

De overgenomen activa van de Ministeries is geactiveerd en worden conform de betreffende regelgeving afgeschreven. Voor nieuwe investeringen is dit eveneens van toepassing.

Kasstroomoverzicht

Baten-lastenagentschap FMH
Kasstroomoverzicht over het jaar 2015 (Bedragen x € 1.000)
   

2013 Stand Slotwet

2014

1e suppletoire begroting

2015

2016

2017

2018

2019

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2015 + depositorekeningen

22.853

7.391

7.151

7.151

7.151

7.151

7.151

2.

Totaal operationele kasstroom

– 3.738

3.679

4.913

5.472

5.542

5.366

5.602

 

-/- totaal investeringen

– 7.626

– 6.100

– 12.500

– 4.000

– 4.000

– 4.000

– 4.000

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

1.103

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 6.523

– 6.100

– 12.500

– 4.000

– 4.000

– 4.000

– 4.000

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

0

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

0

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 5.201

– 3.919

– 4.913

– 5.472

– 5.542

– 5.366

– 5.602

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

6.100

12.500

4.000

4.000

4.000

4.000

4.

Totaal financieringskasstroom

– 5.201

2.181

7.587

– 1.472

– 1.542

– 1.366

– 1.602

5.

Rekening courant RHB 1 januari 2015 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) (noot: maximale roodstand 0,5 miljoen euro)

7.391

7.151

7.151

7.151

7.151

7.151

7.151

Toelichting bij het kasstroomoverzicht

In 2015 is naast de aansluiting AZ en vervangingsinvesteringen rekening gehouden met de investeringen voor de inrichting van het pand waar SZW en VWS gaan huisvesten (Parnassusplein 5). Vanaf 2016 is het uitgangspunt dat er een gelijkmatig investeringsniveau is het beroep op de leenfaciliteit blijft hierdoor gelijk.

Doelmatigheid

Baten-lastenagentschap FMH
Overzicht doelmatigheidsindicatoren

Omschrijving Generiek Deel

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verloop tarieven basisdienstverlening (norm 2011)

             

Omzet per productgroep (pxq)

116.834

108.592

116.843

114.898

112.953

113.006

113.060

*Basis

81.711

86.703

91.447

91.502

89.557

89.610

89.664

*Basis+

5.577

5.972

8.791

6.791

6.791

6.791

6.791

*Maatwerk

18.675

2.203

2.188

2.188

2.188

2.188

2.188

*Werkelijk

9.178

10.878

11.175

11.175

11.175

11.175

11.175

*Overig

1.693

2.836

3.242

3.242

3.242

3.242

3.242

               

Saldo van baten en lasten (%)

– 1,0%

– 2,2%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

               

Personele kosten als % van de totale kosten

25,0%

30,3%

26,5%

26,5%

23,4%

23,4%

23,4%

Materiële kosten als % van de totale kosten

70,0%

69,7%

73,5%

73,5%

76,6%

76,6%

76,6%

               

Apparaatskosten (in €)

39.547

38.648

40.205

40.225

39.557

39.576

39.595

Klanttevredenheid

 

Tevreden

Tevreden

Tevreden

Tevreden

Tevreden

Tevreden

Medewerkerstevredenheid

 

Tevreden

Tevreden

Tevreden

Tevreden

Tevreden

Tevreden

FTE-totaal (excl. Externe inhuur)

361

471

471

471

471

471

471

Toelichting op de doelmatigheidsindicatoren

Als gevolg van het nieuwe werken wordt dezelfde werkplek intensiever gebruikt. Een resultaat hiervan is dat ook de invulling van de dienstverlening wijzigt. De eenheid werkplek krijgt door het nieuwe werken een andere definitie. Deze definitie wordt vastgesteld in de Interdepartementale Commissie Facilitair en Huisvesting. De aanpassing van de definitie zal invloed hebben op de index «verloop tarieven basisdienstverlening». Omdat hierdoor het verloop van de tarieven een verkeerd beeld zal geven is deze niet meegenomen in de doelmatigheidsindicatoren.

Omdat FMHaaglanden een flexibele schil heeft gecreëerd middels de inhuur blijft het aantal fte gelijk. In de inhuurkosten en dus personeelskosten zal wel een dalende trend te zien zijn vanaf 2017.

Licence